Page 50 of 316
KENNISMAKING MET HET
INSTRUMENTENPANEEL
In dit deel van het instructieboek vindt u
alle informatie die u nodig hebt om het
instrumentenpaneel goed te begrijpen,
te interpreteren en te gebruiken.BEDIENINGSPANEEL EN
BOORDINSTRUMENTEN........49
DISPLAY..................52
BOORDCOMPUTER...........55
LAMPJES EN BERICHTEN.......56
48
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 51 of 316
BEDIENINGSPANEEL EN BOORDINSTRUMENTEN
VERSIES MET MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
1. Snelheidsmeter 2. Brandstofmeter met reservelampje 3. Display 4. Digitale koelvloeistoftemperatuurmeter met
waarschuwingslampje oververhitting 5. Toerenteller.
Waarschuwingslampje alleen aanwezig op Dieseluitvoeringen. Bij dieselversies is de volledige schaal van de toerenteller
7000 tpm.
BELANGRIJK De verlichting van het instrumentenpaneel kan per versie verschillen.
71P05016J002
49
Page 52 of 316
HERCONFIGUREERBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
1. Snelheidsmeter 2. Brandstofmeter met reservelampje 3. Display 4. Digitale koelvloeistoftemperatuurmeter met
waarschuwingslampje oververhitting 5. Toerenteller.
Waarschuwingslampje alleen aanwezig op Dieseluitvoeringen. Bij dieselversies is de volledige schaal van de toerenteller
7000 tpm.
BELANGRIJK De verlichting van het instrumentenpaneel kan per versie verschillen.
72P05016J004
50
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 53 of 316
MULTIFUNCTIONEEL HERCONFIGUREERDBAAR DISPLAY — LPG-VERSIE
1. Snelheidsmeter 2. Digitale benzinemeter met reservelampje 3. Display 4. Digitale LPG-meter met reservelampje
5. Toerenteller.
BELANGRIJK De verlichting van het instrumentenpaneel kan per versie verschillen.
73PGL6J0020
51
Page 54 of 316

DISPLAY
BESCHRIJVING
Het voertuig is uitgerust met een
display waarop nuttige informatie voor
de bestuurder weergegeven kan
worden tijdens het rijden.
Met de startinrichting in de STOP-stand
en verwijderde contactsleutel, schakelt
het display in en toont enkele seconden
de tijd en de totaalstand van de
kilometerteller (in km of mijlen) wanneer
een portier geopend/gesloten wordt.
SCHAKELINDICATOR
Het GSI-systeem (Gear Shift Indicator)
geeft een melding (2 fig. 74 voor versies
met multifunctioneel display of 4
fig. 75 voor versies met multifunctioneel
display) op het instrumentenpaneel om
de bestuurder te adviseren wanneer
moet worden geschakeld.
Via de GSI wordt de bestuurder
gewaarschuwd dat een andere
versnelling brandstofbesparing kan
opleveren.
Wanneer het symbool
op het
display verschijnt, stelt GSI voor naar
een hogere versnelling te schakelen.
Wanneer het symbool
wordt
weergegeven, stelt de GSI voor te
schakelen naar een lagere versnelling.De aanduiding op het display blijft
branden tot er een versnelling wordt
ingeschakeld of de rijomstandigheden
terugkeren naar een situatie waarin
schakelen niet nodig is om het verbruik
te optimaliseren.
Bij sommige versies worden de
gekozen en de aanbevolen versnelling
weergegeven naast het
symbool
of.
Het pictogram
ofkan
verschijnen als het GSI aanbeveelt twee
versnellingen op te schakelen ten
opzichte van de versnelling die nu is
gekozen. Bij deze versies toont het
systeem alleen de gekozen versnelling
als de rijomstandigheden geen
schakeling vereisen om het
brandstofverbruik te optimaliseren.
De meldingen van de gekozen
versnelling en de aanbevolen
schakeling verdwijnen tijdelijk van het
display tijdens de schakeling en
verschijnen weer zodra de schakeling is
voltooid.
MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY
Op het display fig. 74 wordt de
volgende informatie weergegeven:
1: Stand hoogteregeling koplampen
(alleen bij ingeschakeld dimlicht)
2: Schakelindicator (GSI)
3: Indicatie ingeschakelde versnelling
4: Tijd
5: Buitentemperatuur (voor bepaalde
versies/markten)
7405036J0001EM
52
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 55 of 316

6: Kilometerteller (weergave aantal
gereden kilometers/mijlen)
7: Display van "Cruise Control" of
huidige snelheid (voor versies/markten,
waar voorzien)
HOOFDMENU
Het menu omvat de volgende opties:
“Dimmer” (verlichting)
"Snelheid"
"Uur" (Tijd instellen)
"Zoemer" (Akoestische
waarschuwing)
"Eenheden" (Meeteenheid)
"Flank" (Flanklichten)
"Bag P" (Airbag passagier)
"DRL" (Dagrijverlichting) (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Bag P (Airbag passagier)
Met deze functie kan de frontairbag aan
passagierszijde in- of uitgeschakeld
worden.
Ga als volgt te werk:
druk op de knopOKen druk na
weergave van het bericht
(“Passagiersairbag: Uit, om te
deactiveren) of het bericht "Bag pass:
Aan, om te activeren) door te drukken
op
/, druk op de knop;
op het display verschijnt een bericht
met het verzoek om bevestiging;
druk op de knoppen/om (Ja)
te selecteren (om het inschakelen/
uitschakelen te bevestigen) of (Nee) (om
te annuleren);
druk kort op de knopOK:er
verschijnt een bevestigingsbericht van
de selectie en u kunt terug naar het
menuscherm.
MetPassagiersbescherming
uitgeschakeldgaat de LED
permanent branden op het
instrumentenpaneel.
Opmerking Bij hetUconnect™
systeem worden sommige menuopties
weergegeven en beheerd op het
display van dat systeem en niet op het
display op het instrumentenpaneel (zie
het speciale Multimedia-hoofdstuk of
het supplement beschikbaar online).HERCONFIGUREERBAAR
MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY
Op het display fig. 75 wordt de
volgende informatie weergegeven:
1: stand hoogteregeling
koplampen,indicatie gebruikte
versnelling, buitentemperatuur, kompas
(waar aanwezig), datum.
2: voertuigsnelheid,
waarschuwingsberichten/alle
storingsindicaties.
75P2000078-000-000
53
Page 56 of 316

3: totaal aantal afgelegde kilometers
(of mijlen) en symbolen van alle
storingsindicaties.
4: indicatie van de schakelsuggestie
(GSI).
HOOFDMENU
Het menu omvat de volgende opties:
TRIP
GSI
INFO VOERTUIG
DRIVER ASSIST
AUDIO (functie beschikbaar op
versies en markten waar aanwezig)
TELEFOON (functie beschikbaar op
versies en markten waar aanwezig)
NAVIGATIE (functie beschikbaar op
versies en markten waar aanwezig)
WAARSCHUWINGEN
VOERTUIGINSTELLINGEN
Voertuiginstellingen
Door middel van deze menuoptie
kunnen de instellingen gewijzigd
worden voor:
Scherm
Eenheden;
Klok & Datum;
Veiligheid
Veiligheid / Hulp;
Lichten;
Portieren & VergrendelingDisplay
Door het kiezen van de optie "Display"
kan toegang verkregen worden tot de
instellingen/informatie met betrekking
tot: "Display-instellingen", "Taal", "Zie
telefoon" (beschikbaar op versies en
markten waar aanwezig), "Zie navigatie"
(beschikbaar op versies en markten
waar aanwezig), "Automatische reset
trip B", "Displayverlichting".
Eenheden
Selecteer optie "Eenheden" om de
meeteenheid te kiezen tussen:
"Imperiaal", "Metrisch",
"Gepersonaliseerd".
Tijd en datum
Selecteer optie "Klok & Datum" om de
volgende instellingen te maken: “Tijd
instellen", "Tijdformaat", "Datum
instellen".
Veiligheid
Selecteer de optie "Veiligheid" om de
volgende instellingen te maken:
"AIRBAG passagier",
"Snelheidszoemer", "Zoemer
veiligheidsgordel".
Met de instelling "AIRBAG passagier"
kan de airbag aan passagierszijde
in-/uitgeschakeld worden.
Passagiersbescherming
uitgeschakeld:deled
gaat
permanent branden op het dashboard.Veiligheid / Hulp
Selecteer de optie "Veiligheid / Hulp"
om de volgende instellingen te maken:
Regensensor, Waarschuwingsvolume,
Brake Control, Gev. Brake Control, Park
Assist, Vol. Park Assist.
Lichten
Selecteer de optie "Lichten" om de
volgende instellingen te maken:
"Welkomstverlicht", "Dagverlichting",
"Flanklichten", "Koplampsensor",
"Follow me".
Portieren & Vergrendeling
Selecteer de optie "Portieren &
Vergrendeling" om de volgende
instellingen te maken: "Autoclose",
"Lichten bij sluiten", "Portier open bij
uitstapp.".
Opmerking Bij hetUconnect™
systeem worden sommige menuopties
weergegeven en beheerd op het
display van dat systeem en niet op het
display op het instrumentenpaneel (zie
het speciale Multimedia-hoofdstuk of
het supplement beschikbaar online).
54
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 57 of 316

BEDIENINGSKNOPPEN
Deze bevinden zich aan de linkerkant
van het stuurwiel fig. 76.
Hiermee kan de bestuurder de opties in
het Hoofdmenu van het display selecteren
en bedienen (zie paragraaf "Hoofdmenu").
/: druk de knoppen in en laat
ze los voor toegang tot het hoofdmenu
en om omhoog en omlaag door het
menu en de submenu's te bladeren.
/: druk op de knoppen en laat
ze los om toegang te krijgen tot de
informatieschermen of de submenu's
van een optie van het hoofdmenu.
OK: druk op deze knop om toegang
te krijgen tot de infoschermen of de
submenu's van een optie van het
hoofdmenu of om deze te selecteren.
Houd de knop 1 seconde ingedrukt om
de weergegeven/geselecteerde functies
te resetten.
BOORDCOMPUTER
De "Trip computer" geeft informatie
over de werking van het voertuig op het
display weer, wanneer de startinrichting
in MAR staat.
Deze functie heeft twee verschillende
geheugens, genoemd "Trip A" en "Trip
B", waar de tripgegevens apart van
elkaar geregistreerd worden.
Beide geheugens kunnen worden
gereset.
“Trip A” en “Trip B” worden gebruikt om
informatie weer te geven over:
Autonomie
Huidig verbruik
Afstand (afgelegde afstand)
Gemiddeld brandstofverbruik
Gemiddelde snelheid
Reistijd (rijtijd)
OPMERKING De weergegeven
gegevens kunnen veranderen
gebaseerd op de versie van het
voertuig.
Om te waarden te resetten, de knop
OKop het stuurwiel ingedrukt houden
fig. 77.OPMERKING De parameters “Bereik”
en “Huidig verbruik" kunnen niet
gereset worden.
7605036J0004EM
7705036J0004EM
55