179
(Vervolgd)
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
ParkSense
OPMERKING:
Zorg ervoor dat de achterbumper vrij is van
sneeuw, ijs, modder en vuil om te zorgen
dat het ParkSense systeem correct werkt.
Drilboren, grote vrachtwagens en andere
bronnen van trillingen kunnen de werking
van ParkSense nadelig beïnvloeden.
Wanneer u ParkSense uitschakelt, wordt
in de instrumentengroep de melding
"PARKSENSE OFF" (parkeerhulp uitge-
schakeld) weergegeven. Zodra u Park-
Sense uitschakelt, blijft het systeem
bovendien uitgeschakeld totdat u het weer
inschakelt, zelfs als u het contact uit- en
inschakelt.
Als u de schakelhendel in REVERSE zet
en ParkSense is uitgeschakeld, wordt op
het display in de instrumentengroep de
melding "PARKSENSE OFF" (ParkSenseuitgeschakeld) weergegeven zolang de
schakelhendel in REVERSE staat.
ParkSense, indien ingeschakeld, zal het
volume van de radio verlagen wanneer het
systeem een geluidssignaal voortbrengt.
Reinig de ParkSense sensoren regelmatig,
maar let daarbij op dat u geen krassen of
andere schade toebrengt. De sensoren
mogen niet bedekt zijn met ijs, sneeuw,
modder, vuil of afval. Verontreiniging van
de sensoren kan ertoe leiden dat het
systeem niet goed werkt. Het ParkSense
systeem kan obstakels achter de auto/
bumper over het hoofd zien of abusievelijk
aangeven dat er een obstakel achter de
auto/bumper aanwezig is.
Gebruik de ParkSense schakelaar om het
ParkSense systeem uit te schakelen
wanneer voorwerpen, zoals fietsendragers,
trekhaken, enz., op minder dan 30 cm
(12 inch) vanaf de achterkant/achter-
bumper worden geplaatst. Als dit wel het
geval is, zal het systeem een nabijgelegen
object mogelijk interpreteren als een
sensorprobleem en wordt de melding
"PARKSENSE UNAVAILABLE SERVICE
REQUIRED" (parkeerhulp niet beschik-
baar, onderhoud noodzakelijk) weerge-geven op het display in de
instrumentengroep.
ParkSense moet worden uitgeschakeld
wanneer de achterklep in de open stand
staat en de achteruitversnelling is inge-
schakeld. Een open achterklep zou ten
onrechte kunnen worden aangezien voor
een obstakel achter de auto.
WAARSCHUWING!
Ga altijd voorzichtig te werk tijdens het
achteruitrijden, ook als u ParkSense
gebruikt. Controleer het gebied achter de
auto altijd zorgvuldig, kijk naar achteren
en wees bedacht op voetgangers, dieren,
andere voertuigen, obstakels en dode
hoeken, voordat u achteruitrijdt. U bent
verantwoordelijk voor de veiligheid en
dient uw aandacht voortdurend op de
omgeving te richten. Anders bestaat er
een risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 179
181
van ongeveer 30 tot 120 cm (12 tot 47 inch)
van het voorpaneel/de voorbumper detec-
teren, afhankelijk van de plaats, het type en
de richting van het obstakel.
Als een obstakel binnen 200 cm (79 inch)
achter de achterbumper wordt gedetecteerd
terwijl het voertuig in REVERSE staat, wordt
een waarschuwing weergegeven op het
display in de instrumentengroep. Bovendien
klinkt er een geluidssignaal (wanneer Sound
and Display (Geluid en weergave) wordt
geselecteerd in het deel met door de klant te
programmeren functies van het Uconnect
systeem). Als het voertuig het object nadert,
verandert de frequentie van het signaal van
een enkele toon per 1/2 seconde (alleen voor
achterzijde) naar langzaam (alleen voor
achterzijde), snel en uiteindelijk continu.
ParkSense in- en uitschakelen
ParkSense kan worden in- en uitgeschakeld
met de ParkSense schakelaar, die zich onder
het Uconnect scherm bevindt.Wanneer de ParkSense schakelaar
wordt ingedrukt om het systeem uit
te schakelen, wordt in de instru-
mentengroep gedurende ongeveer
vijf seconden de melding "PARKSENSE OFF"
(parkeerhulp uitgeschakeld) weergegeven. Als de schakelhendel in de stand REVERSE
wordt gezet en het systeem is uitgeschakeld,
wordt op het display in de instrumenten-
groep de melding "PARKSENSE OFF"
(parkeerhulp uitgeschakeld) weergegeven
zolang de schakelhendel in REVERSE staat.
Raadpleeg de paragraaf "Display in de instru-
mentengroep" in het hoofdstuk "Uw instru-
mentenpaneel leren kennen" in het
instructieboekje voor meer informatie.
OPMERKING:
Wanneer ParkSense is uitgeschakeld en de
transmissie in de stand DRIVE staat, wordt
geen waarschuwingsbericht weergegeven.
De LED in de ParkSense schakelaar gaat aan
als ParkSense is uitgeschakeld of service
vereist. De LED in de ParkSense schakelaar
gaat uit als het systeem is ingeschakeld. Als
de ParkSense schakelaar wordt ingedrukt, en
het systeem service vereist, knippert de LED
in de ParkSense schakelaar kort en blijft de
LED vervolgens branden.
Waarschuwingssysteem afstand aan de
zijkant
Het waarschuwingssysteem voor de afstand
aan de zijkant detecteert aanwezigheid van
obstakels opzij naast het voertuig. Hierbij
wordt gebruikgemaakt van de parkeersen-
soren in de voor- en achterbumper.
Weergave waarschuwing afstand aan de
zijkant
Het scherm van het waarschuwingssysteem
voor de afstand aan de zijkant wordt alleen
weergegeven wanneer "Sound and Display"
(beeld en geluid) wordt geselecteerd in het
deel met door de klant te programmeren
functies van het Uconnect systeem. Raad-
pleeg de paragraaf "Instellingen van Ucon-
nect" in het hoofdstuk "Multimedia" in het
instructieboekje voor meer informatie.
Het systeem waarschuwt de bestuurder met
een geluidssignaal en indien ingeschakeld
met visuele indicaties op het display van het
instrumentenpaneel.
OPMERKING:
Indien ingeschakeld, zal ParkSense het
volume van de radio verlagen wanneer het
systeem een geluidssignaal laat horen. Er
klinkt alleen een geluidssignaal als een
botsing mogelijk is.
In-/uitschakelen
Het systeem kan alleen werken nadat u een
korte afstand hebt gereden en bij een rijsnel-
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 181
STARTEN EN RIJDEN
182
heid tussen 0 en 11 km/u (0 en 7 mph). Het
systeem kan worden ingeschakeld/uitgescha-
keld via het menu "Settings" (instellingen)
van het Uconnect systeem. Als het Park-
Sense-systeem is uitgeschakeld via de toets
ParkSense, wordt het waarschuwingssy-
steem afstand aan de zijkant automatisch
uitgeschakeld.
Melding in het display voor de waarschuwings-
functie voor afstand aan de zijkant:
"Wipe Sensors" (ruitenwissersensoren) —
deze melding wordt weergegeven als een van
de sensors van het waarschuwingssysteem
voor de afstand aan de zijkant een storing
vertoont. Verwijder obstakels van de voor- en
achterbumper, maak ze vrij van sneeuw, ijs,
modder, stof en vuil om te zorgen dat het
ParkSense-systeem correct werkt.
"System not available" (systeem niet
beschikbaar) — deze melding wordt weerge-
geven als het waarschuwingssysteem voor de
afstand aan de zijkant niet beschikbaar is.
De storing in het systeem kan het gevolg zijn
van een te lage accuspanning of andere
storingen in het elektrisch systeem. Neem zo
snel mogelijk contact op met een erkende
dealer om het elektrisch systeem te laten
controleren.Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
ParkSense
Bepaalde omstandigheden kunnen de pres-
taties van het waarschuwingssysteem voor de
afstand aan de zijkant beïnvloeden:
OPMERKING:
Houd de voor- en achterbumper vrij van
sneeuw, ijs, modder, stof en vuil om te
zorgen dat het ParkSense systeem correct
werkt.
Bouwmachines, grote vrachtwagens en
andere bronnen van trillingen kunnen de
werking van ParkSense nadelig beïn-
vloeden.
Wanneer u ParkSense uitschakelt, wordt
in de instrumentengroep de melding
"PARKSENSE OFF" (ParkSense uitgescha-
keld) weergegeven. Zodra u ParkSense
uitschakelt, blijft het systeem bovendien
uitgeschakeld totdat u het weer inscha- kelt, zelfs als u het contact uit- en inscha-
kelt.
ParkSense, indien ingeschakeld, zal het
volume van de radio verlagen wanneer het
systeem een geluidssignaal voortbrengt.
Reinig de ParkSense sensoren regelmatig,
maar let daarbij op dat u geen krassen of
andere schade toebrengt. De sensoren
mogen niet bedekt zijn met ijs, sneeuw,
modder, vuil of afval. Verontreiniging van
de sensoren kan ertoe leiden dat het
systeem niet goed werkt. Mogelijk kan het
ParkSense systeem hierdoor obstakels
voor of achter de auto niet detecteren, of
geeft het systeem foutieve melding van
een obstakel voor of achter de auto.
De aanwezigheid van een trekhaak zonder
aanhanger kan de juiste werking van de
parkeersensoren beïnvloeden. Voordat u
het ParkSense-systeem gebruikt, wordt
aanbevolen om de verwijderbare trekhaak
en eventuele sleepogen te verwijderen
wanneer u het voertuig niet gebruikt voor
slepen.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 182
STARTEN EN RIJDEN
184
Het systeem werkt mogelijk niet onder alle
omstandigheden (bijv. weersomstandig-
heden zoals zware regen, sneeuw, enz., of
bij het zoeken naar een parkeerplaats met
oppervlakken die de ultrasone sensor-
golven absorberen).
Nieuwe voertuigen van de dealer moeten
ten minste 48 km (30 mijl) hebben
gereden voordat het actieve parkeerhul-
psysteem ParkSense volledig is gekali-
breerd en nauwkeurig werkt. Dit is te
wijten aan dynamische voertuigkalibratie
van het systeem ter verbetering van de
prestaties van de functie. Het systeem
voert eveneens continu de dynamisch
voertuigkalibratie uit om rekening te
houden met verschillen, zoals te harde of
te zachte banden en nieuwe banden.
Het actieve parkeerhulpsysteem ParkSense
kan worden in- en uitgeschakeld met de
ParkSense schakelaar, die zich op het scha-
kelpaneel onder het Uconnect scherm
bevindt. Om het actieve parkeerhulpsysteem
ParkSense in te schakelen, drukt u
eenmaal op de schakelaar voor het
actieve parkeerhulpsysteem Park-
Sense (LED gaat branden). Om het actieve parkeerhulpsysteem Park-
Sense uit te schakelen, drukt u nogmaals op
de schakelaar voor het actieve parkeerhul-
psysteem ParkSense (LED gaat uit).
Raadpleeg het instructieboekje voor meer
informatie hierover.
RIJSTROOKDETECTIE —
INDIEN AANWEZIG
Werking van rijstrookdetectie
Het rijstrookdetectiesysteem werkt bij snel-
heden van meer dan 60 km/u (37 mph) en
onder de 180 km/u (112 mph). Het
rijstrookdetectiesysteem maakt gebruik van
een vooruitkijkcamera om rijstrookmarke-
ringen te detecteren en meet de positie van
het voertuig binnen de markeringen.
Wanneer beide rijstrookmarkeringen zijn
gedetecteerd en de bestuurder onbedoeld de
rijstrook verlaat (geen richtingaanwijzer inge-
schakeld), geeft het rijstrookdetectiesysteem
een voelbare waarschuwing op het stuurwiel,
alsmede een visuele waarschuwing op het
display in de instrumentengroep om de
bestuurder erop te wijzen binnen de
rijstrookmarkeringen te blijven.
De bestuurder kan de voelbare waarschuwing
op elk moment handmatig uitschakelen door
aan het stuur te trekken.
Wanneer slechts één rijstrookmarkering is
gedetecteerd en de bestuurder onbedoeld de
rijstrook overschrijdt (geen richtingaanwijzer
ingeschakeld), geeft het rijstrookdetectiesy-
steem een voelbare waarschuwing op het
stuurwiel, alsmede een visuele waarschu-
wing op het display in de instrumentengroep
om de bestuurder erop te wijzen binnen de
rijstrookmarkeringen te blijven.
OPMERKING:
Wanneer aan de bedrijfsomstandigheden is
voldaan, controleert het rijstrookdetectiesy-
steem of de handen van de bestuurder
aanwezig zijn op het stuurwiel en geeft het
een visuele waarschuwing en een geluidssig-
naal weer als de handen van de bestuurder
niet zijn gedetecteerd op het stuurwiel. Het
systeem wordt geannuleerd als de bestuurder
zijn handen niet aan het stuur heeft.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 184
185
Rijstrookdetectie in- of uitschakelen
De standaardstatus van rijstrookdetectie is
"off" (uit).
De knop LaneSense bevindt zich op het
schakelpaneel onder het Uconnect scherm.Om het rijstrookdetectiesysteem in
te schakelen, drukt u op de toets
LaneSense (LED gaat uit). Het
bericht "LaneSense On" (rijstrook-
detectie ingeschakeld) verschijnt op het
display in de instrumentengroep.
Om het rijstrookdetectiesysteem uit te scha-
kelen, drukt u eenmaal op de toets Lane-
Sense (LED gaat aan).
OPMERKING:
Wanneer u de contactschakelaar in de stand
ON/RUN zet, wordt door de rijstrookdetectie
automatisch de systeemstatus (ingeschakeld
of uitgeschakeld) hersteld die actief was
voordat het contact werd uitgeschakeld.
Waarschuwingsbericht rijstrookdetectie
De rijstrookdetectie geeft de huidige afwij-
king van de rijstrook aan via het display in de
instrumentengroep. Basisdisplay in de instrumentengroep — indien
aanwezig
Wanneer de rijstrookdetectie is ingescha-
keld, zijn de rijstrookmarkeringen grijs
wanneer geen van beide rijstrookgrenzen zijn
gedetecteerd en is het verklikkerlampje van
de rijstrookdetectie continu wit.
Links verlaten van rijstrook — alleen linker
rijstrook gedetecteerd
Wanneer de rijstrookdetectie een afwijking
van de rijstrook waarneemt, verandert de
kleur van de dikke linker rijstrookmarke-
ring en de dunne linker rijstrookmarkering
in effen wit. De kleur van het verklikker-
lampje van de rijstrookdetectie verandert
van continu groen naar continu geel. Op
dit moment wordt kracht op het stuurwiel
in de tegenovergestelde richting van de
grens van rijstrook uitgeoefend. Bijvoor-
beeld: als de linkerzijde van de rijstrook
wordt genaderd, draait het stuurwiel naar
rechts.
Wanneer het rijstrookdetectiesysteem
merkt dat de rijstrook wordt benaderd en
een rijstrook wordt verlaten, geeft het
rijstrookdetectiesysteem een ononder-
broken witte lijn links, een ononderbroken grijze lijn rechts, en een continu geel verk-
likkerlampje weer.
OPMERKING:
De rijstrookdetectie werkt met hetzelfde
gedrag voor het rechts verlaten van de
rijstrook, wanneer alleen de rechter rijstrook-
markering is gedetecteerd.
Links verlaten van rijstrook — beide rijstroken
gedetecteerd
Wanneer de rijstrookdetectie is ingescha-
keld, verandert de kleur van de rijstrook-
markeringen van grijs in wit om aan te
geven dat beide rijstrookmarkeringen zijn
gedetecteerd. Het verklikkerlampje van de
rijstrookdetectie is continu groen wanneer
beide rijstrookmarkeringen zijn gedetec-
teerd en is het systeem gereed voor het
geven van visuele waarschuwingen op het
display in de instrumentengroep en een
voelbare waarschuwing in het stuurwiel als
een rijstrook onbedoeld wordt verlaten.
Wanneer de rijstrookdetectie een afwijking
van de rijstrook waarneemt, verandert de
kleur van de dikke linker rijstrookmarke-
ring en de dunne linker lijn in continu wit.
De kleur van het verklikkerlampje van de
rijstrookdetectie verandert van continu
groen naar continu geel. Op dit moment
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 185
STARTEN EN RIJDEN
186
wordt kracht op het stuurwiel in de tegen-
overgestelde richting van de grens van
rijstrook uitgeoefend.Bijvoorbeeld: als de linkerzijde van de rij-
strook wordt genaderd, draait het stuur-
wiel naar rechts.
Wanneer de rijstrookdetectie merkt dat de
rijstrook wordt benaderd en een rijstrook
wordt verlaten, knippert de dikke linker
rijstrookmarkering van wit naar grijs, blijft
de dunne linker lijn continu wit en veran-
dert de kleur van het verklikkerlampje van
de rijstrookdetectie van continu geel naar
knipperend geel. Op dit moment wordt
kracht op het stuurwiel in de tegenoverge-
stelde richting van de grens van rijstrook
uitgeoefend.Bijvoorbeeld: als de linkerzijde van de rij-
strook wordt genaderd, draait het stuur-
wiel naar rechts.
OPMERKING:
De rijstrookdetectie werkt met hetzelfde
gedrag voor het rechts verlaten van de
rijstrook. Premium display in de instrumentengroep —
indien aanwezig
Wanneer de rijstrookdetectie is ingescha-
keld, zijn de rijstrookmarkeringen grijs
wanneer geen van beide rijstrookgrenzen zijn
gedetecteerd en is het verklikkerlampje van
de rijstrookdetectie continu wit.
Links verlaten van rijstrook — alleen linker
rijstrook gedetecteerd
Wanneer het rijstrookdetectiesysteem is
ingeschakeld, is het verklikkerlampje van
de rijstrookdetectie continu wit wanneer
alleen de markering van de linker rijstrook
is gedetecteerd en is het systeem gereed
voor het geven van visuele en haptische
waarschuwingen op het display in de
instrumentengroep wanneer onbedoeld de
rijstrook wordt verlaten.
Wanneer het rijstrookdetectiesysteem
merkt dat de rijstrook wordt benaderd en
een rijstrook wordt verlaten, geeft het
rijstrookdetectiesysteem een ononder-
broken witte lijn links, een ononderbroken
grijze lijn rechts, en een continu geel verk-
likkerlampje weer. OPMERKING:
De rijstrookdetectie werkt met hetzelfde
gedrag voor het rechts verlaten van de
rijstrook, wanneer alleen de rechter rijstrook-
markering is gedetecteerd.
Links verlaten van rijstrook — beide rijstroken
gedetecteerd
Wanneer de rijstrookdetectie is ingescha-
keld, verandert de kleur van de rijstrook-
markeringen van grijs in wit om aan te
geven dat beide rijstrookmarkeringen zijn
gedetecteerd. Het verklikkerlampje van de
rijstrookdetectie is continu groen wanneer
beide rijstrookmarkeringen zijn gedetec-
teerd en is het systeem gereed voor het
geven van visuele waarschuwingen op het
display in de instrumentengroep en een
voelbare waarschuwing in het stuurwiel als
een rijstrook onbedoeld wordt verlaten.
Wanneer de rijstrookdetectie een afwijking
van de rijstrook waarneemt, verandert de
kleur van de dikke linker rijstrookmarke-
ring en de dunne linker lijn in continu
geel. De kleur van het verklikkerlampje
van de rijstrookdetectie verandert van
continu groen naar continu geel. Op dit
moment wordt kracht op het stuurwiel in
de tegenovergestelde richting van de grens
van rijstrook uitgeoefend.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 186
STARTEN EN RIJDEN
192
OPMERKING:
Bij het werken met AdBlue® (UREUM) is het
volgende van belang:
Alle reservoirs of onderdelen die in contact
komen met AdBlue® (UREUM), moeten
compatibel zijn met AdBlue® (UREUM)
(kunststof of roestvrij staal). Koper,
messing, aluminium, ijzer of niet-roestvrij
staal moet worden vermeden, omdat ze
onderhevig zijn aan corrosie door AdBlue®
(UREUM).
Als AdBlue® (UREUM) wordt gemorst,
moet het volledig worden opgeveegd.
AdBlue® (UREUM) toevoegen
Randvoorwaarden
AdBlue® (UREUM) bevriest bij tempera-
turen lager dan 12°F (-11°C). Als de auto
langere tijd bij deze temperatuur stilstaat,
kan bijvullen moeilijk zijn. Daarom wordt
aangeraden om de auto in een garage en/of
verwarmde omgeving te parkeren en te
wachten totdat het UREUM weer vloeibaar
geworden is alvorens bij te vullen.Ga als volgt te werk:
Parkeer de auto op een vlakke ondergrond
en stop de motor door de contactschake-
laar in de OFF-stand te draaien.
Open de brandstofvulklep, draai de
(blauwe) dop van de AdBlue®
(UREUM)-vulopening los en verwijder die.
Bijvullen met mondstukken
U kunt bij elke AdBlue® (UREUM)-leveran-
cier bijvullen.
Ga als volgt te werk:
Steek het AdBlue® (UREUM)-mondstuk
in de vulopening, start met bijvullen en
stop met bijvullen bij de eerste afschake- ling (de afschakeling geeft aan dat de
AdBlue® (UREUM) tank vol is). Ga niet
verder met vullen, om morsen van
AdBlue® (UREUM) te voorkomen.
Verwijder het mondstuk.
Bijvullen met een jerrycan
Ga als volgt te werk:
Controleer de vervaldatum.
Lees de gebruiksinstructies op het label
voordat u de inhoud van de jerrycan in de
AdBlue® (UREUM)-tank giet.
Raadpleeg de paragraaf "Waarschuwings-
lampjes en meldingen" in het hoofdstuk
"Uw instrumentenpaneel leren kennen"
voor meer informatie, als systemen voor
het bijvullen gebruikt worden, die niet
vastgeschroefd kunnen worden (bijv.
vaten), nadat de indicatie verschijnt op
het display van het instrumentenpaneel,
vul de AdBlue® (UREUM)-tank met niet
meer dan 1,6 gallon (6 liter).
Als een jerrycan wordt gebruikt, die op de
vulopening kan worden geschroefd, dan is
het reservoir vol wanneer de AdBlue®
(UREUM) in de jerrycan niet meer eruit
stroomt. Ga dan niet meer verder.
1 — Vuldop AdBlue® (UREUM)
2 — Brandstofvulklep
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 192
193
Handelingen na het bijvullen
Ga als volgt te werk:
Bevestig de dop weer op de AdBlue®
(UREUM)-vulopening door hem rechtsom
te draaien en schroef hem volledig vast.
Draai het contactslot tot de stand RUN
(het is niet nodig om de motor te starten).
Wacht totdat de indicatie op het instru-
mentenpaneel uitgaat, voordat u de auto
in beweging zet. De indicatie kan enkele
seconden tot ongeveer een halve minuut
zichtbaar blijven. Indien de motor wordt
gestart en de auto in beweging wordt
gezet, blijft de indicatie langer zichtbaar.
Dit heeft geen consequenties voor de
motorwerking.
Wacht twee minuten alvorens de motor te
starten, indien de AdBlue® (UREUM)
werd bijgevuld toen de tank leeg was.
OPMERKING:
Indien AdBlue® (UREUM) uit de vulhals
gemorst wordt, maak dan het gebied goed
schoon en ga dan verder met vullen.
Indien de vloeistof kristalliseert, veeg het
dan weg met een spons en warm water.
OVERSCHRIJD HET MAXIMALE NIVEAU
NIET: dit kan schade aan het reservoir
veroorzaken. AdBlue® (UREUM) bevriest
bij temperaturen lager dan 12°F (-11°C).
Hoewel het systeem ontworpen is om
onder het vriespunt van de UREUM te
werken, is het raadzaam de tank niet
verder te vullen dan het maximumniveau
want als de UREUM bevriest, kan het
systeem beschadigd raken. Volg de
instructies in deze paragraaf.
Als de AdBlue® (UREUM) wordt gemorst
op gelakte oppervlakken of aluminium,
reinig dat gebied dan onmiddellijk met
water en gebruik absorberend materiaal
om de vloeistof op te vangen die op de
grond gemorst werd.
Probeer niet de motor te starten als
AdBlue® (UREUM) per ongeluk aan de
dieselbrandstoftank werd toegevoegd. Dit
kan leiden tot ernstige motorschade.
Neem in dat geval contact op met een
erkende dealer.
Voeg geen additieven of andere vloei-
stoffen aan AdBlue® (UREUM) toe. Als u
dit toch doet, kan het systeem beschadigd
raken.
Het gebruik van verkeerde of aangetaste
AdBlue® (UREUM) kan leiden tot het
verschijnen van indicaties op het display
van het instrumentenpaneel. Raadpleeg
de paragraaf "Waarschuwingslampjes en
meldingen" in het hoofdstuk "Uw instru-
mentenpaneel leren kennen" voor meer
informatie.
Giet nooit AdBlue® (UREUM) in een
andere jerrycan: die kan verontreinigd zijn.
Als de AdBlue® (UREUM) opraakt, raad-
pleeg dan de paragraaf "Waarschuwings-
lampjes en meldingen" in het hoofdstuk
"Uw instrumentenpaneel leren kennen"
voor meer informatie om de auto normaal
te blijven gebruiken.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 193