192
Uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem zijn voorzien van een speciale
12V- loodac c u.
Deze accu mag uitsluitend worden
vervangen door het CITROËN-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
Interieurfilter
Als de omgeving en het gebruik
(veel stof, veel stadsverkeer…)
daartoe aanleiding geven, moet
het twee keer zo vaak worden
vervangen. Een verstopt interieur filter kan de
prestaties van de airconditioning verstoren
en onaangename geuren veroorzaken.
Luchtfilter
Als de omgeving en het gebruik
(veel stof, veel stadsverkeer…)
daartoe aanleiding geven, moet
het twee keer zo vaak worden
vervangen
.
Oliefilter
Laat bij het olie ver versen tevens het
oliefilter vervangen.
Roetfilter (diesel)
of Als het roetfilter verzadigd begint te
raken, wordt u
hierop geattendeerd
door het tijdelijk branden van dit
lampje in combinatie met een
waarschuwingsmelding over het risico
van verstopping van het filter.
Regenereer het roetfilter door met een snelheid
van minimaal 60
km/h te rijden tot het lampje
dooft. Doe dit alleen als de omstandigheden
dat toelaten.
AdBlue (BlueHDi)
Er verschijnt een waarschuwing zodra het
reserveniveau is bereikt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de AdBlue -
actieradiusindicatoren.
Als er geen AdBlue meer aanwezig is in het
reser voir, kan de motor om wettelijke redenen
niet meer gestart worden. Vul om dit te
voorkomen het reser voir zo snel mogelijk bij.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het verkrijgen van AdBlue .
Controles
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het
onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking
heeft op de motoruitvoering van uw auto voor het
controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruik uitsluitend door CITROËN
aanbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke
onderdelen als het remsysteem te
optimaliseren, selecteert en biedt
CITROËN specifieke producten aan.
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig
te controleren of de accupoolklemmen
goed vastzitten (bij uitvoeringen zonder
snelsluiting voor de accupoolklemmen)
en of de aansluitingen schoon zijn.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden
u itvoert aan de 12V-accu de desbetreffende
rubriek voor meer informatie en de te
nemen voorzorgsmaatregelen.
Praktische informatie
194
Koplampen en achterlichten
De koplampunits zijn voorzien van glas
van polycarbonaat met een speciale
vernislaag.
Gebruik voor het schoonmaken van de
koplampen nooit een droge doek of een
schuur-, schoonmaak- of oplosmiddel.
Gebruik een spons en zeepwater.
Om te voorkomen dat de vernislaag en de
afdichtrubbers beschadigd raken, is het
raadzaam de koplampen, de achterlichten
en omgeving niet te reinigen met een
hogedrukreiniger.
Houd u bij het gebruik van een
hogedrukreiniger aan de voorschriften met
betrekking tot de druk en de spuitafstand.
Ver wijder eerst hardnekkig vuil met behulp
van een spons en lauw zeepwater.
Leder
Leder is een natuurproduct. Om de
duurzaamheid ervan te garanderen moet
het leder geregeld op de juiste wijze worden
onderhouden.
In het garantie- en onderhoudsboekje
van uw auto vindt u
alle specifieke
voorzorgsmaatregelen met betrekking tot
het leder.
AdBlue® (BlueHDi)
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen,
heeft CITROËN er voor gekozen zijn auto's met
dieselmotor te voorzien van een systeem waarbij
het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd met een
SCR-systeem (Selective Catalytic Reduction)
voor de nabehandeling van de uitlaatgassen. Dit
systeem heeft geen invloed op de prestaties van de
auto en leidt niet tot een hoger brandstofverbruik..
SCR-systeem
Met behulp van een vloeistof die AdBlue® wordt
genoemd en ureum bevat, kan een katalysator
tot 85% van de stikstofoxide (NOx) omzetten
in stikstof en water (deze stoffen zijn niet
schadelijk voor de gezondheid en het milieu).
De AdBlue
® bevindt zich in
een specifiek reservoir van
ongeveer 17
liter.
Hiermee is een actieradius van ongeveer
9000
km mogelijk ( zeer afhankelijk van uw
rijstijl).
Wanneer u
met de resterende hoeveelheid nog
maximaal ongeveer 2400
km kunt rijden tot het
reservoir helemaal leeg is, wordt automatisch
een waarschuwingssysteem geactiveerd.
Het rijden met een te lage bandenspanning
veroorzaakt bovendien een hoger
brandstofverbruik. Een onjuiste bandenspanning
veroorzaakt vroegtijdige slijtage van banden en
heeft een negatieve invloed op het rijgedrag van
de auto. Kans op een ongeval!
Het rijden met versleten of beschadigde
banden vermindert de remwerking en heeft een
negatieve invloed op het rijgedrag. Het wordt
aanbevolen regelmatig de staat van de banden
(loopvlak en bandwangen) te inspecteren en
te controleren of de banden over een ventiel
beschikken.
Het gebruik van andere dan de gespecificeerde
velg- en bandmaten kan effect hebben op
de levensduur van de banden, het draaien
van de wielen, de bodemvrijheid en de
snelheidsmeteraanduiding, en kan tevens een
negatieve invloed hebben op het rijgedrag van
de auto.
Het monteren van verschillende banden
op de voor- en achteras kan leiden tot
een onjuiste timing van het elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESP).
Onderhoudstips
In het garantie- en onderhoudsboekje van
uw auto vindt u de algemene adviezen met
betrekking tot het onderhoud van uw auto.
Praktische informatie
195
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de waarschuwings-
en verklikkerlampjes en de bijbehorende
waarschuwingsmeldingen of de indicatoren .
Als het AdBlue®-reser voir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem er voor dat
de motor niet kan worden gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke stoffen
uit, waardoor hij niet meer aan de Euro
6-emissienorm voldoet.
Neem bij een bevestigde storing in het
SCR-systeem zo snel mogelijk contact
op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats: na 1100
km
wordt een systeem geactiveerd dat het
starten van de motor blokkeert.
In beide gevallen geeft een
actieradiusindicator aan hoever u
nog kunt
rijden voordat de motor niet meer gestart
kan worden.
Bevriezing van AdBlue
®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager
dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reser voir waardoor u ook in zeer
k
oude omstandigheden kunt blijven rijden.
Bijvullen van AdBlue®
Het is raadzaam om zo snel mogelijk AdBlue® bij
te vullen zodra de eerste waarschuwing wordt
gegeven dat het minimumniveau is bereikt.
Om er voor te zorgen dat het SCR-systeem
correct werkt:
-
G
ebruik uitsluitend AdBlue
® die aan de
norm ISO
22241
voldoet.
-
A
ls de AdBlue
® niet in de originele
verpakking wordt bewaard, verliest het
zijn zuiverheid.
-
V
erdun de AdBlue
® nooit met water.
AdBlue
® is verkrijgbaar bij het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
U kunt ook naar een tankstation gaan dat
over AdBlue
®-pompen beschikt die speciaal
ontworpen zijn voor personenauto's.
Voorschriften voor opslag
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan
deze weer worden gebruikt nadat deze bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Bewaar de jerrycans of flacons AdBlue
®
niet in uw auto.
Gebruiksvoorschriften
AdBlue® is een oplossing op ureumbasis.
Deze vloeistof is niet ontvlambaar, kleurloos
en geurloos (indien de vloeistof koel wordt
bewaard).
Als het additief in contact komt met de huid,
moet u
de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15
minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als AdBlue wordt ingeslikt, spoel de mond dan
met schoon water en drink ver volgens een
ruime hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Ammoniak werkt irriterend op de slijmvliezen
(ogen, neus en keel).
AdBlue
® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam
dit product koel en buiten direct zonlicht te
bewaren.
Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten
minste één jaar houdbaar.
7
Praktische informatie
196
Toegang tot het AdBlue®-
reservoir
Een blauwe dop achter de brandstofvulklep
biedt toegang tot het AdBlue®-reservoir.
F
Z
et het contact af en haal de sleutel uit het
contactslot.
Of
F
D
ruk bij uitvoeringen met Keyless entry and
start op de knop " START/STOP" om de
motor af te zetten.
F
D
raai de blauwe vuldop voor de AdBlue
®
linksom.
F
P
ak een jerrycan AdBlue
® (controleer de
houdbaarheidsdatum) en giet de inhoud van
de jerrycan in het AdBlue
®-reser voir van uw
auto.
Of
F
S
teek het vulpistool van de AdBlue
®-pomp
in de vulopening van het reser voir en vul bij
tot het vulpistool automatisch afslaat. Belangrijk:
Om er voor te zorgen dat het AdBlue
®-
reser voir niet overstroomt, wordt
aanbevolen:
F
O
m 10
tot 13
liter bij te vullen met
behulp van jerrycans met AdBlue
®.
Of
F
O
m bij een tankstation bij te vullen,
waarbij het vulpistool niet meer dan
drie keer automatisch mag afslaan.
Belangrijk: als u
AdBlue hebt bijgevuld
nadat het reser voir leeg is geraakt ,
dient u
ongeveer 5
minuten te wachten
voordat u
het contact weer aanzet, zonder
het bestuurderspor tier te openen, de
auto te vergrendelen, de sleutel in het
contactslot te steken of de sleutel van
het Keyless entr y en star t-systeem in
het interieur te brengen .
Zet ver volgens het contact aan en start na
10
seconden wachten de motor.
Bewaar AdBlue
® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon of jerrycan.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto
o p een vlakke en horizontale ondergrond staat.
Vul geen AdBlue
® bij wanneer de temperatuur
van de auto lager is dan -11°C. Laat uw auto
enkele uren op een warmere plaats staan en
vul vervolgens het reservoir bij.
Als het AdBlue-reser voir leeg is, wat
bevestigd wordt door de melding " Vul
AdBlue bij: starten onmogelijk", moet
u
minimaal 5
liter bijvullen.
Giet nooit AdBlue
® in de brandstoftank.
Als er AdBlue
® op de carrosserie of op
een andere plaats is gemorst, spoel het
dan onmiddellijk weg met koud water of
veeg het weg met een vochtige doek.
Gekristalliseerde vloeistof moet worden
ver wijderd met een spons en warm water.
Praktische informatie
225
12V- ac c u ........................................ 192, 215 -217
180°-zicht naar achteren ...............................171
Bagageafdekking
............................................76
Bagagenet voor hoge belading .......................77
Bagageruimte
................................44- 45, 47, 78
Banden
................
..........................................193
Banden oppompen
......................................193
Bandenreparatieset
..............................198 -19 9
Bandenspanning
...................................193, 202
Bandenspanningscontrole (met set)
...............................
...............199-200, 202
Bandenspanning te laag (detectie)
...............132
Batterij afstandsbediening vervangen ~ Afstandsbediening, batterij vervangen
.....42
Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening, batterij
..............41- 4 3 , 7 0
Bediening autoradio aan stuurkolom ~ Autoradio, bedieningen aan
stuurkolom
...............................
...............2-3, 2
A
B
Aanhanger ............................................... 9 4, 182
Aanhangergewichten .................................... 222
Aansluiten MirrorLink
...........................1 0 -11, 1 8
Aansluiting 12
V
...............................
.........72, 76
Aansteker
........................................................ 72
ABS
........
......................................................... 92
Accessoires ..................................................... 89
Accu
....................................... 186, 215, 217-218
Accu laden
.................................................... 217
Achterklep sluiten
............................... 39, 44- 45
Achterlichten
...............................
..........19 4, 210
Achterruitverwarming
.........................68, 68-69
Achteruitrijcamera
..................13 6 , 16 8 -16 9, 171
Achteruitrijlicht
.............................................. 210
Actief dodehoekbewakingssysteem
............. 16
5
Actieradius AdBlue
................................. 28, 192
Actieradius AdBlue
® ........................................ 28
A
ctive Safety Brake.................. 17, 15 6 -157, 159
Adaptieve snelheidsregelaar met Stop-functie
......................................... 140 -141
Adaptieve snelheidsregelaar
........................ 14
7
AdBlue
® ..................................... 1 6, 28, 19 4 -195
AdBlue® bijvullen ........................................... 19 6
AdBlue®-reservoir ......................................... 19 6
Advanced Grip Control ............................. 95-96
Afmetingen
.................................................... 221
Afstandsbediening
......................... 35
-37, 39-41
Afstellen van de koplamphoogte
....................84
Afzetten van de motor
................................... 11 8
Airbags
...............................
.....19, 101, 103, 10 6
Airbags vóór
................................... 101-103, 10 6
Airconditioning
.................................... 62- 64, 67
Airconditioning (handbediend)
.................63-64
Alarmknipperlichten
................................ 8
9, 197
Alarmsysteem
........................................... 4
9 - 51Algemeen menu
..............................................
33
Allesdragers
...............................
............
187-188
Antiblokkeersysteem (ABS)
......................
91-92
Antidiefstalsysteem/Startblokkering
....... 4
0 , 11 8
Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling
.................................
18, 91- 9 6
Apple CarPlay-verbinding
.........................
11, 17
Apple
®-speler .............................................. 9, 23
Armsteun vóór ............................................ 7
3 -74
Audiokabel
...................................................... 23
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
............................... 64, 67
Automatische airconditioning ~ Airconditioning, automatische
................65, 68
Automatische ruitenwissers
......................86, 88
Automatische transmissie ~ Versnellingsbak, automatische
...... 8
, 125 -13 0,
132, 193, 216
Automatisch inschakelen verlichting
........81- 82
Automatisch noodremsysteem ...17, 15 6 -157, 159
AUX-aansluiting
.......................................... 8, 23Bekerhouder
..............................
.....................
71
Beladen
...................................................
77, 187
Benzinemotor
........................................
189, 223
Bijvullen AdBlue
® .................................. 19 2, 19 6
Binnenspiegel
........................................... 59-60
BlueHDi
............................... 14, 28 -29, 192, 197
Bluetooth (handsfree set)
................... 12, 24 -25
Bluetooth (telefoon)
........................ 12-13 , 24 -2 6
Bluetooth-verbinding
................. 12-13, 19, 24-26
Bochtverlichting
.............................................. 85
Bochtverlichting, statisch
................................ 85
Boordcomputer
.......................................... 31- 32
Boordgereedschap
......................... 78, 198 -19 9
Brandstof
....................................................... 181
Brandstofadditief
.................................... 19
1-192
Brandstofniveaumeter
................................... 18 0
Brandstoftank
................................................ 18 0
Brandstof tanken
........................................... 18 0
Brandstoftank leeg (diesel)
.................... 197-198
Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop
........... 18
0
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep
.........18 0
Buitenspiegels ......................58 - 59, 68, 16 4 -166
CCD ............................................................... 8, 23
CD MP3 ....................................................... 8, 23
CD-/MP3-speler
...............................
...............23
Centrale vergrendeling
.............................36, 39
CHECK
................
............................................ 29
CITROËN Connect Nav
....................................1
CITROËN Connect Radio
................................. 1
C
laxon
............................................................. 90
Collision Risk Alert ................................. 15 6 -15 8
Configuratie van de auto
................................33
C
ontact
............................................ 119, 121, 27
Contact aangezet
.......................................... 121
Controlelampjes
.............................................. 12
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau, controle
.............................27
Controles
........................................ 1
89, 192-193
.
Trefwoordenregister
227
Kaartenhouder ................................................71
K aartleeslampjes ............................... .............75
Kentekenplaatverlichting
..............................2 11
Keyless entry and start
......................37- 41, 120
Kilometerteller
................................................. 30
Kinderbeveiliging
.......................................... 115
Kinderen
................................................. 11 0 -114
Kinderen (veiligheid)
..................................... 115
Kinderzitjes
.............10 0, 104 -105, 107, 109 -110
Kinderzitjes (conventioneel)
..................109 -110
Kinderzitjes i-Size
......................................... 114
Kleurcode lak
...............................
.................221
Klokje (instellen)
.................................. 34, 15, 30
Koelvloeistof
.................................................. 191
Koelvloeistoftemperatuur
..........................12, 27
Koelvloeistoftemperatuurmeter
......................27
Koplampen
.................................................... 19 4
Koplampverstelling
......................................... 84
Krik
................................................ 198 -19 9, 203K
L
Laden accu ~ Accu laden .............................2 17
Lak ................................................................. 221
Lampen
...............
.......................................... 207
Lampen (vervangen)
.............. 2
06 -207, 210 -211
Lampen vervangen
................206 -207, 210 -211
Lane Departure Warning System
...........17, 1 6 1
Lane Positioning Assist
.........147, 151-15 3, 15 6
Leder (onderhoud)
........................................ 19 4
LED-verlichting
........................81, 207, 209 -211
Lekke band
............................. 199-200, 202-203
Lendensteun
................................................... 55
L
endensteun, verstelling
................................. 55
L
ichtschakelaar
......................................... 79, 81
Lokaliseren van de auto
..................................37
Luchtfilter
...................................................... 192
Luchtfilter (vervangen)
..................................192
Luchtrecirculatie ........................................ 65 - 67
M
Make-upspiegel .............................................. 71
Massagefunctie ............................... ..........57- 5 8
Matten
..................................................... 74 , 13 7
Mat verwijderen
.............................................. 74
Meldingen ........................................................ 27
Menu
............................................................... 11
Menustructuren display
..................................11
Menu's (audio)
........................................3-4, 3-4
Milieu
......................................................... 43, 70
Mistachterlicht
................................... 2
2, 79, 211
Mistlampen vóór ............................... 79, 85, 209
Monteren allesdragers ~ Allesdragers monteren
........................187-188
Motoren
................................................. 222-224
Motorkap
................................................ 188 -189
Motorkapsteun
....................................... 188 -189
Motorolie
....................................................... 19 0
Motorolieniveaumeter
...............................2 7, 2 9
Multipoint-massage
.................................. 57- 5 8
Neerklappen stoelen achter
..................... 6
0 - 61
Niveau AdBlue
® ............................................. 19 2
Niveau brandstofadditief diesel ~ Brandstofaddititiefniveau
..................... 19
1-192
Niveau koelvloeistof ~ Koelvloeistofniveau
.............................. 2
7, 1 9 1
Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau ....191
Niveau ruitensproeiervloeistof ~ Ruitensproeiervloeistofniveau
.............. 87, 191
Niveaus controleren
............................... 18 9 -191
Niveaus en controles
............................. 18 9 -191
Noodbediening achterklep
........................ 45, 48
Noodbediening portieren
........................... 4
1- 42
Noodoproep ~ Urgence-oproep
............... 90 -91
Noodprocedure afzetten van de motor
......... 121
Noodprocedure starten
......................... 121, 216
Noodremassistentie (AFU) ~ Brake Assist System (BAS)
.............................. 91-92
N
Noodremassistentie ~ Brake Assist
System (BAS) ................................. 91- 92, 15 8
Nulstelling dagteller ~ Dagteller resetten
.......30
Nulstelling onderhoudsindicator ~ Onderhoudsintervalindicator resetten
...26-27
OOliefilter ......................................................... 192
Oliefilter (vervangen) .................................... 192
Olieniveau
............................................... 2
7, 1 9 0
Oliepeilstok
............................................. 2 7, 1 9 0
Olieverbruik
................................................... 19 0
Onder de motorkap ~ Motorruimte
...............189
Onderhoud
...................................................... 14
Onderhoud (adviezen)
..................................19 4
Onderhoudsadviezen
...................................19 4
Onderhoudscontroles
..................14, 26 -27, 192
Onderhoudsindicator ~ Onderhoudsintervalindicator
............. 2
6 - 2 7, 2 9
Ontdooien .................................................. 68-69
Ontgrendelen
...................................... 3
5 -36, 38
Ontgrendelen achterklep
.......................... 3
6, 38
Ontgrendelen bagageruimte ~ Bagageruimte ontgrendelen
...................36, 38
Ontgrendelen portieren ~ Portieren ontgrendelen
................................................. 41
Ontgrendelen van binnenuit ~ Interieur ontgrendelen
.................................. 41
O
ntluchten brandstofsysteem ~
Brandstofsysteem ontluchten
..............197-198
Ontwasemen
................................................... 68
Ontwasemen achter
........................................ 68
Ontwasemen achter ~ Achterruitverwarming ...68
O
ntwasemen voor ........................................... 68
O
pbergvak ................................................. 71, 78
Opbergvakken
.......................... 71, 73 -74, 76, 78
Opbergvakken portieren
................................. 71
O
penen bagageruimte ~
Bagageruimte openen
...................... 38, 44- 45
.
Trefwoordenregister