Rijden en bediening203Info-Display met aanraakscherm
Het systeem wordt geactiveerd in de Persoonlijke instellingen 3 127.
T dooft op de instrumentengroep.
Ook klinkt er een geluidssignaal.
De stand van het systeem wordt bij
uitschakeling van het contact opge‐
slagen.
Bij het aankoppelen van een aanhan‐
ger of een fietsendrager wordt het systeem automatisch gedeactiveerd.
Bij slecht weer zoals bijvoorbeeld
zware regenval, neemt het systeem
mogelijk onjuist waar.
Storing
Bij een storing knippert T even op de
instrumentengroep in combinatie met
R en een displaybericht. Oorzaak
van de storing onmiddellijk door een
werkplaats laten verhelpen.
Panoramazichtsysteem
Met dit systeem ziet u de omgeving van de auto op het Info-Display als
een afbeelding van bijna 180°, als het ware van boven af.Het systeem gebruikt:
● camera achter, in de achterklep
● ultrasone parkeerhulpsensoren in de achterbumper
Het scherm van het Info-Display is in
tweeën gesplitst. Rechts staat een
bovenaanzicht van de auto en links
een achteraanzicht. De parkeersen‐
soren vormen een aanvulling op het
panoramische bovenaanzicht van de
auto.
Wijzig het volume van de akoestische signalen door op 4 te tikken in de
rechter onderhoek van het scherm.
Inschakelen
Het panoramazichtsysteem wordt geactiveerd door:
● achteruitversnelling inschakelen
● snelheden tot 10 km/u
Werking
Links op het display kunt u de
verschillende weergaven kiezen. U
kunt het type weergave tijdens een
manoeuvre altijd wijzigen door het
display linksonder aan te raken:
● Standaardweergave
● Stand AUTO
● Ingezoomde weergave
● 180° voor
Bij het kiezen van een bepaalde
weergave wordt het display onmid‐
dellijk bijgewerkt.
Stand AUTO wordt standaard inge‐
schakeld. In deze modus kiest het
systeem op basis van de informatie
van de parkeersensoren de beste
weergave, de standaardweergave of
ingezoomde weergave.
206Rijden en bediening9Waarschuwing
De achteruitrijcamera kan nooit
het zicht van de bestuurder
vervangen. Let op: voorwerpen
die zich buiten het bereik van de
camera en de sensoren van de
parkeerhulp bevinden, bijv. onder
de bumper of onder de auto,
worden niet getoond.
Gebruik niet alleen de achteruit‐ kijkcamera om achteruit te rijden
of te parkeren.
Controleer vóór het wegrijden
altijd de omgeving van de auto.
Het beeld van de camera verschijnt
op het Info-Display 3 123 of op de
binnenspiegel 3 42.
De camera bestrijkt slechts een
beperkt gebied. De afstand op het
beeld op de display, verschilt van de
werkelijke afstand.
Inschakelen
De achteruitkijkcamera wordt auto‐
matisch ingeschakeld als de auto in
de achteruitversnelling wordt gescha‐
keld.
Uitschakelen
De camera wordt uitgeschakeld
wanneer er een vooruitversnelling
wordt ingeschakeld.
Hulplijnen
Het gebied achter de auto wordt
weergegeven op het scherm. De
verticale lijnen geven de breedte van
de auto aan met de spiegels uitge‐
klapt.
De eerste horizontale lijn ligt op een
afstand van zo'n 30 cm van de rand
van de achterbumper. De bovenste
horizontale lijnen liggen op zo'n 1 en
2 m afstand van de achterbumper.
De richtlijnen kunnen worden uitge‐ schakeld in de Persoonlijke instellin‐
gen 3 127.
Systeembeperkingen De achteruitkijkcamera werkt moge‐
lijkerwijs niet goed:
● in een donkere omgeving
● de lichtbundel van koplampen valt rechtstreeks in de camera‐
lenzen
● door weersomstandigheden beperkt zicht, zoals bij mist,
regen of sneeuw
Verzorging van de auto241
Trek de klep linksboven en dan rechtseraf.
Versie 1 (Eco)
Nr.Stroomkring1Koppelingsschakelaar, stuur‐
bekrachtiging4Claxon5Voorste en achterste ruiten‐
vloeistofpomp6Voorste en achterste ruiten‐
vloeistofpomp712V-aansluiting achterin8Achterruitwissers10/11Centrale vergrendeling13Head-updisplay, bedienings‐
elementen klimaatregeling,
bedieningselementen Info‐
tainmentsysteem, versnel‐
lingshendel14Diefstalalarmsysteem, tele‐
maticamodule17Instrumentengroep19Afstandsbediening op stuur‐
wiel21Anti-diefstalsysteem of elek‐
tronisch sleutelsysteemNr.Stroomkring22Frontcamera, regen- en licht‐
sensor23Gordelwaarschuwing24Parkeerhulp, Infotainment‐
systeem, achteruitkijkcamera25Airbags29Infotainment-systeem31Infotainmentsysteem (+ accu)32Voorste stekkerdoos34Binnenspiegel, dodehoekbe‐
wakingssysteem, bedienings‐
elementen portierspiegels35Verwarmde sproeierstralen,
koplampverstelling36Interieurverlichting, zaklam‐
poplader
242Verzorging van de autoVersie 2 (volledig)Nr.Stroomkring1Anti-diefstalsysteem of
elektronisch sleutelsys‐
teem5Parkeerhulp, Infotain‐
mentsysteem, achter‐
uitkijkcamera7Bedieningselementen
klimaatregeling achter,
versterker audiosys‐
teem8AchterruitwissersNr.Stroomkring10/11Centrale vergrendeling12Anti-diefstalalarmsys‐
teem1712V-aansluiting
achterin18Telematicamodule21Interieurverlichting,
zaklampoplader22Interieurverlichting,
verlichting handschoe‐
nenkastje23Dodehoekbewakings‐
systeem, bedienings‐
elementen portierspie‐
gels24Afstandsbediening op
stuurwiel25Instellen koplampreik‐
wijdte26Gordelwaarschuwing27Frontcamera, regen- en
lichtsensorNr.Stroomkring28Head-updisplay, bedie‐
ningselementen
klimaatregeling voor,
bedieningselementen
Infotainmentsysteem,
versnellingshendel30A of 30BAudiosysteem (+ accu)31Airbag33Voorste stekkerdoos35Instrumentengroep36Infotainment-systeem
286KlantinformatieDivX, LLC
DivX ®
en DivX Certified ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van DivX,
LLC.Google Inc.
Android™ en Google Play™ Store zijn handelsmerken van Google Inc.Verband der Automobilindustrie e.V.
AdBlue ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van de VDA.Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders(EDR)
Er zijn elektronische regeleenheden
in uw auto gemonteerd. Regeleenhe‐ den verwerken gegeven die, bijvoor‐
beeld, afkomstig zijn van autosenso‐
ren of die de regeleenheden zelf
aanmaken of onderling uitwisselen.
Sommige regeleenheden zijn vereist
voor een veilige werking van uw auto,
andere bieden ondersteuning tijdens
het rijden (bestuurdersondersteu‐
ningssystemen) of verzorgen
comfort- of Infotainmentfuncties.
Hieronder volgt algemene informatie
over gegevensverwerking in de auto.
U vindt extra informatie over welke
specifieke gegevens worden
geüpload, opgeslagen en doorgege‐
ven aan derden en voor welke doel‐
einden in uw auto onder het trefwoord
Gegevensbescherming gekoppeld
aan de verwijzingen voor de desbe‐
treffende functionele eigenschappen
in de desbetreffende gebruikershand‐leiding of in de algemene verkoop‐
voorwaarden. U kunt deze ook online
inzien.
Bedieningsgegevens in de auto Regeleenheden verwerken gege‐
vens voor bediening van de auto.
Dergelijke gegevens omvatten,
bijvoorbeeld:
● statusinformatie over de auto (bijv. snelheid, massatraagheid,
dwarsversnelling, snelheid van
de afzonderlijke wielen, lampje "veiligheidsgordels omgedaan")
● omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur, regensensor,
afstandssensor)
De meeste van deze gegevens zijn
vluchtig van aard en worden alleen in de auto zelf verwerkt, zodat ze niet
buiten de bedieningsperiode om
bewaard blijven. Regeleenheden
(met inbegrip van de autosleutel)
gebruiken vaak een voorziening voor
gegevensopslag. Dit om tijdelijke of
permanente opslag mogelijk te
maken met betrekking tot de autocon‐
ditie, de belasting van componenten,
293Panoramazichtsysteem..............203
Parkeerhulp ............................... 198
Parkeerverwarming ....................150
Parkeren .............................. 20, 163
Park pilot met ultrasoonsensoren 198
Partikelfilter ................................. 164
Pechhulp..................................... 131
Peilsensor motorolie ...................111
Persoonlijke instellingen ............127
Portieren ................................. 31, 34
Portier open ............................... 118
Profieldiepte ............................... 248
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 289
Radio (Infotainmentsysteem)...... 127
REACH ....................................... 285
Regelbare instrumentenverlichting ...........138
Regensensor .............................. 117
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 286
Remassistentie .......................... 175
Rem- en koppelingsvloeistof ......271
Remmen ............................ 174, 224
Remsysteem .............................. 114
Remvloeistof .............................. 224
Reservewiel ............................... 254
Richtingaanwijzers ............112, 137Richtingaanwijzers vooraan ......233
Rolschermen ............................... 47
Rugleuning neerklappen .............52
Ruiten ........................................... 43
Rijgedrag en aanhangertips ......212
Rijregelsystemen ........................175
Rijverlichting ........................ 12, 117
S Schakelen ........................... 114, 170
Schakel motor uit ........................114
Scharnierdeuren ........................... 34
Schuifdeuren ............................... 31
Selectieve katalysatorreductie ....165
Selective Ride Control ................176
Service ............................... 154, 268
Service-display .......................... 111
Service-indicatie ........................114
Service-informatie ...................... 268
Sjorogen ...................................... 84
Sleutels ........................................ 22
Sleutels, sloten ............................. 22
Sneeuwkettingen .......................249
Snelheidsbegrenzer ...........118, 182
Snelheidsmeter .......................... 107
SOS ............................................ 131
Spiegelverstelling ..........................9
Sproeiervloeistof ........................223
Startbeveiliging ............................ 40
Starten en bediening ..................156Starthulp gebruiken ...................259
Stoelpositie .................................. 49
Stoelverstelling .............................. 7
Stoelverwarming ........................... 54
Stop/Start-systeem .....................160
Storing ....................................... 172
Storingsindicatielamp ................113
Sturen ......................................... 156
Stuurbedieningsknoppen .............96
Stuurwiel ....................................... 97
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 96
Symbolen ....................................... 4
Systeemcontrole .........................114
T
Tafeltje .......................................... 89
Tanken ....................................... 211
Te laag brandstofpeil .................116
Toerenteller ............................... 109
Trekhaak .................................... 214
Trekken............................... 212, 260
Trekstang.................................... 212
Typeplaatje ................................ 273
U Uitlaatfilter........................... 115, 164
Uitlaatgassen ............................. 164
Uitrol-brandstofafsluiter .............160
Uitstapverlichting .......................140