Page 50 of 251
48Stoelen, veiligheidssystemen
Loszittende kleding belemmert het
strak trekken van de veiligheidsgor‐
del. Geen voorwerpen zoals handtas‐
sen of mobiele telefoons tussen de
veiligheidsgordel en uw lichaam
leggen.
9 Waarschuwing
De veiligheidsgordel mag niet
tegen harde of breekbare voor‐
werpen in de zakken van uw
kleding rusten.
Gordelverklikker X 3 85.
Losmaken
Om de veiligheidsgordel los te
maken, de rode knop van het veilig‐
heidsgordelslot indrukken.
Veiligheidsgordel midden op de
derde zitrij
De middelste zitplaats is uitgerust met een driepuntsgordel.
Trek de slottongen met de veilig‐
heidsgordel uit de veiligheidsgordel‐
houder aan het dak.
Page 78 of 251

76Instrumenten en bedieningsorganen9Waarschuwing
Ook bij een aanduiding van enkele
graden boven 0 °C kan het
wegdek al beijzeld zijn.
Klok
Datum en tijd verschijnen op het
Info-Display 3 94.
Datum en tijd instellen, zie handlei‐
ding Infotainment.
Elektrische aansluitingen
Er zit een 12V-aansluiting in de
middenconsole.
Er zit nog een elektrische aansluiting
in de console tussen de voorstoelen.
Het maximaal opgenomen vermogen mag niet meer bedragen dan 120 W.
Wanneer het contact is uitgescha‐
keld, is de aansluiting gedeactiveerd.
De aansluiting wordt ook gedeacti‐
veerd wanneer de accuspanning laag
is.
Aangesloten elektrische accessoires moeten wat betreft de elektromagne‐
tische compatibiliteit voldoen aan de DIN-norm VDE 40 839.
Sluit geen accessoires aan die
stroom leveren, zoals laders of
accu's.
Beschadig aansluitingen niet door het gebruik van ongeschikte stekkers.
Stop/Start-systeem 3 129.
USB-laadpoort
Er is/zijn één of twee USB-poort(en)
voorbereid voor het opladen van
apparaten.
Wanneer er twee USB-poorten
beschikbaar zijn, kunt u de bovenste
USB-poort gebruiken voor aansluiting van een telefoon voor telefoonprojec‐
tie.
Page 79 of 251

Instrumenten en bedieningsorganen77Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon
en droog.
Raadpleeg voor USB-poorten en tele‐
foonprojectie de handleiding Infotain‐ ment.
Inductief opladen9 Waarschuwing
Inductief opladen kan de werking
van geïmplanteerde pacemakers
of andere medische apparaten
nadelig kunnen beïnvloeden.
Raadpleeg vóór gebruik van een
inductieve oplader zo nodig een
arts.
9 Waarschuwing
Neem vóór het opladen van een
mobiel apparaat alle metalen
voorwerpen van de oplader,
omdat deze voorwerpen zeer heet
kunnen worden.
Een mobiel toestel opladen:
1. Haal alle voorwerpen van de opla‐
der.
2. Leg het mobiele apparaat met het
display omhoog op de oplader.
3. Led brandt groen wanneer mobiel
apparaat wordt opgeladen.
Om in de oplader te kunnen passen
mag het mobiele toestel niet meer
dan 7 cm bij 15 cm meten.
Met PMA of Qi compatibele mobiele
toestellen kunnen inductief worden
opgeladen.
Voor het inductief opladen van
bepaalde mobiele apparaten is
mogelijk een slede met een geïnte‐
greerde spoel of een aansluiting
vereist.
Een beschermcover voor het mobiele
apparaat kan het inductief opladen bemoeilijken.
Led brandt geel wanneer ● metalen voorwerpen gedetec‐ teerd in het oplaadgebied
● mobiel apparaat niet goed is geplaatst.
Als het mobiele apparaat niet goed
oplaadt:
1. Haal het mobiele apparaat van de
oplader.
2. Draai het mobiele apparaat 180°.
3. Wacht nadat de led is gedoofd 3 seconden en plaats de mobiele
telefoon weer op de oplader.
Page 240 of 251

238KlantinformatieSoftware-update
Het Infotainmentsysteem kan gese‐
lecteerde software-updates via een
draadloze verbinding downloaden en
installeren.
Let op
De beschikbaarheid van deze
draadloze boordsoftware-updates
varieert per auto en land. Ga voor
meer informatie naar onze website.
Internetverbinding
Voor het draadloos downloaden van
boordsoftware hebt u internetconnec‐
tiviteit nodig, via een met wachtwoord beveiligde Wi-Fi Hotspot, bijv. via eenmobiele telefoon.
Raadpleeg voor het verbinden van
het Infotainmentsysteem met een
hotspot de handleiding Infotainment.
Updates
Het systeem vraagt u bepaalde upda‐ tes te downloaden en te installeren.
Er is ook een optie om handmatig op
updates te controleren.Selecteer om handmatig te controle‐
ren op updates Instellingen op het
beginscherm, Software-informatie en
dan Systeemupdate . Volg de aanwij‐
zingen op het scherm.
Let op
De stappen voor het downloaden en installeren van updates kunnen per
auto variëren.
Let op
Tijdens het installeren werkt de auto
mogelijk niet.
Gedeponeerde handelsmerkenApple Inc.
Apple CarPlay™ is een handelsmerk
van Apple Inc.
App Store ®
en iTunes Store ®
zijn
gedeponeerde handelsmerken van
Apple Inc.
iPhone ®
, iPod ®
, iPod touch ®
, iPod
nano ®
, iPad ®
en Siri ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van Apple
Inc.Bluetooth SIG, Inc.
Bluetooth ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.DivX, LLC
DivX ®
en DivX Certified ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van DivX,
LLC.EnGIS Technologies, Inc.
BringGo ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van EnGIS Technolo‐
gies, Inc.Google Inc.
Android™ en Google Play™ Store
zijn handelsmerken van Google Inc.Stitcher Inc.
Stitcher™ is een handelsmerk van
Stitcher, Inc.Velcro Companies
Velcro ®
is een gedeponeerd handels‐
merk van Velcro Companies.Verband der Automobilindustrie e.V.
AdBlue ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van de VDA.