82
wissen, of om de verwerking te beperken van persoonsgegevens die niet conform de bepalingen van Verordening 2016/679 (AVG) zijn verwerkt. Derden aan wie gegevens zijn doorgegeven moeten worden ingelicht over de rectificatie of het wissen van de gegevens, of over de beperking van de verwerking van de gegevens conform de eerder genoemde verordening, behalve als dit onmogelijk zou zijn of een disproportionele inspanning zou vereisen. U hebt ook het recht een klacht in te dienen bij de relevante autoriteit voor gegevensbescherming.
Alarmknipperlichten
► Als u op de rode toets drukt, gaan alle richtingaanwijzers tegelijkertijd knipperen.De alarmknipperlichten werken ook als het contact UIT is.
Automatisch inschakelen van
de alarmknipperlichten
Bij een noodstop, afhankelijk van de mate van remvertraging, worden de alarmknipperlichten automatisch ingeschakeld. Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de alarmknipperlichten uit.U kunt de alarmknipperlichten echter ook uitschakelen door op de toets te drukken.
Claxon
► Druk op het middelste deel van het stuurwiel.
Elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP)
Het elektronisch stabiliteitsprogramma omvat de volgende systemen:
– Antiblokkeersysteem (ABS) en elektronische remkrachtverdeling (EBFD).– Emergency Braking Assistance (EBA).– Antispinregeling (ASR).– Dynamic Stability Control (DSC).– Trailer Stability Assist (TSA).
Antiblokkeersysteem
(ABS) en elektronische
remkrachtverdeling (EBFD)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid van uw auto en voor een betere controle in bochten, vooral op een slecht of glad wegdek.Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen in het geval van een noodstop.De EBFD regelt de remdruk voor elk wiel afzonderlijk.Dit waarschuwingslampje gaat branden bij een storing in het ABS.De normale remwerking blijft behouden. Rijd voorzichtig en matig uw snelheid.
Neem zo snel mogelijk contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.Als dit waarschuwingslampje samen met de waarschuwingslampjes STOP en ABS gaat branden, in combinatie met een melding en een geluidssignaal, duidt dit op een storing in de EBFD.Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
84
Storing
In het geval van een storing in het systeem wordt u gewaarschuwd door het branden van dit waarschuwingslampje, in combinatie met de weergave van een melding en een geluidssignaal.Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats om de systemen te laten controleren.
WARNI NG
ASR/DSCDeze systemen zorgen voor meer veiligheid tijdens het rijden. De bestuurder mag zich echter nooit laten verleiden tot het nemen van meer risico's of te hard rijden.In situaties die tot gladheid kunnen leiden (regen, sneeuw, ijzel), wordt de kans dat de wielen hun grip verliezen groter. Het is voor uw veiligheid dus van het grootste belang dat de systemen altijd ingeschakeld zijn, zeker als de omstandigheden gevaarlijker worden.De goede werking van deze systemen is
afhankelijk van de naleving van de voorschriften van de fabrikant met betrekking tot de wielen (banden en velgen), onderdelen van het remsysteem en elektronische onderdelen, en van de montage- en reparatieprocedures die door de TOYOTA-dealers worden toegepast.Voor een maximale effectiviteit van deze systemen onder winterse omstandigheden adviseren wij u winterbanden te gebruiken. Zorg
er dan voor dat alle vier de wielen zijn voorzien
van hetzelfde type winterband dat voor uw auto is goedgekeurd.
Trailer Stability Assist (TSA)
Bij het trekken van een aanhangwagen vermindert dit systeem de kans op slingeren van de auto en de aanhangwagen.
Werking
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld als het contact AAN wordt gezet.Het elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP) moet storingsvrij zijn.Zodra dit systeem, dat werkt tussen 60 km/h en 160 km/h, signaleert dat de aanhangwagen begint te slingeren, grijpt het in op de remmen om de aanhangwagen te stabiliseren, waarbij het systeem indien nodig het motorvermogen vermindert om de auto te vertragen.De ingreep wordt gesignaleerd door het knipperen van dit waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel en het branden van de
remlichten.Raadpleeg voor de gewichten en aanhangwagengewichten het hoofdstuk motorspecificaties en aanhangwagengewichten of het kentekenbewijs van uw auto.Raadpleeg het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over veilig gebruik van de trekhaak.
Storing
In het geval van een storing in het systeem gaat dit waarschuwingslampje branden op het instrumentenpaneel, in combinatie met een melding en een geluidssignaal.Wanneer u in dat geval verder rijdt met de aanhangwagen, verminder dan uw snelheid en rijd voorzichtig!Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats om het systeem te laten controleren.
WARNI NG
De Trailer Stability Assist vergroot de veiligheid onder normale rijomstandigheden, mits de adviezen met betrekking tot het rijden met een aanhangwagen in acht worden genomen. Het systeem mag de bestuurder niet verleiden tot het nemen van extra risico's bij het trekken van een aanhangwagen (overbelading, onjuiste kogeldruk, versleten banden of een te lage bandenspanning, versleten remmen, enz.) of het rijden met een te hoge snelheid.In bepaalde gevallen signaleert het systeem het slingeren mogelijk niet, met name bij het trekken van een lichte aanhangwagen.Bij het rijden op een glad of slecht wegdek kan het systeem mogelijk niet voorkomen dat de aanhangwagen plotseling gaat slingeren.
261
Alfabetische index
T
Tankbeveiliging 154Technische gegevens 197–198Te laag brandstofniveau ~ Brandstofniveau 152–153Telefoon 52, 208, 210, 222–224, 247–250Teller 122Temperatuurregeling 62Tijdelijke bandenspanning (met set) ~ Banden, noodreparatie 171, 173Tijd instellen 225, 252TMC (verkeersinformatie) 237Toegang tot het reservewiel 174Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer (bediening) 62Trailer Stability Management (TSM) 84Trekhaak 84, 155–156, 156Tweepersoons voorbank 47, 49, 88Tweezitsbank vóór 47–49
U
Uitgebreide verkeersbordherkenning 125–126Uitneembaar luik 55–56Uitschakelen airbag passagier ~ Passagiersairbag uitschakelen 90, 94–95Uitschakelen ASR/CDS (ESC) 83USB 205, 219, 240, 245USB-aansluiting 51, 205, 219, 240, 245USB-poort 205, 219, 245
V
Veiligheidsgordels 87–88, 96Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen 90, 92–95, 97Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~ Kinderen (veiligheidsvoorzieningen) 90, 92–95, 97Ventilatie 60–61, 66–67Ventilatieroosters 60Verbonden apps 242Vergrendelen 24, 26, 29–30Vergrendeling van binnenuit 34–35Verkeersinformatie (TA) 203Verkeersinformatie (TMC) 237Verklikkerlampjes 70Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes 11Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes 11Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder niet vastgemaakt ~ Gordellampje 88Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~ Gordel (lampje) 88Verlichting 70
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting 72, 178–179Verversen 161Vervuiling van het roetfilter (diesel) 164Verwarming 60–61, 64, 66–67Video 246Volledig ontgrendeld 26–28Voorruitverwarming 64–65Voorstoelen 43–45, 47–49
W
Waarschuwing kans op aanrijding 135–136Waarschuwing oplettendheid bestuurder 144–145Waarschuwingssignaal sleutel in contact 104Waarschuwing vergeten verlichting 71Wassen 121Wassen (adviezen) 168–169Webbrowser 238, 242Wiel demonteren 175–177Wiel monteren 175–177Wiel verwisselen 171, 174WiFi-netwerkverbinding 243Window-airbags 91–92
Z
Zekeringen 182–184Zekeringen vervangen 182–184Zekeringkast dashboard 183
Zekeringkast motorruimte 183–184Zij-airbags 91–92Zijknipperlicht 179Zonnesensor 60Zuinig rijden 7