134Rijden en bedieningkorte tijd met matige snelheid en laag
motortoerental verder worden gere‐
den.
AdBlue
Algemene informatie
Selectieve katalysatorreductie
(BlueInjection) is een methode voor het aanzienlijk terugbrengen van het
aandeel stikstofoxide in de uitstoot
van uitlaatgassen. Dit wordt bewerk‐
stelligd door het inspuiten van een
dieseluitlaatvloeistof (DEF) in het uitlaatsysteem. De uit de vloeistoffen
vrijkomende ammoniak reageert met
nitreuze gassen (NO x) uit de uitlaat en
zet deze om in stikstof en water.
De naam van deze vloeistof is
AdBlue ®
. Het is een niet-giftige, niet-
ontvlambare, kleur- en geurloze vloei‐
stof die uit 32% ureum en 68% water
bestaat.9 Waarschuwing
Voorkom dat er AdBlue in uw ogen
of op uw huid komt.
Bij contact met de ogen of de huid
met water uitspoelen.
Voorzichtig
Voorkom dat er AdBlue op het lakwerk komt.
Bij contact met water afspoelen.
AdBlue bevriest bij een temperatuur
van ongeveer -11 °C. Aangezien de
auto is uitgevoerd met een AdBlue-
voorverwarmer, is er ook bij lage
temperaturen minder uitstoot. De
AdBlue-voorverwarmer werkt auto‐
matisch.
Let op
Bevroren en weer vloeibaar gewor‐
den AdBlue is zonder kwaliteitsver‐
liezen bruikbaar.
Peilwaarschuwingen
Het AdBlue-verbruik bedraagt zo'n
1,5 l per 1000 km. Het verbruik kan
hoger uitvallen afhankelijk van het
rijgedrag (bij een zware belading of
het trekken van een aanhanger).
Afhankelijk van de berekende actie‐
radius van de AdBlue verschijnen er
verschillende berichten op het Driver
Information Center. De berichten en
de beperkingen zijn wettelijk vereist.
De eerste waarschuwing verschijnt bij
een AdBlue-actieradius kleiner dan
2400 km, verschijnt daarna iedere
start opnieuw en telkens wanneer de actieradius is gereduceerd met
300 km:
AdBlue bijvullen: Starten onmogelijk over 2400 km
Bovendien brandt het lampje Y
continu en klinkt er bij elk hernieuwd
bericht een geluidssignaal.
Bij een AdBlue-actieradius kleiner
dan 600 km verschijnt het volgende
waarschuwingsbericht, dat vervol‐
gens bij elke hernieuwde start terug‐
keert en bij iedere reductie van de
actieradius van 20 km:
Rijden en bediening135AdBlue bijvullen: Starten onmogelijk
over 600 km
Bovendien knippert het lampje Y
continu en klinkt er bij elk hernieuwd
bericht een geluidssignaal.
Let op
Bij een hoog AdBlue-verbruik kan
deze waarschuwing zonder de voor‐
afgaande waarschuwingsstadia op
het Driver Information Center
verschijnen.
Het laatste waarschuwingsniveau
wordt bereikt wanneer de AdBlue-
tank leeg is. Opnieuw starten van de
motor is niet mogelijk. Het volgende
waarschuwingsbericht verschijnt en
kan niet worden weggedrukt:
AdBlue bijvullen: Starten onmogelijk
Bovendien knippert het controle‐
lampje Y continu en de motor kan niet
worden herstart, voordat er minstens
5 l AdBlue is bijgevuld.Waarschuwingen m.b.t. hoge
uitstoot
Als de uitstoot van uitlaatgassen tot
boven een bepaalde waarde stijgt,
worden waarschuwingen weergege‐
ven op het Driver Information Center.
Er worden verzoeken om het uitlaat‐
systeem te laten nakijken en ten
slotte de aankondiging om opnieuw
starten van de motor te voorkomen
weergegeven. Deze beperkingen zijn wettelijk vereist.
Roep de hulp in van een werkplaats.
AdBlue bijvullenVoorzichtig
Gebruik alleen AdBlue die aan de
Europese normen DIN 70 070 en
ISO 22241-1 voldoet.
Gebruik geen additieven.
Verdun AdBlue niet.
Anders kan het systeem voor
selectieve katalysatorreductie
beschadigd raken.
Let op
Gebruik wanneer er op een pomp‐ station geen pomp met een vulpis‐
tool voor personenauto's beschik‐
baar is alleen AdBlue-flessen of -
jerrycans met een afgedichte tank‐
adapter om bij te tanken, om terug‐
spatten en morsen te voorkomen en
om ervoor te zorgen dat de dampen uit de tank worden opgenomen en
niet eruit stromen. AdBlue in flessen
of jerrycans is verkrijgbaar bij veel
pompstations en is te koop bij bijv. Opel dealers en andere detailhan‐
delaars.
Controleer vóór het bijtanken van
AdBlue de houdbaarheidsdatum
ervan, omdat het maar beperkt
meegaat.
Let op
Vul de AdBlue-tank zoveel dat er
minstens 5 l in zit om ervoor te
zorgen dat het nieuwe AdBlue-peil
wordt geregistreerd.
Als het systeem het bijtanken van
AdBlue niet detecteert:
136Rijden en bediening1. Rijd gelijkmatig gedurende10 min. en zorg daarbij dat de
rijsnelheid hoger is dan 20 km/h.
2. Als het systeem detecteert dat er
AdBlue bijgetankt is, verdwijnen
de actieradiuswaarschuwingen
of -beperkingen i.v.m. AdBlue.
Roep de hulp van een werkplaats in
als het systeem nog steeds niet
detecteert dat er AdBlue bijgetankt
is.
Bij het bijtanken van AdBlue bij
temperaturen van minder dan
-11 °C wordt dit wellicht niet door het systeem gedetecteerd. Parkeer de
auto in dat geval op een locatie met
een hogere buitentemperatuur
totdat de AdBlue weer vloeibaar wordt.
Let op
Bij het losschroeven van de tankdop
van de vulpijp kunnen er ammoniak‐
dampen vrijkomen. Adem deze
dampen niet in, omdat ze scherp
geuren. Eventueel ingeademde
dampen zijn onschadelijk.
Het wordt geadviseerd om de
AdBlue-tank helemaal vol te tanken.Zet de auto op een vlakke onder‐
grond.
De vulopening voor AdBlue zit achter
de tankvulklep, linksachter op de
auto.
De tankvulklep kan alleen bij een
ontgrendelde auto worden geopend.
1. Contact uitschakelen.
2. Sluit alle portieren om ammonia‐ dampen in het interieur te voorko‐men.
3. Ontgrendel de tankvulklep door tegen de klep te duwen 3 172.
4. Schroef de beschermdop los van
de vulpijphals.
5. Open de AdBlue-jerrycan.
6. Sluit een uiteinde van de slang aan op de jerrycan en schroef het
andere uiteinde op de vulpijp.
7. Til de jerrycan op tot deze leeg is of totdat er niets meer uit de jerry‐
can stroomt. Dit kan zo'n
5 minuten duren.
8. Zet de verpakking op de grond om
de slang te laten leeglopen, wacht15 seconden.
9. Schroef de slang van de vulpijp.
10. Breng de tankdop aan en schroef deze rechtsom vast.
Let op
Voer de AdBlue-jerrycan volgens de
lokale milieuregels af. De slang kan
worden hergebruikt na doorspoelen
met water voordat de AdBlue
opdroogt.
226Service en onderhoudconcentratie het gehele jaar in stand
houden. Extra koelvloeistofadditie‐
ven die bedoeld zijn om extra corro‐
siebestendigheid te bieden of om
kleine lekken te dichten kunnen func‐
tiestoringen veroorzaken. Aanspra‐
kelijkheid voor eventuele gevolgen
van het gebruik van extra koelvloei‐ stofadditieven wordt niet aanvaard.
Sproeiervloeistof
Gebruik uitsluitend voor de auto
goedgekeurde sproeiervloeistof om
schade aan wisserbladen, lakwerk,
kunststof en rubberen onderdelen te voorkomen. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
RemvloeistofRemvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven
interval worden ververst.AdBlue
Gebruik AdBlue alleen voor het terug‐
brengen van het aandeel stikstof‐
oxide in de uitstoot van uitlaatgassen 3 134.
234Technische gegevensInhouden
MotorolieMotorD12xE / F12xED12xHL / F12xHL
D12xHT / F12xHTD15DT
A16DT / Z16DTD15DTH
F15DTHinclusief filter [l]3,253,53,753,95tussen MIN en MAX [l]1,01,01,01,6
Brandstoftank
Benzine / diesel, tankinhoud [I]45
AdBlue-tank
AdBlue, tankinhoud [I]14,8
238KlantinformatieSoftware-update
Het Infotainmentsysteem kan gese‐
lecteerde software-updates via een
draadloze verbinding downloaden en
installeren.
Let op
De beschikbaarheid van deze
draadloze boordsoftware-updates
varieert per auto en land. Ga voor
meer informatie naar onze website.
Internetverbinding
Voor het draadloos downloaden van
boordsoftware hebt u internetconnec‐
tiviteit nodig, via een met wachtwoord beveiligde Wi-Fi Hotspot, bijv. via eenmobiele telefoon.
Raadpleeg voor het verbinden van
het Infotainmentsysteem met een
hotspot de handleiding Infotainment.
Updates
Het systeem vraagt u bepaalde upda‐ tes te downloaden en te installeren.
Er is ook een optie om handmatig op
updates te controleren.Selecteer om handmatig te controle‐
ren op updates Instellingen op het
beginscherm, Software-informatie en
dan Systeemupdate . Volg de aanwij‐
zingen op het scherm.
Let op
De stappen voor het downloaden en installeren van updates kunnen per
auto variëren.
Let op
Tijdens het installeren werkt de auto
mogelijk niet.
Gedeponeerde handelsmerkenApple Inc.
Apple CarPlay™ is een handelsmerk
van Apple Inc.
App Store ®
en iTunes Store ®
zijn
gedeponeerde handelsmerken van
Apple Inc.
iPhone ®
, iPod ®
, iPod touch ®
, iPod
nano ®
, iPad ®
en Siri ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van Apple
Inc.Bluetooth SIG, Inc.
Bluetooth ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.DivX, LLC
DivX ®
en DivX Certified ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van DivX,
LLC.EnGIS Technologies, Inc.
BringGo ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van EnGIS Technolo‐
gies, Inc.Google Inc.
Android™ en Google Play™ Store
zijn handelsmerken van Google Inc.Stitcher Inc.
Stitcher™ is een handelsmerk van
Stitcher, Inc.Velcro Companies
Velcro ®
is een gedeponeerd handels‐
merk van Velcro Companies.Verband der Automobilindustrie e.V.
AdBlue ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van de VDA.
244TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 126
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............225, 229
Aanduidingen op banden ..........201
Aanhanger trekken ....................175
Aansteker .................................... 78
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 180
Accu ........................................... 185
Achterlichten .............................. 191
Achterruitverwarming ................... 38
Achteruitkijkcamera ...................166
Achteruitrijlicht ............................ 191
Achteruitrijlichten .......................110
Actief noodstopsysteem ...............90
Actieve noodrem......................... 151 AdBlue .......................... 88, 134, 234
Afmetingen auto ........................233
Airbag deactiveren ....................... 54
Airbag-deactivering ...................... 85
Airbag en gordelspanners ...........85
Airbaglabel.................................... 49
Airbagsysteem ............................. 49
Airconditioning ........................... 114
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 123
Alarmknipperlichten ...................108
Algemene informatie .................. 174Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 125
Andere auto slepen ...................217
Antiblokkeersysteem .................141
Antiblokkeersysteem (ABS) .........87
Armsteun .......................... 44, 46, 64
Asbakken ..................................... 78
Autogegevens ............................ 229
Automatische botsingsmelding (ACN) ...................................... 102
Automatische dimfunctie .............35
Automatische verlichting ............ 105
Automatische versnellingsbak ...137
Automatisch vergrendelen ...........28
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 216
Auto stallen ................................. 180
Autostop ............................... 89, 129
B Bagageruimte ........................ 29, 64
Bagageruimte-afdekking .............66
Bandenreparatieset ...................205
Bandenspanning .......................201
Bandenspanningswaarden ........235
Bedieningsorganen ......................72
Bekerhouders .............................. 63
Bekleding .................................... 220
Beladingsinformatie .....................70
Beslagen lampglazen ................110
245Bestuurdersondersteuningssys‐temen ...................................... 144
Beveiliging van de auto ................30
Binnenspiegels ............................. 35
Blindehoeksysteem ....................162
BlueInjection ............................... 134
Bochtverlichting .......................... 107
Bolle vorm .................................... 33
Boordgereedschap .....................200
Boordinformatie ........................... 97
Brandstof .................................... 171
Brandstofmeter ............................ 82
Brandstoftank ............................. 234
Brandstof voor benzinemotoren 171
Brandstof voor dieselmotoren ...171
Buitenspiegels .............................. 33
Buitenspiegelverwarming ............34
Buitentemperatuur .......................75
Buitenverlichting .........................104
C Centrale vergrendeling ................23
Claxon ................................... 13, 73
Conformiteitsverklaring ...............236
Contactslotstanden ....................126
Controlelampen ............................ 84
Controlelampjes............................ 81
Controle over de auto ................125
Controles .................................... 181
Cruisecontrol ....................... 90, 144D
Dagrijlicht ................................... 107
Dagteller ...................................... 81
Dak ............................................... 39
Dakbelasting ................................. 70
Dakdrager .................................... 69
DEF ............................................ 134
Diefstalalarmsysteem ..................31
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 186
Dieseluitlaatvloeistof ...................134
Dimlicht ......................................... 90
Dimlicht of groot licht ..................104
Dodehoeksysteem ........................90
Doorlaadluik.................................. 64
Driepuntsgordel ........................... 47
Driver Information Center .............91
Drukverliesdetectiesysteem ....... 202
E Eerste hulp ................................... 68
Elektrisch bediende ruiten ...........36
Elektrische aansluitingen .............76
Elektrische verstelling ..................33
Elektrisch systeem...................... 196
Elektronische hulpsystemen bij het rijden ................................. 142
Elektronische rijprogramma's ....138Elektronische stabiliteitsregeling
en Traction Control-systeem ..
.......................................... 87, 142
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem uit 88
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............117
Elektronisch sleutelsysteem .........22
Event Data Recorders (EDR) .....239
F
Frontaal airbagsysteem ...............53
Frontaanrijdingswaarschuwing ...149
G Geavanceerde parkeerhulp ........158
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..238
Geluidssignalen ........................... 98
Gereedschap ............................. 200
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................68
Gloeilamp vervangen ................187
Gordels ......................................... 46
Gordelverklikker ........................... 85
Gordijnairbagsysteem .................. 54
Groot licht ............................ 90, 105
Grootlichtassistentie .............90, 106