Page 65 of 215

61
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Als de portieren zijn vergrendeld met
behulp van:
❒de afstandsbediening;
❒het portierslot;
kunt u de portieren niet meer ontgren-
delen met de knop
A-fig. 72op het scha-
kelaarpaneel op het dashboard.
BELANGRIJK Als de portieren centraal
zijn vergrendeld en een van de voorpor-
tieren wordt van binnenuit geopend met
de handgreep, dan wordt het betreffende
portier ontgrendeld. Als een van de ach-
terportieren van binnenuit wordt geopend
met de handgreep, dan wordt het betref-
fende portier ontgrendeld.
Bij een onderbreking in de elektrische voe-
ding (doorgebrande zekering, losgekop-
pelde accu enz.) kunnen de portieren al-
tijd met de hand worden vergrendeld.
Als u harder dan 20 km/h rijdt, worden al-
le portieren automatisch vergrendeld als in
het setup-menu deze functie is ingescha-
keld (zie de paragraaf “Multifunctioneel
display” in dit hoofdstuk).
Als het dead lock-systeem is
ingeschakeld, kunnen de por-
tieren op geen enkele wijze van bin-
nenuit worden geopend. Controleer
daarom, voordat u de auto verlaat, of
er geen personen meer aan boord zijn.
Als de batterij van de sleutel met af-
standsbediening leeg is, kan het sys-
teem alleen worden uitgeschakeld
door de metalen baard van de sleutel
in beide portiersloten te steken en te
draaien, zoals hiervoor is beschreven:
in deze situatie blijft de functie wel bij
de achterportieren ingeschakeld.
DEAD LOCK
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit veiligheidssysteem verhindert de wer-
king van:
❒de binnenhandgrepen;
❒ont-/vergrendelknop
A-fig. 72;
hierdoor kunnen de portieren niet van
binnenuit worden geopend bij een in-
braakpoging (bijvoorbeeld bij het inslaan
van een ruit).
Het dead lock-systeem biedt dus de beste
bescherming tegen inbraakpogingen. Daar-
om raden wij u aan om iedere keer als u de
auto verlaat, het systeem in te schakelen. Systeem inschakelen
Het systeem schakelt op alle portieren au-
tomatisch in als de knop
Áop de sleutel
met afstandsbediening fig. 70twee keer
snel wordt ingedrukt.
Als het systeem is ingeschakeld, knipperen
de richtingaanwijzers 3 keer en knippert
het lampje op de knop
A-fig. 72op het
schakelaarpaneel op het dashboard.
Het systeem schakelt niet in als een of
meerdere portieren niet goed gesloten
zijn: zo wordt voorkomen dat een per-
soon via het geopende portier het interi-
eur van de auto kan betreden en, als het
portier vervolgens wordt gesloten, de
auto niet meer kan verlaten.
Systeem uitschakelen
Het systeem schakelt in de volgende ge-
vallen automatisch op alle portieren uit:
❒als de contactsleutel in het bestuurder- sportier wordt gestoken en de sleutel
rechtsom wordt gedraaid;
❒als de portieren m.b.v. de afstandsbe-diening worden ontgrendeld;
❒als de contactsleutel in stand MARwordt gedraaid.
ATTENTIE!
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 61
Page 66 of 215

62
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
NOODPORTIERVERGRENDELING
ACHTER (5-deurs uitvoeringen)
fig. 74
De achterportieren zijn voorzien van een
systeem waarmee ze kunnen worden ver-
grendeld als er geen stroom aanwezig is.
In dat geval moet u:
❒de contactsleutel in het slot Bsteken;
❒het slot van stand 2 in stand 1draaien
en het portier sluiten.
Als het systeem is ingeschakeld, kunt u de
achterportieren weer openen met de
handgrepen in de auto.
Bedien het kinderveiligheids-
slot niet als de noodportier-
vergrendeling achter al is ingescha-
keld.
Als beide systemen zijn ingeschakeld:
om het portier weer te kunnen ope-
nen, moet eerst met de handgreep in
de auto de noodportiervergrendeling
achter worden uitgeschakeld en ver-
volgens het portier met de handgreep
aan de buitenzijde worden geopend.
ATTENTIE!KINDERVEILIGHEIDSSLOT
(5-deursuitvoeringen) fig. 73
Hierdoor kunnen de achterportieren niet
van binnenuit geopend worden.
Het systeem kan alleen bij een geopend
portier worden ingeschakeld.
❒stand 1– systeem ingeschakeld (portier
vergrendeld);
❒stand 2– systeem uitgeschakeld (por-
tier kan van binnenuit worden ge-
opend).
Het systeem A-fig. 73 blijft ook inge-
schakeld na het elektrisch ontgrendelen
van de portieren.
Schakel dit systeem altijd in
als u kinderen vervoert.
ATTENTIE!
Controleer nadat u het vei-
ligheidsslot bij beide achter-
portieren hebt ingeschakeld, of het
slot daadwerkelijk is ingeschakeld
door aan de handgreep aan de bin-
nenzijde van de portieren te trekken.
ATTENTIE!
fig. 74F0M0412mfig. 73F0M0411m
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 62
Page 67 of 215

63
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
RUITBEDIENING
ELEKTRISCH BEDIEND
In de armsteun van het portier aan be-
stuurderszijde zijn de twee bedienings-
schakelaars fig. 75 gemonteerd waarmee
u, als de contactsleutel in stand MAR
staat, de zijruiten bedient:
A openen/sluiten zijruit linksvoor;
B openen/sluiten zijruit rechtsvoor.
Opmerking : door de knop in te drukken
wordt de ruit geopend, door hem uit te
trekken wordt de ruit gesloten. De automatisch continue werking
van de ruit wordt ingeschakeld
als
u langer dan een halve seconde op een van
de bedieningsschakelaars drukt. De be-
weging stopt als de ruit aan het einde van
zijn slag is of als u nogmaals op de scha-
kelaar drukt.
BELANGRIJK Als de anti-letselfunctie bin-
nen 1 minuut 5 keer inschakelt, dan voert
het systeem automatisch de “recovery”
uit (zelfbescherming). Hierbij gaat de ruit
telkens een klein stukje omhoog totdat de
ruit geheel gesloten is.
fig. 75F0M0136m
Automatische werking
De auto is uitgerust met automatische
ruitbediening omhoog en omlaag aan de
bestuurderszijde.
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 63
Page 68 of 215

64
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Initialisatie van de ruitbediening
Als de accu losgekoppeld is geweest of als
een zekering is doorgebrand, moet de wer-
king van het systeem opnieuw ingesteld
worden.
Initialisatieprocedure:
❒sluit de ruit die geïnitialiseerd moet worden geheel (handmatig);
❒houd na het bereiken van de geheel gesloten stand de schakelaar nog ten
minste 1 seconde ingedrukt.
Onzorgvuldig gebruik van de
elektrische ruitbediening kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en tij-
dens het bedienen van de ruit altijd of
de passagiers niet kunnen worden
verwond door de bewegende ruiten,
hetzij direct door contact met de ruit,
hetzij door voorwerpen die door de
ruit worden meegesleept of geraakt.
Verwijder altijd de sleutel uit het con-
tactslot als u de auto verlaat om te
voorkomen dat een onverwachtse
inschakeling van de elektrische ruit-
bediening gevaar oplevert voor de
achtergebleven passagiers.
ATTENTIE!
HANDBEDIENING ACHTER
(5-deurs uitvoeringen) fig. 76
Open of sluit de ruit met de betreffende
slinger.
fig. 76F0M0091m
Ga voor het herstellen van de juiste wer-
king van het systeem als volgt te werk:
❒open de ruiten;
of
❒draai de contactsleutel in stand STOP en vervolgens in MAR.
Als er geen storingen zijn, dan werkt de
ruit weer normaal.
BELANGRIJK Als de contactsleutel in
stand STOP staat of is uitgenomen, dan
kunnen de ruiten nog ongeveer 2 minuten
worden bediend. Het systeem wordt ech-
ter onmiddellijk uitgeschakeld als een van
de portieren wordt geopend.
Het systeem voldoet aan de
2000/4/EU-normen en is ge-
richt op de bescherming van de inzit-
tenden wanneer deze ledematen door
de geopende ruit steken.
ATTENTIE!
BELANGRIJK Als bij enkele uitvoeringen
de knop Ëop de sleutel met afstandsbe-
diening langer dan 2 seconden wordt in-
gedrukt, worden de ruiten geopend; als de
knop
Áop de sleutel met afstandsbedie-
ning langer dan 2 seconden wordt inge-
drukt, worden de ruiten gesloten.
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 64
Page 69 of 215

65
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 80F0M0095m
BAGAGERUIMTE
ACHTERKLEP OPENEN
Druk op knop A-fig. 77 .
De achterklep van de bagageruimte kan
ook geopend worden door de toets R
van de afstandsbediening fig. 78in te
drukken.
Als de achterklep van de bagageruimte ge-
opend wordt met de afstandsbediening,
wordt dit vergezeld van het twee keer
knipperen van de richtingaanwijzers. ACHTERKLEP SLUITEN
Laat de achterklep zakken en druk op de
achterklep totdat hij vergrendelt fig. 79.
ACHTERKLEP IN GEVAL
VAN NOOD OPENEN fig. 80
Om de achterklep vanuit het interieur te
openen (bij een lege accu of een storing in
het elektrische systeem), moet als volgt te
werk worden gegaan:
fig. 78F0M0425m
fig. 79F0M0094m
Naderhand aangebrachte
voorwerpen op de hoeden-
plank of de achterklep (luid-
sprekers, spoiler enz.) kunnen,
behalve wanneer de auto hierop is
voorbereid, de juiste werking van de
gasveren verhinderen.
Bij het gebruik van de baga-
geruimte mag het maximum
laadvermogen nooit worden over-
schreden (zie het hoofdstuk “Tech-
nische gegevens”). Controleer boven-
dien of de bagageruimte goed
geladen is, om te voorkomen dat een
voorwerp bij bruusk remmen naar vo-
ren schiet en letsel veroorzaakt.
ATTENTIE!
Rijd niet met voorwerpen op
de hoedenplank: bij een on-
geval of bruusk remmen kunnen ze de
passagiers verwonden.
ATTENTIE!
fig. 77F0M0654m
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 65
Page 70 of 215

66
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
❒klap de zitplaatsen achter volledig om (zie de paragraaf “Bagageruimte
vergroten” in dit hoofdstuk);
❒druk in de bagageruimte op het hen- deltje B.
BAGAGERUIMTE VERGROTEN
Gedeeltelijk vergroten (1/3 of 2/3)
fig. 83
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het is mogelijk de bagageruimte te ver-
groten door de deelbare achterbank ge-
deeltelijk (1/3 of 2/3) of geheel neer te
klappen.
Ga als volgt te werk:
❒laat de hoofdsteunen van de achterbank geheel zakken;
❒controleer of de gordels niet gespan- nen zijn of gedraaid zitten;
❒klap de zittingen naar voren in de rich-ting van de pijl fig. 81;
❒trek de hendels Aof B-fig. 82 omhoog
om respectievelijk het linker of het
rechter deel van de rugleuning te ont-
grendelen en plaats de rugleuning op de
zitting.
Als u de rechterzijde van de bagageruim-
te vergroot, kunt u twee passagiers op het
linker gedeelte van de achterbank ver-
voeren. Als u de linkerzijde van de baga-
geruimte vergroot, kunt u een passagier
op het rechter gedeelte van de achterbank
vervoeren.
fig. 81F0M0096mfig. 82F0M0097m
fig. 83F0M0137m
Maximale vergroting fig. 84
Als de achterbank wordt neergeklapt, is
de bagageruimte maximaal vergroot.
Ga als volgt te werk:
❒laat de hoofdsteunen van de achterbank geheel zakken;
❒controleer of de gordels niet gespan- nen zijn of gedraaid zitten;
❒klap de zittingen naar voren in de rich-ting van de pijl fig. 81;
❒trek de handgrepen A en B-fig. 82
omhoog om de rugleuningen te ont-
grendelen en klap ze op de zitting neer.
BELANGRIJK Als het na het volledig
neerklappen van de achterbank noodza-
kelijk is om de hoedenplank te verwijde-
ren, plaats deze dan zoals is aangegeven in
fig. 86 .
fig. 84F0M0098m
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 66
Page 71 of 215

67
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 86F0M0101m
fig. 88F0M0099m
fig. 85F0M0221m
HOEDENPLANK VERWIJDEREN
Als u de hoedenplank wilt verwijderen om
de bagageruimte te vergroten: maak de
bovenste uiteinden A-fig. 86 van de twee
trekkoorden los door de ogen van de pen-
nen te schuiven, maak de hoedenplank los,
draai hem in de zitting en maak de twee
pennen fig. 87 los uit de zittingen aan de
zijkant.
De verwijderde hoedenplank kan dwars
tussen de rugleuningen van de voorstoe-
len en de omgeklapte achterbank worden
opgeborgen fig. 88.
fig. 87F0M0222m
Achterbank terugplaatsen fig. 85
Plaats de rugleuningen omhoog en druk de
leuningen naar achteren, totdat beide
borgmechanismen hoorbaar inklikken.
Plaats de gespen van de veiligheidsgordels
omhoog en zet de zitting weer in de nor-
male gebruiksstand.
BELANGRIJK Als de rugleuning goed is
vergrendeld, dan is de “rode band” naast
de hendels voor het neerklappen van de
rugleuning, niet meer zichtbaar. Als de
“rode band” zichtbaar is, is de rugleuning
niet goed vergrendeld. Als de rugleuning
in de normale gebruiksstand wordt gezet,
controleer dan of de rugleuning hoorbaar
vergrendelt.
Controleer of de rugleuning aan beide zij-
den goed vergrendeld is om te voorkomen
dat in geval van bruusk remmen, de rug-
leuning naar voren klapt en de passagiers
verwondt.
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 67
Page 72 of 215

68
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de hendel fig. 89in de richting van
de pijl;
❒trek aan het hendeltje A-fig. 90, zoals
aangegeven in de afbeelding;
❒til de motorkap op en trek gelijktijdig de steunstang D-fig. 91uit de klem; steek
vervolgens het uiteinde C-fig. 92 van
de stang in de zitting E op de motorkap.
BELANGRIJK Controleer of de armen van
de ruitenwissers tegen de ruit aanstaan
voordat u de motorkap optilt.
SLUITEN
Ga als volgt te werk:
❒houd de motorkap met een hand om-hoog, trek met de andere hand de stang
C-fig. 92 uit de zitting E en plaats de
steunstang terug in de klem D-fig. 91;
fig. 90F0M605m
fig. 89F0M0135m
❒laat de motorkap tot op ongeveer
20 cm van de motorruimte zakken, laat
de motorkap vallen en controleer of de
motorkap goed is gesloten door de mo-
torkap op te tillen. De motorkap mag
niet alleen door de beveiliging vergren-
deld zijn. Druk in dit laatste geval de
motorkap niet dicht, maar til hem op-
nieuw op en herhaal de handeling.
BELANGRIJK Controleer altijd of de mo-
torkap vergrendeld is, om te voorkomen
dat deze tijdens het rijden open gaat.
fig. 91F0M0413m
fig. 92F0M0133m
033-069 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.56 Pagina 68