245
TOYOTA Connect Nav
12
Schakel “Weergeven radiotekst” in/uit.
Druk op “OK” om te bevestigen.
TA-meldingen beluisteren
De TA-functie (Traffic Announcement, verkeersmelding) geeft voorrang aan het luisteren naar de verkeersinformatie. Voor een correcte werking van deze functie is een goede ontvangst van een radiozender nodig die deze meldingen uitzendt. Wanneer een verkeersinformatiebericht wordt uitgezonden, wordt de geluidsbron die op dat moment wordt weergegeven automatisch onderbroken voor de weergave van het verkeersinformatiebericht. Zodra dit bericht is afgelopen, wordt de weergave van de oorspronkelijke geluidsbron hervat.Selecteer “Berichten”.Schakel “Verkeersinfo” in/uit.
Druk op “OK” om te bevestigen.
DAB-radio (Digital Audio
Broadcasting)
DAB-radio
Digitale radio zorgt voor een hogere geluidskwaliteit.
Via verschillende “multiplexen/bundels” kunt u kiezen uit radiozenders die op alfabetische volgorde zijn gerangschikt.Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.Druk op “Band ...” rechts boven op het scherm om het “DAB”-golfbereik weer te geven.
Automatisch volgen FM-DAB
“DAB” is niet overal beschikbaar.Als het digitale signaal niet goed is, kunt u met “Automatisch volgen FM-DAB” dezelfde zender blijven beluisteren doordat het systeem automatisch overschakelt op de desbetreffende analoge FM-zender (indien beschikbaar).Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Radioinstellingen”.
Selecteer “Algemeen”.Schakel “FM-DAB” in/uit.
Schakel “Volgen van zenders” in/uit.
Druk op “OK”.
NOTIC E
Als “Automatisch volgen FM-DAB” is geactiveerd, kan er sprake zijn van een
vertraging van enkele seconden als het systeem overschakelt op de analoge “FM”-radiozender en kan het geluidsvolume soms veranderen.Als het digitale signaal weer beschikbaar is, schakelt het systeem automatisch weer over op “DAB”.
WARNI NG
Als de “DAB”-zender waarnaar u luistert niet
beschikbaar is als “FM”-zender (optie “FM-DAB” doorgestreept) of als “Automatisch volgen DAB-FM” niet is geactiveerd, wordt het geluid onderbroken als het digitale signaal te zwak wordt.
Media
USB-aansluiting
Steek de USB-stick in de USB-aansluiting of sluit het USB-apparaat via een geschikte kabel (niet meegeleverd) op de USB-aansluiting aan.
WARNI NG
Gebruik om beschadiging van het systeem te
voorkomen geen USB-verdeelstekker.
Het systeem maakt gebruik van afspeellijsten (in het tijdelijke geheugen). Het maken van deze lijsten
246
kan enkele seconden of soms enkele minuten duren als het apparaat voor de eerste keer wordt aangesloten.Het verminderen van het aantal andere dan muziekbestanden en van het aantal mappen zal de wachttijd bekorten.De afspeellijsten worden telkens wanneer het contact UIT wordt gezet of een USB-stick wordt aangesloten bijgewerkt. Het audiosysteem onthoudt deze lijsten, die vervolgens sneller worden geladen als ze niet zijn gewijzigd.
Selecteren van de bron
Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “BRONNEN”.Selecteer de bron.
Een video bekijken
Afhankelijk van de uitrusting/afhankelijk van de uitvoering/afhankelijk van het land.Plaats een USB-stick in de USB-aansluiting.
NOTIC E
De videobedieningscommando's zijn alleen toegankelijk via het touchscreen.
Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “BRONNEN”.Selecteer Video om de video te starten.
Druk, om de USB-stick te verwijderen, op de pauzetoets om de video te stoppen en verwijder de USB-stick.Het systeem kan videobestanden afspelen in de formaten MPEG-4 Part 2, MPEG-2, MPEG-1, H.264, H.263, VP8, WMV en RealVideo.
Bluetooth®-audiostreaming
Met audiostreaming kunt u muziekbestanden op de smartphone via het audiosysteem in de auto afspelen.Het profiel Bluetooth moet zijn geactiveerd.Stel eerst het volume van het draagbare apparaat af (hoog geluidsniveau).Stel vervolgens het volume van het audiosysteem af.Als de weergave niet automatisch begint, kan het zijn dat u de audioweergave moet starten via de smartphone.Bediening verloopt via het draagbare apparaat of via de aanraaktoetsen van het systeem.
NOTIC E
Als de streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een mediabron beschouwd.
Aansluiten van een
Apple®-speler
Sluit de Apple®-speler met een geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via het audiosysteem van de auto.
NOTIC E
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten/albums/genres/afspeellijsten/audioboeken/podcasts).De standaardindeling is de indeling per artiest. Ga om de indeling te wijzigen terug naar het
eerste niveau van het menu, selecteer de gewenste indeling (bijvoorbeeld afspeellijsten) en bevestig om in het menu naar het gewenste nummer te scrollen.
De softwareversie van het audiosysteem kan incompatibel zijn met de generatie van de Apple®-speler.
Informatie en tips
Het systeem is geschikt voor USB-geheugens, BlackBerry®-apparaten en spelers van Apple® die op de USB-aansluiting kunnen worden aangesloten. De adapterkabel is niet meegeleverd.Het apparaatbeheer vindt plaats met de bedieningsorganen van het audiosysteem.Andere randapparatuur, die bij het aansluiten niet door het systeem wordt herkend, moet met een kabel (niet meegeleverd) op de AUX-aansluiting worden aangesloten of via Bluetooth-streaming worden gekoppeld (indien compatibel).Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden af met de extensie “.wma”, “.aac”, “.flac”, “.ogg”
253
TOYOTA Connect Nav
12
- de diensten zijn mogelijk niet geselecteerd in het menu van het systeem,- de onlinediensten zijn niet actief (“TOMTOM TRAFFIC” wordt niet weergegeven op de kaart).De POI's worden niet aangegeven.De POI's zijn niet geselecteerd.► Stel de schaal van de kaart in op 200 m of selecteer POI's in de lijst met POI's.Het geluidssignaal voor de “Gevarenzones” functioneert niet.Het geluidssignaal is niet geactiveerd of het volume is te laag.► Activeer het geluidssignaal in het menu “Navigatie” en controleer het stemvolume in de geluidsinstellingen.Het systeem stelt bij incidenten op de route geen alternatieve routes voor.Er wordt geen rekening gehouden met de actuele verkeersinformatie.► Configureer de functie “Verkeersinformatie” in het overzicht met criteria (Zonder, Handmatig of Automatisch).Ik word gewaarschuwd voor een “Gevarenzone”
die niet op mijn route ligt.Het navigatiesysteem meldt alle “Gevarenzones” die zich in een bepaalde kegelvormige zone voor de auto bevinden. Hierdoor worden ook “Gevarenzones” gesignaleerd die zich op nabij gelegen wegen of op parallelle wegen bevinden.► Zoom in op de kaart om de exacte positie van de “Gevarenzone” te bepalen. Selecteer “Op de route” om geen waarschuwingen voor wegen
buiten de route meer te ontvangen of om de duur van de meldingen te verkorten.Sommige files op de route worden niet direct gemeld.Bij het opstarten heeft het systeem enkele minuten nodig om de verkeersinformatie te ontvangen.► Wacht tot de verkeersinformatie goed wordt ontvangen (weergave van de iconen van de verkeersinformatie op de kaart).In bepaalde landen is alleen voor de hoofdwegen (autosnelwegen enz.) verkeersinformatie beschikbaar.Dit is volkomen normaal. Het systeem is afhankelijk van de beschikbare verkeersinformatie.De hoogte wordt niet weergegeven.Bij het opstarten kan de initialisatie van het GPS tot 3 minuten duren voordat er meer dan 4 satellieten correct worden ontvangen.► Wacht tot het systeem volledig is opgestart zodat het signaal van ten minste 4 satellieten wordt ontvangen.De kwaliteit van de GPS-ontvangst kan worden beïnvloed door de omgeving (tunnel enz.) en het
weer.Dit is normaal. De werking van het systeem is afhankelijk van de ontvangst van het GPS-signaal.Het navigatiesysteem is niet meer met het internet verbonden.Tijdens het opstarten en in bepaalde gebieden kan de verbinding niet beschikbaar zijn.► Controleer of de onlinediensten zijn geactiveerd (instellingen, contract).
Radio
De ontvangstkwaliteit van de geselecteerde radiozender neemt geleidelijk af of de voorkeuzezenders werken niet (geen geluid, 87,5 MHz wordt weergegeven, enz.).De auto is te ver verwijderd van het zendstation van de radiozender of er is geen zendstation in het geografische gebied.► Activeer de functie “RDS” via het snelmenu om het systeem te laten controleren of er een sterker zendstation in het gebied aanwezig is.De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat of parkeergarage).► Laat de antenne controleren door een dealer.Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de RDS-functie is ingeschakeld.Dit is een normaal verschijnsel en duidt niet op een storing in het audiosysteem.Ik kan sommige zenders uit de zenderlijst niet ontvangen.
De naam van de zender verandert.De zender wordt niet meer ontvangen of de naam van de zender in de lijst is veranderd.Sommige zenders sturen in plaats van hun naam andere informatie mee (bijv. titel van het afgespeelde nummer).Het systeem interpreteert deze informatie als de naam van de zender.► Druk op de toets “Lijst updaten” in het secundaire menu “Zenderlijst”.
255
TOYOTA Connect Nav
12
Na het instellen van de geluidsverdeling worden de instellingen van de balans gedeselecteerd.Elke instelling van de geluidsverdeling is gekoppeld aan een bepaalde instelling van de balans en andersom.► Wijzig de instelling van de balans of de geluidsverdeling om de gewenste geluidskwaliteit te verkrijgen.Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de verschillende audiobronnen.Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen de geluidsinstellingen voor de verschillende audiobronnen afzonderlijk worden aangepast. Dit leidt ertoe dat bij het veranderen van de audiobron verschillen hoorbaar kunnen zijn.► Controleer of de geluidsinstellingen zijn aangepast aan de audiobronnen waarnaar wordt geluisterd. Wij adviseren de geluidsinstellingen (Bass:, Treble:, Balans) in de middelste stand te zetten, de geluidssfeer “Geen” te selecteren en de functie Loudness in de stand “Actief” te zetten bij gebruik van de USB-aansluiting en in de stand “Inactief” te zetten bij gebruik van de radio.
► Pas altijd na het instellen van het geluid eerst het volume aan op het draagbare apparaat (hoog niveau). Pas vervolgens het geluidsvolume aan op het audiosysteem.Wanneer de motor is uitgezet, wordt het systeem na enkele minuten uitgeschakeld.Als de motor is uitgezet, werkt het systeem zolang de ladingstoestand van de accu dat toestaat.Het uitschakelen is normaal: het systeem schakelt
automatisch over naar de spaarstand en wordt
uitgeschakeld zodat de laadtoestand van de accu voldoende blijft.► Start de motor om de accu bij te laden.Ik kan de datum en tijd niet instellen.De datum en tijd kunnen alleen worden ingesteld als de synchronisatie met de satellieten is uitgeschakeld.► Menu Instellingen / Opties / Instellen datum en tijd. Selecteer het tabblad “Tijd” en schakel de “GPS-synchronisatie” uit (UTC).
256
12V-accu 163–164, 185–186
A
Aanhanger 84, 155Aanhangergewichten 196–198Aansluiten MirrorLink 220–221, 241Aansluiting 12 V 50–51Aansluiting 220 V 52ABS 82Accessoires 79, 105Accu 158, 185, 187–188Accu laden 186–187Achterbank 49Achterdeuren 30–31Achterklep 30, 33Achterlichten 181Achterportierruiten 42Achterruitverwarming 46, 65Achteruitrijcamera 121, 147Achteruitrijlicht 181
Actief dodehoekbewakingssysteem 144Actieradius AdBlue 163Active Safety Brake 135–137Adaptieve cruise control met Stop-functie 124–125Adaptieve snelheidsregelaar 131AdBlue® 165AdBlue® bijvullen 167AdBlue®-reservoir 167Advanced Grip Control 85–86
Afmetingen 191Afstandsbediening 24–28, 30–31, 101Afstellen van de koplamphoogte 74Afzetten van de motor 102, 104Airbags 89–92, 94Airbags vóór 90, 92, 95Airconditioning 60, 63Airconditioning (handbediend) 61, 64Airconditioning met gescheiden regeling 64Alarmknipperlichten 82Alarmsysteem 39–41Algemeen menu 202Allesdragers 159Android Auto verbinding 241Antiblokkeersysteem (ABS) 82–83Antidiefstalsysteem/Startblokkering 26Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling 83, 85–86Apple®-speler 207, 219, 246Apple CarPlay verbinding 221, 241Apps 242Armleuning 44
Armleuning vóór 50Automatische airconditioning met gescheiden regeling 62Automatische ruitenwissers 75, 77–78Automatische transmissie ~ Versnellingsbak, automatische 105, 11 0–11 6, 164Automatisch inschakelen verlichting 71–73Automatisch noodremsysteem 135–137AUX-aansluiting 206
B
Banden 165, 199Banden oppompen 165, 199Bandenreparatieset 170Bandenspanning 165, 173, 177, 199Bandenspanningscontrole (met set) 171, 173Bandenspanning te laag (detectie) 11 7Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening, batterij 33, 68Batterij afstandsbediening vervangen ~ Afstandsbediening, batterij vervangen 33Bediening autoradio aan stuurkolom ~ Autoradio, bedieningen aan stuurkolom 201, 214, 229Bekerhouder 50Beladen 54, 159Benzinemotor 160, 197Bijvullen AdBlue® 163, 167Binnenspiegel 47Bluetooth (handsfree set) 208, 222–223, 247–248Bluetooth (telefoon) 222–223, 247–248
Bluetooth-telefoon met spraakherkenning 2 11Bluetooth-verbinding 208, 222–223, 242–243, 247–248Boordcomputer 21–22Boordgereedschap 170–171Brandstof 7, 152Brandstofadditief 163–164Brandstofniveaumeter 152–153Brandstoftank 152, 152–154, 154Brandstof tanken 152–154
257
Alfabetische index
Brandstoftank leeg (diesel) 170Brandstofverbruik 7Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop 152–153Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep 152–154Buitenlandse reizen 71Buitenspiegels 46–47, 65, 142
C
Carrosserie 169Carrosserie-onderhoud 169CD 206, 219CD MP3 206, 219CD-/MP3 -speler 206Centrale vergrendeling 25, 30Claxon 82Connectiviteit 240Contact 104–105, 249Contact aangezet 105Controlelampjes 11Controles 160–161, 163–164
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) - Digitale radio 203–204, 218, 245Dakklep 38Dashboardkastje 50Datum (instellen) 225, 251Datum instellen 225, 251Detectie obstakels 145Detectie te lage bandenspanning ~ Bandenspanning, detectie 11 7–11 8, 173Dieselmotor 152, 161, 170, 198Digitale radio - DAB (Digital Audio Broadcasting) 203, 218, 245Dimlicht 70, 178–179Dodehoekbewaking 142, 144Draadloze lader 52Dynamische noodrem 107–109
E
Eco-mode ~ Eco-modus 158Eco-rijden (adviezen) 7Electronic Stability Program (ESC) 83, 85–86Elektrisch bedienbare schuifdeur 30, 37Elektrisch bediende handrem ~ Handrem, elektrisch bediend 106–109, 164Elektrische ruitbediening 41Elektronische remdrukregelaar (REF) 82Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic Brake Force Distribution (EBD) 82–83
Elektronische sleutel 24–25, 105Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische 101Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP) 82–86ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma) 82Etiketten 4Extra verwarming 39, 66–67
F
Flacon AdBlue® 166–167Flessenhouder 50Follow me home-verlichting 25Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-verlichting 72–73Frequentie (radio) 244–245Functie snelweg (richtingaanwijzers) 71
G
Gekoppeld navigatiesysteem 237–240Gereedschap 170Gesproken commando''''s ~ Spraakcommando''''s 231–234Gewichten 196–198GPS 237Grootlicht 70, 178, 180Grootlichtassistent 73–74, 142
259
Alfabetische index
Mistlampen 180Mistlampen vóór 70, 178Monteren allesdragers ~ Allesdragers monteren 159Motoren 196–198Motorkap 159–160Motorkapsteun 160Motorolie 161MP3 (CD) 206Multiflex bank ~ Cabine Extenso 55Multifunctioneel display (met autoradio) 202
N
Navigatiesysteem 235–237Neerklappen stoelen achter 49–50Niveau AdBlue® 163Niveau brandstofadditief diesel ~ Brandstofaddititiefniveau 163–164Niveau koelvloeistof ~ Koelvloeistofniveau 16, 162
Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau 162Niveau ruitensproeiervloeistof ~ Ruitensproeiervloeistofniveau 75, 163Niveaus controleren 161–163Niveaus en controles 160–163Noodbediening achterklep 33Noodbediening portieren 24, 31–32Noodoproep ~ Urgence-oproep 79–81Noodprocedure starten 185
Noodremassistentie ~ Brake Assist System (BAS) 83, 137Noodremassistentie (AFU) ~ Brake Assist System (BAS) 83
O
Oliefilter 164Oliefilter (vervangen) 164Olieniveau 161Oliepeilstok 161Olieverbruik 161Onder de motorkap ~ Motorruimte 160–161Onderhoud (adviezen) 168Onderhoudsadviezen 168Onderhoudscontroles 16, 163Onderhoudsindicator ~ Onderhoudsintervalindicator 16Ontdooien 47, 64Ontgrendelen 24, 27–29Ontgrendelen van binnenuit ~ Interieur
ontgrendelen 34–35Ontluchten brandstofsysteem ~ Brandstofsysteem ontluchten 170Ontwasemen 64Ontwasemen achter ~ Achterruitverwarming 46, 65Opbergvak boven voorruit 51Opbergvakken 51Openen bagageruimte ~ Bagageruimte openen 24
Openen motorkap ~ Motorkap, openen 159–160Openen portieren ~ Portieren openen 24Opschakelindicator 11 5Overzicht zekeringen ~ Zekeringentabel 182–184
P
Parkeerhulp achter 146Parkeerhulp achter met grafische weergave en geluidssignalen 145Parkeerhulpsystemen (algemene adviezen) 120Parkeerhulp vóór 146Parkeerhulp zijkant 147Parkeerlichten 70, 72, 178–179Plafonnier 68–69Plafonnier achter 69Plafonniers 69Plafonnier voor 69Portieren sluiten 25, 30Profielen 224, 251
Programmeerbare snelheidsregelaar 128Programmeerbare verwarming 39, 66–67Pyrotechnische gordelspanners 88
R
Radar (waarschuwingen) 120Radio 202–203, 217, 219, 244Radiozender 202, 217, 244–245