Page 33 of 93
Inleiding....................................... 34
Basisbediening ............................ 42
Radio ........................................... 49
Externe apparaten .......................56
Navigatie ...................................... 64
Spraakherkenning ........................80
Telefoon ....................................... 81
Trefwoordenlijst ........................... 90Multimedia Navi
Page 34 of 93

34InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............34
Antidiefstalfunctie ......................... 35
Overzicht bedieningselementen ..36
Gebruik ........................................ 39Algemene aanwijzingen
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en accessoires moge‐
lijk niet voor deze auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
9 Waarschuwing
In sommige gebieden staan
eenrichtingsstraten en andere
wegen en inritten (bijv. voetgan‐
gersgebieden) met een inrijverbod zijn niet op de kaart gemarkeerd.
In dergelijke gebieden geeft het
Infotainmentsysteem mogelijk een waarschuwing die geaccepteerd
moet worden. In dergelijke gebie‐
den is het zaak om goed op
eenrichtingsstraten en andere
wegen en inritten met een inrijver‐ bod zijn te letten.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Page 35 of 93
Inleiding35AntidiefstalfunctieHet Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐
teem dat het systeem tegen diefstal
beveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in de auto
werkt en daarom voor een eventuele dief waardeloos is.
Page 36 of 93
36InleidingOverzicht bedieningselementenBedieningspaneel
Page 37 of 93

Inleiding371Info-Display / startscherm .....42
2 Beginmenu ............................ 42
Knoppen op het scherm
voor toegang tot:
Audio : audiofuncties
Gallery : afbeeldings- en
filmfuncties
Telefoon : mobiele-
telefoonfuncties
Weergave : telefoonweergave
of Nav : BringGo ®
app
Navigation : geïntegreerde
navigatie
Instellingen : systeeminstellingen
3 Tijd-, datum- en tempera‐
tuuraanduiding ......................46
4 w
Kort indrukken:
telefoonmenu openen ...........84of telefoonweergave‐
functie openen (indien
geactiveerd) .......................... 62
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................... 80
5 e
Kort indrukken: naar de
volgende zender gaan
wanneer de radio actief is .....49
of naar het volgende
nummer gaan wanneer
externe apparaten actief
zijn ......................................... 58
Lang indrukken: omhoog
zoeken wanneer de radio
actief is .................................. 49
of snel vooruit als externe
apparaten actief zijn ..............58
6 )
Kort indrukken: Infotain‐
mentsysteem inschakelen
indien uitgeschakeld .............39
of systeem onderdrukken
indien ingeschakeld .............39Lang indrukken: Infotain‐
mentsysteem uitschakelen ...39
Draaien: volume
aanpassen ............................ 39
7 d
Kort indrukken: ga naar de vorige zender wanneer de
radio actief is ......................... 49
of ga naar het vorige
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ..............58
Lang indrukken: omlaag
zoeken wanneer de radio
actief is .................................. 49
of snel achteruit als
externe apparaten actief
zijn ......................................... 58
8 !
Kort indrukken: het
startscherm weergeven ......... 39
Lang indrukken: telefoon‐
weergavefunctie openen
(indien geactiveerd) ..............62
Page 38 of 93
38InleidingAfstandsbediening op stuurwiel
YKort drukken:
telefoongesprek aannemen
of actieve spraakherkenning
of een instructie
onderbreken en direct een
spraakcommando geven
7 Indrukken: oproep
beëindigen / weigeren
of spraakherkenning
uitschakelen
of mute (stiltefunctie) van
de audiobron activeren /
deactiveren
L
M Radio: indrukken om
volgende/vorige favoriet of zender te selecteren
Media: druk om volgende / vorige nummer te kiezen
Y Omhoog: volume harder zetten
Z Omlaag: volume zachter zetten
Page 39 of 93

Inleiding39GebruikBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een aanraakscherm en op het
display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het Info‐
tainmentsysteem 3 36
● het aanraakscherm 3 42
● de stuurbedieningsknoppen 3 36
● de spraakherkenning 3 80
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kort op ) om het systeem in te
schakelen. Na het inschakelen wordt
de laatst geselecteerde Infotainment‐ bron actief.
Druk lang op ) om het systeem uit te
schakelen.Automatisch uitschakelen
Als u het Infotainmentsysteem
inschakelt met een druk op ) terwijl
het contact uitstaat, dan schakelt het
systeem na 10 minuten automatisch
weer uit.
Volume instellen
Draai ). De actuele instelling wordt
weergegeven op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt. Voor een
gedetailleerde beschrijving 3 45.
Automatische volumeregeling
Na inschakeling van het volume met
snelheidscompensatie 3 45 wordt
het volume automatisch zodanig
aangepast dat u onderweg geen
geluid van het wegdek of van de
rijwind hoort.
Mute
Druk op ) om het geluid van het Info‐
tainmentsysteem te onderdrukken.Druk nogmaals op ) om de stilte‐
functie te annuleren. Het laatst gese‐
lecteerde volume wordt weer inge‐
steld.
Bedieningsmodi Druk op ! om het startscherm weer
te geven.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de werking van het menu
via het aanraakscherm 3 42.
Audio
Selecteer Audio op het scherm om
het hoofdmenu van de laatst geselec‐ teerde audiomodus te openen.
Selecteer Bron op het scherm om de
interactieve selectiebalk weer te
geven.
Page 40 of 93

40Inleiding
Om naar een andere audiomodus te
gaan, drukt u op een van de opties van de interactieve selectiebalk.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● radiofuncties 3 49
● externe apparaten 3 58
Gallery
Selecteer Gallery om het afbeeldin‐
gen- en filmmenu te openen voor de
opgeslagen bestanden van een
extern apparaat, zoals een USB-
apparaat of smartphone.
Selecteer - of m om het afbeeldin‐
gen- of filmmenu weer te geven. Selecteer de gewenste afbeelding of
het filmbestand voor weergave op het display.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● afbeeldingsfuncties 3 59
● filmfuncties 3 61
Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding zijn gemaakt tussen het Infotainmentsys‐
teem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het Infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 81.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
selecteer dan Telefoon om het hoofd‐
menu weer te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 84.