216InfotainmentsysteemVoicemailboxRadio 15 USB
Wanneer de mobiele telefoon is
verbonden, kunt u voicemailberichten
van de telefoon beluisteren via het
Infotainmentsysteem. Selecteer hier‐
voor het menu Voicemailbox.
NAVI 80 IntelliLink
Om voicemailberichten van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem te beluisteren als de telefoon is verbonden, selecteert u op de start‐
pagina MENU, gevolgd door
g Telefoon en Voicemail . Het systeem
belt de geconfigureerde voicemail‐
box.
Het configuratiescherm verschijnt als
de voicemailbox nog niet is geconfi‐
gureerd. Voer het nummer in op het
numerieke toetsenbord en bevestig
de invoer.Gesprekken ontvangen
Radio 15 USB
Het gesprek aannemen, afhankelijk
van de configuratie van de auto:
● Druk kort op 7 (op de knoppen
op de stuurkolom).
● Selecteer het pictogram 7 op het
display (door aan OK te draaien
en deze in te drukken).
Het gesprek niet aannemen, afhan‐
kelijk van de configuratie van de auto:
● Houd 8 ingedrukt (op de knop‐
pen op de stuurkolom).
● Selecteer het pictogram } op
het display (door aan OK te
draaien en deze in te drukken).
Wanneer een gesprek wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het Infotainmentsysteem. Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven.
Wanneer het nummer niet kan
worden weergegeven, wordt het
bericht Privénummer getoond.NAVI 50 IntelliLink
De oproep aannemen:
● Raak Accepteren /Aanvaarden
aan.
● Druk kort op 7 (op de knoppen
op de stuurkolom).
Het gesprek niet aannemen: ● Raak Weigeren /Afwijzen aan.
● Houd 8 ingedrukt (op de knop‐
pen op de stuurkolom).
Wanneer een gesprek wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het Infotainmentsysteem.
Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven.
Wanneer het nummer niet kan
worden weergegeven, wordt het bericht Onbekend /Onbekend
nummer getoond.
NAVI 80 IntelliLink
De oproep aannemen:
● Raak Opnemen aan.
● Druk kort op 7 (op de knoppen
op de stuurkolom).
Infotainmentsysteem217Het gesprek niet aannemen:● Raak Afwijzen aan.
● Houd 8 ingedrukt (op de knop‐
pen op de stuurkolom).
Wanneer een gesprek wordt ontvan‐
gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het Infotainmentsysteem.
Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat geval de naam weergegeven.
Wanneer het nummer niet kan
worden weergegeven, verschijnt het
bericht Geen beller-id .
Functies tijdens een
telefoongesprek
Radio 15 USB
Naast volumeregeling zijn diverse
functies beschikbaar tijdens een
gesprek, waaronder:
● Gesprek doorschakelen naar de mobiele telefoon.
● Naar het toetsenbord gaan.
● Oproep beëindigen.
Draai aan en druk op OK om te selec‐
teren en te bevestigen.Schakel het gesprek door van het
handsfree-telefoonsysteem naar de
mobiele telefoon door het weergave- item op de mobiele telefoon te selec‐
teren. Sommige mobiele telefoons kunnen ontkoppeld raken van het
handsfree-telefoonsysteem tijdens het overschakelen naar deze modus.
Een nummer kan ook op het nume‐
rieke toetsenbord worden ingevoerd
( 3 203) bijv. om een gespreksserver,
zoals de voicemailbox, te bedienen.
Selecteer het #123 weergave-item
om het numerieke toetsenbord op te roepen. Raadpleeg " Voicemailbox"
voor meer informatie.
Het gesprek beëindigen, afhankelijk
van de configuratie van de auto:
● Druk kort op 8.
● Druk op TEL.
● Selecteer het pictogram } op
het display.NAVI 50 IntelliLink
Naast volumeregeling zijn diverse
functies beschikbaar tijdens een
gesprek, waaronder:
● }: Oproep beëindigen.
● n: Automicrofoon uitschakelen.
● é: Automicrofoon inschakelen.
● m/m 3 : Gesprek doorschakelen
naar mobiele telefoon.
● J3: Gesprek doorschakelen
naar de microfoon en luidspre‐
kers van de auto.
● 7: Teruggaan naar vorige
scherm (bijv. Navigatie of Start‐
pagina).
NAVI 80 IntelliLink
Naast volumeregeling zijn diverse
functies beschikbaar tijdens een
gesprek, waaronder:
● Oproep in de wacht zetten: Raak
< aan (om een pop-upmenu te
openen) en selecteer In de
wacht . Raak Doorgaan aan om
het gesprek te hervatten.
● Gesprek doorschakelen naar mobiele telefoon: Raak < aan
218Infotainmentsysteem(om een pop-upmenu te openen)
en selecteer Handset.
In sommige gevallen wordt de
telefoon tijdens het doorschake‐
len van een oproep losgekoppeld van het Infotainmentsysteem.
● Oproep beëindigen: Raak Oproep beëindigen aan.
● Terug naar vorige menu: Druk op
r .
Telefooninstellingen NAVI 50 IntelliLinkStandaard telefooninstellingen
herstellen
Om te allen tijde naar het instellingen‐ menu te gaan, raakt u 7 aan, gevolgd
door ÿINSTELLING(EN) .
Selecteer Systeem, gevolgd door
Fabrieksinstellingen en Telefoon om
de standaardwaarden van de tele‐
fooninstellingen terug te zetten.
Bevestig de keuze door OK aan te
tikken.Softwareversie weergeven
Om te allen tijde naar het instellingen‐ menu te gaan, raakt u 7 aan, gevolgd
door ÿINSTELLING(EN) .Selecteer Systeem, gevolgd door
Systeemversie om de softwareversie
weer te geven.
NAVI 80 IntelliLink
Tik op de startpagina MENU daarna
g Telefoon aan, gevolgd door
Instellingen .
Maak een keuze uit de volgende
opties:
● Apparaten beheren :
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
"Een mobiele telefoon koppelen"
in het hoofdstuk "Bluetooth-
verbinding" 3 208.
● Geluidsniveaus :
Het gespreksvolume en de
beltoon van het handsfree-tele‐
foonsysteem instellen.
● Voicemail :
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
"Voicemailbox" hierboven.
● Bluetooth activeren :
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
"Bluetooth activeren" in hethoofdstuk "Bluetooth-verbinding" 3 208.
● Telefoongegevens automatisch
downloaden :
Selecteer deze optie door het
vakje ☑ ernaast aan te vinken.
Zodra de mobiele telefoon met
het Infotainmentsysteem is
gekoppeld en/of verbonden,
kunnen de contactlijst en de
gesprekkenlijsten van de
mobiele telefoon naar het hands‐ free-telefoonsysteem worden
gedownload.
Het delen van gegevens moet
eveneens worden toegestaan op
de telefoon. Raadpleeg de bedie‐
ningsinstructies voor de mobiele
telefoon of de netwerkprovider.
Infotainmentsysteem219Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Installatie-instructies en
bedieningsrichtlijnen
De installatie-instructies die eigen zijn aan de auto en de bedieningsrichtlij‐
nen van de mobiele telefoon- en handsfreefabrikant moeten in acht
worden genomen wanneer u een
mobiele telefoon installeert en
bedient. Anders kunt u de voertuigty‐
pegoedkeuring ongeldig maken (EU-
richtlijn 95/54/EC).
Aanbevelingen voor probleemloze
werking:
● professioneel geïnstalleerde buitenantenne om het grootst
mogelijke bereik te verkrijgen
● maximaal zendvermogen tien watt
● installatie van de telefoon op een
daartoe geschikte plek, neem de
relevante opmerking in de
Gebruikershandleiding, hoofd‐
stuk Airbagsysteem , in aanmer‐
kingLaat u informeren over de voorziene montageposities voor de buitenan‐
tenne of de toestelhouder en de
mogelijkheden tot gebruik van
toestellen met een zendvermogen
van meer dan tien watt.
Het gebruik van een handsfree-carkit
zonder buitenantenne voor mobiele
telefoons type GSM 900/1800/1900
en UMTS is alleen toegestaan,
wanneer het maximale zendvermo‐
gen van de mobiele telefoon niet
groter is dan twee watt bij GSM 900
en niet groter is dan één watt bij de
andere types.
Voor veiligheidsredenen mag u geen
telefoon gebruiken terwijl u rijdt. Zelfs het gebruik van een handsfree-tele‐
foon vormt een afleiding tijdens het rijden.9 Waarschuwing
Gebruik van zendapparatuur en
mobiele telefoons die niet aan de
bovenstaande normen voor
mobiele telefoons voldoen en radi‐ o's is alleen toegestaan met een
buitenantenne op de auto.
Voorzichtig
Mobiele telefoons en zendappara‐ tuur kunnen als de voornoemde
aanwijzingen niet in acht worden
genomen bij gebruik in het interi‐
eur zonder buitenantenne aanlei‐
ding geven tot functiestoringen in
de autoelektronica.
244Rijden en bedieningHerstarten van de motor door het
Stop/Start-systeem
Als aan een van de voorwaarden voor een Autostop niet meer wordt
voldaan of als de auto in beweging
komt, wordt de motor mogelijk
opnieuw gestart door het Stop/Start-
systeem.
De motor start mogelijk niet opnieuw als een portier of de motorkap openis.
Als een elektrisch accessoire, bijv.
een draagbare cd-speler op de elek‐
trische aansluiting is aangesloten,
merkt u mogelijk een korte span‐
ningsdaling tijdens het herstarten.
Als het Infotainmentsysteem actief is,
wordt het volume van het audiogeluid mogelijk korte tijd verlaagd of onder‐
broken wanneer opnieuw wordt
gestart.
Storing
Als de led brandt in de deactiverings‐
knop ) zonder eerst te zijn inge‐
drukt om het systeem te deactiveren, is er een storing in het Stop/Start-
systeem en wordt het gedeactiveerd.Een bijbehorend bericht verschijnt
ook op het Driver Information Center
3 106.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Parkeren9 Waarschuwing
● Parkeer de auto niet op een
licht ontvlambaar oppervlak.
Door de hoge temperatuur van
het uitlaatsysteem kan het
oppervlak ontbranden.
● Handrem altijd zonder indruk‐ ken van de ontgrendelingsknopstevig aantrekken. Op een aflo‐
pende of oplopende helling zo
stevig mogelijk. Trap tegelijker‐
tijd het rempedaal in om de
bedieningskracht te verminde‐
ren.
● Zet de motor af.
● Schakel de eerste versnelling in als de auto op een effen
ondergrond of een oplopende
helling. Op een oplopende
helling bovendien de voorwie‐
len van de stoeprand
wegdraaien.
Schakel de achteruitversnelling in als de auto op een aflopende
helling staat. Bovendien de
voorwielen naar de stoeprand
toedraaien.
● Sluit de ruiten.
● Draai de contactsleutel naar de
stand 0 en trek deze eruit.
Stuurwiel verdraaien totdat het
stuurslot merkbaar vergrendelt.
Vergrendelt de auto 3 24 en schakelt
het vergrendelingssysteem 3 37 en
het diefstalalarmsysteem 3 38 in.
Luchtvering Werkt onderweg automatisch. Het
luchtveringssysteem past de
rijhoogte voortdurend aan de belas‐
ting van de auto aan.
302Verzorging van de autoSymboolCircuitaDimlicht links>MistlampenLGrootlicht linksNGrootlicht rechtsuABSKVoorruitwissersQPneumatische wielophan‐
ging
Zekeringenkast
instrumentenpaneel
Achter het bekledingspaneel. Afwer‐
kingspaneel vanaf de bovenkant lostrekken.
Geen voorwerpen achter dit paneel
opbergen.
Bepaalde functies worden mogelijk
door meerdere zekeringen beveiligd.SymboolCircuitSStadslicht rechtsTStadslicht linksxAircoventilator&TachograafÍVoorverwarmenZInfotainmentsysteem/
stoelverwarming/Driver
Information Center/audio‐
aansluitingen/alarmlHandsfree-aansluitingADPExtra aanpassingenPTOPTO (krachtafnemer)UVerwarmde stoelenMElektronische startbeveili‐
gingSymboolCircuitRVoorruitsproeiers,Elektrisch bediende ruiten/
carrosserieregelmodulenVerwarmbare achterruit
rechtsmVerwarmbare achterruit
linksICarrosserieregelmodule/
elektrisch bediende ruiten/ verwarmings- en ventila‐
tiesysteem/airconditioningSTOPRemlichtZCarrosserieregelmoduledInterieurverlichting/
remlichtenuABS / Elektronische stabi‐
liteitsregelingjClaxon0InterieurverlichtingORichtingaanwijzers/
mistachterlicht/carrosse‐
rieregelmoduleUCentrale vergrendeling
336KlantinformatieOhmstrasse 4, 85716 Unterschleiss‐
heim, Germany
Bedrijfsfrequentie: 125 kHz
Maximaal vermogen:
42 dBμA/m @ 10 m
Infotainmentsysteem NAVI 80
IntelliLink
TomTom Int’l BV
De Ruijterkade 154, 1011 AC Amster‐ dam, The Netherlands
Frequentiebereik:
2400 – 2483,5 MHz
Maximaal vermogen: 100 mW EIRP
Infotainmentsysteem NAVI 50
IntelliLink
LG Electronics
LG Electronics European Shared
Service Center B.V., Krijgsman 1,
1186 DM Amstelveen, The Nether‐
lands
Bedrijfsfrequentie: 2,4 GHz
Maximaal vermogen: 100 mW EIRP
Infotainmentsysteem Radio 15
Visteon Electronics04 Rue Nelson Mandela, Zone Indu‐
strielle Borj Cedria, 2055 Bir El Bey,
Tunisia
Bedrijfsfrequentie:
2400 – 2483,5 MHz
Maximaal vermogen: 100 mW EIRP
Ontvanger bediening op afstand
parkeerverwarming
Eberspaecher Climate Control
Systems GmbH & Co. KG
Eberspaecherstrasse 24, 73730
Esslingen, Germany
Bedrijfsfrequentie: n.v.t.
Maximum uitgangsvermogen: n.v.t.
Zender bediening op afstand
parkeerverwarming
Eberspaecher Climate Control
Systems GmbH & Co. KG
Eberspaecherstrasse 24, 73730
Esslingen, Germany
Bedrijfsfrequentie: 434,6 MHz
Maximaal vermogen: 10dBm
Regelmodule telematica
Continental Automotive1 Rue de Clairefontaine, 78120
Rambouillet, France
Bedrijfsfrequentie:
2400 – 2483,5 MHz
Maximaal vermogen: 100 mW EIRP
Telematicadisplay
MASTERNAUT INTERNATIONAL
4 rue Charles Cros 27400 Louviers,
FranceBedrijfsfre‐
quentie (MHz)Maximum
uitgangsver‐
mogen (dBm)900 MHz33 dBm1800 MHz30 dBm
Ontvanger bandenspanningscontrole
Schrader Electronics
Trooperslane Industrial Estate, 2 Meadowbank Rd, Carrickfergus
BT38 8YF, United Kingdom
Bedrijfsfrequentie: n.v.t.
Maximum uitgangsvermogen: n.v.t.
Bandenspanningssensoren
Schrader Electronics
Klantinformatie339REACH
Registration, Evaluation, Authorisa‐
tion and Restriction of Chemicals (REACH) is een bepaling van de
Europese Unie die is aangenomen
om de menselijke gezondheid en het
milieu beter te beschermen tegen de
gevaren die door de chemicaliën
kunnen worden veroorzaakt. Ga naar www.opel.com/reach voor meer infor‐ matie en voor toegang tot Artikel 33.
Gedeponeerde handelsmerkenApple Inc.
Apple CarPlay™ is een handelsmerk
van Apple Inc.
App Store ®
en iTunes Store ®
zijn
gedeponeerde handelsmerken van
Apple Inc.
iPhone ®
, iPod ®
, iPod touch ®
, iPod
nano ®
, iPad ®
en Siri ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van Apple
Inc.Bluetooth SIG, Inc.
Bluetooth ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.DivX, LLC
DivX ®
en DivX Certified ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van DivX,
LLC.EnGIS Technologies, Inc.
BringGo ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van EnGIS Technolo‐
gies, Inc.Google Inc.
Android™ en Google Play™ Store
zijn handelsmerken van Google Inc.Stitcher Inc.
Stitcher™ is een handelsmerk van
Stitcher, Inc.Verband der Automobilindustrie e.V.
AdBlue ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van de VDA.Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders(EDR)
Er zijn elektronische regeleenheden
in uw auto gemonteerd. Regeleenhe‐ den verwerken gegeven die, bijvoor‐
beeld, afkomstig zijn van autosenso‐
ren of die de regeleenheden zelf
aanmaken of onderling uitwisselen.
Sommige regeleenheden zijn vereist
voor een veilige werking van uw auto,
andere bieden ondersteuning tijdens
het rijden (bestuurdersondersteu‐
ningssystemen) of verzorgen
comfort- of infotainmentfuncties.
Hieronder volgt algemene informatie
over gegevensverwerking in de auto.
U vindt extra informatie over welke
specifieke gegevens worden
geüpload, opgeslagen en doorgege‐
ven aan derden en voor welke doel‐
einden in uw auto onder het trefwoord
Gegevensbescherming gekoppeld
aan de verwijzingen voor de desbe‐
treffende functionele eigenschappen
in de desbetreffende