VEILIGHEID
104
Installatie van een bepaalde kleur ramen
die men later aanbrengt waardoor de radi-
ogolfsignalen worden beïnvloed.
Veel sneeuw of ijs aan de wielen of in de
wielkasten.
Het gebruik van sneeuwkettingen.
Het gebruik van wielen/banden die niet
zijn voorzien van bandenspanningssen-
soren.
Auto's met compact reservewiel of full-size
reservewiel met alternatieve afmetingen
1. Het compacte reservewiel of het full-size reservewiel met alternatieve afmetingen
is niet voorzien van een bandenspan-
ningssensor. Daarom wordt de banden-
spanning van het compacte reservewiel
niet door het bandenspanningscontrole-
systeem geregistreerd.
2. Als u het compacte reservewiel of het full-size reservewiel met alternatieve
afmetingen aanbrengt in plaats van een
band met een spanning onder de waar-
schuwingsgrens, blijft het bandenspan-
ningslampje branden en klinkt er een
geluidssignaal wanneer u het contact uit
en weer inschakelt. Daarnaast wordt de
bandenspanningswaarde in de afbeel- ding in de instrumentengroep met een
andere kleur aangegeven.
3. Nadat u maximaal 10 minuten met een snelheid van meer dan 24 km/u
(15 mph) hebt gereden, gaat het
bandenspanningslampje gedurende 75
seconden knipperen en vervolgens
continu branden. Verder verschijnt gedu-
rende vijf seconden in de instrumenten-
groep het bericht "Service tire pressure
system” (onderhoud bandenspan-
ningscontrolesysteem) en worden er
streepjes (- -) weergegeven in plaats van
de bandenspanning.
4. Telkens als daarna het voertuig wordt gestart, klinkt er een geluidssignaal,
knippert het bandenspanningslampje 75
seconden lang en blijft vervolgens
aanhoudend branden, terwijl in de
instrumentengroep gedurende vijf
seconden het bericht "SERVICE TPMS
SYSTEM" (onderhoud bandenspan-
ningscontrolesysteem) verschijnt en
vervolgens worden er streepjes (- -) weer-
gegeven in plaats van de de bandenspan-
ning.
5. Zodra de oorspronkelijke band is gerepa- reerd of vervangen en op de auto wordt gemonteerd in plaats van het compacte
reservewiel of het full-size reservewiel
met alternatieve afmetingen, wordt het
bandenspanningscontrolesysteem auto-
matisch bijgewerkt. Verder gaat het
bandenspanningslampje uit en geeft de
grafiek in de instrumentengroep de
nieuwe spanningswaarde weer in plaats
van de streepjes (- -), tenzij de spanning
in één van de vier wegbanden onder de
waarschuwingsgrens valt. Het is mogelijk
dat u eerst ongeveer 10 minuten met een
snelheid hoger dan 24 km/u (15 mph)
moet rijden, voordat het bandenspan-
ningscontrolesysteem deze informatie
ontvangt.
Bandenspanningscontrolesysteem uitschakelen -
indien aanwezig
Het bandenspanningscontrolesysteem kan
worden uitgeschakeld als alle vier de wielen
met banden worden vervangen door wielen
met banden die geen bandenspanningssen-
soren hebben, bijvoorbeeld wanneer winter-
banden op de auto worden gezet.
Om het bandenspanningscontrolesysteem
uit te schakelen, moeten alle vier de (origi-
nele) banden met wielen met bandenspan-
ningssensoren weer vervangen worden door
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 104