Page 89 of 215

85
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
AUTORADIO
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Raadpleeg voor de werking van de auto-
radio met CD- of MP3 CD-speler (voor be-
paalde uitvoeringen/markten) het supple-
ment dat bij dit instructieboekje is geleverd.
INBOUWVOORBEREIDING
AUTORADIO
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het pakket bestaat uit:
❒kabels voor voeding van de autoradio;
❒kabels voor voeding van de luidspre-
kers voor en achter;
❒kabel voor voeding van de antenne;
❒2 tweeter luidsprekers in de voorpor-
tieren met elk een piekvermogen van
30 W;
❒2 mid-woofer luidsprekers in de voor-
portieren,met een diameter van165 mm en met elk een piekvermo-
gen van 40 W;
❒2 full-range luidsprekers in de achter-
portieren of de zijpanelen achter, met
een diameter van 130 mm en met elk
een piekvermogen van 40 W;
❒antennekabel voor radio. Autoradio inbouwen
De autoradio moet worden ingebouwd
op de plek van het opbergvak in het mid-
den. De voedingskabels liggen achter dit
opbergvak.
Verwijder het vak door op de aangegeven
punten bij de borgingen te drukken.
fig. 109F0M0626m
Laat de aansluiting op de in-
bouwvoorbereiding in de
auto uitsluitend door het Fiat Ser-
vicenetwerk uitvoeren. Zo bent u ver-
zekerd van het beste resultaat en
wordt voorkomen dat de rijveiligheid
in gevaar wordt gebracht.
ATTENTIE!
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 85
Page 90 of 215
86
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
INBOUWVOOR -
BEREIDING VOOR
DRAAGBAAR
NAVIGATIESYSTEEM
U kunt het draagbare navigatiesysteem in
de speciale beugel steken die is aangege-
ven in fig. 110.
fig. 110F0M0431m
EXTRA ACCESSOIRES
Als u na aanschaf van uw auto accessoi-
res wilt monteren die constante voeding
nodig hebben (autoradio, anti-diefstalsa-
tellietbewaking enz.), of accessoires die
de elektrische installatie zwaar belasten,
wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk.
Deze kan u de meest geschikte installaties
aanraden uit het Fiat Lineaccessori-pro-
gramma en controleren of de elektrische
installatie van de auto geschikt is voor het
extra stroomverbruik of dat het nood-
zakelijk is een accu met een grotere
capaciteit te monteren.
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 86
Page 91 of 215

87
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparaten (mobiele telefoons,
27 mc en dergelijke) mogen alleen in de
auto worden gebruikt met een aparte an-
tenne aan de buitenkant van de auto.
BELANGRIJK Het gebruik van dergelijke
apparaten in de auto (zonder buitenan-
tenne) kan niet alleen schadelijk zijn voor
de gezondheid van de inzittenden, maar
kan ook storingen in de elektrische sys-
temen van de auto veroorzaken. Hierdoor
wordt de veiligheid in gevaar gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ontvangst-
kwaliteit aanzienlijk beperkt door de iso-
lerende eigenschappen van de carrosserie.
Houdt u bij het gebruik van mobiele tele-
foons (GSM, GPRS, UMTS) met het offi-
ciële EU-keurmerk, strikt aan de instruc-
ties die door de fabrikant van de mobiele
telefoon zijn bijgeleverd.
Let op bij de montage van
spoilers, lichtmetalen velgen
en niet standaard wieldoppen: ze
kunnen de ventilatie van de remmen
verminderen en daarmee hun doel-
matigheid tijdens krachtig en veel-
vuldig remmen; bijvoorbeeld tijdens
een lange afdaling. Controleer bo-
vendien of de slag van de pedalen niet
beperkt wordt (door matten enz.).
ATTENTIE!ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN MONTEREN
De elektrische/elektronische systemen die
na aankoop van de auto en binnen de af-
tersales-service worden gemonteerd,
moeten voorzien zijn van het merkteken:
Fiat Auto S.p.A. autoriseert de montage
van zend-/ontvangstapparatuur op voor-
waarde dat de montagewerkzaamheden
op de juiste wijze bij een gespecialiseerd
bedrijf worden uitgevoerd, waarbij de aan-
wijzingen van de fabrikant in acht moeten
worden genomen.
BELANGRIJK Als door de montage van
systemen de kenmerken van de auto wor-
den gewijzigd, kan het kentekenbewijs
worden ingenomen door de bevoegde in-
stanties en eventueel de garantie komen
te vervallen bij defecten die veroorzaakt
zijn door de bovengenoemde modificatie
of op defecten die direct of indirect daar-
van het gevolg zijn.
Fiat Auto S.p.A. is op geen enkele wijze
aansprakelijk voor schade die het gevolg
is van de installatie van accessoires die niet
door Fiat Auto S.p.A. zijn geleverd of aan-
bevolen en/of die niet conform de gele-
verde instructies zijn geïnstalleerd.
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 87
Page 92 of 215

88
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
TANKEN
BENZINEMOTOREN
Tank uitsluitend loodvrije benzine.
Om vergissingen te voorkomen is de dia-
meter van de vulpijp van de tank kleiner,
zodat het vulpistool voor loodhoudende
benzine er niet in past. Het octaangetal van
de benzine moet ten minste 95 RON zijn.
BELANGRIJK Een beschadigde katalysa-
tor laat schadelijke stoffen in het uitlaat-
gas achter, waardoor het milieu wordt
vervuild.
BELANGRIJK Tank met de auto nooit,
niet in noodgevallen en ook niet een klein
beetje, loodhoudende benzine. U zou de
katalysator onherstelbaar beschadigen. DIESELMOTOREN
Bij lage buitentemperaturen kan de vloei-
baarheid van de dieselbrandstof verminde-
ren door de vorming van paraffine, waar-
door het dieselfilter verstopt kan raken.
Om dit probleem te voorkomen wordt er,
afhankelijk van het seizoen, dieselbrandstof
geleverd die speciaal voor de zomer, voor
de winter en voor zeer lage temperaturen
(bergachtige gebieden) is ontwikkeld.
Als dieselbrandstof wordt getankt die niet
toereikend is voor de gebruikstempera-
tuur, raden wij aan de dieselbrandstof te
mengen met het vorstbeveiligingsmiddel
TUTELA DIESEL ART in de verhouding die
in de gebruiksaanwijzing van het middel is
aangegeven. Doe eerst het middel in de
tank en voeg daarna de dieselbrandstof toe.
Als de auto lange tijd wordt gebruikt/stil
-
staat in bergachtige/koude gebieden, is het
raadzaam dieselbrandstof te tanken die ter
plaatse beschikbaar is.
In dat geval is het bovendien raadzaam een
hoeveelheid brandstof in de tank te hou-
den die groter is dan 50% van de nuttige
inhoud. Tank bij auto’s met dieselmo-
tor uitsluitend dieselbrandstof
voor motorvoertuigen die vol-
doet aan de Europese speci-
ficatie EN590. Het gebruik van ande-
re producten of mengsels kan de motor
onherstelbaar beschadigen en het ver-
vallen van de garantie tot gevolg heb-
ben. Mocht u onverhoopt een ander ty-
pe brandstof tanken, dan mag de
motor niet worden gestart en moet de
brandstoftank worden afgetapt. Ook
als de motor slechts kort heeft ge-
draaid, moet naast de brandstoftank,
ook alle brandstof uit het gehele brand-
stofcircuit worden afgetapt.
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 88
Page 93 of 215

89
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
TANKDOP fig. 111
Om te tanken moet u het klepje Aope-
nen en vervolgens de dop B losdraaien.
De tankdop is voorzien van een koord C
dat aan het klepje vastzit, om verlies van
de dop te voorkomen.
Op enkele uitvoeringen is de tankdop B
voorzien van een slot. De tankdop kan
worden bereikt door het tankklepje Ate
openen. Draai vervolgens de contactsleu-
tel in het slot van de dop linksom en draai
de dop los.
Door de hermetische afsluiting van de
tank kan de druk in de tank iets verhoogd
zijn. Het is daarom normaal als u bij het
losdraaien van de tankdop een sissend
geluid hoort.
Plaats tijdens het tanken de dop in de uit-
sparing op het tankklepje, zoals is afge-
beeld in fig. 111.
fig. 111F0M0138m
Kom niet dicht bij de vul-
opening met open vuur of
een brandende sigaret: brandgevaar.
Houd uw hoofd ook niet dicht bij de
vulopening om te voorkomen dat
u schadelijke dampen inademt.
ATTENTIE!
Tankinhoud
Om te zorgen dat de tank volledig gevuld
wordt, moet u twee keer bijvullen nadat
het vulpistool voor de eerste keer afslaat.
Vul niet nog een keer bij om storingen in
het brandstofsysteem te voorkomen.
BESCHERMING
VAN HET MILIEU
De emissiereductiesystemen voor benzi-
nemotoren zijn:
❒driewegkatalysator (katalysator);
❒lambdasondes;
❒benzinedamp-opvangsysteem.
Laat de motor nooit, ook niet tijdens test-
werkzaamheden, met losgenomen bou-
giekabels draaien.
De emissiereductiesystemen voor diesel-
motoren zijn:
❒oxidatiekatalysator;
❒uitlaatgasrecirculatie-systeem (EGR);
❒roetfilter (DPF) (voor bepaalde uitvoe- ringen/markten).
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 89
Page 94 of 215

90
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Onder normale bedrijfsom-
standigheden bereikt de ka-
talysator hoge temperaturen. Parkeer
daarom niet boven brandbare mate-
rialen (gras, droge bladeren, dennen-
naalden enz.): brandgevaar.
ATTENTIE!
DPF-ROETFILTER
(DIESEL PARTICULATE FILTER)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het DPF-roetfilter (Diesel Particulate Fil-
ter) is een mechanisch filter in het uitlaat-
systeem dat de partikels in het uitlaatgas
van dieselmotoren opvangt.
Het roetfilter vangt bijna de totale hoe-
veelheid roetdeeltjes op, waardoor vol-
daan wordt aan de huidige/toekomstige
wettelijke normen.
Tijdens het normale gebruik van de auto
registreert de inspuitregeleenheid een aan-
tal gegevens met betrekking tot het ge-
bruik (gebruiksduur, type traject, bereik-
te temperatuur enz.) en berekent de
hoeveelheid verzameld roet in het filter.
Omdat het filter de roetdeeltjes verza-
melt, moet het periodiek worden gere-
genereerd (schoongemaakt) door de roet-
deeltjes te verbranden.
De regeneratieprocedure wordt geregeld
door de regeleenheid van de motor op ba-
sis van de hoeveelheid opgevangen roet-
deeltjes en de bedrijfsomstandigheden van
de auto. Tijdens de regeneratie kan het volgende
worden waargenomen: een beperkte toe-
rentalverhoging, inschakeling van de elek-
troventilateur, een beperkte toename van
de rook uit de uitlaat en een hogere tem-
peratuur bij de uitlaat. Dit zijn geen sto-
ringen en deze situatie heeft geen invloed
op het milieu of het gedrag van de auto.
Als de bijbehorende melding op het dis-
play verschijnt, zie dan het hoofdstuk
“Lampjes en berichten”.
Onder normale bedrijfsom-
standigheden bereikt het
roetfilter (DPF) (voor bepaalde uit-
voeringen/markten) hoge temperatu-
ren. Parkeer daarom niet boven brand-
bare materialen (gras, droge bladeren,
dennennaalden enz.): brandgevaar.
ATTENTIE!
070-090 PUNTO POP 1ed NL 25/03/14 16:31 Pagina 90
Page 95 of 215
91
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELS ..................................................... 92
SBR-SYSTEEM ........................................................................\
. 93
GORDELSPANNERS ........................................................... 94
KINDEREN VEILIG VERVO EREN .................................... 97
MONTAGEVOORBEREIDING VOOR
“ISOFIX UNIVERSEEL”-KINDERZITJE ...........................
101
FRONTAIRBAGS .................................................................
103
ZIJ-AIRBAGS .......................................................................\
... 106
V
V
E
E
I
I
L
L
I
I
G
G
H
H
E
E
I
I
D
D
091-110 PUNTO POP 1ed NL 03/04/14 15:15 Pagina 91
Page 96 of 215

92
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE - VALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
Als de auto op een steile helling staat, kan
de rolautomaat blokkeren; dit is een nor-
maal verschijnsel. Bovendien blokkeert de
oprolautomaat als u de gordel snel uittrekt.
Hij blokkeert ook bij hard remmen, bot-
singen en bij hoge snelheden in bochten.
De achterbank is voorzien van driepunts-
veiligheidsgordels met rolautomaat.
De veiligheidsgordels voor de achterste
zitplaatsen moeten gedragen worden vol-
gens het schema weergegeven infig. 2
(met veiligheidsgordel voor de middelste
zitplaats) of volgens het schema weerge-
geven in fig. 3 (achterbank met twee zit-
plaatsen, voor bepaalde versies/markten).
VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS fig. 1
Ga goed rechtop zitten, steun tegen de
rugleuning en leg dan de gordel om.
Trek de gordel uit en maak de gordel vast
door de gesp A in de sluiting Bte druk-
ken, totdat hij hoorbaar blokkeert.
Als tijdens het uittrekken van de gordel de
rolautomaat blokkeert, laat dan de gor-
del een stukje teruglopen en trek de gor-
del vervolgens weer geleidelijk uit.
Druk, om de gordel los te maken, op de
knop C. Begeleid de gordel tijdens het te-
ruglopen, zodat wordt voorkomen dat de
gordelband draait.
Via de oprolautomaat wordt de lengte
van de gordel automatisch aangepast aan
het postuur van de drager en wordt toch
voldoende bewegingsvrijheid geboden.
fig. 1F0M0040m
fig. 3F0M0502m
fig. 2F0M0041m
Druk tijdens het rijden niet
op de knop C-fig. 1.
ATTENTIE!
091-110 PUNTO POP 1ed NL 03/04/14 15:15 Pagina 92