5124-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E■
Sensoren
Signaleren de auto om de parkeerplaats te helpen bepalen.
Zijsensoren voor
Zijsensoren achter
“Resume” (hervatten)
De ondersteuningsregeling wordt tijdelijk onder-
broken (kan opnieuw worden gestart)
→ Breng de auto tot stilstand en laat uw
handen op het stuurwiel rusten zonder
druk uit te oefenen. Druk vervolgens op
de S-IPA-schakelaar om de ondersteu-
ningsregeling weer te starten.
“Too Close to Obstacle at
Front” (te dicht bij obstakel
voor de auto)
“Back Up” (rijd achteruit)
De auto kwam te dicht bij een obstakel voor de
auto.
→ Druk, nadat u de selec tiehendel in stand
R hebt gezet, op de S-IPA-schakelaar om
de ondersteuningsregeling weer te star-
ten.
“Too Close to Obstacle at
Rear” (te dich t bij obstakel
achter de auto)
“Go Forward” (rijd vooruit)
De auto kwam te dicht bij een obstakel achter
de auto.
→ Druk, nadat u de selec tiehendel in stand
D hebt gezet, op de S-IPA-schakelaar om
de ondersteuningsregeling weer te star-
ten.
MeldingSituatie/oplossing
Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 512 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
5134-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
●Wanneer er een auto geparkeerd staat achter de beoogde parkeerp laats, wordt
deze als gevolg van de afstand mogelijk niet gesignaleerd. Ook wordt, afhanke-
lijk van de vorm van de auto en andere omstandigheden, de detec tieafstand
mogelijk korter of is signalering wellicht niet mogelijk.
●
Het sensordetectiegebied bij het gebruik
van de modus automatisch haaks inparke-
ren
Beoogde parkeerplaats
● Het detectiegebied van de sensor bij het
gebruik van de Parallel Parking Assist-
modus
Beoogde parkeerplaats
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 513 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
5174-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
WAARSCHUWING
●Neem de volgende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de mod us par-
keerplaats fileparkeren verlaten in acht.
De modus parkeerplaats fileparkeren verlaten is een functie die wordt gebruikt
bij het wegrijden van een parkeer plaats na het fileparkeren. Deze functie kan
echter mogelijk niet worden gebruikt wanneer obstakels of mense n worden
gesignaleerd vóór de auto. Gebruik deze functie uitsluitend bij het wegrijden
van een parkeerplaats na het f ileparkeren. Wanneer de stuurrege ling in wer-
king is, schakel dan het systeem uit met de S-IPA-schakelaar of bedien het
stuurwiel om de regeling te beëindigen.
● Als de modus parkeerplaats fileparkeren verlaten in de volgende gevallen
abusievelijk wordt gebruikt, raakt de auto moge lijk een obstakel.
De functie voor het verlaten va n de parkeerplaats wordt gebruik t in een rich-
ting waar zich een obstakel bevindt, maar het obstakel wordt ni et gesigna-
leerd door de zijsensoren (bijvoorbeeld wanneer de auto direct naast een paal
staat).
● Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, aangezien de sen soren
mogelijk niet meer go ed werken, wat een on geval tot gevolg kan hebben.
• Stel de sensor niet bloot aan sterke schokken door er tegen te slaan, enz.
Anders werken de sensoren mogelijk niet goed.
• Spuit bij het wassen van de auto met een hogedrukreiniger niet recht-
streeks op de sensoren. De apparatuur werkt mogelijk niet goed als gevolg
van blootstelling aan een sterke waterdruk. Wanneer de bumper i ets raakt,
werkt de apparatuur mogelijk niet goed meer als gevolg van een storing in
de sensor. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 517 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
5184-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
WAARSCHUWING
●De sensoren werken in de volgende situaties mogelijk niet goed, wat een
ongeval tot gevolg kan hebben. Rijd met de nodige voorzichtighe id.
• Obstakels aan de zijkant kunnen niet worden gesignaleerd totda t de scan
van de zijkanten is voltooid. (→Blz. 445)
• Zelfs nadat de scan van de zijkanten is voltooid, kunnen obsta kels zoals
andere voertuigen, mensen of dieren die vanaf opzij naderen nie t worden
gesignaleerd.
• De sensor is bevroren (zodra de sensor ontdooit, zal het systeem weer nor-
maal werken).
Er wordt mogelijk een waarschuwingsmelding weergegeven bij zeer lage
temperaturen doordat de sensor is bevroren en hij daardoor mogelijk geen
geparkeerde auto's signaleert.
• De sensor wordt geblo kkeerd door iemands hand.
• De auto staat erg schuin.
• Bij extreem hoge of l age temperaturen.
• Er wordt gereden op een golvende weg, helling, grindweg, in ee n gebied
waar het gras hoog is, enz.
• Er bevindt zich een bron van ultrasoongolven in de buurt, zoals een claxon of sensoren van een ander voertui g, de motor van een motorfiets of de
luchtremmen van een groot voertuig.
• Zware regenval of een andere oorzaak waardoor er te veel water op uw
auto terechtkomt.
• De hoek van de sensor wijkt mogelijk af wanneer de ondersteuni ngsrege-
ling start, zelfs wanneer er een geparkeerde auto op de beoogde parkeer-
plaats staat. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dea ler of
hersteller/reparateur of een ander e naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
• Monteer geen accessoires binnen het detectiegebied van de sensor.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 518 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
5354-6. Rijtips
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winterbanden
Laat winterbanden repareren of vervangen door een erkende Toyot a-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerd e en uitgeruste
deskundige of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winterbanden heeft namelijk inv loed op de wer-
king van de bandenspanning ssensoren en -zenders.
■ Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, werken de bandenspannin gssensoren
en -zenders mogelijk niet goed.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 535 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
5736-1. Onderhoud en verzorging
6
Onderhoud en verzorging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
WAARSCHUWING
■Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte komt. Anders kunnen de elektrische
componenten, enz. vlam vatten.
■ Bij het wassen van de voorruit
● Wanneer een natte doek of iets dergelijks in de buurt van de regensensor
wordt gehouden
● Als iets tegen de voorruit stoot
● Als u het regensensorhuis aanraakt of als iets in aanraking kom t met de regen-
sensor
■ Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de uitlaatpijp
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat d e uitlaatpijp tamelijk heet wordt.
Raak wanneer u de auto wast de ui tlaatpijp niet aan totdat deze voldoende is
afgekoeld, aangezien het aanraken van een hete uitlaatpijp brandwonden kan
veroorzaken.
■ Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de achterbumper met de Blind
Spot Monitor (indien aanwezig)
Als de lak van de achterbumper i s geschilferd of bekrast, kan een storing optre-
den in het systeem. Neem, als dit gebeurt, contact op met een e rkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw alificeerde en
uitgeruste deskundige.
Zet de ruitenwisserschakelaar in de stand
OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in de stand
AUTO staat, kunnen de ruitenwissers in de
volgende gevallen onverwacht in werking
treden. Hierdoor kunnen uw handen
bekneld raken en kunt u ernstig letsel oplo-
pen, en hierdoor kunnen de ruitenwisser-
bladen beschadigd raken.
● Wanneer het bovenste deel van de voor-
ruit waar de regensensor is geplaatst met
de hand wordt aangeraakt
Uit
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 573 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
6086-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssystee m
dat gebruikmaakt van bandenspanningssensoren en -zenders om een
lage bandenspanning te signaleren voordat deze tot problemen leidt.
Als de bandenspanning onder een bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder door middel van een waarschuwingslampje gewaarschuwd .
( → Blz. 675)
◆Plaatsen van bandenspanningssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspanning s-
sensoren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren en -zenders geplaatst wor -
den, moeten de identificatiec odes van deze componenten worden
geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-ECU en
moet het bandenspanningswaarschuwingssysteem worden geïnitiali-
seerd. Laat de identificatiecod es van de bandenspanningssensore n en
-zenders registreren door een erkende Toyota-dealer of herstell er/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitger uste
deskundige. ( →Blz. 610)
◆Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Wanneer van bandenmaat wordt gewisseld, moet het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem worden geïnitialiseerd.
Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt geïnitialisee rd,
wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning beschouw d.
Bandenspanningswaarschuwingssysteem
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.book Page 608 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM
6106-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E
◆Registreren van identificatiecodes
De bandenspanningssensoren en -zenders zijn voorzien van een
unieke identificatiecode. Bij het vervangen van een bandenspannings-
sensor en -zender is het noodz akelijk om de identificatiecode t e regis-
treren. Laat de identificatiecodes registreren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw alifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■ Wanneer moeten banden worden vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De slijtage-indicatoren zijn te zien op een band.
● De banden beschadigingen vertonen, zoals insnijdingen, scheuren of barsten
die zo diep zijn dat het binne nmateriaal zichtbaar wordt en bul ten die duiden op
een interne beschadiging
● Een band vaak leegloopt of niet goed kan worden gerepareerd van wege de
grootte of plaats v an de beschadiging.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als u er niet zeker
van bent.
■ Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspanningssensor en -zende r niet is gere-
gistreerd, werkt het bandenspanni ngswaarschuwingssysteem niet correct. Na
ongeveer 10 minuten rijden gaat het waarschuwingslampje lage ba ndenspanning
gedurende 1 minuut knipperen en het blijft daarna branden om aa n te geven dat
er een storing in het systeem aanwezig is.
■ Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten altijd door gekwalifice erd werkplaatsper-
soneel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of nauwelijks me t de banden is
gereden en de banden niet be schadigd lijken te zijn.
■ Periodieke controle van de bandenspanning
Het bandenspanningswaarschuwings systeem vervangt de periodieke controle
van de bandenspanning niet. Controleer daarom ook zelf regelmat ig de banden-
spanning.
■ Als de profieldiepte van win terbanden minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de winterbanden verloren.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10647E.b ook Page 610 Tuesday, July 30, 2019 9:59 AM