
Verzorging van de auto2312. Druk op de clips op de lampfittingom deze los te koppelen en trek
de fitting uit de reflector.
3. Haal de lamp uit de fitting door deze eruit te trekken.
4. Plaats een nieuwe lamp in de fitting.
5. Plaats de lampfitting in het huis.
Dagrijlicht met LED's De dagrijlichtmodule onderaan de
bumper is uitgevoerd met led's. Laat
eventueel defecte led's vervangen
door een werkplaats.
Xenonkoplampen
Richtingaanwijzers voor 3 233.
De koplampmodule rechts is afge‐ beeld.
De gloeilamp van het dimlicht zit in de
buitenste kamer ( 2)
De gloeilamp van het grootlicht zit in de binnenste kamer ( 1)
Dimlicht9 Gevaar
Xenonkoplampen werken onder
een extreem hoog voltage. Niet
aanraken. Lampen door een werk‐
plaats laten vervangen.
Grootlicht
1. Verwijder de beschermhoes.

Verzorging van de auto2334. Vervang de lampmodule en klikdeze weer vast aan de stekker.
Let erop dat de lamp en de fitting
een geheel vormen en samen
moeten worden vervangen.
5. Plaats de lampfitting in de licht‐ module door deze rechtsom te
draaien en zet deze vast.
6. Monteer de lamp door de twee bouten vast te draaien.
7. Bevestig en vergrendel de afdek‐ king.
Richtingaanwijzers vooraan De koplampmodule rechts is afge‐
beeld.Het richtingaanwijzerlampje zit in de
binnenste kamer ( 1)
1. Verwijder de beschermhoes.
2. Draai de lampfitting linksom los uit
de reflector.
3. Druk de lamp iets omlaag, draai deze linksom en neem deze uit de
fitting.
4. Plaats een nieuwe lamp door deze rechtsom in de fitting te
draaien.
5. Draai de lampfitting rechtsom in de reflector vast.

236Verzorging van de autoPlatformcabine
1. Draai de vier schroeven uit hetglas.
2. Haal het glas uit de opening.
3. Gloeilamp iets in lamphouder duwen, linksom draaien, verwijde‐
ren en nieuwe gloeilamp plaat‐
sen.
Richtingaanwijzer ( 1)
Remlicht ( 2)
Achterlicht ( 3)
Achteruitrijlicht ( 4)
Mistachterlicht, wellicht aan één
kant ( 5)
4. Breng het glas aan in de opening en draai de vier schroeven weer
erin.Zijrichtingaanwijzers
Demonteer voor het vervangen van
de gloeilamp de lampbehuizing:
1. Schuif de lampbehuizing naar voren en verwijder deze aan de
achterkant. Wellicht is het handig om de lampbehuizing met behulp
van een schroevendraaier uit de carrosserie te wippen. Omwikkel
de punt van de schroevendraaier
met een doekje om lakschade te
voorkomen.

238Verzorging van de auto
5.Verwijder de fitting van de defecte
gloeilamp door deze een kwart‐
slag linksom te draaien.
6. Lamp vervangen.
7. Breng het remlicht compleet aan zoals hierboven beschreven, in
omgekeerde volgorde.
Kentekenverlichting
1. a) auto's met achterklep:
Steek een dunne schroeven‐
draaier bijv. in een van de uitspa‐
ringen van het deksel en druk het
naar buiten om het los te klikken.
Verwijder het deksel.
b) auto's met scharnierdeuren:
Steek een schroevendraaier in
een van de uitsparingen van het
deksel en wip het los. Verwijder
het deksel.

Verzorging van de auto2392. Trek de lamp uit de lamphouderen vervang deze.
3. Bevestig de kap.
Binnenverlichting Laat de volgende verlichting vervan‐
gen door een werkplaats:
● interieurverlichting, leeslampjes
● bagageruimteverlichting
● instrumentenverlichtingElektrisch systeem
Zekeringen Controleren of het opschrift op de
vervangende zekering overeenkomt
met dat op de defecte zekering.
Er zitten twee zekeringendozen in de
auto:
● motorruimte
● instrumentenpaneel
Alvorens een zekering te vervangen,
de desbetreffende schakelaar en de
ontsteking uitschakelen.
Een defecte zekering is te herkennen
aan de doorgebrande smeltdraad.Voorzichtig
Vervang de zekering niet totdat de oorzaak van de storing is verhol‐
pen.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Zekeringtrekker
Achter het deksel van de zekeringen‐kast interieur kan een zekeringtrekker
zitten:
Klik de klep los door deze links- en
dan rechtsboven eraf te trekken.
Maak de klep compleet los en draai
deze om.
De trekker heeft twee zijden; elke
zijde is bestemd voor een bepaald
type zekeringen.

240Verzorging van de auto
Pak de zekering met de zekeringtrek‐ker en trek de zekering eruit.
Zekeringenkast in
motorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Maak het deksel los en verwijder het.
Nr.Stroomkring12Verwarmde sproeierstralen14Voorste en achterste ruitenvloei‐
stofpomp15Radarsysteem voor, elektrische
stuurbekrachtiging17Ingebouwde systeeminterface19VoorruitwissermotorNr.Stroomkring20Voorste en achterste ruitenvloei‐
stofpomp21Koplampsproeierpomp22Claxon23Grootlicht rechts24Grootlicht links
Nadat u de defecte zekering hebt
vervangen, sluit u het deksel van het
zekeringenkastje en vergrendelt u
het.
Wanneer u het deksel van het zeke‐ ringenkastje niet goed sluit, kan een
storing optreden.
Zekeringenkast instrumentenpaneel
De zekeringenkast zit achter een klepin het instrumentenpaneel links.

291Bandenspanningswaarden ........280
Bedieningsorganen ......................96
Bekerhouders .............................. 80
Bekleding .................................... 265
Belading........................................ 52
Beladingsinformatie .....................94
Beslagen lampglazen ................138
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 178
Beveiliging van de auto ................37
Binnenspiegel Achteruitkijkcameradisplay...... 205
Binnenspiegels ............................. 42
Binnenverlichting ...............138, 239
Blindehoeksysteem ....................201
BlueInjection ............................... 165
Bochtverlichting .......................... 136
Bolle vorm .................................... 40
Boordgereedschap .....................243
Boordinformatie .........................126
Brandstofmeter .......................... 109
Brandstof voor dieselmotoren ...210
Buitenspiegels .............................. 40
Buitentemperatuur .....................100
Buitenverlichting .........................133
C Centrale vergrendeling ................25
Claxon ................................... 13, 97
Conformiteitsverklaring ...............282Contactslotstanden ....................156
Controlelampen ..................107, 112
Controle over de auto ................156
Controles .................................... 220
Cruise control ....................117, 178
D
Dagrijlicht ................................... 136
Dagteller .................................... 108
Dak ............................................... 47
Dakbalken..................................... 92 Dakbelasting ................................. 94
Dakdrager .................................... 92
DEF ............................................ 165
Derde remlicht ........................... 237
Diefstalalarmsysteem ..................37
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 226
Dieseluitlaatvloeistof ...................165
Dimlicht ....................................... 117
Dimlicht of grootlicht ...................133
Display van camera ....................205
Dodehoeksysteem ......................118
Driepuntsgordel ........................... 60
Driver Information Center ...........119
Drukverliesdetectiesysteem 116, 247
E Elektrisch bediende ruiten ...........43
Elektrische aansluitingen ...........100
Elektrische schuifdeuren ..............31Elektrische stoelverstelling ..........51
Elektrische verstelling ..................40
Elektrisch systeem...................... 239
Elektronische rijprogramma's ....172
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ..
........................................ 115, 175
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............146
Elektronisch sleutelsysteem .........24
Event Data Recorders (EDR) .....286
F
FlexOrganizer .............................. 84
Frontaal airbagsysteem ...............66
Frontaanrijdingswaarschuwing ...193
G Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..285
Geluidssignalen .........................126
Gereedschap ............................. 243
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gloeilamp vervangen ................228
Gordelverklikker ......................... 112
Gordijnairbagsysteem .................. 67
Grootlicht ........................... 117, 134
Grootlichtassistentie ...........117, 134

294USB-poort................................... 100
Uw autogegevens ..........................3
V Valetmodus................................. 123Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 248
Vaste luchtroosters ....................153
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................59
Veiligheidsnet .............................. 87
Velgen en banden .....................245
Ventilatie ..................................... 150
Ventilatieopeningen ....................152
Vergrendelingssysteem ...............37
Verlichting middenconsole ........140
Verlichtingsfuncties..................... 140
Verlichting zonneklep ................140
Vermoeidheidsdetectie ...............208
Versnellingsbak ........................... 17
Versnellingsbakdisplay ..............170
Verstelbare luchtroosters ........... 152
Verwarmde spiegels ....................41
Verwarming ................................. 54
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 142
Verwerking van sloopauto .........220
Verzorging .................................. 262
Verzorging exterieur ..................262
Verzorging interieur ...................265Vloermatten................................ 265
Voertuigidentificatienummer ......273
Voetgangersbescherming vóór ..197
Voordat u wegrijdt ........................ 18
Voorligger gedetecteerd .............117
Voorruit ......................................... 43
Voorruitverwarming ......................46
Voorstoelen .................................. 49
Voorverwarming ........................115
W
Waarschuwingslichten ................107
Wegverlichting ............................ 141
Werkzaamheden uitvoeren .......220
Wieldoppen ................................ 249
Wiel verwisselen ........................253
Winterbanden ............................ 245
Wis-/wasinstallatie .......................14
Wis- en wasinstallatie achterruit ..99
Wis- en wasinstallatie voorruit .....97
Wisserblad vervangen ...............227
X Xenonkoplampen ......................231
Z
Zaklamp ...................................... 138
Zekeringen ................................. 239 Zekeringenkast in motorruimte ..240
Zekeringenkast instrumentenpaneel ...............240Zitplaatsen achterin .....................55
Zonnekleppen .............................. 47
Zijdelings airbagsysteem .............67
Zijmarkeringslichten.................... 133 Zijrichtingaanwijzers ..................236
Zijschuifdeuren ............................. 31