6737-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE)
7
Bij problemen
■Detectiesensor voorpassagier, controlela mpje veiligheidsgordel en waarschu-
wingszoemer
● Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de detectiesensor het con-
trolelampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer laten klinken, ook al zit er
niemand op de passagiersstoel.
● Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht niet goed,
waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
■ Waarschuwingslampje (waa rschuwingszoemer) elektrische stuurbekrachtiging
Als de spanning van de 12V-accu laag is of tijdelijk daalt, kan het waarschuwings-
lampje van de elektrische stuurbekrachtiging gaan branden en kan er een waarschu-
wingszoemer klinken.
■ Als het motorcontrolelampje tijd ens het rijden gaat branden
Bij sommige uitvoeringen gaat het motorcontrolelampje branden als de brandstoftank
geheel leeg gereden is. Vul de brandstoftank onmiddellijk als deze leeg is. Het motor-
controlelampje gaat na enkele ritten weer uit.
Neem zo snel mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwal ificeerde en uitgeruste deskundige als het
motorcontrolelampje niet uitgaat.
■ Als het waarschuwingslampje lage banden spanning gaat branden (indien aanwe-
zig)
Controleer het uiterlijk van de band om na te gaan of de band niet lek is.
Als de band lek is: → Blz. 685, 705
Als de band niet lek is:
Gebruik de volgende procedure wanneer de banden voldoende zijn afgekoeld.
● Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
● Als het waarschuwingslampje zelfs na enkele minuten niet uitgaat, controleer dan of
de bandenspanning in orde is en voer de initialisatie uit. ( →Blz. 609)
Het waarschuwingslampje kan weer gaan branden wanneer bovenstaande handelin-
gen zijn uitgevoerd zonder eerst de banden voldoende te laten afkoelen.
■ Het waarschuwingslampje la ge bandenspanning gaat mogelijk branden door een
natuurlijke oorzaak (indien aanwezig)
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden door een
natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsverlies dat op den duur
optreedt of een veranderde bandenspanning di e veroorzaakt wordt door temperatuur-
veranderingen. In dat geval zal het waarschuwingslampje na een paar minuten uit-
gaan als de banden weer op de juiste spanning gebracht zijn.
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE).book Page 673 Monday, February 3, 2020 9:55 AM
6747-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE)■
Als een wiel wordt vervangen door het reservewiel (auto's met bandenspan-
ningswaarschu wingssysteem)
Auto's met compact reservewiel: Het compacte reservewiel is niet voorzien van een
bandenspanningssensor en -zender. Bij een lekke band zal het waarschuwingslampje
lage bandenspanning niet uitgaan, ook al is het wiel met de lekke band vervangen
door het reservewiel. Vervang het reservewiel door het wiel met de gerepareerde band
en breng de band op de juiste spanning. Het waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning zal na een paar minuten uitgaan.
Auto's met volwaardig reservewiel: Ook het volwaardige reservewiel is voorzien van
een bandenspanningssensor en -zender. Als de bandenspanning van het reservewiel
te laag is, zal het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaan branden. Bij een
lekke band zal het waarschuwingslampje lage bandenspanning niet uitgaan, ook al is
het wiel met de lekke band vervangen door het reservewiel. Vervang het reservewiel
door het wiel met de gerepareerde band en breng de band op de juiste spanning. Het
waarschuwingslampje lage bandenspanning zal na een paar minuten uitgaan.
■ Omstandigheden waaronder het ba ndenspanningswaarschuwingssysteem
mogelijk niet juist werkt (indien aanwezig)
→ Blz. 611
■ Als het waarschuwingslampje lage band enspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd (indien aanwezig)
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden nadat
het gedurende 1 minuut geknipperd heeft wanneer het contact AAN wordt gezet, laat
het systeem dan controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Waarschuwingszoemer
In sommige gevallen is de zoemer niet hoorbaar door omgevingsgeluiden of geluid
van het audiosysteem.
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE).book Page 674 Monday, February 3, 2020 9:55 AM
6997-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE)
7
Bij problemen
■Als de band te hard wordt opgepompt
Neem de slang los van het ventiel.
Neem de slang los van het ventiel, verwijder het dopje van de slang en sluit dan de
slang weer aan.
Zet de compressor aan, wacht enkele seconden en zet de compressor weer uit.
Controleer of de bandenspanningsmeter de voorgeschreven spanning aangeeft.
(→ Blz. 751)
Zet de compressor weer aan als de spanning onder de voorgeschreven waarde ligt
en vul de band tot de juiste spanning is bereikt.
■ Het ventiel van een gerepareerde band
Nadat de band met de bandenreparatieset is gerepareerd, moet het ventiel bij een
definitieve reparatie worden vervangen.
■ Nadat een band is gerepareerd met de bandenreparatieset (auto's met banden-
spanningswaarschuwingssysteem)
● Vervang de bandenspanningssensor en -zender.
● Zelfs als de bandenspanning op het voorgeschreven niveau ligt, gaat mogelijk het
waarschuwingslampje lage bandenspanning branden/knipperen.
■ Aanwijzing voor het controleren van de bandenreparatieset
Controleer regelmatig de uiterste houdbaarheidsdatum van de bandenreparatievloei-
stof.
De uiterste houdbaarheidsdatum staat vermeld op de fles. Gebruik de bandenrepara-
tievloeistof niet wanneer de uiterste houdbaarheidsdatum is verstreken. Anders wor-
den reparaties met de bandenreparatieset mogelijk niet goed uitgevoerd.Plaats het dopje op het uiteinde van de
slang en duw het uitstekende gedeelte van
het dopje in het ventiel van de band om wat
lucht te laten ontsnappen.
1
2
3
4
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE).book Page 699
Monday, February 3, 2020 9:55 AM
7047-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE)
OPMERKING
■Voorkomen van schade aan de bandenspa nningssensoren en -zenders (auto's
met bandenspanningsw aarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer bandenreparatievloeistof
is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vervang na het gebruik van bandenreparatievloeistof de bandenspanningssensor en
-zender wanneer de band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 608)
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE).book Page 704 Monday, February 3, 2020 9:55 AM
7167-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE)
■Het compacte reservewiel (indien aanwezig)
●Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aanduiding TEM-
PORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
● Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel. ( →Blz. 751)
■ Bij gebruik van het compacte reservewiel (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor en -zen-
der, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wordt aangegeven door het
bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u het compacte reservewiel
monteert nadat het waarschuwingslampje voor een lage bandenspanning is gaan
branden, dit lampje blijven branden.
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd dan wanneer
er gereden wordt met de standaardbanden.
■ Als uw auto een lekke voorba nd krijgt op een weg die bedekt is met sneeuw of ijs
(auto's met een compact reservewiel)
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte reservewiel. Voer
onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voorwielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reservewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achterzijde afkom-
stig is.
Monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.
■ Kriksteunpunt
■ Opbergen van de krik Het merkteken dat het kriksteunpunt aangeeft,
is aan de onderzijde van de auto ingeslagen.
Plaats de krik in dezelfde richting als het merk-
teken naast het opbergvak.
1
2
3
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE).book Page 716 Monday, February 3, 2020 9:55 AM
7187-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE)
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte rese rvewiel (indien aanwezig)
● Houd er rekening mee dat het compacte reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een andere
auto.
● Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onder uw auto.
● Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een standaardband.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en schakel-
handelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
■ Gebruik van het compacte rese rvewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
Bovendien kan het onderstaande systeem niet volledig worden gebruikt, maar wor-
den mogelijk ook de onderdelen van de aandrijflijn negatief beïnvloed:
• E-Four (elektrische vierwielaandrijving)
*
*
: Indien aanwezig
■ Snelheidsbeperking bij gebruik van he t compacte reservewiel (indien aanwe-
zig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een ongeval en ernstig
letsel.
■ Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het geree dschap en de krik weer goed zijn opgeborgen
en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorwerpen bij een aanrijding
of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
•EPS
• AHB (Automatic High Beam)
*• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
• LDA (Lane Departure Alert met stuur-
regeling)
*• Dynamic Radar Cruise Control*
• Dynamic Radar Cruise Control metvolledig snelheidsbereik
*
• Cruise control*
• BSM (Blind Spot Monitor)*• Toyota Parking Assist-sensor*
• Parking Support Brake-functie*
• Simple Intelligent Parking Assist-sys-teem*
• Toyota Parking Assist Monitor*
• Navigatiesysteem*• Panoramic View Monitor*
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE).book Page 718 Monday, February 3, 2020 9:55 AM
7197-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE)
7
Bij problemen
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over one ffenheden in het wegdek heen als het compacte reser-
vewiel onder de auto gemonteerd is. (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorzichtig bij het rijden over
slechte wegen.
■ Rijden met sneeuwkettingen en het co mpacte reservewiel (indien aanwezig)
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedrag in negatieve zin
beïnvloeden.
■ Bij het vervangen van banden (auto' s met bandenspanningswaarschuwings-
systeem)
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspanningssen-
soren en -zenders contact op met een erke nde Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige, omdat de
bandenspanningssensoren en -zenders beschadigd kunnen raken als er niet voor-
zichtig mee wordt omgegaan.
■ Omgaan met de decoratieve kunststo fdelen (auto's met 17 inch wielen)
→ Blz. 578
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE).book Page 719 Monday, February 3, 2020 9:55 AM
7578-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE)
8
Voertuigspecificaties
■Wijzigen met behulp van het navigatie-/multimediasysteem
Druk op de toets SETUP.
Selecteer “Vehicle” (voertuig) op het scherm “Setup” (instellen) en
selecteer “Vehicle customization” (aanpassen voertuig aan persoonlijke
voorkeur).
Er kunnen verschillende instellingen worden gewijzigd. Raadpleeg het
overzicht met instellingen die kunnen worden gewijzigd voor meer informa-
tie.
Instellingen die u met behulp van het multi-informatiedisplay kunt wijzigen
Instellingen die u met behulp van het navigatie-/multimediasysteem kunt
wijzigen
Instellingen die door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kun-
nen worden gewijzigd
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, – = niet beschikbaar
■Instrumentenpaneel ( →Blz. 108)
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
1
2
1
2
3
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Sensorgevoeligheid voor vermin-
dering van de helderheid van het
instrumentenpaneel afhankelijk
van de lichtsterkte buiten
Standaard-2 - 2––O
Sensorgevoeligheid voor terug-
zetten van de helderheid van het
instrumentenpaneel op het oor-
spronkelijke niveau afhankelijk
van de lichtsterkte buiten
Standaard-2 - 2––O
123
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE).book Page 757 Monday, February 3, 2020 9:55 AM