24Sleutels, portieren en ruiten2. Steek het sleutelblad ongeveer 6mm in de behuizing en verdraai desleutel om de behuizing te
openen. Als u het sleutelblad
dieper plaatst, kan de behuizing
beschadigd raken.
3. Verwijder de batterij en vervang deze. Gebruik een CR2032 of een
equivalente batterij. Let op de
installatiepositie.
4. Sluit de behuizing en plaats het sleutelblad.
Elektronische sleutel
synchroniseren
De elektronische sleutel synchroni‐ seert zichzelf automatisch bij elke
startprocedure.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet kan
worden vergrendeld of ontgrendeld of als de motor niet kan worden gestart,
kan dit de volgende oorzaken
hebben:
● Storing in elektronische sleutel.
● De elektronische sleutel is buiten
ontvangstbereik.● De accuspanning is te laag.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Om de storing te verhelpen, de positie van de elektronische sleutel verande‐
ren.
Handmatig ontgrendelen 3 25.
Opgeslagen instellingen
Bij uitschakeling van het contact
worden bepaalde functie-instellingen mogelijk automatisch door de hand‐
zender opgeslagen:
● automatische klimaatregeling
● verlichting
● Infotainmentsysteem
● centrale vergrendeling
● comfortinstellingenDe opgeslagen instellingen in het
geheugen van de handzender
3 158 of elektronische sleutel 3 22
worden automatisch toegepast
wanneer het contact de volgende
keer wordt ingeschakeld.
Voorwaarde is wel dat Personalisatie
door bestuurder is geactiveerd in de
persoonlijke instellingen van het
Info-Display. Dit moet worden inge‐
steld voor elke handzender of elek‐
tronische sleutel die wordt gebruikt.
De gewijzigde status is pas beschik‐
baar nadat de auto is vergrendeld en
ontgrendeld.
De elektrisch bediende stoelen
nemen automatisch de in het geheu‐
gen opgeslagen stand in bij inscha‐
keling van het contact en bij activering
van Automatisch oproepen
geheugen op het Info-Display voor de
opgeslagen handzender of elektroni‐ sche sleutel.
Elektrisch verstelbare stoel 3 53.
Persoonlijke instellingen 3 127.
Instrumenten en bedieningsorganen95Bedieningsorganen
Stuurwielverstelling
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Stuurbedieningsknoppen
De cruisecontrol en snelheidsbegren‐
zer zijn te bedienen via de knoppen
links op het stuurwiel.
De frontaanrijdingswaarschuwing is
ook in te stellen met de knoppen links op het stuurwiel.
Het Infotainmentsysteem is via de
knoppen op het stuurwiel te bedie‐
nen.
Bestuurdersondersteuningssyste‐
men 3 183.
Meer informatie staat in de handlei‐ ding van het infotainment-systeem.
Verwarmd stuurwiel
Druk op * om verwarming te active‐
ren. De activering wordt aangeduid
door de led in de knop.
Instrumenten en bedieningsorganen101Als u Uit - handmatig selecteert, kunt
u de uren en minuten instellen met
n en o.
Tik op 12-24 u rechts op het scherm
om een tijdmodus te selecteren.
Als de 12-uurs modus wordt geselec‐
teerd, verschijnt er een derde kolom
voor AM of PM. Selecteer de gewen‐
ste optie.
Datum instellen
Selecteer Datum instellen om het
desbetreffende submenu te openen.
Let op
Is de datum automatisch geregeld,
dan is deze menu-optie niet beschik‐ baar.
Selecteer Auto inst. onder in het
scherm. Activeer Aan - RDS of Uit -
handmatig .
Als u Uit - handmatig selecteert, kunt
u de datum met n en o instellen.
Klokweergave
Selecteer Weergave klok om het
desbetreffende submenu te openen.
Selecteer Uit om de digitale klokweer‐
gave in de menu's uit te schakelen.Elektrische aansluitingen
Er zit een 12V-aansluiting in de
middenconsole. Wanneer het contact is uitgeschakeld, is deze aansluiting
gedeactiveerd.
Het maximaal opgenomen vermogen
mag niet meer bedragen dan 120 W.
Aangesloten elektrische accessoires
moeten wat betreft de elektromagne‐
tische compatibiliteit voldoen aan de
DIN-norm VDE 40 839.
Sluit geen accessoires aan die
stroom leveren, zoals laders of
accu's.
Beschadig aansluitingen niet door het gebruik van ongeschikte stekkers.
Stop/Start-systeem 3 163.
USB-poort
Afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem zitten er tussen de voorstoelen
één of twee USB-poorten voor het
opladen van apparaten. Deze poor‐
ten hebben tevens een gegevensver‐
binding met het Infotainmentsysteem.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.
Instrumenten en bedieningsorganen117m brandt blauw
Adaptieve cruise control wordt gene‐
geerd wanneer het gaspedaal wordt
ingetrapt.
Bij het wegrijden met de auto door het gaspedaal in te trappen.
Voorligger gedetecteerd A brandt groen of geel.
Brandt groen Er is een voertuig in dezelfde rijstrook
gedetecteerd.
Brandt geelDe afstand tot een voorligger wordt te
kort of wanneer u een ander voertuig
te snel nadert.
Adaptieve cruisecontrol 3 186.
Frontaanrijdingswaarschuwing 3 195.
Voetgangersdetectie 7 brandt geel.
Het systeem detecteert een voetgan‐
ger vóór de auto.Snelheidsbegrenzer
L brandt wit of groen.
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
Brandt groen Snelheidsbegrenzer is actief. Inge‐
stelde snelheid wordt aangegeven bij
symbool L.
Snelheidsbegrenzer 3 185.
Verkeersbordherkenning
L geeft gedetecteerde verkeersbor‐
den als controlelampje weer.
Verkeersbordherkenning 3 215.
Portier open
h brandt rood.
Een portier of de achterklep is
geopend.Displays
Driver Information Center Het Driver Information Center is
ondergebracht in de instrumenten‐
groep.
Afhankelijk van de versie en de instru‐
mentengroep is het Driver Informa‐
tion Center verkrijgbaar als Basele‐
vel-display of Uplevel-display.
De indicatie op het Driver Information Center is afhankelijk van de uitrus‐
ting:
● kilometerteller en dagteller
● voertuiginformatie
● reis- / brandstofinformatie
● informatie over zuinig rijden
● boord- en waarschuwingsinfor‐ matie
● audio- en Infotainmentinformatie
● telefooninformatie
● navigatie-informatie
● auto-instellingen
124Instrumenten en bedieningsorganen●IFE-AFE
Geeft zowel het huidige als het gemiddelde brandstofverbruik
weer.
● Rijbereik
Geeft de gemiddelde actieradius
op de resterende hoeveelheid
brandstof in de tank weer.
● Lege pagina
Geeft een lege meter weer.
Software-informatie
Geeft informatie over open source-
software weer.
Info-Display
Het Info-Display zit in het instrumen‐ tenpaneel bij de instrumentengroep.
Afhankelijk van de voertuigconfigura‐ tie heeft de auto een van de volgendeInfotainmentsystemen:
● Multimedia
of
● Multimedia Navi
of
● Multimedia Navi ProOp het Info-Display kan het volgende
worden aangegeven:
● tijd 3 99
● buitentemperatuur 3 99
● datum 3 99
● Infotainmentsysteem, zie beschrijving in de handleidingInfotainment
● instellingen klimaatregeling 3 148
● achteruitkijkcamera 3 213
● parkeerhulpinstructies 3 203
● navigatie, zie beschrijving in de handleiding Infotainment
● systeemberichten
● persoonlijke instellingen 3 127
Multimedia Navi Menu's en instellingen selecteren
Via het display krijgt u toegang tot de
menu's en instellingen.
Druk op ) om het display in te scha‐
kelen.
Druk op ! om het startscherm weer
te geven.
Raak met een vinger het gewenste
pictogram in het scherm aan.
Raak een pictogram aan om die func‐ tie te selecteren.
Raak 1 aan om naar het bovenlig‐
gende menu terug te keren.
Druk op ! om terug naar het start‐
scherm te gaan.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.
Persoonlijke instellingen 3 127.
130Instrumenten en bedieningsorganenhet bestuurdersportier of de hele
auto te ontgrendelen.
Passieve portiervergrendeling :
Activeert of deactiveert de
passieve vergrendelingsfunctie.
Met deze functie wordt de auto
na enkele seconden automatisch vergrendeld als alle portieren zijn gesloten en een elektronische
sleutel uit de auto is verwijderd.
Melding afstandsbed. nog in
voertuig : Activeert of deactiveert
de waarschuwingsgeluid
wanneer de elektronische sleutel
in de auto blijft.
Persoonlijke instellingen
Multimedia / Multimedia Navi Pro
Druk op !, selecteer vervolgens het
pictogram %.
Het menu Instellingen bevat de
volgende submenu's, die te selecte‐ ren zijn op de bovenste menubalk:
● Systeem
● Apps
● Voertuig
● Persoonlijk
Systeem
Om te wijzigen Tijd/datum, zie Klok
3 99.
Selecteer Taal (Language) om een
lijst met beschikbare talen te openen voor het Info-Display en het Driver Information Center. Kies de gewenste taal.
Apps
Zie handleiding bij het Infotainment.
Voertuig ● Klimaat en luchtkwaliteit
Automatische ventilatorsnelheid :
Verandert het niveau van het
luchtdebiet van de klimaatrege‐
ling in het interieur in automati‐
sche modus.
Automatische stoelverwarming :
De stoelverwarming wordt auto‐
matisch geactiveerd.
Automatische ontwaseming :
Ondersteunt het ontvochtigen
van de voorruit door het automa‐
tisch selecteren van de vereiste
instellingen en de automatische
aircomodus.
Automatische achterruitverwar‐
ming : De achterruitverwarming
wordt automatisch geactiveerd.
● Aanrijdingspreventie/detectie‐
systemen
Forward Collision System : Deac‐
tiveert het systeem compleet, activeert alleen geluidssignalen
of geluidssignalen in combinatie
132Instrumenten en bedieningsorganen●Portiervergrendeling
Anti-buitensluitfunctie bij open
deur : Activeert of deactiveert de
portiervergrendelingsfunctie
wanneer een portier openstaat.
Automatische portiervergrende‐
ling : Activeert of deactiveert de
automatische portiervergrende‐
lingsfunctie nadat de auto is
weggereden.
Vertraagde portiervergrendeling :
Activeert of deactiveert de
vertraagde portiervergrende‐
lingsfunctie. Deze functie
vertraagt het werkelijke vergren‐
delen van de portieren tot alle
portieren gesloten zijn.
● Ver-/Ont-grendelen en starten op
afstand
Terugkoppeling licht
ontgrendelen op afstand : Acti‐
veert of deactiveert het alarm‐
knipperlichtsignaal bij het
ontgrendelen.
Terugkoppeling van
vergrendelen op afstand : Wijzigt
het type terugmelding bij het
vergrendelen van de auto.Portierontgrendeling op afstand :
Wijzigt de configuratie om alleen het bestuurdersportier of de hele
auto te ontgrendelen.
Op afstand portier vergrendelen :
Activeert of deactiveert de auto‐
matische hervergrendeling na
het ontgrendelen zonder de auto
te openen.
Ruitbediening op afstand : Acti‐
veert of deactiveert de werking van de elektrisch bediende ruiten
met de elektronische sleutel.
Passieve portierontgrendeling :
Wijzigt de configuratie om alleen het bestuurdersportier of de hele
auto te ontgrendelen.
Passief deurslot : Activeert of
deactiveert de passieve vergren‐ delingsfunctie. Met deze functie
wordt de auto na enkele secon‐
den automatisch vergrendeld als
alle portieren zijn gesloten en
een elektronische sleutel uit de
auto is verwijderd.
Waarschuwing sleutel in
voertuig : Activeert of deactiveert
de waarschuwingsgeluidwanneer de elektronische sleutel
in de auto blijft.
Persoonlijk
Zie handleiding bij het Infotainment.
Verzorging van de auto255Nr.Stroomkring1Achterbankverwarming (alleen
voor auto's zonder alarmclaxon)2Klimaatregelsysteem / ventilator3Elektrisch bediende stoel
bestuurderskant4Elektrisch bediende stoel passa‐ gierskant5ABS6Elektrisch bediende ruit, voor7–8Verwarmd stuurwiel9Carrosserieregelmodule 810Elektrisch bediende ruit, achter11Zonnedak12Carrosserieregelmodule 613Stoelverwarming (alleen bij
auto's zonder alarmclaxon)14Buitenspiegel15Carrosserieregelmodule 116Carrosserieregelmodule 717Carrosserieregelmodule 4Nr.Stroomkring18Carrosserieregelmodule 319Datalinkconnector20Airbagsysteem21Verwarming en ventilatie22Centrale vergrendeling / achter‐
klep23Elektronisch sleutelsysteem24Geheugenfunctie elektrisch
bediende stoel25Airbagsysteem stuurwiel26Contactslot / stuurslot27Carrosserieregelmodule 228USB-aansluiting29Aansteker / stroomaansluiting
voor30Keuzehendel31Achterruitwisser32Transmissieregelmodule33Diefstalalarmsysteem / alarmsi‐
reneNr.Stroomkring34Parkeerhulp / dodehoeksys‐
teem / Infotainmentsysteem /
USB-aansluiting35SOS36Info-Display / instrumenten‐
groep37Infotainmentsysteem / radio
Sluit het deksel van de zekeringen‐
kast na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen weer:
1. Breng de afdekking aan de rech‐ terkant aan.