4814-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE)●
Invloeden veroorzaakt door andere geluidsgolven
• Er bevindt zich een bron van ultrasoongolven in de buurt, zoals een claxon of een
Parking Assist-sensor van een ander voertuig, een voertuigsignaleringssysteem,
de motor van een motorfiets of de luchtremmen van een groot voertuig
• Elektronische onderdelen (zoals een kentekenplaat met achtergrondverlichting (met name fluorescerende), mistlampen, een spatbordantenne of een draadloze
antenne) zijn in de buurt van de sensoren geplaatst
● Veranderingen in de auto
• Wanneer gereden wordt terwijl de selectiehendel in stand N staat
• De auto staat erg schuin
• De hoogte van de auto is drastisch veranderd als gevolg van belading (de voor-
zijde wijst omhoog of omlaag)
• De richting van de sensor wijkt af als gevolg van een aanrijding o.i.d.
■ Parking Support Brake-functie terwijl het Simple Intelligent Parking Assist-sys-
teem in werking is
→Blz. 486
■ Bij het verwijderen en plaatsen van de 12V-accu
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Het systeem kan worden geïnitialiseerd door gedurende ten minste 5 seconden recht
vooruit te rijden met een snelheid van ongeveer 35 km/h of hoger.
■ Wanneer “PKSB Unavailable” (PKSB niet beschikbaar) op het multi-informatie-
display wordt weergegeven en het controlelampje PKSB OFF knippert
● Er zit mogelijk ijs, sneeuw, vuil, o.i.d. op de sensor. Als dit gebeurt, verwijder dan het
ijs, de sneeuw, het vuil, e.d. van de sensor om te zorgen dat het systeem weer nor-
maal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk een waarschuwingsmelding weergege-
ven doordat zich ijs vormt op de sensor en de sensor daardoor mogelijk geen obsta-
kels signaleert. Zodra het ijs smelt, zal het systeem weer normaal werken.
● Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als deze melding ook
na het verwijderen van het vuil van de sensor wordt weergegeven of wordt weerge-
geven wanneer de sensor helemaal niet vuil was.
● Mogelijk is het systeem na het verwijderen en plaatsen van de 12V-accu niet geïniti-
aliseerd. Voer de initialisatie van het systeem uit.
■ Wanneer “PKSB Malfunction Visit Your Deal er” (storing in de PKSB, ga naar uw
dealer) op het multi-info rmatiedisplay wordt weerge geven, het controlelampje
PKSB OFF knippert en de zoemer klinkt
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een an dere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE).book Page 481 Monday, February 3, 2020 9:55 AM
4824-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE)
WAARSCHUWING
■Voor een veilig gebruik
Vertrouw niet uitsluitend op het systeem. Wanneer u uitsluitend op het systeem ver-
trouwt, kan dat resulteren in een ongeval.
● Voor veilig rijden is alleen de bestuurder verantwoordelijk. Let goed op de omge-
ving om te zorgen dat u veilig rijdt. De Parking Support Brake-functie kan helpen
om de ernst van een aanrijding te verminderen. Afhankelijk van de situatie werkt
het systeem mogelijk niet.
● De Parking Support Brake-functie is niet ontworpen om de auto volledig tot stil-
stand te brengen. Bovendien, zelfs wanneer de Parking Support Brake-functie de
auto tot stilstand kan brengen, wordt de remregeling na ongeveer 2 seconden uit-
geschakeld. Trap dus direct het rempedaal in.
■ Zorgen dat het systeem goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de sensoren in acht
(→ Blz. 473). Wanneer u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, werken de
sensoren mogelijk niet goed, waardoor een ongeval kan ontstaan.
● Breng geen modificaties aan en voer geen werkzaamheden uit als demonteren of
lakken
● Gebruik voor vervanging alleen originele onderdelen
● Stel het gebied rondom de sensoren niet bloot aan krachtige schokken
● Beschadig de sensoren niet en houd ze altijd schoon
■ Omgaan met de wielophanging
Breng geen wijzigingen aan de wielophanging aan, aangezien veranderingen in de
wagenhoogte of de hellingshoek van de auto ervoor kunnen zorgen dat de sensoren
obstakels niet juist signaleren, het systeem niet werkt of het systeem onnodig werkt.
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE).book Page 482 Monday, February 3, 2020 9:55 AM
4834-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE)
OPMERKING
■Storingen aan de sensoren voorkomen
● Wanneer het gebied rondom de sensor wordt blootgesteld aan een krachtige
schok, werkt de apparatuur mogelijk niet goed meer als gevolg van een storing in
de sensor. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Spuit bij het wassen van de auto met een hogedrukreiniger niet rechtstreeks op de
sensoren. De sensoren werken mogelijk niet goed als gevolg van blootstelling aan
een sterke waterdruk.
● Richt bij het wassen van de auto met stoom de stoom niet rechtstreeks op de sen-
soren. De sensoren werken mogelijk niet goed als gevolg van blootstelling aan
stoom.
■ Onnodige werking voorkomen
Schakel in de volgende gevallen de Parkin g Support Brake-functie uit. Het systeem
werkt mogelijk, zelfs als er geen kans op een aanrijding is.
● Er wordt een rollenbank o.i.d. gebruikt voor een controle, enz.
● De auto wordt op een schip, vrachtwagen of ander transportmiddel geladen
● De wielophanging is verlaagd of de banden hebben een ander formaat dan de oor-
spronkelijk gemonteerde banden
● De hoogte van de auto is drastisch veranderd als gevolg van belading (de voorzijde
wijst omhoog of omlaag)
● Er is een sleepoog gemonteerd
● Bij het wassen van de auto in een wasstraat
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE).book Page 483 Monday, February 3, 2020 9:55 AM
4884-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE)
Het begeleidingsscherm wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay.Indicator mate van assistentie
Geeft een statusbalk weer waarop
wordt aangegeven hoe ver de auto is
verwijderd van zijn stoppositie/wat de
positie is waarbij de ondersteuningsre-
geling eindigt.
Stopweergave
Trap wanneer dit brandt het rempedaal
in en breng de auto direct tot stilstand.
Weergave bediening
Geeft de bedrijfsconditie van het Simple Intelligent Parking Assist-systeem weer.
Adviesweergave
Volg de op het display getoonde aanwijzingen op en voer de aangegeven handelin-
gen uit. In de afbeelding wordt als voorbeeld een display getoond waarop staat
aangegeven dat het rempedaal moet worden ingetrapt om de rijsnelheid te regelen
en dat u moet controleren of de omgeving veilig is.
Icoon S-IPA-schakelaar
Wordt weergegeven wanneer de ondersteuningsmodus kan worden gewijzigd en
het systeem kan worden uit- of in geschakeld met de S-IPA-schakelaar.
Weergave automatische bediening van het stuurwiel
Geeft weer wanneer het stuurwiel automatisch wordt bediend.
Weergave Toyota Parking Assist-sensor/weergave portierpositie (open/
dicht)
→Blz. 460
■ Controlelampje S-IPA in het instrumentenpaneel ( →Blz. 122)
Dit controlelampje gaat branden wanneer het stuurwiel automatisch wordt bediend
door het Simple Intelligent Parking Assist-systeem. Nadat de regeling wordt beëindigd,
knippert het controlelampje korte tijd en dooft het vervolgens.
■ Pop-updisplay Toyota Parking Assist-sensor
Als het Simple Intelligent Parking Assist-systeem in werking is en de Toyota Parking
Assist-sensor een obstakel signaleert, verschijnt automatisch een pop-updisplay van
de Toyota Parking Assist-sensor op het begeleidingsscherm ( →Blz. 460), ongeacht of
de Toyota Parking Assist-sensor is in- of uitgeschakeld. (→ Blz. 459)
Begeleidingsscherm
1
2
3
4
5
6
7
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE).book Page 488 Monday, February 3, 2020 9:55 AM
4954-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE)
Wanneer de auto zich bijna geheel binnen de beoogde parkeerplaats
bevindt, klinkt er een hoog piepsignaal en wordt de stopweergave op
het display weergegeven. Breng de auto tot stilstand.
Hiermee is de modus automatisch fileparkeren voltooid.
●Na het stoppen kunt u naar wens de auto nog manoeuvreren om de
gewenste parkeerplaats te bereiken.
● Houd bij het achteruitrijden de omgeving voor en achter de auto in de
gaten. Controleer de omgeving ook via de (buiten)spiegels.
■Werkingsvoorwaarden modus automatisch fileparkeren
● Rijd langzaam (met een snelheid waarbij de auto snel tot stilstand kan worden
gebracht) om de modus automatisch fileparkeren goed te laten werken. Houd de
auto parallel aan de weg (of stoeprand) terwijl u een afstand van ongeveer 1 m tot de
geparkeerde auto's aanhoudt.
● De functie kan niet worden gebruikt wanneer de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of
hoger is.
● De zijsensoren voor en zijsensoren achter worden gebruikt om geparkeerde auto's te
signaleren en de parkeerplaats te bepalen. Daarom wordt er geen begeleiding gege-
ven wanneer signalering niet mogelijk is ( →Blz. 518).
● Als er geen geparkeerde auto's zijn, kan de parkeerplaats niet worden bepaald.
Daardoor kan de Parallel Parking Assist-modus niet worden bediend.
● Wanneer de omgeving van de parkeerplaats niet kan worden gesignaleerd, werkt de
Parallel Parking Assist-modus mogelijk niet.
● De begeleiding blijft werken totdat de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of hoger wordt of
totdat de functie wordt uitgeschakeld met de S-IPA-schakelaar.
■ Timing voor het indrukken van de S-IPA-schakelaar
In de volgende gevallen werkt de ondersteuningsmodus mogelijk ook tijdens de stap-
pen die worden gevolgd bij het parkeren met behulp van de modus automatisch file-
parkeren. Voer in deze gevallen echter de parkeerprocedures uit overeenkomstig de
informatie op het multi-informatiedisplay.
● In stap wordt de S-IPA-schakelaar ingedrukt nadat de beoogde parkeerplaats al is
gepasseerd.
Als de auto niet is gestopt in stap , kunt u door de S-IPA-schakelaar 1 keer in te
drukken terwijl de auto rijdt, “Parallel Parking” (fileparkeren) selecteren en direct
verdergaan naar stap .
● De auto wordt naar de positie in stap gereden zonder dat de S-IPA-schakelaar
wordt ingedrukt. Vervolgens wordt na het in stand R zetten van de selectiehendel de
S-IPA-schakelaar ingedrukt.
12
1
1
2
3
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE).book Page 495 Monday, February 3, 2020 9:55 AM
5014-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE)
Wanneer de auto bijna het punt
voor wegrijden heeft bereikt,
klinkt er een hoog piepsignaal
en wordt de ondersteuningsre-
geling beëindigd. Pak vervol-
gens het stuurwiel vast en rijd
naar voren.
■Modus parkeerplaats fileparkeren verlaten
●Als tijdens de ondersteuningsregeling de bestuurder bepaalt dat hij/zij zich op een
positie bevindt van waaruit kan worden weggereden en hij/zij het stuurwiel bedient,
wordt de ondersteuningsregeling op die positie gestopt.
● De ondersteuningsregeling kan niet worden gebruikt als er geen auto's geparkeerd
staan vóór de auto of als er te veel ruimte zit tussen de voorzijde van uw auto en de
auto die vóór u geparkeerd staat.
● Bij het gebruik van de modus parkeerplaats fileparkeren verlaten werkt afhankelijk
van de omgeving de ondersteuningsmodus mogelijk niet.
14
OPMERKING
●Het detectiebereik van de sensoren ( →Blz. 464) is beperkt. Controleer of het
gebied rondom uw auto veilig is. Breng, als de kans bestaat dat er iets wordt
geraakt, de auto tot stilstand door het rempedaal in te trappen.
● Mogelijk kunnen objecten die zich dicht bij de grond bevinden niet worden gesigna-
leerd. Controleer of het gebied rondom uw auto veilig is en breng de auto tot stil-
stand door het rempedaal in te trappen als het lijkt alsof de auto mogelijk iets zal
raken.
● Controleer bij het wegrijden of het gebied rondom uw auto veilig is.
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE).book Page 501 Monday, February 3, 2020 9:55 AM
5074-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE)
■Werkingsvoorwaarden modus auto matisch achteruit inparkeren
● Rijd langzaam (met een snelheid waarbij de auto snel tot stilstand kan worden
gebracht) om de functie goed te laten werken.
● Rijd langzaam (met een snelheid waarbij de auto snel tot stilstand kan worden
gebracht) om de functie goed te laten werken. Breng de auto volledig tot stilstand op
het punt waarbij het midden van de parkeerplaats vrijwel haaks op de auto staat en
druk op de S-IPA-schakelaar.
● De functie kan niet worden gebruikt wanneer de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of
hoger is.
● De zijsensoren voor en zijsensoren achter worden gebruikt om geparkeerde auto's te
signaleren en de parkeerplaats te bepalen. Daarom wordt er geen begeleiding gege-
ven wanneer signalering niet mogelijk is ( →Blz. 518).
● Als er geen geparkeerde auto's zijn, kan de parkeerplaats niet worden bepaald.
Daardoor kan de modus automatisch achteruit inparkeren niet worden bediend.
● Wanneer de omgeving van de parkeerplaats niet kan worden gesignaleerd, werkt de
modus automatisch achteruit inparkeren mogelijk niet.
● Als er, afhankelijk van de conditie van de par-
keerplaats, onvoldoende ruimte is vóór de
auto om de parkeerprocedure uit te voeren,
kan de beoogde parkeerplaats mogelijk niet
worden bereikt.
Beoogde parkeerplaats
Muur
1
2
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE).book Page 507 Monday, February 3, 2020 9:55 AM
5084-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE)■
Tips voor het gebruik van de modu s automatisch achteruit inparkeren
● Laat een ruimte van ongeveer 1 m tussen uw
auto en de geparkeerde auto's en rijd richting
de beoogde parkeerplaats. Als de ruimte
tussen uw auto en de geparkeerde auto's te
groot is, kunnen de zijsensoren voor en zij-
sensoren achter de geparkeerde auto's
mogelijk niet signaleren.
● Stop op het punt waarbij het midden van de
beoogde parkeerplaats vrijwel haaks op de
auto staat. Druk bovendien pas op de S-IPA-
schakelaar wanneer de auto volledig tot stil-
stand is gebracht.
OPMERKING
●Als er kuilen of hellingen in de weg zitten, kan de beoogde parkeerplaats niet goed
worden ingesteld. Daardoor wordt de auto mogelijk schuin of deels buiten de par-
keerplaats geparkeerd. Gebruik in deze gevallen de modus automatisch achteruit
inparkeren niet.
● Bij het parkeren in een smalle ruimte komt de auto dicht bij nabij geparkeerde
auto's. Als het lijkt alsof de auto mogelijk iets zal raken, breng de auto dan tot stil-
stand door het rempedaal in te trappen.
● Mogelijk kunnen objecten die zich dicht bij de grond bevinden niet worden gesigna-
leerd. Controleer of het gebied rondom uw auto veilig is en breng de auto tot stil-
stand door het rempedaal in te trappen als het lijkt alsof de auto mogelijk iets zal
raken.
● Afhankelijk van de omgeving, zoals andere geparkeerde auto's, wordt de auto
mogelijk schuin of deels buiten de parkeerplaats geparkeerd. Pas de positie van de
auto indien nodig handmatig aan.
1 m
PRIUS_OM_OM47D94E_(EE).book Page 508 Monday, February 3, 2020 9:55 AM