Page 121 of 356

119
Kenmerken frontairbag bestuurders- en
passagierszijde
Het geavanceerde frontairbagsysteem
bestaat uit airbags aan de bestuurderszijde
en aan de passagierszijde die in meerdere
stadia worden geactiveerd. Dit systeem
reageert overeenkomstig de kracht en de
aard van de botsing die worden vastgestelddoor de controller van het beveiligingssy-
steem voor inzittenden. Deze controller
ontvangt informatie van de sensoren voor
frontale botsingen (indien aanwezig) of van
andere systeemcomponenten.
Het eerste opblaasmechanisme wordt
onmiddellijk geactiveerd bij een botsing
waarbij gebruik van de airbags noodzakelijk
is. Een geringe opblazing wordt toegepast
voor minder zware botsingen. Bij zwaardere
botsingen wordt een krachtiger opblazing
toegepast.
Deze auto is mogelijk uitgerust met een
gespsluitingsschakelaar voor de veiligheids-
gordel voor de bestuurders- en/of de voorpas-
sagiersstoel die registreert of de gordel is
vastgegespt. Met deze gespsluitingschake-
laar kan het niveau worden aangepast
waarmee de geavanceerde frontairbags
worden opgeblazen.
Deze auto kan zijn uitgerust met glijrailposi-
tiesensoren voor de bestuurders- en/of de
voorpassagiersstoel waarmee de mate van
opblazen van de geavanceerde voorairbags
op basis van de stoelpositie kan worden
aangepast.
Plaats nooit een kinderzitje tegen de
rijrichting in op een stoel die is beveiligd
door een actieve frontairbag! Dit kan
leiden tot ernstig letsel of de dood van
het kind.
Installeer nooit een naar achteren
gericht kinderzitje op de voorstoel van
een auto. Gebruik alleen een naar
achteren gericht kinderzitje op de
achterbank. Als de auto niet is uitgerust
met een achterbank, transporteer dan
geen naar achteren gericht kinderzitje in
die auto.
Als de frontairbag aan de passagierszijde
wordt opgeblazen, kan een kind van 12
of jonger, maar ook een kind in een
kinderzitje tegen de rijrichting in, ernstig
of zelfs dodelijk letsel oplopen.
WAARSCHUWING! (Vervolgd) WAARSCHUWING!
Er mogen geen voorwerpen op of nabij
het airbagpaneel op het instrumentenpa-
neel of het stuur worden geplaatst,
omdat deze letsel kunnen veroorzaken
bij botsingen waarbij de airbag wordt
opgeblazen.
Plaats niets op of rond de airbagpanelen
en probeer deze nooit handmatig te
openen. Anders is het mogelijk dat u de
airbags beschadigt. Bovendien kunt u
letsel oplopen doordat de airbags moge-
lijk niet meer functioneren. De
beschermpanelen van de airbagkussens
gaan alleen open als de airbags worden
opgeblazen.
Als u alleen op de airbags vertrouwt, kan
dit bij een aanrijding leiden tot ernstig
letsel. De airbags werken in combinatie
met uw veiligheidsgordel om u op de
juiste wijze te beschermen. Bij sommige
aanrijdingen worden de airbags niet
opgeblazen. Draag uw veiligheidsgordels
altijd, ook als uw auto is uitgerust met
airbags.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 119
Page 122 of 356

VEILIGHEID
120
Werking frontairbags
De frontairbags zijn ontworpen om extra
bescherming te bieden als aanvulling op de
veiligheidsgordels. Frontairbags zijn niet
bedoeld voor het verminderen van het risico
op letsel bij botsingen van achteren,
botsingen van opzij of over de kop slaan. De
frontairbags worden niet bij alle frontale
botsingen geactiveerd. Dit geldt ook voor
sommige frontale botsingen die ernstige
schade aan het voertuig tot gevolg hebben,
zoals bepaalde aanrijdingen tegen palen,
aanrijdingen waarbij de auto onder een
vrachtwagen terechtkomt en aanrijdingen
onder een hoek.
Daarentegen kunnen frontairbags, afhanke-
lijk van de aard van de botsing en de plaats
waar het voertuig wordt geraakt, opgeblazen
worden bij aanrijdingen die geringe schade
aan de voorkant van het voertuig tot gevolg
hebben, maar die aanvankelijk een grote
afname van de snelheid veroorzaken.
Omdat airbagsensoren de vertraging van het
voertuig in de loop van de tijd meten, zijn de
snelheid van het voertuig en de schade op
zichzelf geen goede indicatoren voor de
noodzaak van het wel of niet opblazen van
een airbag.Veiligheidsgordels zijn bij alle ongevallen
noodzakelijk voor uw bescherming en om uw
lichaam in de juiste positie te houden, uit de
buurt van een airbag die wordt opgeblazen.
De controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden (OCR) zendt een signaal
naar de opblaasmodules wanneer een
botsing wordt gedetecteerd waarbij de fron-
tairbags moeten worden geactiveerd. Een
grote hoeveelheid niet-giftig gas wordt gege-
nereerd om de frontairbags op te blazen.
Het afdekpaneel op de stuurwielnaaf en op
de rechterbovenzijde van het instrumenten-
paneel komen los en worden verwijderd
terwijl de airbags volledig worden opge-
blazen. De frontairbags worden binnen een
oogwenk volledig opgeblazen. De frontair-
bags lopen vervolgens snel leeg terwijl ze de
bestuurder en de voorpassagier bescherming
bieden.
Kniebescherming
De kniebescherming helpt de knieën van de
bestuurder en de voorpassagier te
beschermen en hen correct te laten zitten bij
het eventueel opblazen van de frontairbags.
Extra knieairbag aan bestuurderszijde
Deze auto is aan de bestuurderszijde voor-
zien van een knieairbag, die zich in het
instrumentenpaneel onder de stuurkolom
bevindt. De extra knieairbag aan bestuur-
derszijde biedt meer bescherming en werkt
bij frontale aanrijdingen samen met de
veiligheidsgordels, de gordelspanners en de
frontairbags.
Aanvullende zijairbags
Aanvullende zijairbags in de stoelen (SAB's) —
indien aanwezig
Dit voertuig is mogelijk ook uitgerust met
aanvullende zijairbags in de stoelen (SAB's).
Raadpleeg de onderstaande informatie
wanneer uw voertuig is uitgerust met aanvul-
lende zijairbags in de stoelen (SAB's).
WAARSCHUWING!
U mag nooit in de kniebeschermingen
boren of snijden of deze op een andere
manier bewerken.
Monteer geen accessoires op de kniebe-
schermingen zoals alarmverlichting,
audio-installaties, 27 MC-apparatuur,
enz.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 120
Page 123 of 356

121
Aanvullende zijairbags in de stoelen (SAB's)
bevinden zich aan de buitenzijde van de
voorstoelen. De zijairbags in de stoelen zijn
gemarkeerd met het opschrift "SRS AIRBAG"
of "AIRBAG", op een label of op de bekleding
aan de buitenzijde van de stoelen.Opschrift aanvullende zijairbags in de stoelen vóór
De zijairbags (indien aanwezig) kunnen
helpen om het risico van letsel van inzit-
tenden te beperken tijdens bepaalde zijde-
lingse botsingen, als aanvulling op de
potentiële letselreductie door de veiligheids-
gordels en de constructie van de carrosserie.
Als een zijairbag wordt geactiveerd, gaat de
naad aan de buitenkant van de stoelbekle-
ding open. De geactiveerde aanvullende
zijairbag in de stoel komt via de stoelnaad
naar buiten in de ruimte tussen de inzittende en het portier. De zijairbag beweegt zo snel
en krachtig dat deze letsel kan veroorzaken
wanneer de inzittenden niet goed in de stoel
zitten, of wanneer zich voorwerpen bevinden
in de ruimte waar de zijairbag wordt opge-
blazen. Kinderen lopen een nog hoger risico
van letsel door een geactiveerde airbag.
Aanvullende gordijn-zijairbags (SABIC's) —
indien aanwezig
Uw voertuig is mogelijk uitgerust met aanvul-
lende gordijn-zijairbags (SABIC's). Raad-
pleeg de onderstaande informatie wanneer
uw voertuig is uitgerust met aanvullende
gordijn-zijairbags (SABIC's).
Aanvullende gordijn-zijairbags (SABIC's)
bevinden zich boven de zijruiten. Op de
bekleding over de gordijn-zijairbags bevindt
zich een label met het opschrift "SRS
AIRBAG" of "AIRBAG".
Plaats van het label voor aanvullende gor-
dijn-zijairbags
SABIC's (indien aanwezig) kunnen helpen
het risico van hoofdletsel en ander letsel voor
inzittenden op de voorstoelen of buitenste
zitplaatsen achterin te beperken tijdens
bepaalde zijdelingse botsingen, als aanvul-
ling op de potentiële letselreductie door de
veiligheidsgordels en de constructie van de
carrosserie.
De gordijn-zijairbag wordt naar beneden
geactiveerd en bedekt de zijruiten. Een geac-
tiveerde gordijn-zijairbag drukt de buiten-
rand van de hemelbekleding opzij en bedekt
de zijruit. De gordijn-zijairbags worden met
een dermate grote kracht opgeblazen, dat ze
inzittenden kunnen verwonden indien ze niet
naar behoren in de stoel zitten of hun veilig-
heidsgordel niet naar behoren dragen, of
WAARSCHUWING!
Gebruik geen aanvullende stoelhoezen en
plaats geen voorwerpen tussen uzelf en de
zijairbags. De werking van de airbags kan
zo verslechteren en/of voorwerpen kunnen
met kracht tegen u aan slaan en zo ernstig
letsel veroorzaken.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 121
Page 124 of 356

VEILIGHEID
122
indien er zich voorwerpen bevinden in het
gebied waar de gordijn-zijairbags worden
opgeblazen. Kinderen lopen een nog hoger
risico van letsel door een geactiveerde
airbag.
De SABIC's (indien aanwezig) kunnen helpen
bij het beperken van het risico van gedeelte-
lijk of volledig uit het voertuig geslingerd
worden van inzittenden dóór de zijruiten bij
bepaalde zijdelingse botsingen.Zijdelingse botsingen
De zijairbags zijn ontworpen om te worden
geactiveerd bij bepaalde zijdelingse
botsingen. De controller van het beveiligings-
systeem voor inzittenden (ORC) bepaalt op
basis van de aard en ernst van een botsing of
de zijairbags moeten worden opgeblazen. De
sensoren voor zijdelingse botsingen helpen
de controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden bij het bepalen van de juiste
reactie op de botsingen. Het systeem is geka-
libreerd om de zijairbags aan de zijde van de
botsing van het voertuig te activeren bij
botsingen waarbij bescherming van de inzit-
tenden door zijairbags noodzakelijk is. Bij
een zijdelingse botsing worden de zijairbags
onafhankelijk geactiveerd; bij een botsing
aan de linkerzijde worden alleen de zijair-
bags links geactiveerd en bij een botsing aan
de rechterzijde alleen de zijairbags rechts.
Beschadiging van de auto is op zichzelf geen
goede indicatie of activering van de zijair-
bags al dan niet vereist was.
De zijairbags worden niet bij alle zijdelingse
botsingen geactiveerd, zoals sommige aanrij-
dingen onder bepaalde hoeken of bij
bepaalde zijdelingse botsingen die geen
invloed hebben op het interieur. De zijair-
bags kunnen worden geactiveerd tijdensbotsingen onder een hoek of frontale
botsingen, waarbij de frontairbags worden
geactiveerd.
Zijairbags vormen een aanvulling op de veilig-
heidsgordels. Zijairbags worden sneller opge-
blazen dan u met uw ogen kunt knipperen.
WAARSCHUWING!
Stapel apparatuur, bagage of andere
lading niet dermate hoog op dat het
opblazen van de gordijn-zijairbags wordt
geblokkeerd. De bekleding boven de
zijruiten waar de gordijn-zijairbags en
het opblaaspad zich bevinden, moet vrij
van obstakels blijven.
Om de gordijn-zijairbags naar behoren te
laten werken, geen accessoires in uw
auto installeren die het dak kunnen
veranderen. Voeg later geen open dak toe
aan uw voertuig. Monteer geen daktrans-
portsystemen waarbij permanente beves-
tigingen nodig zijn (bouten of schroeven)
voor montage op het autodak. Boor nooit
in het autodak, om welke reden dan ook.
WAARSCHUWING!
Inzittenden, waaronder kinderen, die tegen of
heel dicht bij zijairbags zitten, kunnen
ernstig of zelfs dodelijk letsel oplopen. Inzit-
tenden, waaronder kinderen, dienen nooit
tegen het portier, de zijruiten of het gebied
waar de zijairbags worden opgeblazen aan te
leunen of in slaap te vallen, ook niet als zij in
een babyzitje of kinderzitje zitten.
Veiligheidsgordels (en kinderzitjes indien van
toepassing) zijn bij alle ongevallen noodzake-
lijk voor uw bescherming. Ze houden u ook op
uw plaats, uit de buurt van een zijairbag die
wordt opgeblazen. Voor de beste bescher-
ming van de zijairbags, moeten inzittenden
hun veiligheidsgordels naar behoren dragen
en rechtop zitten met hun rug tegen hun
stoel. Kinderen moeten naar behoren worden
vastgegespt in een kinderzitje of zitverhoger,
afgestemd op de grootte van het kind.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 122
Page 125 of 356

123
OPMERKING:
De airbagpanelen zijn in de interieurbekle-
ding nauwelijks zichtbaar, maar springen
open tijdens het opblazen van de airbag.
Over de kop slaan van het voertuig (indien
uitgerust met systeem voor detectie van over de
kop slaan)
Zijairbags en gordelspanners zijn ontworpen
om te worden geactiveerd bij bepaaldegevallen van over de kop slaan van de auto
(indien uitgerust met detectie van over de
kop slaan). De controller van het beveili-
gingssysteem voor inzittenden (ORC) bepaalt
op basis van de aard en ernst van een
bepaalde kanteling of activering noodzakelijk
is. Beschadiging van de auto is op zichzelf
geen goede indicatie of activering van de
zijairbags en gordelspanners al dan niet
vereist was.
De zijairbags en gordelspanners worden niet
altijd geactiveerd wanneer de auto over de
kop slaat. Het systeem voor detectie van over
de kop slaan bepaalt of de het voertuig
mogelijk over de kop slaat en of activering
noodzakelijk is. Als het voertuig over de kop
slaat of bijna over de kop slaat en het
systeem moet worden geactiveerd, activeert
het systeem voor detectie van over de kop
slaan de zijairbags en de gordelspanners aan
beide zijden van het voertuig.
De gordijn-zijairbags kunnen helpen bij het
beperken van het risico van gedeeltelijk of
volledig uit de auto geslingerd worden van
inzittenden dóór de zijruiten bij bepaalde
zijdelingse botsingen of het over de kop
slaan van de auto.
Componenten van het airbagsysteem
OPMERKING:
De controller van het beschermingssysteem
voor de inzittenden (ORC) controleert de
interne circuits en de bedrading van de
onderstaande elektrische componenten van
het airbagsysteem:
Controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden
Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem
Stuurwiel en stuurkolom
Instrumentenpaneel
Kniebescherming
Bestuurders- en passagiersairbags
Gespsluitingschakelaar voor veiligheids-
gordels
Aanvullende zijairbags
Aanvullende knie-airbags
Sensoren voor frontale en zijdelingse
botsingen
Gordelspanners
Glijrailpositiesensoren
WAARSCHUWING!
Zijairbags hebben ruimte nodig om te
worden opgeblazen. Leun niet tegen het
portier of het raam. Zit rechtop op het
midden van de stoel.
Als u zich tijdens het activeren te dicht
bij de zijairbags bevindt, kunt u ernstig
of zelfs dodelijk letsel oplopen.
Als u alleen op de zijairbags vertrouwt,
kan dit bij een aanrijding leiden tot
ernstig letsel. De zijairbags werken in
combinatie met uw veiligheidsgordel om
u op de juiste wijze te beschermen. Bij
sommige aanrijdingen worden de zijair-
bags niet opgeblazen. Draag altijd uw
veiligheidsgordel, ook als uw auto is
uitgerust met zijairbags.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 123
Page 126 of 356

VEILIGHEID
124
Als een airbag wordt opgeblazen
De frontairbags zijn zo ontworpen dat ze na
het opblazen onmiddellijk weer leeglopen.
OPMERKING:
De front- en/of zijairbags worden niet bij alle
botsingen opgeblazen. Dit houdt echter niet
in dat het airbagsysteem niet werkt.
Bij een aanrijding waarbij de airbags worden
opgeblazen, kan zich het volgende voordoen:
Het materiaal van de airbag kan soms
schaafwonden en/of een rode huid veroor-
zaken bij de inzittenden tijdens het
opblazen van de airbags. De schaaf-
wonden lijken op de wonden die u oploopt
als u zich schaaft aan een touw, de vloer-
bedekking of op de vloer van een gymnas-
tiekzaal. Deze schaafwonden worden niet
veroorzaakt door contact met chemische
stoffen. De schaafwonden zijn niet blij-
vend en genezen normaal gesproken snel.
Als uw schaafwonden echter na enkele
dagen nog niet zijn genezen of als u last
hebt van blaren, raadpleeg dan onmiddel-
lijk een arts.
Wanneer de airbags leeglopen ziet u
mogelijk zwevende stofdeeltjes die op rook
lijken. Dit stof is een normaal bijproduct
van het activeringsproces voor het
niet-giftige opblaasgas. Deze zwevende
stofdeeltjes kunnen de huid, ogen, neus of
keel irriteren. Spoel met koud water als u
last hebt van geïrriteerde ogen of huid.
Zorg voor frisse lucht bij neus- of keelirri-
taties. Raadpleeg uw huisarts als de irri-
tatie blijvend is. Als deze deeltjes op uw
kleding terechtkomen, volg dan de gebrui-
kelijke wasvoorschriften van de kledingfa-
brikant om de kleding te reinigen.
Rijd niet in uw auto nadat de airbags zijn
geactiveerd. Als u dan opnieuw bij een
aanrijding betrokken raakt, zullen de airbags
geen enkele bescherming bieden. OPMERKING:
De airbagpanelen zijn in de interieurbekle-
ding nauwelijks zichtbaar, maar springen
open tijdens het opblazen van de airbag.
Na ieder ongeval dient de auto onmiddel-
lijk naar een erkende dealer te worden
gebracht.
Uitgebreid ongelukkenresponssysteem
Bij een botsing zal de controller van het
beveiligingssysteem voor inzittenden, als het
communicatienetwerk en de voeding intact
blijven en afhankelijk van de aard van de
botsing, bepalen of het uitgebreide ongeluk-
kenresponssysteem de volgende functies
uitvoert:
De brandstoftoevoer naar de motor
afsluiten (indien aanwezig)
De accuvoeding naar de elektromotor
afsluiten (indien aanwezig)
De waarschuwingsknipperlichten inscha-
kelen zo lang de accu energie heeft
De interieurverlichting inschakelen zolang
de accu werkt of gedurende 15 minuten
na interventie van het uitgebreid ongeluk-
kenresponssysteem
WAARSCHUWING!
Eenmaal geactiveerde airbags en
gordelspanners hebben geen enkel effect
bij een volgende aanrijding. Laat de
airbags, gordelspanners en het
oprolmechanisme van de
veiligheidsgordels onmiddellijk vervangen
door een erkende dealer. U dient ook de
controller van het beveiligingssysteem voor
inzittenden te laten nakijken.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 124
Page 127 of 356

125
(Vervolgd)
De centrale portiervergrendeling ontgren-
delen
Uw voertuig is mogelijk ook ontworpen om
een van deze andere of andere functies uit te
voeren naar aanleiding van het uitgebreide
ongelukkenresponssysteem:
De verwarming van het brandstoffilter
uitschakelen, de aanjagermotor van de
klimaatregeling uitschakelen, de circula-
tieklep van de klimaatregeling sluiten
De accuvoeding afsluiten naar de:
Motor
Elektromotor (indien aanwezig)
Elektrische stuurbekrachtiging
Rembekrachtiging
Elektrische parkeerrem
Automatische schakelhendel
Claxon
Ruitenwissers vóór
Koplampsproeierpomp OPMERKING:
Vergeet niet om na een ongeval het contact
in de stand STOP (OFF/LOCK) te zetten en
de sleutel uit de contactschakelaar te verwij-
deren om te voorkomen dat de accu leeg-
loopt. Controleer zorgvuldig de auto op
brandstoflekkage in de motorruimte en op de
grond in de buurt van de motorruimte en de
brandstoftank voordat u het systeem reset en
de motor te star. Als er na een ongeval geen
brandstoflekkage of schade aan de elektri-
sche apparaten van het voertuig (bijv.
koplampen) is, reset u het systeem door de
hierna beschreven procedure te volgen.
Indien u twijfelt, neem dan contact op met
een erkende dealer.
Resetprocedure uitgebreid
ongelukkenresponssysteem
Om de functies van het uitgebreide ongeluk-
kenresponssysteem na een incident te
resetten, moet u de contactschakelaar van
de stand contact START of ON/RUN in de
stand contact OFF zetten. Controleer zorg-
vuldig de auto op brandstoflekkage in de
motorruimte en op de grond in de buurt van
de motorruimte en de brandstoftank voordat
u het systeem reset en de motor te star.
Onderhoud van het airbagsysteem
WAARSCHUWING!
Wijzigingen aan onderdelen van het
airbagsysteem kunnen tot gevolg hebben
dat het systeem bij een aanrijding niet
functioneert. U kunt letsel oplopen
doordat de airbag niet werkt en u niet
beschermt. Breng geen wijzigingen aan
de onderdelen of bedrading aan en plak
nooit badges of stickers op het afdekpa-
neel op het stuur of aan de rechterboven-
zijde van het instrumentenpaneel. Breng
geen wijzigingen aan in de voorbumper
of de carrosseriestructuur en monteer
geen treden of treeplanken.
Het is gevaarlijk zelf onderdelen van het
airbagsysteem te repareren. Waarschuw
iedereen die aan uw auto werkt dat de
auto is uitgerust met een airbagsysteem.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 125
Page 128 of 356

VEILIGHEID
126
Event Data Recorder (EDR)
Deze auto is uitgerust met een Event Data
Recorder (EDR). De belangrijkste taak van de
EDR is het registreren van gegevens die
duidelijk maken hoe een voertuigsysteem
zich heeft gedragen bij aanrijdingen of
bijna-aanrijdingen, zoals de activering van
airbags of een botsing tegen een obstakel. De
EDR is ontworpen om kortstondig, meestal30 seconden of korter, gegevens te regi-
streren die verband houden met de dynamiek
en veiligheidssystemen van de auto. De EDR
in deze auto is ontworpen om gegevens te
registreren die onder meer antwoord geven
op de volgende vragen:
Hoe hebben diverse systemen in uw auto
zich gedragen?
Waren de veiligheidsgordels van de
bestuurder en passagier vastgegespt?
Hoe ver (indien van toepassing) trapte de
bestuurder het gas- en/of rempedaal in?
Hoe snel reed de auto?
Deze gegevens kunnen bijdragen aan een
beter inzicht in de omstandigheden waar-
onder botsingen en letsel ontstaan.
OPMERKING:
De EDR-gegevens worden uitsluitend bij
werkelijke ongevalsituaties. Onder normale
rijomstandigheden registreert de EDR geen
gegevens en er worden geen persoonlijke
gegevens, zoals naam, geslacht, leeftijd en
ongevallocatie geregistreerd. Het is echter
wel mogelijk dat anderen, bijvoorbeeld de
politie, de EDR-gegevens combineren met de
persoonsgegevens die standaard worden
opgevraagd na ongevallen. Voor het uitlezen van de geregistreerde
EDR-gegevens is toegang tot de auto of de
EDR en speciale apparatuur nodig. Naast de
fabrikant van de auto kunnen ook anderen
die over deze speciale apparatuur
beschikken, zoals de politie, de EDR-gege-
vens lezen indien zij toegang hebben tot de
auto of de EDR.
Kinderzitjes - Kinderen veilig vervoeren
Waarschuwingslabel op zonneklep voorpassagier
Iedereen in uw auto moet altijd een veilig-
heidsgordel dragen, ook baby's en kinderen.
EG-richtlijn 2003/20/EG vereist het gebruik
van kinderzitjes in alle landen binnen de EU.
Probeer geen onderdelen van het
airbagsysteem te wijzigen. De airbag kan
per ongeluk worden opgeblazen of werkt
mogelijk niet goed meer als deze is
gewijzigd. Breng de auto naar een
erkende dealer voor onderhoud aan het
airbagsysteem. Breng de auto naar een
erkende dealer als onderhoud nodig is
aan de autostoel, waaronder het afdek-
paneel en het kussen (ook voor het
verwijderen of losdraaien/aantrekken van
stoelbouten). Er mogen uitsluitend door
de fabrikant goedgekeurde stoelacces-
soires worden gebruikt. Neem contact op
met een erkende dealer als het
airbagsysteem moet worden aangepast
aan personen met een handicap.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 126