Page 185 of 243
Tarieven voor gebruik van
Supercharger en
Page 186 of 243
Onderhoud
Onderhoudsschema
Onderhoudsintervallen
In het algemeen heeft uw auto alleen onderhoud nodig op het moment dat het
noodzakelijk is. Tesla raadt echter het
volgende regelmatige onderhoud aan, indien van toepassing op uw auto, om de
betrouwbaarheid en e
Page 187 of 243
Veiligheid hoogspanningscircuitVeiligheid staat bij de ontwikkeling en bouw
van de Model S voorop. Neem de
onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht
om uzelf te beschermen tegen de risico
Page 188 of 243
Onderhoud banden
Bandenspanning
Zorg dat de banden altijd op de juiste
spanning zijn, zoals aangegeven op de sticker
met informatie over banden en belading, zelfs
als deze spanning afwijkt van de spanning die op de band zelf wordt vermeld. De sticker met
informatie over banden en belading bevindt zich op de middenstijl en is zichtbaar wanneer
het voorportier geopend is.
Het controlelampje van de
bandenspanning op het
instrumentenpaneel waarschuwt u
als de spanning in een of meerdere
banden te laag of te hoog is.
Het lampje gaat niet direct uit als de band op
de juiste spanning is gebracht. Rijd minstens 10 minuten met een snelheid van meer dan25 km/h) om het TPMS (Tire Pressure
Monitoring System) een nieuwe meting te laten doen, waarna de waarschuwing
verdwijnt.
Als het controlelampje elke keer bij het
inschakelen van de Model S gedurende
Page 189 of 243

Bandenspanning controleren en aanpassen
Volg de onderstaande aanwijzingen als de
banden koud zijn en de Model S minstens 3 uur stil heeft gestaan:
1. Raadpleeg de sticker met informatie over
banden en belading op de middenstijl aan
bestuurderszijde voor de aanbevolen
bandenspanning.
2. Verwijder het ventieldopje.
3. Druk een bandenspanningsmeter stevig
op het ventiel om de druk te meten.
4. Breng de band zo nodig op de juiste
spanning door lucht toe te voegen of te
verwijderen.
Opmerking: U kunt lucht laten ontsnappen
door het metalen pennetje in het midden van het ventiel in te drukken.
5. Controleer opnieuw de bandenspanning
met de nauwkeurige
bandenspanningsmeter.
6. Herhaal, indien nodig, stap 3 en 4 totdat
de bandenspanning correct is.
7. Brengt het dopje weer aan op het ventiel
om het tegen vuil te beschermen.
Controleer het ventiel regelmatig op
schade en lekkage.Controle en onderhoud van banden
Controleer de zijwanden en het loopvlak van
de banden regelmatig op vervormingen
(uitstulpingen), vreemde voorwerpen, scheuren en slijtage.Attentie: Rijd niet met de Model S als een
band beschadigd of versleten is, of een te hoge of te lage bandenspanning heeft.
Controleer de banden regelmatig op
slijtage en beschadigingen zoals
scheuren, uitstulpingen, losse koordlagen.
Bandenslijtage
Een toereikende pro
Page 190 of 243

Lekke band
Controleer de bandenspanning regelmatig om
te voorkomen dat u onderweg met een lekke
band wordt geconfronteerd. Laat een lekke of
beschadigde band zo snel mogelijk repareren
of vervangen.
Tubeless banden kunnen niet zomaar lek raken, mits het object in de band blijft zitten.Als u onder het rijden plotseling een sterketrilling voelt of vermoedt dat er een band
beschadigd is, verminder dan direct uw
snelheid. Rijd langzaam, vermijd sterk remmen en sturen en stop op een veilige plaats. Laat
uw Model S naar een Tesla Service Center of
een bandenspecialist in de buurt brengen.
Opmerking: In sommige gevallen kunt u kleine
gaatjes (minder dan 6 mm) repareren met een bandenreparatiesetje dat optioneel
verkrijgbaar is bij Tesla. Vervolgens kunt u de
Model S met een aangepaste snelheid zelf naar een Tesla Service Center of een
bandenspecialist in de buurt rijden.Attentie: Rijd niet door met een
ongerepareerde lekke band, ook niet als
de band niet helemaal is leeggelopen. Een
lekke band kan opeens helemaal
leegraken.
Vlakke kanten
Als de Model S gedurende lange tijd heeft
stilgestaan, kunnen er vlakke kanten op de
banden ontstaan. Deze vlakke kanten zullen
een trilling veroorzaken wanneer u weer gaat
rijden met de Model S. Deze trilling verdwijnt
vanzelf naarmate de banden warm worden en
hun oorspronkelijke vorm weer aannemen.
U kunt de banden op de maximale spanning
brengen om te voorkomen dat vlakke kanten
ontstaan wanneer de auto langere tijd stilstaat. Vergeet niet om de banden eerst
weer op de normale spanning te brengen
voordat u met de auto gaat rijden.
Levensduur banden verlengen
Houd de banden op de juiste spanning en
houd u aan de snelheidslimieten voor een
maximale levensduur van de banden. Vermijd:
Page 191 of 243
Asymmetrische banden
Model S is uitgerust met asymmetrische
banden, die op slechts
Page 192 of 243

Op nieuwere versies van de Model S worden
de TPMS-sensoren automatisch opnieuw
ingesteld nadat er gedurende meer dan 10
minuten sneller is gereden dan 25 km/h. Voor
oudere versies gaat u als volgt te werk:
1. Breng alle banden op hun aanbevolen
spanning, zoals vermeld op de sticker met
de relevante informatie op de middenstijl.
2. Rijd tien minuten en tik dan op
Bediening > Service > Reset TPMS .
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.Let op!: Het kiezen van de verkeerde
wielmaat kan leiden tot onterechte
waarschuwingen over de
bandenspanning. Als er een
waarschuwing over de bandenspanning verschijnt, stap dan
uit, sluit de achterbak en alle
portieren, wacht tot het touchscreen
uit gaat, stap weer in en selecteer de
juiste wielmaat voordat u op Reset
TPMS tikt.
Opmerking: Wanneer u op sommige oudere
versies van de Model S kiest voor 21" velgen,
kan het TPMS onterecht waarschuwingen in
verband met de bandenspanning genereren.
Breng de Model S naar een Tesla Service
Center voor verdere afstelling.
Attentie: Stel de TPMS-sensoren niet
opnieuw in om de waarschuwingen over
de bandenspanning te proberen te
wissen.
Een bandenspanningssensor vervangen
Neem contact op met een Tesla Service Center als het TPMS-controlelampjeregelmatig brandt om te laten controleren of
er een bandenspanningssensor vervangen
moet worden. Als een ander bedrijf de band vervangt of repareert, zal de
bandenspanningssensor mogelijk niet werken
tot de set-upprocedure door Tesla is
uitgevoerd.
TPMS-storing
Model S is tevens voorzien van een
storingsindicator voor het TPMS-systeem dat
een melding weergeeft wanneer het systeem
niet naar behoren functioneert.
Het TPMS-controlelampje heeft
daarvoor een extra functie, naast het
melden van de bandenspanning. Als
er een storing in het systeem wordt
geconstateerd, knippert het TPMS-
controlelampje gedurende