Rijden en bediening221Als het systeem alleen wegmarkerin‐
gen aan één kant van de weg waar‐
neemt, is er alleen ondersteuning
voor die kant.
Lane Keep Assist neemt waar
wanneer u de handen van het stuur‐
wiel haalt. In dat geval verschijnt er
een bericht op het Driver Information
Center en klinkt er een geluidssignaal
zolang Lane Keep Assist waarneemt dat u met de handen van het stuur
rijdt.
Uitschakelen
U deactiveert het systeem door a in
te drukken. Het ledje in de knop gaat
dan uit.
Bij het detecteren van een aanhanger
wordt het systeem automatisch uitge‐
schakeld.
Storing
De werking van het systeem kan
worden beïnvloed door:
● Voorruit niet schoon of bedekt met vreemde voorwerpen, bijv.
stickers
● Voorliggers vlakbij● Overhellende wegen
● Bochtige of heuvelachtige wegen
● Bermen
● Wegen met slechte wegmarke‐ ringen
● Plotselinge veranderingen in de lichtsterkte
● Ongunstige weersomstandighe‐ den, zoals zware regen- of
sneeuwval
● Wijzigingen aan de auto, bijv. banden
● Beslagen voorruit
Schakel de lane keep assist handma‐
tig uit als deze wordt verstoord door
teersporen, schaduwen, scheuren in
het wegdek, tijdelijke wegmarkerin‐
gen, wegwerkzaamheden of andere
onregelmatigheden in het wegdek.9 Waarschuwing
Let altijd op de weg en houd de
auto op de juiste plaats op de
rijstrook. Doet u dit niet, dan kan
dit leiden tot schade aan de auto,
of letsel of de dood.
Lane Keep Assist stuurt de auto
niet continu.
Het systeem houdt de auto niet
noodzakelijkerwijs op de rijstrook.
Het hoeft ook geen waarschuwing te geven, zelf als worden er rijst‐
rookmarkeringen waargenomen.
De stuurbekrachtiging van de
Lane Keep Assist is mogelijk
ontoereikend om te voorkomen
dat de rijstrook wordt verlaten.
Het systeem neemt door invloe‐
den van buitenaf zoals de staat van de weg, het type wegdek, het
weer mogelijk niet waar dat u de
handen niet aan het stuurwiel
houdt. De bestuurder is volledig
verantwoordelijk voor het bestu‐
ren van de auto en moet onderweg de handen altijd op het stuurwiel
houden.
Als u het systeem gebruikt terwijl
u een aanhanger trekt of op een
gladde weg rijdt, dan kunt u de
controle over de auto verliezen en een ongeluk krijgen. Schakel het
systeem uit.
314Handgeschakeldeversnellingsbak ......................176
Handmatige dimfunctie ................42
Handmatige modus ...................175
Handmatige stoelverstelling .........51
Handrem ............................. 177, 178
Handschoenenkastje ...................75
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 180
Hoofdsteunen .............................. 48
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 154
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 71
Indicatie afstand tot voorligger ...197
Inductief opladen ........................102
Info-Display................................. 124
Info-Displays ............................... 117
Inhouden ................................... 296
Inklapbare spiegels .....................41
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 144
Instrumentengroep ....................103
Interieurverlichting ......................142
K Katalysator ................................. 169
Kentekenverlichting ...................250
Kilometerteller ............................ 107Kindersloten ................................. 31 Kinderveiligheids-systemen ..........68
Klimaatregeling ............................ 15
Klok............................................... 99
Koelvloeistof .............................. 236
Koelvloeistof en antivries ............284
Koelvloeistoftemperatuur ...........114
Koelvloeistoftemperatuurmeter . 108
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 138
Koplampverstelling ....................137
L
Laadsysteem ............................. 112
Lane keep assist ................114, 219
Led-koplampen ........................... 116
LED-koplampen .......................... 138
Leeslampen ............................... 143
Lekke band ................................. 270
Lichtschakelaar .......................... 134
Lichtsignaal ................................ 137
Luchtinlaat ................................. 155
Luchtroosters .............................. 154
M
Massage ....................................... 58
Meters......................................... 106
Mistachterlicht ...........116, 141, 243
Mistlampen voor ........116, 141, 243
Motorgegevens .......................... 292
Motor-ID...................................... 288Motorkap .................................... 234
Motorolie .................... 235, 284, 289
Motoroliedruk ............................. 115
Motor starten ............................. 161
N Nieuwe auto inrijden ..................158
Noodoproep ................................ 133
O
Obstakeldetectiesystemen .........203
Olie, motor .......................... 284, 289
Ontlaadbeveiliging accu ............145
Opbergruimte................................ 75
Opbergruimte voor........................ 76
Opbergvakken .............................. 75
Opgeslagen instellingen ...............24
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Parkeerhulp ............................... 203
Parkeerlichten ............................ 142
Parkeren .............................. 18, 167
Park pilot met ultrasoonsensoren 203
Partikelfilter ................................. 168
Pech ........................................... 276
Persoonlijke instellingen ............127
Portieren ....................................... 31
Portier open ............................... 117
Prestaties ................................... 293
Profieldiepte ............................... 264