129
"Universele" kinderzitjes
De afbeeldingen in de volgende para-
grafen zijn voorbeelden van elk type
universeel kinderzitje. Kenmerkende
installaties worden getoond. Installeer
altijd uw kinderzitje volgens de aanwij-
zingen van de fabrikant van het kinder -
zitje, die meegeleverd moeten zijn met dit
type veiligheidssysteem.
Kinderzitjes met ISOFIX-ankerpunten zijn
beschikbaar om het kinderzitje in de auto
te installeren zonder de veiligheidsgordels
van de auto gebruiken.
klasse 0 en 0+
Afb. A Veiligheidsdeskundigen raden aan om
kinderen zo lang mogelijk tegen de rijrichting
in gericht in het voertuig te vervoeren.
Kinderen tot 13 kg moeten worden vastge
-
gespt in een naar achteren gericht kinder -
zitje, zoals afgebeeld op afbeelding A. Dit
type kinderzitje ondersteunt het hoofd van
het kind en oefent geen kracht uit op de nek
bij een plotselinge vertraging of botsing.
Het naar achteren gerichte kinderzitje wordt
tegengehouden door de veiligheidsgordels
van het voertuig, zoals weergegeven op afb.
A. Het kinderzitje beschermt het kind met
zijn eigen vierpuntsgordel.
WAARSCHUWING!
Zeer gevaarlijk! Plaats een naar achter
gericht kinderzitje niet voor een actieve
airbag. Lees ook de informatiestickers op
de zonneklep. Activering van de airbag bij
een ongeval kan leiden tot dodelijk letsel
aan de baby, ongeacht de ernst van de
botsing. Wij raden u aan kinderen altijd in
een kinderzitje op de achterbank te
voeren, de best beschermde positie in het
geval van een aanrijding.
WAARSCHUWING!
Mocht het nodig zijn om een kind op de
passagiersstoel te vervoeren in een naar
achteren gericht kinderzitje, dan moeten
de front- en zij-airbag aan de
passagierszijde (voor bepaalde
uitvoeringen/landen) worden uitgeschakeld
via het menu Setup (instellingen).
Deactivering moet worden geverifieerd
door te controleren of het
waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel brandt. De
passagiersstoel moet ook zo ver mogelijk
naar achteren worden geplaatst om te
voorkomen dat het kinderzitje in aanraking
komt met het dashboard. WAARSCHUWING!
Plaats nooit een naar achter gericht
kinderzitje voor een actieve airbag. Als de
frontairbag aan de passagierszijde wordt
opgeblazen, kan een kind van 12 of
jonger, maar ook een kind in een kinder -
zitje tegen de rijrichting in, ernstig of
zelfs dodelijk letsel oplopen.
Altijd de frontairbag deactiveren bij
gebruik van een naar achter gericht
kinderzitje op de voorstoel.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 129
VEILIGHEID
132
Geschiktheid van passagiersstoelen voor universeel gebruik van kinderzitjes
In de volgende tabel is de geschiktheid, volgens de Europese richtlijn 2000/3/EG, van iedere positie van de passagiersstoel voor het
aanbrengen van universele kinderzitjes afgebeeld:
Tabel voor het plaatsen van universeel kinderzitje
Legenda voor letters in bovenstaande tabel:U = Geschikt voor universele kinderzitjes, goedgekeurd voor het gewicht.X = Zitpositie niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsklasse.
Als de hoofdsteun in de weg zit bij de installatie van het kinderzitje, stel dan de hoofdsteun af (indien mogelijk).
GewichtsklasseVoorstoel passagierszijde
Achterbank buitenzijde Achterbank midden
Passagiersairbag AAN Passagiersairbag UIT
Groep 0 tot 10 kg XU UU
Groep 0+ tot 13 kg XU UU
Groep I - 9 tot 18 kg XU UU
Groep II - 15 tot 25 kg XU UU
Groep III - 22 tot 36 kg XU UU
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 132
143
(Vervolgd)
BELANGRIJK:
Jeep beveelt aan dit kinderzitje te plaatsen
volgens de instructies die moeten worden
meegeleverd.
Vervoer van huisdieren
Een huisdier kan letsel oplopen als een fron-
tairbag wordt opgeblazen. Een niet-aange -
lijnd huisdier kan bij een noodstop of
aanrijding als een projectiel door de auto
worden geslingerd en letsel oplopen of een
passagier verwonden.
Huisdieren moeten aangelijnd meerijden op
de achterbank (indien aanwezig) in een dier -
gordel of in een speciale reismand die is
bevestigd met veiligheidsgordels.
VEILIGHEIDSTIPS
Passagiers vervoeren
VERVOER NOOIT PASSAGIERS IN DE
LAADRUIMTE.
Groep 3
: van 22 tot 36 kg van
136 cm tot 150 cm Britax Roemer Kidfix XP
Typegoedkeuringsnumm
er: E1 04301304 Jeep
bestelcode: 71807984Kan alleen naar voren gericht worden
geplaatst, waarbij gebruik wordt
gemaakt van de driepuntsgordel en
de ISOFIX-verankeringen van het
voertuig, indien aanwezig. Jeep
beveelt aan bij het plaatsen van dit
zitje gebruik te maken van de
ISOFIX-ankerpunten van het
voertuig. Moet worden aangebracht
op de buitenste zitplaatsen achterin.
Gewichtsklasse
KinderzitjeType kinderzitjePlaatsen kinderzitje
WAARSCHUWING!
Laat nooit kinderen of dieren achter in
een geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte in het interieur kan ernstige
gezondheidsproblemen veroorzaken en
zelfs dodelijk zijn.
Het is zeer gevaarlijk om tijdens het
rijden personen te vervoeren in de
laadruimte. Bij een ongeval lopen
personen in deze ruimte een groter risico
op ernstig of dodelijk letsel.
Vervoer geen personen in een ruimte van
de auto die niet is voorzien van stoelen
en veiligheidsgordels.
Zorg dat iedereen in uw auto op een stoel
zit en op de juiste wijze de veiligheids-
gordel draagt.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 143
VEILIGHEID
144
Uitlaatgas De beste bescherming tegen koolmonoxide-
vergiftiging is een goed onderhouden
uitlaatsysteem.
Wanneer u merkt dat het uitlaatgeluid is
veranderd, uitlaatgassen in de auto ruikt of
als de onder- of achterzijde van de auto is
beschadigd, is er mogelijk sprake van
lekkage in het uitlaatsysteem. Laat een
vakbekwame monteur het volledige
uitlaatsysteem en de naburige carrosserie -
delen controleren op breuk, schade, slijtage
of verplaatsingen. Open naden of losse
verbindingen kunnen ertoe leiden dat uitlaat -
gassen binnendringen in het interieur. Laat
het uitlaatsysteem ook altijd controleren
wanneer de auto op een hefbrug wordt gezet
voor het verversen van smeervet of olie. Laat
indien nodig onderdelen vervangen.
Aanbevolen veiligheidscontroles in de auto
Veiligheidsgordels
Controleer regelmatig de autogordels op
scheuren, rafels en losse delen. Laat bescha -
digde onderdelen onmiddellijk vervangen.
Probeer niet zelf de gordels aan te passen of
uit elkaar te halen. De gordelsystemen voorin moeten na een
aanrijding worden vervangen. Gordelsy
-
stemen achterin moeten na een aanrijding
direct worden vervangen als ze zijn bescha -
digd (oprolmechanisme verbogen, scheuren
in de gordel, enz.). Wanneer er ook maar de
geringste twijfel bestaat over de toestand van
de veiligheidsgordels of de oprolmecha -
nismen, laat de veiligheidsgordel dan
vervangen.
Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem
Het airbaglampje gaat ter controle vier tot
acht seconden branden nadat u de contact -
schakelaar de eerste keer in de stand ON/
RUN hebt gezet. Wanneer het lampje niet
brandt tijdens het starten, blijft branden of
gaat branden tijdens het rijden, moet het
systeem zo snel mogelijk door een erkende
dealer worden nagekeken. Na de gloeilamp -
controle gaat dit lampje branden met één
geluidssignaal wanneer er een storing in de
airbag is gedetecteerd. Het blijft branden tot
de storing is verholpen. Als het lampje met
tussenpozen gaat branden of blijft branden
tijdens het rijden, laat dan onmiddellijk uw
voertuig door een erkende dealer contro -
leren.
WAARSCHUWING!
Uitlaatgassen kunnen
gezondheidsproblemen veroorzaken of
zelfs dodelijk zijn. Ze bevatten
koolmonoxide (CO), een kleur- en geurloos
gas. Het inademen ervan kan
bewusteloosheid en vergiftiging
veroorzaken. Volg de volgende
veiligheidsvoorschriften om het inademen
van koolmonoxide te vermijden:
Laat de motor niet langer in een gesloten
garage of ruimte draaien dan noodzake-
lijk is om de auto te verplaatsen.
Wanneer u met open kofferdeksel/
achterklep/achterportieren moet rijden,
zorg er dan voor dat alle ramen gesloten
zijn en dat de BLOWER-schakelaar van
de klimaatregeling in een hoge stand
staat. Schakel de recirculatiestand NIET
in.
Als u in een geparkeerde auto moet
zitten met een draaiende motor, stel dan
de verwarming of de koeling zodanig af
dat er buitenlucht in de auto wordt
aangezogen. Zet de aanjager op een hoog
toerental.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 144
205
(Vervolgd)
3. Koppel de stekker los door de ontgrende-
ling in te drukken.
4. Verwijder de lamp, vervang deze en zorg ervoor dat deze stevig vastzit.
5. Sluit de elektrische stekker weer aan.
6. Breng de toegangspanelen weer aan en zorg ervoor dat ze correct zijn vastgezet.
7. Sluit tot slot de achterklep.
3e remlicht
Het derde remlicht is een LED-lamp. Neem
voor het vervangen contact op met een
erkende dealer.
Kentekenverlichting
De kentekenverlichting heeft LED-lampen.
Neem voor het vervangen contact op met een
erkende dealer.ZEKERINGEN
Algemene informatie
De zekeringen beschermen elektrische
systemen tegen een te hoge stroomsterkte.
Als een apparaat niet werkt, moet u het zeke -
ringselement in de platte zekering contro -
leren op breuk/smelten.
Houd er bovendien rekening mee dat de
voertuigaccu leeg kan raken wanneer u
aansluitcontacten gedurende lange tijd
gebruikt terwijl de motor uitgeschakeld is.
WAARSCHUWING!
Vervang doorgebrande zekeringen
uitsluitend door exemplaren met
dezelfde ampèrewaarde. Vervang een
zekering nooit door een zekering met een
hogere ampèrewaarde. Vervang een
doorgebrande zekering nooit door een
metalen draad of enig ander materiaal.
Plaats geen zekering in de holte van een
stroomonderbreker of vice versa. Als u
nalaat de juiste zekeringen te gebruiken,
kan dit resulteren in ernstig persoonlijk
letsel, brand en/of schade aan eigen -
dommen.
Voordat u een zekering vervangt, moet u
ervoor zorgen dat het contact is uitge-
schakeld en dat alle andere services zijn
uitgeschakeld.
Als de vervangen zekering opnieuw door -
brandt, neem dan contact op met een
erkende dealer.
Als een algemene beveiligingszekering voor
veiligheidssystemen (airbagsysteem,
remsysteem), krachtbronsystemen (motor -
systeem, versnellingsbaksysteem) of het
besturingssysteem doorbrandt, dient u
contact op te nemen met een erkende
dealer.
LET OP!
Als het nodig is om de motorruimte te
wassen, voorkom dan dat het water direct
in contact komt met het zekeringenkastje
en de ruitenwissermotoren.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 205
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
240
Steek het platte uiteinde van de krikhendel
door het sleepoog en draai deze vast. Raad-
pleeg de paragraaf "Opkrikken en wiel
verwisselen" in dit hoofdstuk voor meer infor -
matie. Het sleepoog moet volledig aanliggen
tegen de bevestigingssteun door het onderste
voorbumperpaneel. Als het sleepoog niet
goed aan de bevestigingsbeugel is bevestigd,
mag u het voertuig niet slepen.
Plaats sleepoog voorkant
Sleepoog achter
De aansluiting voor het sleepoog achter
bevindt zich achter een klep op de bumper -
beschermer rechtsachter. Om het sleepoog te plaatsen opent u de klep
met een autosleutel of smalle schroeven
-
draaier, en leidt u het sleepoog door de
aansluiting.
Steek het platte uiteinde van de krikhendel
door het sleepoog en draai het vast. Het
sleepoog moet volledig aanliggen tegen de
bevestigingssteun door het onderste achter -
bumperpaneel. Als het sleepoog niet goed
aan de bevestigingsbeugel is bevestigd, mag
u het voertuig niet slepen.
Plaats sleepoog achterkantUITGEBREID ONGELUK -
KENRESPONSSYSTEEM
(EARS)
Deze auto is uitgerust van een uitgebreid
ongelukkenresponssysteem.
Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssy -
stemen voor inzittenden" in het hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie over de
functie uitgebreid ongelukkenresponssy -
steem (EARS).
EVENT DATA RECORDER
(EDR)
Deze auto is uitgerust met een Event Data
Recorder (EDR). Het belangrijkste doel van
de EDR is het registreren van gegevens die
helpen om te begrijpen hoe voertuigsy -
stemen zich gedragen bij bepaalde aanrij -
dingen of bijna-aanrijdingen, zoals de
activering van een airbag of een botsing
tegen een obstakel.
Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssy -
stemen voor inzittenden" in het hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie over de
Event Data Recorder (EDR).
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 240
358
INDEX
INDEX
A
Aanhangergewicht.............................. 195
Aanhangwagen trekken ....................... 195 Minimale vereisten ......................... 196
Aansluiting voor randapparatuur ............ 55
ABS, waarschuwingslampje .................. 68
Accessoires ....................................... 297 Mopar ........................................... 297
Accu........................................... 66 , 261
Lampje van het laadsysteem.............. 66
Achterbank, neerklapbaar ..................... 26
Achterklep .................................... 52 , 53
Achterligger ........................................ 92
Achterruitwisser/-sproeier ..................... 38
Actieve snelheidsbegrenzer ................. 168
Adaptieve cruisecontrol (ACC)
(cruisecontrol) ................................... 170
Additieven, brandstof ......................... 286
Afstandsbediening Startsysteem .................................... 17
Afstandsbediening autoradio ............... 321
Afstandsbediening kofferdeksel ........... 195 Airbag .............................................. 111
Als een airbag wordt opgeblazen ...... 123
Event Data Recorder (EDR) ............. 239
Kniebescherming ........................... 119
Onderhoud .................................... 126
Onderhoud van het airbagsysteem ... 126
Redundant airbagwaarschuwingslampje......... 111
Verbeterde ongevalsreactie.......123 , 239
Vervoer van huisdieren.................... 143 Waarschuwingslampje voor het airbagsysteem....................... 110
Werking airbags ............................. 113
Zijairbags ...................................... 119
Airbaglampje........................ 64 , 110 , 144
Airbagsysteem ................................... 111
Airco, filter ..................................46 , 263
Airco, koelmiddel .............................. 262
Airco, tips voor gebruik ........................ 46
Airconditioning.................................... 44
Aircosysteem..................................... 262
Alarm Alarmsysteem .............................18 , 68
Het alarm inschakelen ...................... 18
Het alarm uitschakelen..................... 19 Alarmsysteem .......................... 18
, 20 , 68
Alarmsysteem............................. 18 , 20
Het alarm inschakelen ......................18
Het alarm uitschakelen .....................19
Android Auto ..................... 306 , 312 , 341
Communicatie ................................314
Kaarten .........................................313 Muziek ..........................................314
Antiblokkeersysteem (ABS) ...................80
Anti-ongevalsysteem FCW (Forward
Collision Warning) ................................93
Antivries (motorkoelvloeistof)...............290
Apple CarPlay .................... 307 , 315 , 342
Apps .............................................317 Berichten.......................................316
Kaarten .........................................316Muziek ..........................................316Telefoon ........................................316
Assmering .........................................295
Audiosystemen (radio) ................ 299 , 301
Automatisch grootlicht ..........................33
Automatische koplampen ......................34
Automatische temperatuurregeling
(ATC) ..................................................45
Automatische transaxle .......................156
20_MP_UG_NL_EU_tIX.fm Page 358
362
INDEX
ParkSense-systeem, achter ................. 173
Passagiersairbag uitschakelen AAN...... 113
Passagiersairbag uitschakelen UIT ....... 113
PeilstokkenOlie (motor) ................................... 260
Persoonlijk hoofdmenu ....................... 305
Portier open .................................. 66 , 67
Portierontgrendeling met
afstandsbediening................................ 13 Het alarm inschakelen ...................... 18
Het alarm uitschakelen ..................... 19
R
Radiaalbanden .................................. 270
Radiateurvuldop (koelvloeistofdop) ...... 265
Radio Voorkeurzenders ..................... 301 , 305
Radio, afstandsbediening ................... 321
Radioschermen.......................... 303 , 309
Reinigen van glasoppervlakken ............ 281
Reiniging Ruitenwisserbladen ........................ 263
Rembekrachtiging ................................ 81
Remregelsysteem, elektronisch ............. 81
Remsysteem...................................... 265 Hoofdcilinder ................................. 266
Parkeren........................................ 151
Vloeistof controleren ............... 266 , 295
Waarschuwingslampje....................... 65 Remvloeistof ..................................... 295
Reservebanden...........................274
, 275
Richtingaanwijzers.....32 , 35 , 76 , 146 , 195
Rijden met caravan............................ 197
Rouleren, banden .............................. 277
Rugleuning bestuurdersstoel kantelen ... 25
Ruitensproeiers ............................36 , 260
Vloeistof........................................ 260
Ruitensproeiers voorruit ................36 , 260
Ruitenwisser/sproeier achterruit ............ 38
Ruitenwisserbladen ........................... 263
Ruitenwissers vóór ............................... 36
Ruitenwissers, regensensor ................... 37
Ruitenwissers, wisbladen vervangen .... 263
Ruitenwissersysteem met regensensor ... 37
Ruitontdooier .................................... 145
S
Schakelen Automatische transmissie ............... 158
Handgeschakelde versnellingsbak .... 153
Schakelflippers ................................. 162
Schakelhendel ontgrendelen ............... 233
Schema, onderhoud ....................240 , 245
Schoudergordels................................ 103
Sentry Key, vervangen .......................... 14
Servicehulp....................................... 344
Siri .................................................. 340
Sleepogen......................................... 237 Slepen ..............................................195
Gewicht .........................................195Handleiding ...................................195
Recreatief ......................................197
Van een voertuig met pech ..............234
Slepen achter een camper...................197
Slepen van een voertuig met pech .......234
Sleutelhouder Het alarm inschakelen ......................18
Het alarm uitschakelen .....................19
Portierontgrendeling met afstandsbediening .........................13
Sleutels ..............................................13 Vervanging .......................................14
Sloten Kindersloten ....................................24
Stuurwiel .........................................16
Sneeuwkettingen................................276
Snelheidsbegrenzer, actief ..................168
Snelheidsregeling Annuleren ......................................170
Hervatten.......................................170
Modusinstelling (alleen ACC) ...........170Volgafstand (alleen ACC) .................170
Snelheidsregeling (cruisecontrol) .........169
Specificaties Brandstof (benzine) ........................291
Olie ...............................................291
Spraakbedieningsopdracht .......... 330 , 331
20_MP_UG_NL_EU_tIX.fm Page 362