6787-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
■Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk brand en door
een natuurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk brand en door een
natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsverlies dat op den duur
optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt door tempera-
tuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwingslampje na een paar minu-
ten uitgaan als de bande n weer op de juiste spanning gebracht z ijn.
■ Als een wiel is vervangen door e en reservewiel (indien aanwezig)
Auto's met een volwaardig reservewiel: Het reservewiel is ook v oorzien van een
bandenspanningssensor en -zender. Als de bandenspanning van het reservewiel
te laag is, zal het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaa n branden. Bij
een lekke band zal het waarschuwingslampje lage bandenspanning niet uitgaan,
ook al is het wiel met de lekke band vervangen door het reserve wiel. Vervang het
reservewiel door het wiel met de gerepareerde band en breng de band op de
juiste spanning. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning za l na een paar
minuten uitgaan.
Auto's met een compact reservewiel: Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zender. Bij een lekke band za l het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning niet uitgaan, ook al is het wiel met de
lekke band vervangen door het reservewiel. Vervang het reservew iel door het wiel
met de gerepareerde band en breng de band op de juiste spanning . Het waar-
schuwingslampje lage bandenspannin g zal na een paar minuten uitgaan.
■ Omstandigheden waaronder het bandenspanningswaarschuwingssystee m
mogelijk niet juist werkt
→Blz. 611
■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat bran-
den nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft wanneer het contac t AAN wordt
gezet, laat het systeem dan controleren door een erkende Toyota -dealer of her-
steller/reparateur of een andere n aar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■ Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een lu idruchtige omge-
ving of wanneer het volume van de audio hoog staat.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 678 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
7037-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
7
Bij problemen
■Als de band te hard is opgepompt
Controleer of de bandenspanningsmeter de voorgeschreven spannin g aan-
geeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning onder de voorgeschre ven waarde
ligt en vul de band t ot de juiste spanning is bereikt.
■ Het ventiel van een gerepareerde band
Nadat de band met de bandenreparatieset is gerepareerd, moet he t ventiel bij
een definitieve reparatie worden vervangen.
■ Nadat een band is gerepareer d met de bandenreparatieset
● Vervang de bandenspanningssensor en -zender.
● Zelfs als de bandenspanning op het voorgeschreven niveau ligt, gaat mogelijk
het waarschuwingslampje lage bandenspanning branden/knipperen.
■ Aanwijzing voor het controler en van de bandenreparatieset
Controleer regelmatig de uiterste houdbaarheidsdatum van de ban denreparatie-
vloeistof.
De uiterste houdbaarheidsdatum s taat vermeld op de fles. Gebruik de bandenre-
paratievloeistof niet wanneer de uiterste houdbaarheidsdatum is verstreken.
Anders worden reparaties met de bandenreparatieset mogelijk niet goed uitge-
voerd. Druk op de knop om wat lucht te laten ont-
snappen.
1
2
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b
ook Page 703 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
7087-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
● Een band mag alleen met de bandenr eparatieset worden gerepareerd indien
de beschadiging is veroorzaakt door perforatie van het loopvlak door een
scherp voorwerp, zoals een spijker of een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet uit de band. Door het v erwijderen van de
spijker of de schroef kan het ga t groter worden waardoor de ban d niet meer tij-
delijk gerepareerd kan worden.
● De reparatieset is niet waterbestendig. Zorg dat de bandenrepar atieset niet in
aanraking komt met water, bijvoo rbeeld bij gebruik tijdens regen.
● Zet de bandenreparatieset niet op een stoffige ondergrond, zoal s in het zand
of in de berm. Als de reparatie set stof e.d. opzuigt, kunnen er storingen optre-
den.
● Houd de fles tijdens het gebruik niet ondersteboven, om schade aan de com-
pressor te voorkomen.
■ Voorzorgsmaatregelen voor de bandenreparatieset
● De reparatieset heeft als voedi ng 12V-gelijkstroom nodig. Sluit de reparatieset
niet aan op andere voedingsbronnen.
● Als er benzinedruppels op de reparatieset terechtkomen, kan de set defect
raken. Zorg dat de set niet me t benzine in aanraking kan komen.
● Berg de reparatieset op, zodat de set beschermd is tegen vuil e n vocht.
● Berg de reparatieset op in de gereedschapshouder onder de afdek mat, buiten
bereik van kinderen.
● Demonteer de reparatieset niet en breng geen wijzigingen aan. S tel onderde-
len als de bandenspanningsmeter niet bloot aan schokken. Hierdoor kunnen
storingen optreden.
■ Voorkomen van schade aan de banden spanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de banden-
spanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban denrepara-
tievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een er kende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw alificeerde en
uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van bandenreparat ievloeistof de
bandenspanningssensor en -zender wanneer de band wordt gerepare erd of
vervangen. ( →Blz. 608)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 708 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
7207-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
■Het compacte reservewi el (indien aanwezig)
● Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aanduiding
TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewi el alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
● Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel. (→Blz. 756)
■ Gebruik van het compacte re servewiel (indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspannin gssensor en -
zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wordt aangegeven
door het bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u het com-
pacte reservewiel monteert nada t het waarschuwingslampje voor e en lage ban-
denspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden.
■ Gebruik van het compacte re servewiel (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg al s het compacte reservewiel is ge monteerd dan
wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.
■ Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met sneeuw
of ijs (auto's met een compact reservewiel)
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte r eservewiel.
Voer onderstaande stappen uit e n monteer sneeuwkettingen op de voorwielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reservewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achterzijde
afkomstig is.
Monteer sneeuwketting en op de voorwielen.
1
2
3
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 720 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
7227-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte re servewiel (indien aanwezig)
● Houd er rekening mee dat het compacte reservewiel speciaal ontw orpen is
voor gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een
andere auto.
● Monteer niet gelijktijdig meer d an één compact reservewiel onde r uw auto.
● Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een standaard-
band.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorza ken.
■ Gebruik van het compacte re servewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeven en dat de
volgende systemen niet goed werken:
*: Indien aanwezig
■ Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel (in dien aan-
wezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hog e snelheden.
Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot ee n ongeval en
ernstig letsel.
■ Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer g oed zijn opge-
borgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorw erpen bij een
aanrijding of bij hard re mmen letsel veroorzaakt.
• ABS en Brake Assist
• VSC
•TRC
• EPS
• Automatic High Beam-systeem
*
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
• LDA (Lane Departure Alert met
stuurregeling)
*
• Dynamic Radar Cruise Control metvolledig snelheidsbereik
*
• Cruise control*
• BSM (Blind Spot Monitor)*
• Toyota Parking Assist-sensor*
• S-IPA (Simple Intelligent ParkingAssist-systeem)
*
• Rear View Monitor-systeem*
• Navigatiesysteem*
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 722 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
7237-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
7
Bij problemen
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het c ompacte
reservewiel onder de auto gemo nteerd is. (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd dan
wanneer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorzicht ig bij het
rijden over slechte wegen.
■ Rijden met sneeuwkettingen en het compacte reservewiel (indien aanwe-
zig)
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedra g in negatieve
zin beïnvloeden.
■ Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of ban denspan-
ningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dea ler of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde e n uitgeruste
deskundige, omdat de bandenspanni ngssensoren en -zenders beschadigd kun-
nen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
■ Voorkomen van schade aan de banden spanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de banden-
spanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban denrepara-
tievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een er kende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw alificeerde en
uitgeruste deskundige.
Vervang bij het vervangen van de band de bandenspanningssensor en -zender.
(→Blz. 608)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 723 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
7638-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
8
Voertuigspecificaties
■Instrumentenpaneel (→Blz. 171)
■Smart entry-systeem met startknop en afstandsbediening
(→ Blz. 190, 203)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Sensorgevoeligheid voor
vermindering van de hel-
derheid van het instrumen-
tenpaneel afhankelijk van
de lichtsterkte buiten
Standaard-2 - 2––O
Sensorgevoeligheid voor
terugzetten van de helder-
heid van het instrumenten-
paneel op het oorspronke-
lijke niveau afhankelijk van
de lichtsterkte buiten
Standaard-2 - 2––O
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Bedieningssignaal (alarm-
knipperlichten)AanUit–OO
Ontgrendelen
Alle portieren in één keer ont- grendelen
Bestuur-
dersportier ont- grendelen in
één keer, ove-
rige portieren in twee keer
–OO
Tijd tot na het ontgrende-
len, zonder dat een portier
wordt geopend, de portie-
ren automatisch weer wor-
den vergrendeld
30 seconden
60 seconden
––O
120 seconden
Waarschuwingszoemer
geopend portier (tijdens het
vergrendelen)
AanUit––O
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 763 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
7658-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
8
Voertuigspecificaties
■Elektrisch bedienbare ruiten (→Blz. 273)
■Richtingaanwijzerschakelaar ( →Blz. 320)
■Automatische verlichting ( →Blz. 329)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Gekoppelde werking aan
mechanische sleutel (ope-
nen)
UitAan––O
Gekoppelde werking aan
mechanische sleutel (slui-
ten)
UitAan––O
Gekoppelde werking aan
afstandsbediening (ope-
nen)
UitAan––O
Gekoppelde werking aan
afstandsbediening (sluiten)UitAan––O
Mechanische sleutel, kop-
peling van werking aan
afstandsbediening (zoe-
mer)
AanUit––O
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Aantal keren knipperen bij
het veranderen van rij-
strook
3
Uit
––O5
7
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Gevoeligheid lichtsensorNiveau 0Niveau -2 - 2–OO
Tijd die verstrijkt voordat de
koplampen worden uitge-
schakeld (Follow Me
Home-systeem)
30 seconden
60 seconden
––O90 seconden
120 seconden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 765 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM