2020 Seat Arona Handleiding (in Dutch)

Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Wanneer de ACC ingeschakeld is, brandt op
het instrument enpaneel het gr
oene controle-
lampje

Rijde
In het Easy Connect-systeem kan het af-
st andsniv
eau vooraf worden geselecteerd b

Systemen ter ondersteuning van de bestuurder

Rijde
De ACC t

Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Starten na een stopfase (enkel wagens
met aut omatische v
ersnellingsbak)
Na een stopfase kan de ACC de wagen weer
doen vertrekken zodra de voorligger opnieuw
in beweging gezet wordt ››› .
W anneer de ACC de w

agen tot stilstand
brengt, verschijn op het scherm van het in-
strumentenpaneel de waarschuwing ACC
gereed om te starten . Zodra de voorlig-
ger opnieuw beweegt, doet de ACC ook uw
wagen weer rijden
Als de voorliggende wagen niet wegrijdt kan
de wagen voor onbepaalde tij in de status ACC gereed om te starten blij en als de
derde hendel herhaaldelij naar stand 2›››
afb
. 235
wordt bewogen of de rem wordt
ingetrapt. Wanneer in het instrumentenpa-
neel het bericht Rempedaal intrappen ver-
schijnt trap dan het rempedaal in. Als u dat
niet doet, klinkt een akoestische waarschu-
wing en gaat de ACC over in de niet-actieve
modus (stand-by). De wagen zou dan naar
de stilstaande voorligger kunnen bewegen
››› .
Inhal en
W

anneer het knipperlicht gaat branden om
een inhaalmanoeuvre te starten, versnelt de
ACC de wagen automatisch en vermindert zo
de afstand tot de voorligger.
Wanneer gewisseld wordt naar de inhaal-
strook, zal de ACC indien geen voorligger herkend wordt versnellen tot de geprogram-
meerde snelheid ber

eikt is.
De versnelling van het systeem kan op elk
ogenblik onderbroken worden door het rem-
pedaal in te trappen of de derde hendel naar
stand  ››› afb. 235
3 te duwen.
In de bocht en
B

Rijde
Voertuigen die rijde in t egengest
elde
richting en voertuigen die elkaar kruisen
De ACC reageert niet op voertuigen uit te-
gengestelde richting die naderen noch op
voertuigen die elkaar kruisen.
Metalen voorwerpen
Metalen voorwerpen zoals bij oorbeeld ge-
leiderails of platen gebruikt b

Systemen ter ondersteuning van de bestuurder

Rijde
Dodehoekhulp (BSD) Afb. 240
In de buitenspiegels: indicatie van de
dodehoekhulp . Afb. 241
Achteraanzicht van de wagen: zones
v an de r
adarsensor. De dodehoekhulp bewaakt de zone aan de
acht
erk

ant van de wagen met behulp van ra-
darsensoren ››› afb. 241. Daarvoor meet het
systeem de afstand en het snelheidsverschil
ten opzichte van andere voertuigen. De do-
dehoekhulp werkt niet b