103
OPMERKING:
Het is uiterst belangrijk dat u de spanning
van alle banden van de auto maandelijks
controleert en de banden zo nodig op de
juiste spanning brengt.
Het bandenspanningscontrolesysteem
bestaat uit de volgende onderdelen:
Ontvangstmodule
Vier bandenspanningssensoren
Verschillende meldingen van het banden-
spanningscontrolesysteem, die
verschijnen op het display in de instru-
mentengroep
Waarschuwingslampje bandenspan-
ningscontrolesysteem
Waarschuwingen van het bandenspanningscontro-
lesysteem
Als de spanning van één of meer
banden te laag is, gaat het banden-
spanningslampje in de instrument-
groep branden en klinkt het
geluidssignaal. Verder verschijnt in de
instrumentengroep gedurende minimaal vijf
seconden de melding "Tire Low" (lage
bandenspanning) en wordt een afbeelding
van de bandenspanning(en) getoond, waarin de banden met een te lage spanning in een
andere kleur worden weergegeven.
Als dit gebeurt, dient u direct te stoppen en
de banden met te lage spanning (in een
afwijkende kleur in de afbeelding in de
instrumentengroep) op de spanning te
brengen die in de bandenspanningstabel
staat vermeld. Zodra het systeem de nieuwe
bandenspanningen heeft ontvangen, wordt
het systeem automatisch bijgewerkt, krijgen
de spanningswaarden in de afbeelding in de
instrumentengroep weer de oorspronkelijke
kleur en gaat het bandenspanningsverklik-
kerlampje uit. Het is mogelijk dat u eerst
ongeveer 10 minuten met een snelheid
hoger dan 24 km/u (15 mph) moet rijden,
voordat het bandenspanningscontrolesy-
steem deze informatie ontvangt.
OPMERKING:
Bij het vullen van warme banden, moet de
bandenspanning mogelijk worden verhoogd
met 35 kPa (5 psi) boven de aanbevolen
waarde die in de bandenspanningstabel
(koud) staat vermeld, zodat het waarschu-
wingslampje voor lage bandenspanning
wordt uitgeschakeld.
Waarschuwing onderhoud bandenspanningscon
-
trolesysteem
Als een fout in het systeem wordt ontdekt, knip-
pert het bandenspanningslampje gedurende 75
seconden en blijft het daarna branden. Bij een
systeemstoring wordt ook een geluidssignaal
weergegeven. Ook wordt in de instrumentengroep
ten minste vijf seconden lang de melding
"SERVICE TPM SYSTEM" (onderhoud banden-
spanningscontrolesysteem) weergegeven. Daarna
worden er streepjes (- -) getoond in plaats van
bandenspanningswaarden om aan te geven welke
sensor niet meer werkt.
Als het contact wordt uitgeschakeld en vervolgens
weer ingeschakeld, zal deze reeks worden
herhaald wanneer de systeemstoring zich nog
steeds voordoet. Als de storing in het systeem is
opgeheven, stopt het bandenspanningslampje
met knipperen, verdwijnt het bericht "SERVICE
TPM SYSTEM" (onderhoud bandenspanningscon-
trolesysteem) en verschijnt er een spanning-
waarde in plaats van de streepjes. Een
systeemstoring kan de volgende oorzaken hebben:
Storing door elektronische apparatuur of
als men langs installaties rijdt die
dezelfde radiofrequenties afgeven als de
bandenspanningssensoren.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 103
149
(Vervolgd)
DE MOTOR STARTEN
Voordat u het voertuig start, moet u uw stoel
verstellen, de binnen- en buitenspiegels
verstellen en uw autogordel vastmaken.Start de motor met de schakelhendel in de
stand NEUTRAL of PARK. Trap het rempe-
daal in voordat u een rijstand inschakelt.
Normaal starten — benzinemotor
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te
bedienen.
Plaats uw voet op het rempedaal en zet de
contactschakelaar in de stand START en laat
los zodra de motor aanslaat. Als de motor
niet binnen 10 seconden aanslaat:
1. Zet het contact in de stand OFF.
2. Wacht 10 tot 15 seconden.3. Herhaal de normale startprocedure.
OPMERKING:
Trap slechts één pedaal tegelijk in als u met
de auto gaat rijden. De koppelprestatie van
de auto kan minder zijn als beide pedalen
tegelijk worden ingedrukt. Als gelijktijdig
druk wordt waargenomen op beide pedalen,
verschijnt er een waarschuwingsbericht op
de instrumentengroep. Raadpleeg de para-
graaf "Display in de instrumentengroep" in
het hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel leren
kennen" voor meer informatie.
Tip startfunctie
Zet het contact in de stand START en laat
het los zodra de startmotor inschakelt. De
startmotor wordt automatisch uitgeschakeld
zodra de motor draait. Als de motor niet
aanslaat, slaat de startmotor automatisch
binnen 10 seconden af. Als dat gebeurt:
1. Zet het contact in de stand OFF.
2. Wacht 10 tot 15 seconden.
3. Herhaal de normale startprocedure.
WAARSCHUWING!
Verwijder altijd uw sleutelhouder bij het
uitstappen en sluit de auto af. Als uw
voertuig is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go, moet u zich wanneer u het
voertuig verlaat er altijd van verzekeren
dat de Keyless Ignition Node in de stand
"OFF" staat. Verwijder daarna de sleutel-
houder uit de auto en vergrendel de auto.
Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten.
Het achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om verschillende
redenen gevaarlijk. Kinderen of derden
lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rempedaal
of de schakelhendel mogen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ACC of ON/
RUN staan. Een kind zou de knoppen
van de elektrische raambediening of
andere schakelaars kunnen bedienen of
de auto in beweging kunnen zetten.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 149
163
OPMERKING:
Raadpleeg de paragraaf "Selec-Terrain —
indien aanwezig" voor meer informatie over
de verschillende instellingen en het
bedoelde gebruik.
Schakelprocedures
Schakelen in 4WD LOW
Bij een voertuigsnelheid tussen de 0 en de
5 km/u (0 en 3 mph), met het contact in destand ON en lopende motor, schakelt u de
transmissie naar NEUTRAL en drukt u één
keer op de toets "4WD LOW” (4WD laag). Het
controlelampje “4WD LOW” in de instru-
mentengroep gaat knipperen en blijft
branden wanneer het schakelen is voltooid.
Schakelaar 2-traps 4X4 (met achterste ver- grendeling) OPMERKING:
Als schakelcondities/vergrendelingen niet
worden bereikt, knippert in het display in de
instrumentengroep een bericht met instruc-
ties voor het voltooien van het schakelver-
zoek.
Raadpleeg de paragraaf "Display in de instru-
mentengroep" in het hoofdstuk "Uw Instru-
mentenpaneel leren kennen" voor meer
informatie hierover.
Uit 4WD LOW schakelen
Bij een voertuigsnelheid tussen de 0 en de
5 km/u (0 en 3 mph), met het contact in de
stand ON en lopende motor, schakelt u de
transmissie naar NEUTRAL en drukt u één
keer op de toets "4WD LOW” (4WD laag). Het
controlelampje “4WD LOW” op de instru-
mentengroep gaat knipperen en dooft nadat
het schakelen is voltooid.
OPMERKING:
Als schakelcondities/vergrendelingen niet
worden bereikt, knippert in het display in
de instrumentengroep een bericht met
instructies voor het voltooien van het scha-
kelverzoek. Raadpleeg de paragraaf
"Display in de instrumentengroep" in het hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel leren
kennen" voor meer informatie hierover.
Het is mogelijk om naar en uit 4WD LOW
te schakelen als de auto helemaal stil-
staat; er kunnen echter problemen
ontstaan omdat de koppelingstanden dan
mogelijk niet goed zijn uitgelijnd. Mogelijk
moet u een aantal schakelpogingen doen
om de koppelingstanden uit te lijnen en de
overschakeling te voltooien. De beste
methode is tijdens het rollen van de auto
tussen de 0 en de 5 km/u (0 tot 3 mph).
Als de auto sneller rijdt dan 5 km/u
(3 mph) dan verhindert het 4WD-systeem
het schakelen.
Schakelen in NEUTRAL (N)
Raadpleeg voor informatie over de procedure
voor schakelen naar neutraal de paragraaf
"De auto slepen achter een camper” in dit
hoofdstuk voor meer informatie.
Elektronisch sperdifferentieel achter
(E-Locker) — indien aanwezig
Het E-Locker-systeem achter is een mecha-
nisch sperdifferenteel dat zorgt voor meer
tractie in de stand 4WD LOW. De knop REAR
LOCK bevindt zich op de knop Selec-Terrain.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 163
STARTEN EN RIJDEN
164
Activeren van E-Locker achter
Om het E-Locker-systeem achter te acti-
veren, moet aan de volgende voorwaarden
worden voldaan:
1. Het 4WD-systeem moet in de stand 4WDLOW staan.
2. Het contact moet in de stand ON staan en de motor moet draaien.
3. De voertuigsnelheid moet lager zijn dan 24 km/u (15 mph).
4. Om E-Locker achter in te schakelen, drukt u eenmaal op de knop REAR LOCK.
Toets Rear Lock (achterin geblokkeerd) Deactiveren van E-Locker-systeem achter
Om het E-Locker-systeem achter te deacti-
veren, moet aan de volgende voorwaarden
worden voldaan:
1. E-Locker achter moet zijn ingeschakeld
en het controlelampje REAR LOCK moet
branden.
2. Het contact moet in de stand ON staan en de motor moet draaien.
3. Om E-Locker achter uit te schakelen, drukt u eenmaal op de knop REAR LOCK.
OPMERKING:
Het kan ook nodig zijn om langzaam te
rijden en het stuurwiel heen en weer te
bewegen voordat E-Locker volledig wordt
ingeschakeld of uitgeschakeld.
Als E-Locker achter wordt ingeschakeld,
gaat het controlelampje in de instrumen-
tengroep en op de knop REAR LOCK knip-
peren. Na het schakelen gaan de REAR
LOCK-controlelampjes continue branden.
Als E-Locker achter wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje in de instrumen-
tengroep en op de knop REAR LOCK knip- peren. Na het schakelen gaan de REAR
LOCK-controlelampjes uit.
Het is mogelijk om naar en uit Rear
E-Locker te schakelen als de auto hele-
maal stilstaat; er kunnen echter
problemen ontstaan omdat de koppe-
lingstanden dan mogelijk niet goed zijn
uitgelijnd. Mogelijk moet u een aantal
schakelpogingen doen om de koppe-
lingstanden uit te lijnen en de overschake-
ling te voltooien. De beste methode is de
auto laten rollen met een snelheid lager
dan 24 km/u (15 mph) terwijl u naar
rechts en links stuurt om de tanden van de
koppeling te laten uitlijnen.
Het E-Locker-systeem achter moet worden
uitgeschakeld voordat u uit de groep 4WD
LOW schakelt. Als condities/vergrende-
lingen voor het schakelen naar 4WD LOW
niet worden bereikt, knippert op het
display in de instrumentengroep een
bericht met instructies voor het voltooien
van het schakelverzoek.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 164
STARTEN EN RIJDEN
166
STOP/START-SYSTEEM
De Stop/Start-functie is ontwikkeld om
brandstof te besparen. Het systeem stopt de
motor automatisch tijdens een stop, wanneer
aan alle voorwaarden is voldaan. Door het
rempedaal los te laten of het gaspedaal in te
trappen zal de motor automatisch opnieuw
worden gestart.
Dit voertuig is geüpgraded met een heavy
duty-accu, een startmotor en andere
motoronderdelen om de extra motorstarts
aan te kunnen.
Automatische modus
De Stop/Start-functie wordt ingeschakeld na
elke normale motorstart. Op dat moment
activeert het systeem de modus STOP/
START READY (Stop/Start-systeem gereed)
en, wanneer aan alle overige voorwaarden is
voldaan, activeert het vervolgens de modus
STOP/START AUTOSTOP ACTIVE (Autostop
Stop/Start-systeem actief).
Om de autostop-modus te activeren, doet u het
volgende:
Het systeem moet in modus STOP/START
READY (Stop/Start-systeem gereed) staan.
De melding STOP/START READY (Stop/Start-systeem gereed) wordt weergegeven
op het display in de instrumentengroep in
het gedeelte Stop/Start. Raadpleeg de
paragraaf "Waarschuwingslampjes en
meldingen" in het hoofdstuk "Uw instru-
mentenpaneel leren kennen" in uw
instructieboekje.
Het voertuig moet volledig tot stilstand
zijn gebracht.
De schakelhendel moet in een vooruitver-
snelling staan en het rempedaal moet
worden ingetrapt.
De motor wordt uitgeschakeld, de toeren-
teller gaat naar de nulstand en het controle-
lampje Stop/Start gaat branden om aan te
geven dat autostop is ingeschakeld. De
instellingen van de klant blijven gehand-
haafd wanneer de motor weer wordt gestart.
Raadpleeg de paragraaf "Stop/Start-systeem"
in hoofdstuk "Starten en rijden" in uw
instructieboekje.
Mogelijke oorzaken waarom de motor niet
automatisch stopt
Voor het uitschakelen van de motor, contro-
leert het systeem vele veiligheids- en
comfortvoorwaarden om te controleren of hieraan is voldaan. Op het Stop/Start-scherm
van het display in de instrumentengroep kan
gedetailleerde informatie worden weerge-
geven over de werking van het Stop/
Start-systeem. In de volgende situaties zal
de motor niet stoppen:
De veiligheidsgordel van de bestuurder is
niet vastgegespt
Het bestuurdersportier is niet gesloten
De accutemperatuur is te hoog of te laag
De accu is bijna leeg
Het voertuig bevindt zich op een steile
helling
De interieurverwarming of -koeling is inge-
schakeld en er is geen acceptabele tempe-
ratuur in het interieur bereikt
De klimaatregeling is ingesteld op volledig
ontdooien bij een hoge aanjagersnelheid
De klimaatregeling is ingesteld op MAX
A/C
De motor heeft de normale bedrijfstempe-
ratuur nog niet bereikt
De transmissie staat niet in een versnel-
ling vooruit of achteruit
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 166
167
De motorkap is geopend
De tussenbak van het voertuig staat in
stand 4WD LOW (indien uitgerust met
4WD)
Het rempedaal wordt niet met voldoende
druk ingetrapt terwijl de auto in de stand
DRIVE staat
Andere factoren die het gebruik van Autostop
verhinderen:
Bediening van het gaspedaal
Motortemperatuur te hoog
8 km/u (5 mph) drempelwaarde niet
bereikt bij vorige AUTOSTOP
Stuurhoek boven drempelwaarde
Adaptieve cruisecontrol (ACC) is ingescha-
keld en snelheid is ingesteld
Het is mogelijk dat meerdere malen met het
voertuig wordt gereden, zonder dat het Stop/
Start-systeem de status STOP/START
READY (Stop/Start gereed) aanneemt,
wanneer de omstandigheden extremer zijn
dan hierboven genoemd.
De motor starten in de stand autostop
In de vooruitversnelling start de motor
wanneer het rempedaal niet is ingetrapt of
het gaspedaal wordt ingetrapt. De trans-
missie wordt automatisch opnieuw ingescha-
keld als de motor opnieuw wordt gestart.
Omstandigheden waarin de motor automatisch
opnieuw start in de stand autostop:
De schakelhendel wordt vanuit de stand
DRIVE in een andere stand gezet, met
uitzondering van de stand PARK.
De comfortstand van de temperatuur in
het interieur wordt gehandhaafd
Het klimaatsysteem in volle ontwase-
mingsmodus is
De temperatuur van het klimaatsysteem of
de aanjagersnelheid wordt handmatig
versteld
De accuspanning daalt naar een te lage
waarde
Vacuümwaarde remsysteem laag (bijv. na
meerdere keren na elkaar remmen)
De schakelaar Stop/Start OFF is ingedrukt
Er doet zich een storing voor in het Stop/
Start-systeem
De vierwielaandrijving is in de stand 4WD
LOW gezet (indien uitgerust met 4WD).
Omstandigheden waarin automatisch de elek -
trische parkeerrem wordt bediend in de stand
autostop:
Het bestuurdersportier is geopend en het
rempedaal is niet ingetrapt
Het bestuurdersportier is geopend en de
veiligheidsgordel van de bestuurdersstoel
is niet vastgemaakt
De motorkap is geopend
Er doet zich een storing voor in het Stop/
Start-systeem
Als de elektrische parkeerrem wordt bediend
terwijl de motor is uitgeschakeld, moet de
motor mogelijk handmatig opnieuw worden
gestart en de elektrische parkeerrem hand-
matig worden vrijgezet (trap het rempedaal
in en druk op de schakelaar Electric Park
Brake). Raadpleeg de paragraaf "Display in
de instrumentengroep" in het hoofdstuk "Uw
instrumentenpaneel leren kennen" in het
instructieboekje.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 167
STARTEN EN RIJDEN
168
Het Stop/Start-systeem handmatig
uitschakelen
1. Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (inde rij schakelaars). Het lampje in de
schakelaar dooft.
Schakelaar Stop/Start OFF
2. De melding "STOP/START OFF" (stop/ start uit) verschijnt op het display in de
instrumentengroep. Raadpleeg de para-
graaf "Waarschuwingslampjes en
meldingen" in het hoofdstuk "Uw instru-
mentenpaneel leren kennen" in uw
instructieboekje.
3. Bij de volgende stop van het voertuig (nadat het Stop/Start-systeem is uitge-
schakeld) zal de motor niet worden uitge-
schakeld. 4. Het Stop/Start-systeem schakelt elke
keer zelfstandig naar de stand ON
wanneer het contact uit- en weer inge-
schakeld wordt.
Het Stop/Start-systeem handmatig
inschakelen
Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (in de
rij schakelaars). Het lampje in de schakelaar
dooft.
Raadpleeg voor meer informatie over het
Stop/Start-systeem de paragraaf "Stop/
Start-systeem" in het hoofdstuk "Starten en
rijden" in uw instructieboekje.
STOP/START-SYSTEEM -
ALLEEN DIESELMODELLEN
De Stop/Start-functie is ontwikkeld om
brandstof te besparen en de uitstoot van
schadelijke stoffen te beperken. Het systeem
stopt de motor automatisch tijdens een stop,
wanneer aan alle voorwaarden is voldaan. Als
bij een automatische versnellingsbak het
rempedaal wordt losgelaten of het gaspedaal
wordt ingetrapt, of bij een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal wordt
ingetrapt, wordt automatisch de motor
opnieuw gestart.
Automatische modus
De Stop/Start-functie wordt ingeschakeld na
elke normale motorstart. Het systeem blijft
in de modus STOP/START NOT READY
(Stop/Start-systeem niet gereed) totdat u
sneller dan 7 km/u (4 mph) met de auto
vooruit gaat rijden. Op dat moment activeert
het systeem de modus STOP/START READY
(Stop/Start-systeem gereed) en, wanneer aan
alle overige voorwaarden is voldaan, activeert
het vervolgens de modus STOP/START
AUTOSTOP ACTIVE (Autostop Stop/
Start-systeem actief).
Om de autostop-modus te activeren, doet u het
volgende:
Het systeem moet in modus STOP/START
READY (Stop/Start-systeem gereed) staan.
De melding STOP/START READY (Stop/
Start-systeem gereed) wordt weergegeven
op het display in de instrumentengroep in
het gedeelte Stop/Start. Raadpleeg de
paragraaf "Display in de instrumenten-
groep" in het hoofdstuk "Uw Instrumenten-
paneel leren kennen" in de informatie voor
de eigenaar voor meer informatie.
Het voertuig moet volledig tot stilstand
zijn gebracht.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 168
169
De schakelhendel moet in de stand DRIVE
staan en het rempedaal moet ingetrapt
zijn (automatische versnellingsbak) of de
schakelhendel moet in de neutraalstand
staan en het koppelingspedaal moet
volledig worden losgelaten (handgescha-
kelde versnellingsbak).
De motor wordt uitgeschakeld, de toeren-
teller gaat naar de nulstand en het controle-
lampje Stop/Start gaat branden om aan te
geven dat autostop is ingeschakeld. Als auto-
stop is ingeschakeld, past de klimaatregeling
mogelijk automatisch de luchtstroom aan om
het comfort in de passagiersruimte te hand-
haven. De instellingen van de klant blijven
gehandhaafd wanneer de motor weer wordt
gestart.
Mogelijke oorzaken waarom de motor niet
automatisch stopt
Voor het uitschakelen van de motor, contro-
leert het systeem vele veiligheids- en
comfortvoorwaarden om te controleren of
hieraan is voldaan. Op het Stop/Start-display
in de instrumentengroep wordt gedetail-
leerde informatie weergegeven over de
werking van het Stop/Start-systeem. In de
volgende situaties zal de motor niet stoppen:
De veiligheidsgordel van de bestuurder is
niet vastgemaakt.
Het bestuurdersportier is niet gesloten.
De accutemperatuur is te hoog of te laag.
Het voertuig bevindt zich op een steile
helling.
De interieurverwarming of -koeling is inge-
schakeld en er is geen acceptabele tempe-
ratuur in het interieur bereikt.
De klimaatregeling is ingesteld op volledig
ontwasemen bij een hoge aanjagersnel-
heid.
De motor heeft de normale bedrijfstempe-
ratuur nog niet bereikt.
De accu is bijna leeg.
De versnellingsbak staat niet in de stand
DRIVE (automatische versnellingsbak) of
de neutraalstand (handgeschakelde
versnellingsbak).
De motorkap is geopend.
De tussenbak van het voertuig staat in
stand 4WD LOW.
Er wordt een regeneratie van het
uitlaatsysteem uitgevoerd. Andere factoren die het gebruik van Autostop
verhinderen:
Brandstofpeil.
Bediening van het gaspedaal (alleen auto-
matische versnellingsbak).
Motortemperatuur te hoog.
Het is mogelijk dat meerdere malen met het
voertuig wordt gereden, zonder dat het Stop/
Start-systeem de status STOP/START
READY (Stop/Start gereed) aanneemt,
wanneer de omstandigheden extremer zijn
dan hierboven genoemd.
De motor starten in de stand autostop
Automatische transmissie:
In de stand DRIVE start de motor wanneer
het rempedaal niet is ingetrapt of het gaspe-
daal wordt ingetrapt. De transmissie wordt
automatisch opnieuw ingeschakeld als de
motor opnieuw wordt gestart. Tijdens deze
overgang houden de remmen het voertuig op
zijn plaats om ongewenste bewegingen te
voorkomen.
Handgeschakelde versnellingsbak:
Wanneer de schakelhendel in stand
NEUTRAL staat, start de motor wanneer het
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 169