OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN FRONTPANEEL
Toets Functies Modus
Inschakelen Toets kort indrukken
Uitschakelen Toets kort indrukken
Volumeregeling Knop naar links/rechts draaien
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Toets kort indrukken
Scherm aan/uit Toets kort indrukken
Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Toets kort indrukken
(*)Instellingen Toets kort indrukken
BROWSE ENTERLijst doorbladeren of op een radiostation
afstemmenKnop naar links/rechts draaien
Op display weergegeven optie bevestigen Toets kort indrukken
APPSToegang tot de aanvullende functies en weergave
van: Tijd, Externe temperatuur, Instellingen (alleen
Uconnect™ 5" Radio Nav LIVE), Media, Radio en
Uconnect™LIVE-services, voor bepaalde versies
en marktenToets kort indrukken
TELEFOONWeergave telefoongegevens Toets kort indrukken
NAV
(**)Toegang tot het Navigatiemenu Toets kort indrukken
MEDIABronselectie: USB/iPod, AUX,Bluetooth® Toets kort indrukken
RADIOToegang tot de radio-modus Toets kort indrukken
(*) AlleenUconnect™ 5" Radio LIVE
(**) AlleenUconnect™ 5" Radio Nav LIVE
181
OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN OP HET STUURWIEL
Toets Interactie
Inkomend gesprek aannemen
Een tweede inkomend gesprek aannemen en het lopende gesprek in de wacht zetten
Spraakherkenning inschakelen voor de Telefoonfunctie
Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven
Spraakherkenning onderbreken
Inkomend gesprek weigeren
Lopend telefoongesprek beëindigen
Microfoon tijdens een telefoongesprek uitschakelen/inschakelen
Inschakelen/uitschakelen van de Pauze van de bron USB/iPod,Bluetooth®
Inschakelen/uitschakelen van de Mute-functie van de radio
+/–
Kort indrukken: volume verhogen/verlagen in afzonderlijke stappen
Ingedrukt houden: volume continu verhogen/verlagen tot de toets wordt losgelaten
Spraakherkenning inschakelen
Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven
Spraakherkenning onderbreken
Rechter wieltje naar boven of beneden draaien:
Kort indrukken: (Radiomodus): selectie van volgende/vorige radiostation
Lang indrukken (Radiomodus): scannen van hogere/lagere frequenties tot de knop wordt losgelaten
Kort indrukken (USB/iPod,Bluetooth® modus): selectie van vorige/volgende nummer
Ingedrukt houden (USB/iPod,Bluetooth®-modus): snel vooruit-/terugspoelen tot de toets wordt los-
gelaten.
183
SYSTEEM IN-/
UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de
(ON/OFF)
toets/knop.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen.
Het systeem is voorzien van de
volgende tuners: AM, FM en DAB (voor
bepaalde versies/markten).
RADIOMODUS
Druk op de RADIO-knop op het
voorpaneel om de radio in te
schakelen.
Nadat het gewenste radiostation is
gekozen, wordt de volgende informatie
op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
(voorkeuze) radiostations wordt
weergegeven; het station dat
momenteel beluisterd wordt, is
gemarkeerd.
In het midden: weergave van de naam
van het huidige radiostation en de
toetsen om het vorige of het volgende
radiostation te selecteren.
Onderaan: weergave van de volgende
toetsen:
“Bladeren”: lijst van beschikbare
radiostations;
"AM/FM", "AM/DAB", "FM/DAB":
selectie van de gewenste golfband
(herconfigureerbare toets al naar gelang
de geselecteerde golfband: AM, FM of
DAB);
"Afstem.": handmatige afstemming
op het radiostation (niet beschikbaar
voor DAB-radio's);
"Info": aanvullende informatie over
de beluisterde bron;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Selectie radiostation
Druk op de toetsen
ofop het
display of op de bedieningstoetsen
op het stuurwiel om naar het gewenste
radiostation te zoeken.
Vorige/volgende radiostation
zoeken
Druk kort op de toetsen
ofop
het display: wanneer de toets wordt
losgelaten, wordt het volgende of vorige
radiostation getoond.
Snel vorige/volgende radiostation
zoeken
Houd de toets
ofop het
display ingedrukt om de snelle
zoekmodus te starten: wanneer de
toets wordt losgelaten, hoort men het
eerste radiostation waarop afgestemd
kan worden.Audiomenu
Om toegang te krijgen tot het "Audio"
menu, op de toets "Audio" drukken aan
de onderkant van het display.
Via het menu "Audio" kunnen de
volgende regelingen worden gemaakt:
"Equalizer" (voor bepaalde
versies/markten)
"Balance + Fade" (om de
audiobalans rechts/links en voor/achter
te regelen);
"Snelheid/Volume" (automatische
snelheidsafhankelijke volumeregeling);
“Loudness" (voor bepaalde
versies/markten);
"Auto-On Radio";
"Vertrag. uitsch. radio"
Druk op de toets
/Gereed om het
menu "Audio" af te sluiten.
MEDIA-MODUS
Audiobron selecteren
Druk op de toets "Bron" om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
AUX, USB, iPod ofBluetooth®.
OPMERKING Applicaties die gebruikt
worden op draagbare apparaten
kunnen mogelijk niet compatibel zijn
met hetUconnect™systeem
184
MULTIMEDIA
Nummer veranderen
Druk kort op de toets
of draai de
toets/knop BROWSE ENTER rechtsom
om het volgende nummer af te spelen
of druk kort op de toets
of draai de
toets/knop BROWSE ENTER linksom
om terug te keren na het begin van het
gekozen nummer of naar het begin
van het vorige nummer als het huidige
nummer minder dan 3 seconden is
afgespeeld.
Nummers snel vooruit-/
terugspoelen
Houd de knop
ingedrukt om het
gekozen nummer snel vooruit te
spoelen of de knop
om het
nummer snel achteruit te spoelen.
Nummer kiezen (browse)
Gebruik deze functie om door de
nummers op het actieve apparaat te
bladeren en een nummer te selecteren.
De beschikbare keuzes hangen af
van het apparaat dat aangesloten is.
Bijvoorbeeld, bij een USB/iPod of
Bluetooth® apparaat kunt u tevens
door de lijst van beschikbare artiesten,
genres en albums bladeren afhankelijk
van de informatie die op de betreffende
nummers aanwezig is.OPMERKING EnkeleBluetooth®
apparaten bieden geen mogelijkheid
om door alle nummers van alle
categorieën te bladeren.
Gebruik de toets "ABC" binnen elke lijst
om naar de gewenste letter in de lijst
te springen.
OPMERKING Deze toets kan voor
bepaaldeApple® apparaten uitge-
schakeld zijn.
OPMERKING De toets "Browse" staat
geen enkele handeling op het
AUX-apparaat toe.
Druk op de knop "Browse" om deze
functie te activeren voor de bron die
afgespeeld wordt.
Draai aan de toets/knop BROWSE
ENTER om de gewenste optie te kiezen
en druk vervolgens op deze toets/knop
om de keuze te bevestigen.
Druk op de knop "X" om de functie te
annuleren.
Weergave nummerinformatie
Druk op de knop "Info" om de
informatie over het beluisterde nummer
weer te geven, voor apparaten die
deze functie ondersteunen.
Druk op knop "X" om het scherm af te
sluiten.Willekeurige volgorde
Druk op de toets ">" en vervolgens op
de toets "Shuffle" om de functie in te
schakelen.
Druk opnieuw op de knop "Shuffle" om
de functie uit te schakelen.
Herhalen
Druk op de knop ">" en vervolgens op
de knop "Herhaal" om de functie in
te schakelen.
Druk nogmaals op de knop "Herhaal"
om de functie uit te schakelen.
Bluetooth® BRON
EEN Bluetooth®
AUDIOAPPARAAT
KOPPELEN
Ga als volgt te werk om een
Bluetooth® audioapparaat te
koppelen:
activeer deBluetooth® functie op
het apparaat;
druk op de knop MEDIA op het
voorpaneel;
als de "Media" bron actief is, druk
dan op de knop "Bron";
selecteer deBluetooth®
Mediabron;
druk op de knop "Toestel toev.";
185
zoekUconnect™ophet
Bluetooth® audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het
scherm de voortgang van het proces);
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het
systeem of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt hetBluetooth®
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt de prioriteit op
basis van de volgorde van verbinding
bepaald. Het laatst verbonden apparaat
heeft de hoogste prioriteit;
een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de toets PHONE op het voorpaneel
en door "Instellingen" te selecteren of
door, vanuit het menu "Instellingen",
"Telefoon/Bluetooth" te selecteren.
BELANGRIJK Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele
telefoon als deBluetooth® verbinding
tussen mobiele telefoon en systeem
wordt verbroken.OPMERKING Na het updaten van de
telefoonsoftware voor eigen bediening
wordt het aanbevolen de telefoon te
verwijderen uit de lijst apparaten gelinkt
aan de radio, verwijder de koppeling
van het vorige systeem uit de lijst met
Bluetooth® apparaten op de telefoon
en maak een nieuwe koppeling.
AUX-BRON
Om de AUX-modus in te schakelen,
een geschikt apparaat aansluiten op de
AUX-aansluiting in het voertuig.
Als een apparaat wordt ingebracht met
een AUX-stekker, dan begint het
systeem de aangesloten AUX-bron af te
spelen als deze reeds op weergave is
ingesteld.
Stel het volume in met de toets/knop
op het voorpaneel of met de
volume-instelknop op het aangesloten
apparaat.
Zie voor wat betreft de functie "Selectie
audiobron", het hoofdstuk "Media".
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
De functies van het apparaat dat
aangesloten is op het AUX-stopcontact
worden rechtstreeks geregeld door
het apparaat zelf; het is niet mogelijk
om nummer/map/playlist te veranderen
of start/einde/pauze te bedienen met
de bedieningstoetsen op het
voorpaneel of die op het stuurwiel.Laat de kabel van uw draagbare speler
niet in de AUX-aansluiting zitten om
mogelijk geruis van de luidsprekers te
voorkomen.
USB/iPod BRON
Om de USB/iPod-modus te activeren
moet het betreffende apparaat (USB of
iPod) in de USB-poort worden
gestoken, die zich op de tunnelconsole
bevindt fig. 127.
Als een USB/iPod apparaat bij
ingeschakeld systeem wordt
ingebracht, zullen de nummers die op
het apparaat aanwezig zijn afgespeeld
worden.
127L0F0438C
186
MULTIMEDIA
BELANGRIJK Na gebruik van een
USB-oplaadstation, bevelen wij aan het
apparaat (smartphone) af te sluiten en
altijd eerst de kabel uit het contact
van het voertuig te halen, nooit uit het
apparaat. Zie fig. 127. Kabels die blijven
rondslingeren of aangesloten blijven,
zouden correct bijladen kunnen
beperken en/of de conditie van de
USB-aansluiting.
TELEFOONMODUS
Activering telefoonmodus
Druk op de knop PHONE op het
voorpaneel om de Telefoonmodus in te
schakelen.
OPMERKING Als u de lijst met mobiele
telefoons en ondersteunde functies
wilt te raadplegen, gaat u naar de
website www.DriveUconnect.eu.
Met de knoppen op het display kan
men:
het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord
op het display);
de contacten in het telefoonboek
van de mobiele telefoon weergeven en
bellen;
de contacten uit de registers van
vorige gesprekken weergeven en
bellen;
een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de
toegang en de verbinding eenvoudiger
en sneller te maken;
gesprekken van het systeem naar
de mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Mobiele telefoon koppelen
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
activeer deBluetooth® functie op
de mobiele telefoon;
druk op de knop PHONE op het
voorpaneel;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
selecteer "Ja" om de
koppelingsprocedure te starten en zoek
vervolgens hetUconnect™ apparaat
op de mobiele telefoon (als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt het hoofdscherm
van de Telefoon getoond);
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
vanuit het scherm "Telefoon" kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de knop "Instelling." te
drukken: druk op de knop “Toestel
toev." en ga verder zoals hierboven
beschreven;
tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van
het proces toont;
als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een scherm
getoond: als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt de mobiele
telefoon als favoriet gekoppeld (de
mobiele telefoon heeft voorrang op alle
andere mobiele telefoons die later
worden gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal
het systeem het eerst gekoppelde
apparaat als favoriet beschouwen.
Een nummer bellen
De hieronder beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door
de gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund.
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
selectie van het pictogram
(telefoonboek van mobiele
telefoon);
selectie van "Recente oproepen";
selectie van het pictogram;
187
drukken op de toets "Opnieuw
bellen".
SMS-lezer
Het systeem kan de SMS-berichten die
de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.
Om deze functie te gebruiken, moet
de mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS viaBluetooth® ondersteunen.
Als deze functie niet door de telefoon
wordt ondersteund, wordt de grafische
knop
uitgeschakeld (grijs gemaakt).
Bij ontvangst van een tekstbericht,
toont het display een scherm waarop
de opties "Luisteren", "Bellen" of
"Negeer" gekozen kunnen worden.
U kunt toegang krijgen tot het overzicht
SMS-berichten die door de telefoon
zijn ontvangen door op de grafische
toets
te drukken (in het overzicht
worden maximaal 60 ontvangen
berichten weergegeven).
SMS-berichtopties
Er zijn standaard SMS-berichten in het
systeemgeheugen opgeslagen die
als antwoord op een ontvangen bericht
of als nieuw bericht verzonden kunnen
worden.
Ja.
Nr.
OK.
Ik kan nu niet praten.
Bel me.
Ik bel je straks.
Ik ben onderweg.
Bedankt.
Ik kom te laat.
Zit vast in verkeer.
Begin maar vast.
Waar ben je?
Ben je er al?
Ik heb uitleg nodig.
Ik ben de weg kwijt.
Tot straks.
Ik kom 5 (of 10, 15, 20, 25, 30, 45,
60)* minuten later.
Tot over 5 (of 10, 15, 20, 25, 30, 45,
60)* minuten.
* Gebruik alleen de kiesbare getallen,
anders neemt het systeem het bericht
niet aan.
OPMERKING Zie het betreffende
gedeelte voor informatie over
het versturen van een tekstbericht met
spraakopdrachten.
Uconnect™
LIVE-SERVICES
Druk op de APPS-toets om het menu
met alle applicatiefuncties van het
systeem te openen, zoals: Trip
computer, Instellingen, kompas (voor
bepaalde versies/markten),
Uconnect™LIVEtoepassingen.Als het pictogramUconnect™LIVE
aanwezig is, dan is het systeem
voorbereid voor de aangesloten
services en kunnen de toepassingen
direct worden gebruikt vanaf de radio
voor een efficiënter en geavanceerd
gebruik van het voertuig. De
applicatiefuncties zijn beschikbaar
volgens de voertuigconfiguratie en de
markt.
Om deUconnect™LIVEservices te
kunnen gebruiken, is het volgende
noodzakelijk:
Download deUconnect™LIVE
App van: "App Store" of "Google play"
op uw compatibele smartphone,
verzeker u ervan dat de
gegevensverbinding ingeschakeld is.
Registreer u opUconnect™LIVE
App, www.driveuconnect.eu of op
de website www.fiat.it.
Start deUconnect™LIVE Appop
de smartphone en voer uw gegevens
in.
Ga voor nadere informatie over de
services die op uw markt beschikbaar
zijn, naar de website
www.driveuconnect.eu.
188
MULTIMEDIA
Eerste toegang tot het voertuig
Zodra u deUconnect™LIVE
Apphebt gelanceerd en uw gegevens
hebt ingevoerd, moet u deBluetooth®
koppeling tussen uw smartphone en
de autoradio uitvoeren, zoals
beschreven in het hoofdstuk "Mobiele
telefoon koppelen" om toegang te
krijgen tot deUconnect™LIVE-
services in uw voertuig. De lijst van
ondersteunde mobiele telefoons is
beschikbaar op
www.DriveUconnect.eu.
Wanneer het registreren is voltooid, zijn
de aangesloten services beschikbaar
door te drukken op het pictogram
Uconnect™ op de radio.
Wanneer de activering is afgerond,
wordt de gebruiker hiervan op de
hoogte gebracht met een bericht. Als
een persoonlijk profiel nodig is voor
de services, kunnen uw accounts
worden aangesloten via de
Uconnect™LIVE App,ofinuw
persoonlijke zone op
www.driveuconnect.eu.Gebruiker niet aangesloten
Als de gebruiker de mobiele telefoon
niet registreert met hetBluetooth®
Bluetooth-systeem, dan toont het
radiomenu bij het drukken op de toets
Uconnect™ uitgeschakelde
pictogrammen, met uitzondering van
eco:Drive™.
Raadpleeg voor meer informatie over
deeco:Drive™ functies het
betreffende hoofdstuk.
Instellingen van de Uconnect™
services die via de autoradio
beheerd kunnen worden
In het radiomenuUconnect™LIVE
kan het onderdeel "Instellingen" worden
geopend door op het pictogram
te
drukken. In deze sectie kan de
gebruiker de systeemopties controleren
en naar eigen voorkeur wijzigen.
Systemen updaten
Als een update voor hetUconnect™
LIVEsysteem beschikbaar is terwijl
deUconnect™ services worden
gebruikt, dan wordt de gebruiker
hiervan op de hoogte gebracht via een
bericht op het radioscherm.De update omvat het downloaden van
de nieuwe softwareversie voor het
beheer van deUconnect™LIVE
services. De update wordt uitgevoerd
met behulp van de gegevensverbinding
van de geregistreerde smartphone.
De gebruiker wordt op de hoogte
gebracht van de gegenereerde
verkeershoeveelheid.
DE Uconnect™ LIVE-App
DeUconnect™LIVE Appmoet
worden geïnstalleerd op uw
smartphone om toegang te krijgen tot
de op het voertuig aangesloten
diensten. Deze applicatie kan worden
gebruikt om toegang te krijgen tot
uw profiel en om uwUconnect™LIVE
ervaring aan uw persoonlijke wensen
aan te passen.
De App kan worden gedownload via de
"App Store" of "Google play".
Om veiligheidsredenen kan de App niet
worden geopend wanneer de telefoon
is geregistreerd met de autoradio.
Persoonlijke gegevens (e-mail en
wachtwoord) zijn vereist om toegang te
krijgen tot deUconnect™LIVE
radioservices, daarom is de inhoud van
uw persoonlijke account beveiligd en
kan deze alleen worden geopend door
de echte gebruiker.
189