217
TOYOTA Connect Radio
11
Druk op de toets naast het geselecteerde bericht om de secundaire pagina weer te geven.Druk op deze toets om de bestaande tekst te bewerken en aan te passen.Druk op deze toets om een nieuw bericht te schrijven.Druk op de prullenbak om het bericht te verwijderen.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk op RAD MEDIA om de hoofdpagina weer te geven.Druk op een van de toetsen voor automatisch zoeken naar een radiozender.OfVerplaats de cursor om handmatig omhoog en omlaag te scrollen door de frequenties.OfDruk op de frequentie.
Voer de waarden van de FM- en AM-band in met het virtuele toetsenbord.Druk op “OK” om te bevestigen.
WARNI NG
De radio-ontvangst kan worden verstoord door het gebruik van elektrische apparatuur die niet
door Toyota is goedgekeurd, zoals een op de 12V-aansluiting aangesloten USB-lader.Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en duidt niet op een storing in het audiosysteem.
Veranderen van
frequentieband
Druk op RAD MEDIA om de hoofdpagina weer te geven. Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Druk op “Band” om de frequentieband te wijzigen.Druk op het gearceerde gedeelte om te bevestigen.
Opslaan van een radiozender
Selecteer een radiozender of een frequentie.
Druk kort op de lege ster. Als de ster is gevuld, is de radiozender al opgeslagen.OfSelecteer een radiozender of een frequentie.Druk op “Favorieten”.Houd de toets waaronder u de zender wilt opslaan enige tijd ingedrukt.
Inschakelen/uitschakelen
RDS
Wanneer RDS is ingeschakeld, kunt u naar dezelfde zender blijven luisteren doordat de radio automatisch afstemt op alternatieve frequenties.Druk op RAD MEDIA om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Schakel “RDS” in/uit.
Druk op het gearceerde gedeelte om te bevestigen.
NOTIC E
Onder bepaalde omstandigheden zijn sommige RDS-zenders echter niet in het hele land te ontvangen doordat niet alle zenders volledige dekking hebben in het land. Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden kan wegvallen.
Weergeven van
tekstinformatie
Met de functie “Radiotekst” worden door de radiozender meegestuurde tekstberichten weergegeven die betrekking hebben op de radiozender of de muziek waarnaar wordt geluisterd.Druk op RAD MEDIA om de hoofdpagina weer te geven.
218
Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Schakel “INFO” in/uit.
Druk op het gearceerde gedeelte om te bevestigen.
TA-meldingen beluisteren
De TA-functie (Traffic Announcement, verkeersmelding) geeft voorrang aan het luisteren naar de TA-meldingen. Voor deze functie is een goede ontvangst nodig van een radiozender die dergelijke meldingen uitzendt. Wanneer een verkeersinformatiebericht wordt uitgezonden, wordt de geluidsbron die op dat moment wordt weergegeven automatisch onderbroken voor de weergave van de TA-melding. Zodra dit bericht is afgelopen, wordt de weergave van de oorspronkelijke geluidsbron hervat.Druk op RAD MEDIA om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.
Schakel “TA” in/uit.
Druk op het gearceerde gedeelte om te bevestigen.
Audio-instellingen
Druk op RAD MEDIA om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire
pagina weer te geven.
Druk op “Audio-instellingen”.
Selecteer het tabblad “Klank”, “Verdeling”, “Geluid”, “Spraak” of “Beltonen” om de geluidsinstellingen te configureren.Druk op de pijl “Terug” om te bevestigen.
NOTIC E
In het tabblad “Klank” zijn de geluidsinstellingen Equalizer, Bass, Medium en Treble voor elke audiobron verschillend en apart in te stellen.In het tabblad “Verdeling” zijn de instellingen Alle passagiers, Bestuurder en Alleen vóór voor alle audiobronnen gelijk.Schakel in het tabblad “Geluid” de opties “Snelheidsafhankelijke volumeregeling”, “Extra ingang” en “Geluiden touchscreen” in of uit.
WARNI NG
De verdeling van het geluid (of de ruimtelijke verdeling bij het Arkamys©-systeem) in de auto gebeurt op basis van een geluidbewerkingssysteem om ervoor te zorgen dat alle inzittenden kunnen profiteren van een optimale geluidskwaliteit.
NOTIC E
Audiosysteem van de auto: het Sound Staging-systeem van Arkamys© zorgt voor een betere geluidsverdeling in het interieur.
DAB-radio (Digital Audio
Broadcasting)
DAB-radio
Digitale radio zorgt voor een hogere geluidskwaliteit.Via verschillende “multiplexen/bundels” kunt u kiezen uit radiozenders die op alfabetische volgorde zijn gerangschikt.Druk op RAD MEDIA om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Druk op “Band” om “DAB-band” te
selecteren.Druk op het gearceerde gedeelte om te bevestigen.
FM-DAB
“DAB” is niet overal beschikbaar.Als het digitale signaal niet goed is, kunt u met “FM-DAB” dezelfde zender blijven beluisteren doordat het systeem automatisch overschakelt op
219
TOYOTA Connect Radio
11
de overeenkomstige analoge “FM”-zender (indien beschikbaar).Druk op RAD MEDIA om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Schakel “FM-DAB” in/uit.
Druk op het gearceerde gedeelte om te bevestigen.
NOTIC E
Als “FM-DAB” is geactiveerd, kan er sprake zijn van een vertraging van enkele seconden als het systeem overschakelt op de analoge “FM”-radiozender en kan het geluidsvolume soms veranderen.Als het digitale signaal weer beschikbaar is, schakelt het systeem automatisch weer over op “DAB”.
WARNI NG
Als de “DAB”-zender waarnaar u luistert niet beschikbaar is als “FM”-zender of als “FM-DAB” niet is geactiveerd, wordt het geluid onderbroken als het digitale signaal te zwak wordt.
Media
USB-aansluiting
Steek de USB-stick in de USB-aansluiting of sluit het USB-apparaat via een geschikte kabel (niet meegeleverd) op de USB-aansluiting aan.
WARNI NG
Gebruik om beschadiging van het systeem te voorkomen geen USB-verdeelstekker.
Het systeem maakt gebruik van afspeellijsten (in het tijdelijke geheugen). Het maken van deze lijsten kan enkele seconden of soms enkele minuten duren als het apparaat voor de eerste keer wordt aangesloten.Het verminderen van het aantal andere dan muziekbestanden en van het aantal mappen zal de wachttijd bekorten.De afspeellijsten worden telkens wanneer het contact UIT wordt gezet of een USB-stick wordt aangesloten bijgewerkt. Het audiosysteem onthoudt deze lijsten, die vervolgens sneller worden geladen als ze niet zijn gewijzigd.
Selecteren van de bron
Druk op RAD MEDIA om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “BRONNEN”.Selecteer de bron.
BluetoothStreaming®
Met Streaming kunt u muziekbestanden op de smartphone via het audiosysteem in de auto afspelen.Het profiel Bluetooth moet zijn geactiveerd.Stel eerst het volume van het draagbare apparaat af (hoog geluidsniveau). Stel vervolgens het volume van het systeem in.Als de weergave niet automatisch begint, kan het zijn dat u de audioweergave moet starten via de smartphone.Bediening verloopt via het draagbare apparaat of via de aanraaktoetsen van het systeem.
NOTIC E
Als de Streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een mediabron beschouwd.
Aansluiten van een
Apple®-speler
Sluit de Apple®-speler met een geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.Het afspelen begint automatisch.De bediening gebeurt via het audiosysteem van de auto.
NOTIC E
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten/albums/genres/afspeellijsten/audioboeken/podcasts). U kunt
221
TOYOTA Connect Radio
11
Niet via Bluetooth® verbonden telefoon
Bij het aansluiten van de smartphone op het systeem is het raadzaam de Bluetooth®-functie van de smartphone te activeren.Sluit een USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel is aangesloten.Druk op “Telefoon” op het scherm van het systeem om de hoofdpagina weer te geven.Druk op “MirrorLinkTM” om de applicatie in het systeem te activeren.Bij bepaalde smartphones is het noodzakelijk om de functie “MirrorLinkTM” te activeren.Tijdens de procedure verschijnen verschillende schermen gerelateerd aan bepaalde functies.Accepteer deze om de verbinding tot stand te brengen en te voltooien.
Via Bluetooth® verbonden telefoon
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel is aangesloten.
Druk op “Telefoon” op het scherm van het systeem om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “TEL” om de secundaire pagina weer te geven.Druk op “MirrorLinkTM” om de applicatie in het systeem te activeren.Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt een scherm weergegeven met daarop de eerder op uw smartphone gedownloade apps die compatibel
zijn met de MirrorLinkTM-technologie.
Tijdens de MirrorLinkTM-weergave blijft het selecteren van de audiobron mogelijk via de schermtoetsen in de bovenste balk van het scherm.De menu's van het systeem kunnen op elk moment worden geopend via de menutoetsen.
NOTIC E
Afhankelijk van de kwaliteit van het netwerk kan het even duren voordat de apps beschikbaar
zijn.
CarPlay®-verbinding voor
smartphones
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel is aangesloten.Druk op Telefoon op het scherm van het systeem om de CarPlay®-interface weer te geven.OfAls de smartphone al via Bluetooth® is verbonden.Sluit een USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel is aangesloten.Druk op “Telefoon” op het scherm van het systeem om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “TEL” om de secundaire pagina weer te geven.Druk op “CarPlay” om de CarPlay®-interface weer te geven.
NOTIC E
Bij het aansluiten van de USB-kabel verbreekt de CarPlay®-functie de Bluetooth®-verbinding van het systeem.
NOTIC E
Als de USB-kabel wordt losgenomen en het
contact UIT en weer AAN wordt gezet, schakelt het systeem niet automatisch over op de RAD MEDIA-modus; de bron moet handmatig worden gewijzigd.
U kunt op elk gewenst moment de navigatie via CarPlay® starten door op de toets Navigation van het systeem te drukken.
Android Auto-verbinding voor
smartphones
Download de Android Auto-app op uw smartphone.
NOTIC E
De functie “Android Auto” werkt alleen in combinatie met een compatibele smartphone en compatibele apps.
223
TOYOTA Connect Radio
11
Afhankelijk van het type telefoon wordt u mogelijk gevraagd om het overbrengen van contacten en berichten te accepteren.
NOTIC E
De mogelijkheid van het systeem om via één profiel verbinding te maken, hangt af van de telefoon.Het is mogelijk dat standaard alle drie de
profielen worden gebruikt voor de verbinding.
NOTIC E
De profielen die compatibel zijn met het systeem zijn: HFP, OPP, PBAP, A2DP, AVRCP, MAP en PAN.
Ga naar toyota.nl voor meer informatie (compatibiliteit, hulp, enz.).
Automatisch opnieuw verbinding
maken
Wanneer u terugkomt in uw auto met de telefoon waarmee het laatst verbinding is gemaakt, wordt deze automatisch herkend en wordt binnen ongeveer 30 seconden na het AAN zetten van het contact de telefoon automatisch gekoppeld (Bluetooth ingeschakeld).
Wijzigen van het verbindingsprofiel:Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets “TEL” om de secundaire pagina weer te geven.Druk op “Bluetooth-verbinding” om de lijst met gekoppelde apparaten weer te geven.Druk op de toets “Details”.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op “OK” om te bevestigen.
Beheren van gekoppelde telefoons
Met deze functie kunt u een apparaat verbinden of loskoppelen of een gekoppelde telefoon verwijderen.Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “TEL” om de secundaire pagina weer te geven.Druk op “Bluetooth-verbinding” om de lijst met gekoppelde apparaten weer te geven.
Druk op de naam van de in de lijst geselecteerde telefoon om deze los te koppelen.Druk er nogmaals op om de telefoon weer te koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Druk op de prullenbak rechts boven op het scherm om een prullenbak naast de
geselecteerde telefoon weer te geven.
Druk op de prullenbak naast de geselecteerde telefoon om deze telefoon te verwijderen.
Ontvangen van een oproep
Wanneer een oproep wordt ontvangen, is dit te herkennen aan een beltoon en een pop-upvenster op het scherm.Druk kort op de toets TEL op het stuurwiel om een binnenkomende oproep te beantwoorden.EnDruk lang
op de toets TEL op het stuurwiel om de oproep te weigeren.OfDruk op “Ophangen”.
Een gesprek tot stand
brengen
WARNI NG
Het gebruik van de telefoon tijdens het rijden wordt afgeraden.Breng de auto tot stilstand.Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te bellen.
225
TOYOTA Connect Radio
11
Druk op het tabblad “Eenheden” om de eenheden voor afstand, brandstofverbruik en temperatuur te wijzigen.Druk op het tabblad “Fabrieksparameters” om terug te keren naar de beginwaarden.
WARNI NG
Als u het systeem terugzet naar de fabrieksinstellingen, wordt standaard Engels als
taal ingesteld (afhankelijk van de uitvoering).
Druk op het tabblad “Systeeminfo” om de versies van de verschillende modules weer te geven die op het systeem zijn geïnstalleerd.Druk op het tabblad “Privacy”,ofDruk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op “Privacy” om de privégegevensmodus in of uit te schakelen.Inschakelen of uitschakelen:
– “Niet delen (gegevens, locatie auto)”.– “Alleen gegevens delen”– “Gegevens en locatie auto delen”Druk op de pijl “Terug” om te bevestigen.
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op “Configuratie” om de secundaire pagina weer te geven.
Druk op “Schermconfig.”.
Druk op “Lichtsterkte”.Verplaats de cursor om de lichtsterkte van het scherm en/of het instrumentenpaneel (afhankelijk van de uitvoering) in te stellen.Druk op de pijl “Terug” om te bevestigen.
Druk op “Animatie”.Inschakelen of uitschakelen: “Automatische tekstweergave”.Selecteer “Overgangen met animaties”.
Druk op de pijl “Terug” om te bevestigen.
Selecteren van de taal
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op “Configuratie” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Taal” om de taal te wijzigen.
Druk op de pijl “Terug” om te bevestigen.
Tijd instellen
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op “Configuratie” om de secundaire pagina weer te geven.Druk op “Datum en tijd”.
Selecteer “Tijd:”.Druk op deze toets om de tijd in te stellen via het digitale toetsenbord.Druk op “OK” om de tijd op te slaan.
Druk op deze toets om de tijdzone in te stellen.Selecteer het weergaveformaat voor de tijd (12-uursformaat/24-uursformaat).Inschakelen of uitschakelen van de zomertijd (+ 1 uur).Inschakelen of uitschakelen van de GPS-synchronisatie (UTC).Druk op de pijl “Terug” om de instellingen op te slaan.
NOTIC E
Het systeem schakelt mogelijk niet automatisch over op wintertijd/zomertijd (afhankelijk van het land van verkoop).
Datum instellen
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op “Configuratie” om de secundaire pagina weer te geven.Druk op “Datum en tijd”.
Selecteer “Datum:”.Druk op deze toets om de datum in te stellen.
226
Druk op de pijl “Terug” om de datum op te slaan.Selecteer het weergaveformaat voor de datum.Druk nogmaals op de pijl “Terug” om te bevestigen.
NOTIC E
Het instellen van de tijd en de datum is alleen
mogelijk als “GPS-synchronisatie” is uitgeschakeld.
Veelgestelde vragen
Hieronder vindt u de antwoorden op de meest gestelde vragen over het systeem van uw auto.
Radio
De ontvangstkwaliteit van de geselecteerde radiozender neemt geleidelijk af of de voorkeuzezenders werken niet (geen geluid, 87,5 MHz wordt weergegeven, enz.).De auto is te ver verwijderd van het zendstation van de radiozender of er is geen zendstation in het geografische gebied.► Activeer de “RDS”-functie in de bovenste balk om het systeem de gelegenheid te geven om te controleren of er een sterker zendstation in de buurt is.Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen,
tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de RDS-functie is ingeschakeld.Dit is een normaal verschijnsel en duidt niet op een storing in het audiosysteem.De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat of parkeergarage).► Laat de antenne controleren door een dealer.Ik kan sommige zenders uit de lijst van ontvangen zenders niet vinden.De naam van de zender verandert.De zender wordt niet meer ontvangen of de naam van de zender in de lijst is veranderd.► Druk op de ronde pijl op het tabblad “Lijst” van de pagina “Radio”.Sommige zenders sturen in plaats van hun naam andere informatie mee (bijv. titel van het afgespeelde nummer).Het systeem interpreteert deze informatie als de naam van de zender.► Druk op de ronde pijl op het tabblad “Lijst” van de pagina “Radio”.
Media
Het afspelen van de muziek op mijn USB-stick begint pas na lang wachten (ongeveer 2 tot 3 minuten).Door bepaalde bestanden die standaard op een USB-stick staan kan het erg lang duren tot de muziek op de USB-stick wordt afgespeeld (tot 10 keer de fabrieksopgave).► Wis de bestanden die standaard op de USB-stick staan en beperk het aantal submappen in de
mappenstructuur van de USB-stick.
Sommige karakters in de informatie over de op dat moment afgespeelde audiobron worden niet correct weergegeven.Het audiosysteem kan sommige karakters niet weergeven.► Gebruik standaardkarakters voor de benaming van nummers en mappen.Het afspelen van streamingbestanden start niet.Het aangesloten apparaat begint niet automatisch met afspelen.► Start het afspelen op het apparaat.Namen van nummers en de speelduur worden niet weergegeven op het audiostreamingscherm.Het Bluetooth-profiel staat de doorgifte van deze informatie niet toe.
Telefoon
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon te koppelen.De Bluetooth-functie van uw telefoon kan zijn uitgeschakeld of de telefoon is niet zichtbaar.► Controleer of de Bluetooth-functie van uw
telefoon is ingeschakeld.► Controleer bij de instellingen van uw telefoon of deze op “zichtbaar voor alle apparaten” staat.De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het systeem.► Controleer de compatibiliteit van uw telefoon op toyota.nl (Service).Android Auto en CarPlay werken niet.Android Auto en CarPlay werken mogelijk niet
wanneer de USB-kabels van slechte kwaliteit zijn.
227
TOYOTA Connect Radio
11
► Gebruik originele USB-kabels om de compatibiliteit te waarborgen.Het geluid van de aangesloten Bluetooth-telefoon is niet hoorbaar.Het geluidsvolume is afhankelijk van het systeem en de telefoon.► Verhoog het volume van het audiosysteem, indien nodig tot maximaal, en verhoog indien nodig het volume van de telefoon.Omgevingsgeluiden hebben invloed op de geluidskwaliteit van een telefoongesprek.► Beperk het omgevingsgeluid (ruiten sluiten, aanjager lager zetten, snelheid verminderen, enz.).De contacten worden niet in alfabetische volgorde weergegeven.Sommige telefoons hebben speciale weergave-opties. Afhankelijk van de instellingen kunnen contacten in een bepaalde volgorde worden overgenomen.► Verander de instellingen voor de weergave van contacten in de telefoon.
Instellingen
Na het instellen van de lage en hoge tonen wordt de geluidssfeer gedeselecteerd.Na het instellen van de geluidssfeer worden de instellingen voor de lage en hoge tonen gereset.Elke instelling van de geluidssfeer is gekoppeld aan een bepaalde instelling van de lage en hoge tonen en andersom.
► Wijzig de instelling van de lage en hoge tonen of de geluidssfeer om de gewenste geluidskwaliteit te verkrijgen.Na het instellen van de balans worden de instellingen van de geluidsverdeling gedeselecteerd.Na het instellen van de geluidsverdeling worden de instellingen van de balans gedeselecteerd.Elke instelling van de geluidsverdeling is gekoppeld aan een bepaalde instelling van de balans en andersom.► Wijzig de instelling van de balans of de geluidsverdeling om de gewenste geluidskwaliteit te verkrijgen.Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de verschillende audiobronnen.Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen de geluidsinstellingen voor de verschillende audiobronnen afzonderlijk worden aangepast. Dit leidt ertoe dat bij het veranderen van de audiobron verschillen hoorbaar kunnen zijn.► Controleer of de geluidsinstellingen zijn aangepast aan de audiobronnen waarnaar
wordt geluisterd. Zet de geluidsinstellingen in de middelste stand.Wanneer de motor is uitgezet, wordt het systeem na enkele minuten uitgeschakeld.Als de motor is uitgezet, werkt het systeem zolang de ladingstoestand van de accu dat toestaat.Het uitschakelen is normaal: het systeem schakelt automatisch over naar de spaarstand en wordt uitgeschakeld zodat de laadtoestand van de accu
voldoende blijft.
► Start de motor om de accu bij te laden.