10
C-HR_OM_Europe_OM10636EDe auto is uitgerust met geavanceerde computers die bepaalde informatie
opslaan, zoals:
De opgeslagen informatie is afhankelijk van de uitvoering en de
aanwezige
opties van de auto. Deze computers slaan geen gesprekken of gel uiden op
en ze slaan alleen in bepaalde situaties beelden van buiten de auto op.
• Motortoerental/toerental elektromotor (toerental tractiemotor)
• Status gaspedaal
• Status rempedaal
• Rijsnelheid
• Bedrijfsstatus van de ondersteunende systemen, zoals het ABS e n het
Pre-Crash Safety-systeem
●Gebruik van gegevens
Toyota kan de gegevens die door deze computer worden opgeslagen ,
gebruiken om storingen vast te stellen, onderzoek te doen en de kwaliteit
van haar producten te verbeteren.
Toyota stelt de gegevens die zijn opgeslagen niet beschikbaar a an derden,
behalve:
• Met toestemming van de eigenaar van de auto of, wanneer het ee n
leaseauto betreft, van de leaserijder van de auto
• Op officieel verzoek van de politie, de rechtbank of een ander overheids-
orgaan
• Voor gebruik door Toyota in een rechtszaak
• Voor onderzoek waarbij de gegevens niet worden gekoppeld aan e en
bepaalde auto of eigenaar
De airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosiev e chemica-
liën. Wanneer uw auto wordt vernietigd terwijl de airbags en/of de gordel-
spanners nog intact zijn, kan tijdens de vernietiging een ontploffing
plaatsvinden en brand ontstaan. Laat daarom de airbags en de go rdelspan-
ners eerst verwijderen en afvoeren door een erkende Toyota-deal er of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde e n uitgeruste
deskundige.
Opslaan voertuiginformatie
Vernietigen van uw Toyota
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book Page 10 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
361-1. Voor een veilig gebruik
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Veiligheidsgordels
●Trek de schoudergordel zo ver
naar buiten dat de gordel goed
tegen de schouder aan ligt en
niet van de schouder af glijdt of
tegen de nek aan ligt.
● Plaats het heupgedeelte van de
gordel zo laag mogelijk over de
heupen.
● Stel de rugleuning af. Ga zo
rechtop mogelijk in de stoel zit-
ten met uw rug stevig tegen de
leuning.
● Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet gedraaid zit.
Maak de veiligheidsgordel vast
door de gesp in de gordelslui-
ting te drukken totdat u een klik
hoort.
De veiligheidsgordel kan wor-
den losgemaakt door de ont-
grendelknop in te drukken.
Controleer voordat u wegrijdt eer st of alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book Page 36 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
401-1. Voor een veilig gebruik
C-HR_OM_Europe_OM10636E
WAARSCHUWING
■Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veiligheidsgordel op de juist e manier.
( →Blz. 36)
■ Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
→ Blz. 92
■ Gordelspanners
Het waarschuwingslampje SRS gaat branden als een gordelspanner is
geactiveerd. De veiligheidsgordel kan in dit geval niet meer wo rden gebruikt
en moet worden vervangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitger uste des-
kundige.
■ Verstelbaar schouderbevestigingspunt (voorstoelen)
Zorg ervoor dat de gordel goed over het midden van de schouder ligt. De
gordel mag niet tegen de nek aanliggen, maar ook niet van uw sc houder
afglijden. Als u hier niet voor zorgt, wordt de mate van bescherming bij plot-
seling remmen, uitwijken of een ongeval minder en de kans op er nstig letsel
groter. ( →Blz. 37)
■ Beschadiging en slijtage van veiligheidsgordels
● Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet beschadigd raken doo rdat de
riem, de gesp of de gordelsluiting bekneld raakt tussen het por tier en de
carrosserie.
● Controleer het veiligheidsgordelsysteem regelmatig. Let op besc hadigin-
gen, zoals scheuren en rafels, en op losse onderdelen. Gebruik een
beschadigde veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo snel mogel ijk ver-
vangen. Een beschadigde veiligheidsgordel kan de veiligheid van de des-
betreffende inzittende niet waarborgen.
● Controleer of de gordel en de gesp vergrendeld zijn en of de go rdel niet
gedraaid is.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel ler/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de veiligheidsgordel niet goed werkt.
● Laat de stoelen, inclusief de veiligheidsgordels, vervangen als de auto
betrokken is geweest bij een ernstig ongeval, ook al is er geen zichtbare
schade.
● Probeer de veiligheidsgordels niet zelf te plaatsen, verwijderen, wijzigen,
demonteren of af te voeren. Laat eventueel noodzakelijke repara ties uit-
voeren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. A ls de
veiligheidsgordels niet op de juiste wijze worden gebruikt, wer ken ze
mogelijk niet meer naar behoren.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book Page 40 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
911-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_OM_Europe_OM10636E■
Een baby- of kinderzitje plaat
sen met behulp van een veilig-
heidsgordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de hand van de bijgesloten
handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinderzitje niet binnen de “univer-
sele” categorie valt (of de benodigde informatie staat niet in de
tabel), raadpleeg dan de “voertuiglijst” v an de fabrikant van het
baby- of kinderzitje voor de diverse mogelijke montageposities of
doe navraag naar de compatibilitei t bij de verkoper van het zitje.
( → Blz. 67, 68, 76, 77, 83, 84)
Als het plaatsen van een baby- of kinderzitje op de voorpassa-
giersstoel onvermijdelijk is, r aadpleeg dan Blz.62 voor het afstel-
len van de voorpassagiersstoel.
Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun indien deze de plaatsin g
van het baby- of kinderzitje hindert. Zet anders de hoofdsteun in
de hoogste stand. ( →Blz. 272)
Voer de veiligheidsgordel
door het baby- of kinderzitje
en steek de gesp in de gor-
delsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is. Maak
de veiligheidsgordel goed
vast aan het baby- of kinder-
zitje aan de hand van de bij-
gesloten handleiding.
Als uw baby- of kinderzitje
niet is voorzien van een ver-
grendelsysteem voor de vei-
ligheidsgordel, zet het zitje
dan vast met een blokkeer-
clip.
Beweeg het baby- of kinderzitje na het plaatsen naar achteren e n
naar voren om te controleren of het goed vastzit. ( →Blz. 92)
Baby- of kinderzitje vastgez et met een veiligheidsgordel
1
2
3
4
5
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book Page 91 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
921-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
C-HR_OM_Europe_OM10636E■
Verwijderen van een baby- of kinderzitje dat is vastgezet met
een veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gordelsluiting in en laat de gorde
l
helemaal oprollen.
Bij het losmaken van de gordelsluiting komt het baby- of kinder zitje
mogelijk een stukje omhoog als gevolg van de terugwerking van d e zit-
ting. Maak de gordelsluiting los terwijl u het baby- en kinderzitje tegen-
houdt.
De veiligheidsgordel rolt automatisch op. Houd de gordel vast, zodat het
oprollen rustig gebeurt.
■ Als er een baby- of kinde rzitje wordt geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje mogelijk gebruikmaken van een blok-
keerclip. Volg de aanwijzingen van de fabrikant van het baby- o f kinderzitje.
Als uw zitje niet over een blokkeerclip beschikt, kunt u deze k open bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige: Blokkeerclip voor bab y- of kinder-
zitje
(onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING
■ Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
● Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veil igheidsgor-
del om de nek van het kind draait, kan het kind stikken of erns tig letsel
oplopen. Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden l osgemaakt,
knip de gordel dan door met een schaar.
● Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
● Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en na ar voren en
naar achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
● Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
● Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schou dergordel
over het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schou der van
het kind vallen.
● Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de ge bruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book Page 92 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
1462. Instrumentenpaneel
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Weergave waarschuwingsmelding
Hiermee kunt u waarschuwingsmeldingen en te nemen maatregelen
weergegeven als er een storing wordt gesignaleerd. (→Blz. 717)
Weergave instellingen
Hiermee kunnen de instellingen van de weergave van het instrume n-
tenpaneel en de bedieningsinstelling van bepaalde voertuigfunct ies
worden gewijzigd. ( →Blz. 148)
Het multi-informatiedisplay wordt
bediend met de bedieningstoet-
sen van het instrumentenpaneel.
Terugkeren naar het vorige
scherm
Enter/instellen
Een item selecteren/pagina wij-
zigen
● Actueel brandstofverbruik (zoneweergave/numerieke weergave)
*1
Geeft het actuele brandstofverbruik weer.
●Gemiddeld brandstofverbruik (sinds resetten*2/sinds starten/sinds
tanken)
*1
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik weer sinds respectieveli jk het
resetten van de functie, het starten van de motor en het tanken
Het weergegeven gemiddelde brandstofverbruik is een globale waa rde.
●Gemiddelde rijsnelhe id (sinds resetten*2/sinds starten)*1
Geeft de gemiddelde rijsnelheid weer sinds respectievelijk het resetten
van de functie en het starten van de motor
● Verstreken tijd (sinds resetten*2/sinds starten)*1
Geeft de verstreken tijd weer sinds respectievelijk het resetten van de
functie en het starten van de motor
Bedienen van de bedieningstoet sen van het instrumentenpaneel
Rij-informatie
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 146 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
1472. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
C-HR_OM_Europe_OM10636E
●Afstand (actieradius /sinds starten)*1
Geeft respectievelijk de berekende maximale afstand weer die no g kan
worden gereden met de resterende brandstof en de gereden afstan d sinds
het starten van de motor
• Deze afstand wordt berekend op basis van het gemiddelde brandstof- verbruik. Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog kan worden gere-
den, afwijken van de weergegeven afstand.
• Als er een kleine hoeveelheid brandstof wordt getankt, wordt d e weer-
gave mogelijk niet bijgewerkt.
Zet bij het tanken het contact UIT. Als brandstof wordt getankt terwijl het
contact niet UIT staat, wordt het display mogelijk niet bijgewe rkt.
●ECO-indicator (auto's met Multidrive CVT)
→Blz. 150
●Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid aan.
●G-monitor/AWD-regeling
→Blz. 151
●Display uit
Er wordt een leeg scherm weergegeven.
*1: Kan worden geregistreerd als Rij-informatie 1 en 2. ( →Blz. 148)
*2: Resetprocedures:
• Selecteer een te resetten functie m.b.v. de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en houd vervolgens ingedrukt om te resetten .
• Als er meer dan één te resetten functie is, worden er naast di e functies
selectievakjes weergegeven.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 147 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
2163-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
C-HR_OM_Europe_OM10636E■
Als op het multi-informatiedispl ay “Entry & start system malfun ction see
owner’s manual” (Storing in Smart entry-systeem met startknop; raad-
pleeg handleiding) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de aut o onmiddellijk
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateu r of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de
batterij van de elektronische sleutel en de accu leeg raken wan neer de auto
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
● In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de po rtieren met
het Smart entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden .
• De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer binnen een afstand van 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer
niet gebruikt.
● Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 14 dagen of langer
niet gebruikt is, kunnen de portieren alleen via het bestuurder sportier wor-
den ontgrendeld. Houd in dat geval de greep van het bestuurders portier
vast of gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de por-
tieren te ontgrendelen.
■ Energiebesparende functie voor de batterij van de elektronische sleutel
Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel min-
der snel leeg omdat de ontvangst van
radiogolven door de elektronische sleutel
wordt gestopt.
Druk twee keer in terwijl u inge-
drukt houdt. Controleer of het controle-
lampje van de elektronische sleutel 4 keer
knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop
kan niet worden gebruikt als de energie-
bespaarmodus is ingeschakeld. Druk op
een van de toetsen van de elektronische
sleutel om de functie te annuleren.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 216 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM