Overzicht touchscreen
Hier w
orden de belangrijkste onderdelen van het touchscreen weergegeven. Op het touchscreen
kunt u diverse functies bedienen die in gewone auto's met fysieke knoppen worden bediend
(zoals het afstellen van de verwarming en airconditioning, koplampen etc.). U kunt het
touchscreen ook gebruiken om de instellingen van Model X aan uw voorkeuren aan te passen. Attentie: Houd uw aandacht tijdens het rijden altijd bij de w
eg en het verkeer. Om de
bestuurder zo min mogelijk af te leiden en de veiligheid van de inzittenden en andere
weggebruikers te waarborgen, moet het touchscreen niet tijdens het rijden worden gebruikt
om instellingen aan te passen.
Opmerking: De onders
taande afbeelding is uitsluitend bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van
de opties, de softwareversie en het land van bestemming kan de informatie op het touchscreen
enigszins afwijken. Overzicht touchscreen
4 Handleiding Model X
Ruitenwissers en -sproeiers
Ruit
enwissers
Draai het uiteinde van de hendel aan de
linkerzijde van het stuur naar voren om de
ruitenwissers te gebruiken. De hendel op de
stuurkolom heeft vijf standen:
• 1e: Uit.
• 2e: Automatisch met lage gevoeligheid.*
• 3e: Automatisch met hoge gevoeligheid.*
• 4e: Continu op lage snelheid.
• 5th: Continu op hoge snelheid. Druk op het uiteinde van de hendel om één
k
eer te wissen.
Als de ruitenwissers op automatische
bediening staan en de Model X geen vloeistof
op de voorruit detecteert, dan zullen de
ruitenwissers niet werken.
Als u de ruitenwissers inschakelt, wordt
automatisch ook het dimlicht ingeschakeld
(als dat nog niet het geval was).
*Om de Auto-instellingen in te schakelen, tikt
u op Bediening > Voertuig > Automatische
ruitenwissers (bèta). Als de ruitenwissers zijn
ingesteld op Auto, detecteert de Model X of
het regent. De frequentie waarmee de
ruitenwissers wissen, is afhankelijk van de
hoeveelheid regen die op de voorruit wordt
gedetecteerd. Als de ruitenwissers zijn
ingesteld op een hoge regengevoeligheid,
worden de ruitenwissers ingeschakeld
wanneer de Model X een lichte motregen
detecteert.
Opmerking: De instelling Auto is momenteel
een BETA-functie. Wanneer u onzeker bent
over het gebruik van de instelling Auto in de
BETA-fase, raadt Tesla u aan de ruitenwissers
waar nodig handmatig te bedienen. Let op!: C
ontroleer of de ruitenwissers in
de stand Uit staan voordat u de Model X
wast, om te voorkomen dat de wissers
worden beschadigd.
Verwijder ijs van de voorruit voordat u de
ruit
enwissers inschakelt, zodat de
wisserbladen langer meegaan. IJs heeft
scherpe kanten waardoor het rubber van de
ruitenwisserbladen beschadigd kan raken. Controleer en reinig de wisserbladen
r
egelmatig. Vervang de ruitenwisserbladen
direct als ze beschadigd zijn. Zie Ruitenwissers
en -sproeiers op pagina 230 voor details over
het controleren en vervangen van
wisserbladen. Let op!: C
ontroleer bij extreme kou altijd
of de ruitenwissers niet aan de voorruit
vastgevroren zijn.
Ruitenwissers ontdooien
Om gemakk
elijk bij de ruitenwisserbladen te
kunnen wanneer u ijs en sneeuw wilt
verwijderen, schakelt u de Model X in Park,
schakelt u de wissers uit en zet u de wissers
vervolgens via het touchscreen in de
servicepositie. Tik op Bediening > Service >
Ruitenwissers Service Stand. Wanneer de
Model X buiten in de kou wordt geparkeerd,
helpt het om de ruitenwissers in de
servicepositie te laten staan. In deze positie
bevinden ze zich dichter bij de
ontdooiopening, zodat u ze kunt ontdooien
door lucht van de airconditioning naar de
voorruit te leiden.
Opmerking: De ruitenwissers hervatten
automatisch hun normale positie wanneer u
de Model X in een andere stand dan Park
schakelt.
Als de Model X is uitgerust met het optionele
Cold Weather-pakket, kunt u de ruitenwissers
ontdooien door te tikken op de
bedieningselementen voor climate control op
het touchscreen (zie Climate control op
pagina 170). De verwarming van de
ruitenwissers schakelt na 15 minuten
automatisch uit.
Sproeiers
Druk de knop op het uiteinde van de hendel
aan de linkerzijde van het stuur in om de
ruitensproeiers te bedienen. U kunt deze knop
op twee manieren indrukken. Druk de knop
gedeeltelijk in om één keer te wissen, zonder
ruitensproeiervloeistof. Druk de knop volledig
in om zowel te wissen als te wassen. Wanneer
u de voorruit wast, zullen de ruitenwissers
twee keer wissen nadat u de knop loslaat en
dan een derde keer enkele seconden later. Ruitenwissers en -sproeiers
Rijden
87
Climate control
Ov
erzicht Climate control
De bedieningselementen van de climate control worden permanent weergegeven aan de
onderzijde van het touchscreen. Om de climate control in te schakelen, tikt u op het
aanjagerpictogram of past u de temperatuur in het interieur aan. Om de climate control uit te
schakelen, tikt u eerst op het aanjagerpictogram en daarna op de uitschakelknop dicht bij het
midden van het pop-upvenster.
Standaard is de climate control ingesteld op Auto; dat zorgt voor een optimaal comfort onder alle
normale weersomstandigheden. Als u de temperatuur in het interieur in de instelling Auto aanpast,
past het systeem automatisch de verwarming, de airconditioning, de luchtverdeling en de
aanjagersnelheid aan om de door u gekozen temperatuur in het interieur te handhaven. Om de
instelling Auto uit te schakelen, tikt u op het aanjagerpictogram, schakelt u de instelling Auto uit
en past u de instellingen handmatig aan (zie De climate control-instellingen aanpassen op pagina
172). Als u de individuele instellingen handmatig hebt aangepast, kunt u ook te allen tijde
teruggaan naar Auto door op AUTO op het pop-upvenster van de climate control te tikken.
Opmerking: De onderstaande afbeelding is uitsluitend bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van
de voertuigopties, de softwareversie, het land van bestemming en de instellingen kan de
informatie op het touchscreen enigszins afwijken. 1.
De s
toelverwarming heeft drie instellingsniveaus, van 3 (hoogste) tot 1 (laagste). Wanneer de
stoelverwarming is ingeschakeld, toont het bijbehorende stoelpictogram draaiende lijnen die
rood worden om het instellingsniveau aan te geven. Als er geventileerde stoelen aanwezig zijn,
verschijnt er een pop-upvenster dat u in staat stelt tussen verwarming en koeling te schakelen.
Bij koeling worden de draaiende lijnen blauw.
Opmerking: Indien de Model X is voorzien van achterstoelen met stoelverwarming en/of het
optionele koudweerpakket, kunt u de stoelverwarming, de verwarmde ruitenwissers en het
verwarmde stuur ook bedienen door eerst op het aanjagerpictogram en daarna op de tab
voor de stoelen te tikken.
2. Tik op de pijl omhoog of omlaag om de temperatuur in het interieur te wijzigen. Tik op SYNC
in het pop-upvenster dat verschijnt als u op het pijltje tikt. Op deze manier kunt u de
temperatuur voor bestuurder en passagier instellen. Als u dezelfde temperatuur aan beide
zijden toepast, wordt er slechts één temperatuurinstelling weergegeven. Tik opnieuw op SYNC
om afzonderlijke temperatuurinstellingen voor de bestuurder en passagier weer te geven.
3. Tik op het aanjagerpictogram om de climate control in te schakelen en de instellingen
handmatig aan te passen aan uw persoonlijke voorkeuren (zie De climate control-instellingen
aanpassen op pagina 172). Houd het aanjagerpictogram ingedrukt om de climate control snel
uit te schakelen. Als uw auto is uitgerust met het optionele koudweerpakket, tikt u op het
betr e
De climate control-instellingen aanpassen
Om individuele ins tellingen aan te passen aan uw persoonlijke voorkeuren, tikt u op het
aanjagerpictogram onder in het touchscreen om toegang te krijgen tot de individuele climate
control-instellingen. Als de Model X is voorzien van zes of zeven stoelen, verschijnt er ook onmiddellijk onder het
bo
venstaande venster een balk met bedieningselementen voor climate control achterin. Zie
Bedieningselementen voor climate control achterin (alleen modellen met 6 of 7 zitplaatsen) op
pagina 173.
Als de Model X in stand P (Parkeren) staat, wordt naast de weergegeven instellingen ook de
instelling Climate control aan houden, Dog-modus en Kampeermodus getoond als u op het
aanjagerpictogram tikt (zie Climate control aanhouden, Dog-modus en Kampeermodus op pagina
174).
1. De snelheid van de aanjager wijzigen.
Opmerking: Als de aanjagersnelheid wordt gewijzigd, kan de instelling van de manier waarop
lucht wordt aangezogen in de Model X veranderen om de luchtstroom te verlagen of te
verhogen. Als u bijvoorbeeld de aanjagersnelheid op de hoogste waarde instelt terwijl de
luchtcirculatie is ingesteld om buitenlucht aan te zuigen, schakelt de instelling mogelijk naar
recirculatie om de luchtstroom te verhogen.
2. Tik hier om de climate control uit te schakelen en het pop-upvenster van de climate control te
sluiten.
Opmerking: Het pop-upvenster wordt ook gesloten als u op de kaart tikt, de mediaspeler of
een app kiest of een bedieningsvenster opent, zelfs indien de climate control is ingeschakeld.
3. Schakel de airconditioning in of uit. Als u de airconditioning uitschakelt, neemt het koelen af,
maar bespaart u energie.
4. Regel de luchtstroom in het interieur (voorruit, ventilatieroosters in het dashboard,
ventilatieroosters in de voetenruimte). U kunt meer dan één locatie kiezen.
Opmerking: Wanneer lucht naar de voetenruimte wordt gestuurd, stroomt nog steeds
ongeveer een derde van de lucht uit de ventilatieroosters van de voorruit om te helpen
voorkomen dat deze beslaat. Wanneer de lucht echter naar de ventilatieroosters in het
dashboard wordt geleid, stroomt er geen lucht naar de voorruit omdat de door de
ventilatieroosters in het dashboard stromende lucht ook helpt bij het ontwasemen van de
voorruit. Climate control
172 Handleiding Model X
• Het climate control-systeem werkt het
bes te als u de ruiten dichthoudt en ervoor
zorgt dat het rooster onder de voorruit
vrij is van bladeren, sneeuw e.d.
• In een vochtige omgeving kan de voorruit bij het inschakelen van de airconditioning
een beetje beslaan, dat is een normaal
verschijnsel.
• Als u de Model X parkeert, kan zich een klein plasje water onder de auto vormen.
Dit is een normaal verschijnsel. Overtollig
water afkomstig van het
ontvochtigingsproces wordt aan de
onderkant afgevoerd.
• Om de temperatuur in het interieur te verlagen bij warme weersomstandigheden
kan het zijn dat de aanjager blijft draaien
om het interieur te ventileren wanneer de
auto is geparkeerd. Dit gebeurt alleen
wanneer het batterijniveau hoger is dan
20%. Climate control
176 Handleiding Model X
Opmerking: Als de Model X op een laads
tation
is aangesloten maar niet daadwerkelijk aan het
laden is, gebruikt de auto energie uit het
stopcontact en niet van de batterij. Als u
bijvoorbeeld het touchscreen gebruikt terwijl
de Model X is geparkeerd en wordt
opgeladen, dan haalt de Model X zijn energie
uit het stopcontact en niet uit de batterij. Let op!: De c
onnector van de laadkabel
kan de lak van de auto beschadigen als
deze tegen de auto stoot.
Tijdens het laden
T
ijdens het laden is een groen pulserend licht
zichtbaar in het laadcontact en wordt de
laadstatus weergegeven op het
instrumentenpaneel Het groene licht knippert
steeds langzamer naarmate de batterij verder
opgeladen wordt. Als de batterij helemaal
opgeladen is, brandt de verlichting constant.
Opmerking: Als de Model X afgesloten is,
brandt de laadcontactverlichting niet.
Als er een storing wordt geconstateerd, gaat
de rode verlichting van het laadcontact
branden. Kijk op het instrumentenpaneel of
het touchscreen of er een bericht over deze
storing wordt weergegeven. Zoiets kan
gebeuren bij bijvoorbeeld een stroomstoring.
Als er sprake is van een stroomstoring, wordt
het opladen automatisch hervat zodra de
stroomvoorziening hersteld is.
Opmerking: Tijdens het laden met een hoge
stroomsterkte gaan de aircocompressor en
ventilator werken om de batterij voldoende te
koelen. Het is daarom normaal dat u geluid
hoort tijdens het laden.
Opmerking: De werking van de airconditioning
wordt in het algemeen niet beïnvloed door het
opladen. Onder bepaalde omstandigheden
(bijvoorbeeld wanneer u de auto oplaadt met
een hoge stroomsterkte op een zeer warme
dag), kan de lucht die uit de
ventilatieopeningen komt echter minder koel
zijn dan verwacht en wordt er een bericht
weergegeven op het instrumentenpaneel. Dit
is normaal en zorgt ervoor dat de batterij
tijdens het opladen op de juiste temperatuur
wordt gehouden, zodat u zeker bent van
optimale prestaties en een lange levensduur. Attentie: Spuit nooit vloeis
tof (bijv. met
een hogedrukspuit) in de richting van het
laadcontact tijdens het opladen. Het niet
volgen van deze instructies kan tot
ernstig letsel of schade aan de auto, laadapparatuur of andere eigendommen
leiden.
Opladen stoppen
U k
unt het opladen op elk willekeurig moment
stoppen door de laadkabel los te maken of
door Opladen stoppen op het touchscreen te
kiezen.
Opmerking: Om te voorkomen dat de
laadkabel door onbevoegden wordt
losgetrokken, blijft de laadkabel vergrendeld
en moet de Model X ontgrendeld zijn of moet
uw sleutel in de buurt aanwezig zijn om de
laadkabel los te kunnen maken.
De laadkabel losmaken:
1. Houd de knop van de connectorgreep
ingedrukt om de vergrendeling vrij te
geven. In plaats daarvan kunt u ook de
auto ontgrendelen door een portier te
openen, een sleutel gebruiken of op
Opladen stoppen op het touchscreen
tikken. Op deze manieren wordt het
laadcontact ook ontgrendeld.
2. Trek de connector uit het laadcontact.
3. Druk het klepje van het laadcontact dicht.
Opmerking: Als de Model X is uitgerust met
een elektrisch klepje van het laadcontact, gaat
dit automatisch dicht nadat u de laadkabel
loskoppelt. Let op!: T
esla adviseert met klem om de
Model X op het laadstation aangesloten
te laten als de auto niet gebruikt wordt.
Zo blijft de batterij in topconditie.
Laadkabel handmatig ontgrendelen Als de normale methoden v
oor het
ontgrendelen van een laadkabel van het
laadcontact (met de ontgrendelknop van de
connector, het touchscreen of de mobiele
app) niet werken, volg dan nauwkeurig de
onderstaande stappen:
1. Controleer op het laadscherm of
touchscreen of de Model X niet actief
wordt opgeladen. Tik indien nodig op
Opladen stoppen.
2. Open de achterbak. Instructies voor het laden
Opladen
211
Index
A
aanhanger tr
ekken 108
Aanhangermodus 111
Aanhangerrem voor trekken van aanhanger 112
aanjagersnelheid, interieur 172
aantal zitplaatsen 239
ABS (antiblokkeersysteem) 89
absolute maximumsnelheid 156
acceleratie bij inhalen 124
Acceleratie-instellingen 97
accessoiredrager 108
accessoires aansluiting op stopcontact 29
achterbak kindersloten 18
portier
grepen binnenzijde uitschakelen 18
achterklep openen 23
opening afs
tellen 24
Achteruit 75
acht
eruitrijcamera 103
actieradius rijtips om actieradius te vergroten 101
w
eergegeven op instrumentenpaneel 81
actieradiusgarantie 102
actie
ve voorklep 99
Actuele Verkeersinformatie 181
adaptieve koplampen 79
Adaptieve schokbrekers 191
afdekplaat, verwijderen 232
afmetingen 241
afmetingen overhang 241
Agenda weergeven bij instappen 193
Agenda-app 193
airbags 60
airconditioning 170
alarm 194
alarmknipperlichten 80
Altijd geschat energieverbruik van rit tonen 181
altijd verbonden, instellen 101
antiblokkeersysteem (ABS) 89
apparaten aansluiting 28
audiobes
tanden afspelen van 187
Bluetooth, audiobestanden afspelen 187
application launcher 4
audio bestanden afspelen 184
diep geluid 187
equaliz
er 187
toetsen op het stuur 67
volumeregeling 184
Auto baan verwisselen 133
A
utomatisch grootlicht 79
automatisch remmen bij noodgevallen 153
automatisch vering verhogen 191
automatische navigatie 177
autopilot autopilot (V
ervolg)
binnen wegmarkeringen blijven 149
dode hoek w aarschuwing 149
waarschuwing zijdelingse botsing 149
Autopilot acceleratie bij inhalen 124
A
uto baan verwisselen 133
automatisch remmen bij noodgevallen
152
botsing ontwijkingshulp 152
maximumsnelheid in acht nemen 156
Navigeren met Autopilot 134
overzicht 121
Parkeerautomaat 139
snelheidshulp 156
Stuurautomaat 131
Verkeersbewuste cruise control 124
Voorrijden 141
voorwaartse botsingwaarschuwing 152
waarschuwing snelheidslimiet 156
Autopilot-componenten 121
B bagageruimt
e 24
bagageruimte, voor 26 banden balanceren 220
bandenspannings
sensor vervangen 224
controle en onderhoud 220
kettingen 225
markeringen op banden 249
rotatie 220
spanning, controleren 219
speci