
3
COROLLA_TMUK_EEINHOUDSOPGAVE
1
6 5
4
3
2
9
8
7
Richtingaanwijzer-
schakelaar ............................ 331
Parkeerrem ............................. 332
Brake Hold-systee m ...............335
4-3. Bedienen van verlichting  en ruitenwissers
Lichtschakelaar....................... 337
Automatic High Beam- systeem ................................ 341
AHS (Adaptive High Beam- systeem) ............................... 343
Schakelaar mistlampen .......... 347
Ruitenwissers en -sproeiers ... 348
Achterruitenwisser en  -sproeier ............................... 351
4-4. Tanken Openen van de tankdop ......... 353
4-5. Gebruik van de  ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense............... 355
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) ............................... 366
LTA (Lane Tracing Assist) ....... 373
LDA (Lane Departure Alert  met stuurregeling) ................ 383
Dynamic Radar Cruise  Control met volledig 
snelheidsbereik .................... 391
Dynamic Radar  Cruise Control ...................... 402
Cruise control ......................... 411
Snelheidsbegrenzer................ 414
RSA (Road Sign Assist) .......... 417
Stop & Start-systeem.............. 421
BSM (Blind Spot Monitor) ....... 429
Toyota Parking Assist-sensor . 445
RCTA (Rear Crossing Traffic  Alert)..................................... 453
PKSB (Parking Support  Brake)................................... 458
Parking Support Brake-functie  (voor stilstaande objecten) ... 464
Parking Support Brake-functie  (voor voertuigen die 
achterlangs rijden)................ 470S-IPA (Simple Intelligent 
Parking Assist-systeem) ....... 474
Rijmodusselectie- schakelaar ............................ 500
Uitlaatgasfiltersysteem............ 501
Ondersteunende systemen..... 501
4-6. Rijtips Rijden in de wint er ..................507
5-1. Basishandelingen Soorten audiosystemen .......... 512
Gebruik van de audiotoetsen  op het stuurwiel .................... 513
USB-aansluiting ...................... 514
5-2. Gebruik van het audiosysteem Optimaal gebruikmaken van het audiosysteem ................. 515
5-3. Gebruik van de radio Bediening radio ....................... 517
5-4 . Afsp
elen van een audio-CD 
en discs met MP3-/WMA-
bestanden
Bediening CD-speler............... 519
5-5. Gebruik van een extern  apparaat
Afspelen van bestanden op een iPod .......................... 525
Afspelen van bestanden  op een USB-geheugen ......... 530
5-6. Gebruik van Bluetooth
®-
apparaten
Bluetooth
®-audio/telefoon....... 535
Gebruik van de toetsen  op het stuurwiel .................... 540
Registreren van een 
Bluetooth
®-apparaat ............. 540
5Audiosysteem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  3  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 

110
COROLLA_TMUK_EE2-1. Instrumentenpaneel
*1: Als het contact AAN is gezet, gaan deze 
lampjes branden om aan te geven dat er 
een systeemcontrole wordt uitgevoerd. 
Ze doven nadat de motor is aangeslagen 
of nadat er enkele seconden verstreken 
zijn. Er kan een storing in een systeem 
aanwezig zijn als een lampje niet gaat 
branden of niet uitgaat. Laat de auto 
nakijken door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere 
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display.
Waarschuwingslampje SRS
*1 
( → Blz. 664)
Waarschuwingslampje ABS
*1 
( → Blz. 665)
Waarschuwingslampje Brake 
Override-systeem/waarschu-
wingslampje wegrijregeling
*2 
( → Blz. 665)
(Rood) Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1 
( → Blz. 665)
(Geel) Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1 
( → Blz. 665)
Waarschuwingslampje laag 
brandstofniveau ( →Blz. 666)
Controlelampje bestuurders- en 
voorpassagiersgordel 
( → Blz. 666)
Controlelampjes achter-
passagiersgordels 
(→ Blz. 666)
Waarschuwingslampje lage ban-
denspanning
*1 (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 667)
(Oranje) Controlelampje LTA (indien aan-
wezig) (
→Blz. 667)
Controlelampje LDA (indien aan-
wezig) ( →Blz. 667)
(Knippert) Controlelampje uitgeschakeld 
Stop & Start-systeem
*1 (indien 
aanwezig) ( →Blz. 669)
(Knippert) Controlelampje Toyota Parking 
Assist-sensor OFF
*1 (indien 
aanwezig) ( →Blz. 668)
(Knippert) Controlelampje RCTA OFF
*1 
(indien aanwezig) ( →Blz. 669)
(Knippert) Controlelampje PKSB OFF
*1 
(indien aanwezig) ( →Blz. 668)
(Knippert of 
brandt) Waarschuwingslampje PCS
*1 
(indien aanwezig) ( →Blz. 669)
Controlelampje Traction Con-
trol
*1 ( → Blz. 669)
(Knippert) Waarschuwingslampje parkeer-
rem (
→Blz. 669)
(Knippert) Controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking
*1 (
→ Blz. 670)
(Oranje) Controlelampje iMT
*1 (indien 
aanwezig) ( →Blz. 670)
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje van 
een veiligheidssysteem niet gaat 
branden
Als een lampje van een veiligheidssys-
teem zoals het ABS of het waarschu-
wingslampje SRS niet gaan branden als u 
de motor start, kan dat betekenen dat 
deze systemen niet beschikbaar zijn om u 
te beschermen in geval van een ongeval, 
waardoor ernstig letsel zou kunnen ont-
staan. Laat, als dit gebeurt, de auto onmid-
dellijk nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  110  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 

111
2
COROLLA_TMUK_EE 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
De controlelampjes informeren de 
bestuurder over de bedrijfsstatus van 
de verschillende systemen van de auto.
Controlelampjes
Controlelampje richtingaanwij-
zers (
→Blz. 331)
Controlelampje achterlicht 
( → Blz. 337)
Controlelampje grootlicht 
( → Blz. 338)
Controlelampje Adaptive  High 
Beam-systeem (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 344)
Controlelampje Automatic  High 
Beam-systeem (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 341)
Controlelampje mistlampen voor 
(indien aanwezig) ( →Blz. 347)
Controlelampje mistachterlicht 
( → Blz. 347)
Waarschuwingslampje PCS
*1, 2 
(indien aanwezig) ( →Blz. 368)
Controlelampje cruise control 
(indien aanwezig) ( →Blz. 391, 
402, 411)
Controlelampje Dynamic Radar 
Cruise Control (indien aanwezig) 
( → Blz. 391, 402)
Controlelampje cruise control 
SET (indien aanwezig) 
( → Blz. 391, 402, 411)
*3
Controlelampje LTA (indien aan-
wezig) ( →Blz. 378)
Controlelampje LDA (indien aan-
wezig) ( →Blz. 387)
BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels
*4, 5, 6 (indien aanwezig) 
( → Blz. 430)
Controlelampje BSM (indien 
aanwezig) ( →Blz. 430)
Controlelampje Toyota Parking 
Assist-sensor OFF*1, 2 (indien 
aanwezig) ( →Blz. 446)
Controlelampje RCTA OFF
*1, 2 
(indien aanwezig) ( →Blz. 454)
Controlelampje PKSB OFF
*1, 2 
(indien aanwezig) ( →Blz. 459)
Controlelampje snelheidsbe-
grenzer (indien aanwezig) 
( → Blz. 414)
Controlelampje S-IPA
*1 (indien 
aanwezig) ( →Blz. 476)
Controlelampje Stop & Start-sys-
teem
*1 (indien aanwezig) 
( → Blz. 421)
Controlelampje uitgeschakeld 
Stop & Start-systeem
*1, 2 (indien 
aanwezig) ( →Blz. 421)
(Knippert) Controlelampje Traction Con-
trol
*1 (
→ Blz. 502)
Controlelampje VSC OFF
*1, 2 
( → Blz. 503)
Controlelampje Smart entry-sys-
teem met startknop
*7 (indien 
aanwezig) ( →Blz. 320)
Schakeladviesindicator (indien 
aanwezig) ( →Blz. 126)
Waarschuwingslampje parkeer-
rem ( →Blz. 332)
Controlelampje stand-bystand 
Brake Hold-systeem
*1 
( → Blz. 335)
Controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking
*1 ( → Blz. 335)
Controlelampje EPB OFF
*1, 2 
(indien aanwezig) ( →Blz. 332)
ECO-controlelampje
*1 (indien 
aanwezig) ( →Blz. 126)
Controlelampje lage buitentem-
peratuur
*8 ( → Blz. 113, 117)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  111  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 

132
COROLLA_TMUK_EE2-1. Instrumentenpaneel
■Inschakelen/uitschakelen van het 
head-up display
Als het head-up display is  uitgeschakeld, blijft 
het uitgeschakeld als het contact UIT en ver-
volgens weer AAN wordt gezet.
■Helderheid display
De helderheid van het head-up display kan 
worden ingesteld via   op het multi-infor-
matiedisplay. Bovendien wordt de helderheid 
automatisch aangepast aan de lichtsterkte 
van de omgeving.
■Weergave status ondersteunend 
systeem
Hiermee wordt de status van de vol-
gende systemen weergegeven:
 Dynamic Radar Cruise Control met 
volledig snelheidsbereik (indien aan-
wezig) ( →Blz. 391) 
Dynamic Radar Cruise Control 
(indien aanwezig) ( →Blz. 402)
 LTA (Lane Tracing Assist) (indien 
aanwezig) ( →Blz. 373)
 LDA (Lane Departure Alert met 
stuurregeling) (indien aanwezig) 
(→Blz. 383)
Gedetailleerde inhoud die op het head-up 
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display. Zie de beschrijving van de 
desbetreffende systemen voor meer infor-
matie.
■Aan navigatiesysteem gekop-
pelde displayzone (indien aanwe-
zig)
De volgende gegevens van het naviga-
tiesysteem worden  weergegeven:
 Straatnaam
 Routebegeleiding naar bestemming
 Kompas (weergave rijrichting boven)
Pop-updisplays voor de onderstaande 
systemen worden i ndien nodig weerge-
geven:
■Ondersteunende systemen
Geeft een waarschuwing/melding/tip of 
de bedrijfsst atus van een  relevant sys-
teem weer.
 PCS (Pre-Crash Safety-systeem) 
(indien aanwezig) ( →Blz. 366)
 Toyota Parking Assist-sensor (indien 
aanwezig) ( →Blz. 445)
 PKSB (Parking Support Brake) 
(indien aanwezig) ( →Blz. 458)
 Brake Override-systeem 
(→Blz. 304)
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot het 
instellen van het head-up display
Als de motor draait tijdens het wijzigen van 
de display-instellingen, dient de auto te 
worden geparkeerd op een plaats met vol-
doende ventilatie.  In een afgesloten 
ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaat-
gassen die het schadel ijke koolmonoxide 
(CO) bevatten, zich ophopen en in de auto 
terechtkomen. Dit kan  zeer schadelijk zijn 
voor de gezondheid.
OPMERKING
■Bij het wijzigen van de instellingen 
van het head-up display
Zorg ervoor dat de motor tijdens het instel-
len van het head-up display draait, om te 
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Status ondersteunend 
systeem/aan navigatiesysteem 
gekoppelde displayzone 
(indien aanwezig)
Pop-updisplay
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  132  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 

4
301
COROLLA_TMUK_EE
4
Rijden
Rijden
.4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ........... 303
Lading en bagage ............. 310
Rijden met een  aanhangwagen ............... 312
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem 
en startknop) .................. 319
Startknop (auto's met  Smart entry-systeem 
en startknop) .................. 320
Multidrive CVT .................. 324
Handgeschakelde  transmissie ..................... 328
Richtingaanwijzer- schakelaar ...................... 331
Parkeerrem ....................... 332
Brake Hold-systeem ......... 335
4-3. Bedienen van verlichting en  ruitenwissers
Lichtschakelaar................. 337
Automatic High Beam- systeem .......................... 341
AHS (Adaptive High Beam- systeem) ......................... 343
Schakelaar mistlampen .... 347
Ruitenwissers  en -sproeiers................... 348
Achterruitenwisser  en -sproeier .................... 351
4-4. Tanken Openen van de tankdop ... 3534-5. Gebruik van de 
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ......... 355
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) ......................... 366
LTA (Lane Tracing  Assist) ............................. 373
LDA (Lane Departure Alert  met stuurregeling)........... 383
Dynamic Radar Cruise  Control met volledig 
snelheidsbereik............... 391
Dynamic Radar Cruise  Control ............................ 402
Cruise control.................... 411
Snelheidsbegrenzer .......... 414
RSA (Road Sign Assist) ....417
Stop & Start-systeem ........ 421
BSM (Blind Spot Monitor) . 429
Toyota Parking Assist- sensor ............................. 445
RCTA (Rear Crossing  Traffic Alert) .................... 453
PKSB (Parking Support  Brake) ............................. 458
Parking Support Brake- functie (voor stilstaande 
objecten) ......................... 464
Parking Support Brake- functie (voor voertuigen 
die achterlangs rijden) .... 470
S-IPA (Simple Intelligent  Parking Assist-systeem) . 474
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  301  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 

372
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Als een voorligger een lage achterzijde  heeft, zoals een oprijwagen
• Als een voorligger een extreem grote  bodemvrijheid heeft
• Als een voorligger een lading vervoert die  uitsteekt voorbij de achterbumper
• Als een voorligger een onregelmatige vorm  heeft, zoals een tractor of een zijspan
• Als de voorligger een kinderfiets, een fiets  met bepakking, een fiets met iemand ach-
terop of een fiets met een bijzondere vorm 
(fiets met een kinderzitje, tandem, enz.) is
• Als een voetganger of de rijhoogte van een  fietser korter is dan ongeveer 1 m of langer 
is dan ongeveer 2 m
• Als een voetganger of fietser breed val- lende kleding (regenjas, lange rok, enz.) 
draagt, waardoor zijn of haar silhouet 
onduidelijk wordt
• Als een voetganger vooroverbuigt of  gehurkt zit of een fietser vooroverbuigt
• Als een voetganger of fietser zich snel  voortbeweegt
• Als een voetgangers een wandelwagentje,  rolstoel, fiets of ander voertuig voortduwt
• Bij slecht weer zoal s bij hevige regen, mist, 
sneeuw of een zandstorm
• Bij het rijden door stoom of rook
• Als er weinig omgevi ngslicht is, zoals tij-
dens de schemering, of 's nachts of in een 
tunnel, waardoor een signaleerbaar object 
bijna dezelfde kleur lijkt te hebben als zijn 
omgeving
• Bij het rijden in een omgeving waarbij de  helderheid van het omgevingslicht plotse-
ling verandert, zoals bij het in- of uitrijden 
van een tunnel • Nadat de motor gestart is, is er gedurende 
een bepaalde tijd niet met de auto gereden
• Bij het afslaan naar links/rechts en gedu- rende een paar seconden na het afslaan 
naar links/rechts
• Tijdens het rijden in een bocht en gedu- rende enkele seconden na het rijden in 
een bocht
• Wanneer uw auto slipt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of  omlaag staat
• Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
• Als een ruitenwisserblad de camera voor  blokkeert
• Er wordt met extreem hoge snelheden  gereden
• Als op een helling wordt gereden
• Wanneer de radarsensor of de camera  voor niet goed is uitgelijnd
●In sommige situaties, zoals de onder-
staande, kan wellicht onvoldoende rem-
kracht worden gerealiseerd, waardoor het 
systeem mogelijk niet goed werkt:
• Als de remmen niet op volle sterkte kun- nen werken, bijvoorbeeld wanneer de 
onderdelen van het remsysteem extreem 
koud, extreem heet of nat zijn
• Als de auto niet volgens de voorschriften is  onderhouden (remmen of banden zijn in 
verregaande mate versleten, onjuiste ban-
denspanning, enz.)
• Als er met de auto gereden wordt op grind  of een andere gladde ondergrond
■Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld 
(→ Blz. 503), worden ook de Pre-Crash 
Brake Assist-functie en de Pre-Crash 
Brake-functie uitgeschakeld.
●Het waarschuwingslampje PCS gaat bran-
den en “VSC Turned OFF Pre-Collision 
Brake System Unavailable” (VSC uitge-
schakeld, Pre-Crash Brake-systeem niet 
beschikbaar) wordt weergegeven op het 
multi-informatiedisplay.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  372  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 

399
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Houd de schakelaar +RES ingedrukt.
Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid hoger is dan de her-
kende snelheidslimiet
Houd de schakelaar -SET ingedrukt.
U kunt de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist inschake-
len/uitschakelen via   op het 
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 123)
■De Dynamic Radar Cruise Control met 
volledig snelheidsbereik kan worden 
gebruikt als
●De selectiehendel in stand D staat.
●De gewenste snelheid kan worden inge-
steld wanneer de rijsnelheid ongeveer 30 
km/h of hoger is. 
(Als de snelheid echter wordt ingesteld ter-
wijl de rijsnelheid lager is dan ongeveer 30 
km/h, wordt de snelheid ingesteld op onge-
veer 30 km/h.)
■Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na 
het accelereren gaat de auto weer rijden met 
de ingestelde snelheid. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakel d, neemt de rijsnelheid 
echter mogelijk af tot onder de ingestelde 
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger 
gehandhaafd blijft.
■Als de auto stopt tijdens rijden met de 
volgregeling
●Door op de schakelaar +RES te drukken 
terwijl de voorligger stopt, wordt, als de 
voorligger begint te rijden, binnen onge-
veer 3 seconden nadat op de schakelaar is 
gedrukt het rijden met de volgregeling her-
vat.
●Als de voorligger binnen 3 seconden nadat 
uw auto is gestopt begint te rijden, wordt 
het rijden met de volgregeling hervat.
■Automatisch uitschakelen van de 
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch 
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat 
hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
●De parkeerrem is geactiveerd.
●De auto wordt door het systeem stilgezet 
op een steile helling.
●Als de auto door het systeem is stilgezet, 
wordt het volgen van de voorligger in de 
volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgor- del.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stilge- staan.
Als de afstandsregelmodus om een andere 
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem 
contact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Inschakelen/uitschakelen 
Dynamic Radar Cruise Control 
met Road Sign Assist
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  399  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 

400
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Automatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt 
automatisch uitgeschak eld in de volgende 
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid  zakt onder ongeveer 
30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
Als de constante-snelheidsregelmodus om 
een andere dan de hierboven genoemde 
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, 
kan er een storing in het systeem aanwezig 
zijn. Neem contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■De Dynamic Radar Cruise Control met 
Road Sign Assist werkt mogelijk niet 
goed wanneer
De Dynamic Radar Cruise Control met Road 
Sign Assist werkt mogelijk niet goed in situa-
ties waarbij de RSA mogelijk niet goed werkt 
of niet goed signaleert ( →Blz. 420). Contro-
leer daarom, wanneer u deze functie 
gebruikt, het weergegeven verkeersbord met 
de snelheidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de inge-
stelde snelheid mogelijk niet gewijzigd in de 
herkende snelheidslimiet door het ingedrukt 
houden van de schakelaar +RES/-SET:
●Als er geen informatie over de snelheidsli-
miet beschikbaar is
●Wanneer de herkende snelheidslimiet 
gelijk is aan de ingestelde snelheid
●Wanneer de herkende snelheidslimiet bui-
ten het snelheidsbereik van het Dynamic 
Radar Cruise Control-systeem ligt
■Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoorbaar 
zijn en de reactie van het rempedaal kan ver-
anderen, maar dit duidt niet op een storing.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers 
voor de Dynamic Radar Cruise Control 
met volledig snelheidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te 
geven of om de bestuurder te informeren dat 
hij tijdens het rijden extra moet opletten. Lees 
de op het multi-informatiedisplay weergege-
ven waarschuwingsmelding en volg de aan-
wijzingen op. ( →Blz. 364, 672)
■Omstandigheden waarin de sensor 
voorliggers mogelijk niet op de juiste 
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhanke-
lijk van de omstandigheden het rempedaal 
wanneer het systeem onvoldoende decele-
reert of bedien het gaspedaal wanneer moet 
worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht 
niet op de juiste manier signaleert, wordt er 
mogelijk geen naderingswaarschuwing 
( → Blz. 397) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dez elfde rijstrook rijden
●Voertuigen met een relatief kleine achter-
zijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
●Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
●Als door omringend verkeer opgeworpen 
water of sneeuw de signalering door de 
sensor hindert
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  400  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM