Page 121 of 384
Licht
ATTENTIE
Verkeerd gebruik van de knipperlichten, het
niet gebruik en of het v
ergeten uit te scha-
kelen daarvan kan andere weggebruikers in
verwarring brengen. Dit kan ernstige onge-
vallen tot gevolg hebben.
Page 122 of 384
Bedienen
De functie "Leaving Home" wordt met een
lichtsensor gecontr ol
eerd.
In het menu van de wageninstellingen van het
infotainmentsysteem kan de duur van de uit-
schakelvertraging van de lichten worden in-
gesteld en de functie worden geactiveerd of
gedeactiveerd.
De functie "Coming Home" inschakelen
Voor wagens met licht- en regensensor.
Page 123 of 384
Licht
6. Gebruik de gevarendriehoek om andere verk
eersdeelnemers erop te attenderen
dat uw wagen stilstaat.
7. Neem altij de sleut
el mee wanneer u de
wagen verlaat.
Als de alarmlichten zij ingeschakeld, knippe-
ren alle knipperlichten van de wagen tegelij
kertijd D.w.z. dat zowel de controlelampjes
van de knipperlichten als het controle-
lampje van de schakelaar tegelij ertij
knipperen. De alarmlichten werken ook wan-
neer het contact is uitgeschakeld.
Functie noodremmen
Als u abrupt en continu met een hoge snel-
heid van ongeveer 80 km/u (50 mph) remt,
knipperen de remlichten enkele keren per se-
conde om de achter de wagen rijdend voer-
tuigen te waarschuwen. Als u blijf remmen,
gaan de alarmlichten automatisch branden
wanneer de wagen stopt. Deze worden auto-
matisch uitgeschakeld wanneer de wagen
opnieuw gaat rijden ATTENTIE
Page 124 of 384
Bedienen
ATTENTIE
Zware voorwerpen in de wagen kunnen er
de oorz aak v
an zij dat de koplampen an-
dere weggebruikers verblinden en afleiden.
Dit kan ernstige ongevallen tot gevolg heb-
ben.
Page 125 of 384