2020 BMW X5 Instructieboekjes (in Dutch)

4.Bestuurdersherken.5.Gewenste
instelling
selecteren:'xMet
autosleutel
Het
bestuurdersprofiel
wordt
toegewezen
aan
de
autosleutel
die
in
het
interieur
wordt
herkend.
Als
meerdere
autosleutels worden
herkend,
moeten
de
ongewenste
autosleutels
uit
het
interieur
worden
verj
wijderd.'xMet
Digital
Key
Het
bestuurdersprofiel
wordt
toegewezen
aan
de
digitale
sleutel
die
in
het
interieur wordt
herkend.
Als
meerdere
digitale
sleutels
worden
herkend,
moeten
de
onj
gewenste
digitale
sleutels
uit
het
interieur
worden
verwijderd.6.Koppeling
activeren
Van
zodra
de
autosleutel
of
digitale
sleutel
door
de
auto
wordt
herkend,
wordt
het
overeenkomj
stige
bestuurdersprofiel
geactiveerd.
Als
de
auj tosleutel
of
de
smartphone
met
de
digitale
sleujtel
niet
wordt
meegevoerd
of
als
de
autosleutel
of
de
digitale
sleutel
niet
wordt
herkend,
kan
het bestuurdersprofiel
op
het
begroetingsscherm
alj
leen
worden
geselecteerd
wanneer
er
een
PIN
werd
ingesteld.
PIN
instellen
Een
bestuurdersprofiel
met
herkenning
kan
zonj der
autosleutel
en
zonder
digitale
sleutel
niet worden
geactiveerd.
Voor
dit
geval
kan
een
PINworden
ingesteld
waarmee
het
bestuurdersproj
fiel
kan
worden
geactiveerd.
Niet-ConnectedDrive-landen:
Als
er
geen
PIN werd
ingesteld
of
als
de
PIN
niet
bekend
is,
kanhet
bestuurdersprofiel
niet
worden
geactiveerd.
ConnectedDrive-landen:
Als
er
geen
PIN
werd
ingesteld
of
als
de
PIN
niet
bekend
is,
kan
het bestuurdersprofiel
met
de
toegangsgegevensvan
de
overeenkomstige
ConnectedDrive-acj
count
worden
geactiveerd.
Via
iDrive:1.CAR2.Bestuurdersprof.3.Controller
naar
rechts
kantelen.
Als
alternatief
voor
de
stappen
1
tot
3
kan
het profielbeeld
in
de
bovenste
statusbalk
worj
den
aangetikt.4.Bestuurdersherken.5.Met
PIN
Herkenning
veranderen/
annuleren
Als
een
bestuurdersprofiel
een
andere
autosleujtel
of
een
andere
digitale
sleutel
krijgt
toegewejzen,
moet
eerst
de
huidige
toewijzing
worden
opgeheven.
Via
iDrive:
1.CAR2.Bestuurdersprof.3.Controller
naar
rechts
kantelen.
Als
alternatief
voor
de
stappen
1
tot
3
kan
het profielbeeld
in
de
bovenste
statusbalk
worj
den
aangetikt.4.Bestuurdersherken.5.Met
autosleutel
Of
Met
Digital
Key6.Koppeling
activeren
Als
de
auto
en
de
autosleutel
bijv.
voor
een
servij
cebeurt
moeten
worden
ingeleverd,
moeten
vooraf
de
volgende
stappen
worden
uitgevoerd:
'xPIN
instellen.'xDe
herkenning
via
de
autosleutel
opheffen.'xNaar
het
gastenprofiel
wisselen.
Met
de
ingeleverde
autosleutel
is
de
toegang
tot
het
persoonlijke
bestuurdersprofiel
niet
meer
mogelijk.
Seite
73Persoonlijke
instellingenBEDIENING73
Online
Edition
for
Part
no.
01402913661
-
X/19

Bestuurdersprofiel
selecteren
Afhankelijk
van
de
herkenning
wordt
het
bestuurj dersprofiel
automatisch
geselecteerd.
Als
het
gastprofiel
actief
is,
gebeurt
de
selectie van
het
bestuurdersprofiel
op
het
begroetingsj
scherm
of
via
iDrive.
Evt.
moet
een
PIN
worden
ingevoerd.1.CAR2.Bestuurdersprof.
Als
alternatief
voor
de
stappen
1
tot
2
kan
het profielbeeld
in
de
bovenste
statusbalk
worj
den
aangetikt.3.Bestuurdersprofiel
selecteren.4.OK
De
in
het
opgeroepen
bestuurdersprofiel
opgej
slagen
instellingen
worden
automatisch
uitgej voerd.
Synchronisatie
met
de
ConnectedDrive-account
in-/
uitschakelen
ConnectedDrive-landen:
De
in
het
persoonlijke
bestuurdersprofiel
opgej
slagen
instellingen
worden
met
de
persoonlijke ConnectedDrive-account
gesynchroniseerd.
Daardoor
is
het
mogelijk
om
de
persoonlijke
inj stellingen
ook
in
andere
BMW
autoss
met
Conj
nectedDrive-toegang
te
gebruiken
als
deze
funcj
tie
wordt
ondersteund.
De
synchronisatie
met
de
ConnectedDrive-acj
count
wordt
bij
het
aanmaken
van
een
bestuurj
dersprofiel
of
via
iDrive
vrijgegeven:
1.CAR2.Bestuurdersprof.3.Controller
naar
rechts
kantelen.
Als
alternatief
voor
de
stappen
1
tot
3
kan
het profielbeeld
in
de
bovenste
statusbalk
worj
den
aangetikt.4.Instellingen5.Bestuurdersprofiel
synchr.6.Bestuurdersprofiel
synchr.
Bestuurdersprofiel
hernoemen
Landen
waarin
ConnectedDrive
niet
ter
beschikj
king
staat:
De
naam
die
tijdens
het
instellen
van
het
bej
stuurdersprofiel
werd
ingevoerd,
kan
via
iDrive worden
gewijzigd:
1.CAR2.Bestuurdersprof.
Als
alternatief
voor
de
stappen
1
tot
2
kan
het profielbeeld
in
de
bovenste
statusbalk
worj
den
aangetikt.3.Bestuurdersprofiel
selecteren.4.Instellingen5.Profielnaam
invoeren.6.

Symbool
selecteren.
Profielfoto
selecteren
Landen
waarin
ConnectedDrive
ter
beschikking
staat:
Het
profielbeeld
wordt
uit
het
ConnectedDrive-
klantenportaal
of
uit
de
BMW
Connected-app
overgenomen.
Landen
waarin
ConnectedDrive
niet
ter
beschikj
king
staat:
Via
iDrive:
1.CAR2.Bestuurdersprof.3.Controller
naar
rechts
kantelen.
Als
alternatief
voor
de
stappen
1
tot
3
kan
het profielbeeld
in
de
bovenste
statusbalk
worj
den
aangetikt.4.Avatar5.Gewenste
profielfoto
selecteren.Seite
74BEDIENINGPersoonlijke
instellingen74
Online
Edition
for
Part
no.
01402913661
-
X/19

Bestuurdersprofiel
verwijderenVia
iDrive:1.CAR2.Bestuurdersprof.3.Controller
naar
rechts
kantelen.
Als
alternatief
voor
de
stappen
1
tot
3
kan
het profielbeeld
in
de
bovenste
statusbalk
worj
den
aangetikt.4.Instellingen5.Bestuurdersprofiel
verwijderen6.Gewenst
bestuurdersprofiel
selecteren.7.Nu
verwijderen
ConnectedDrive-landen:
Als
het
bestuurdersproj fiel
met
een
ConnectedDrive-account
werd
gej
synchroniseerd,
blijven
de
in
de
Connectedj Drive-account
opgeslagen
gegevens
behouden.
Grenzen
van
het
systeem
Een
eenduidige
herkenning
van
de
gewenste
auj tosleutel
is
bijv.
in
de
volgende
gevallen
niet
altijd
mogelijk:
'xDe
bestuurder
ontgrendelt
de
auto
via
de comforttoegang.'xBij
wisselen
van
bestuurder
zonder
dat
deauto
ont-
en
vergrendelt
wordt.'xAls
er
meerdere
autosleutels
buiten
aan
debestuurderskant
van
de
auto
aanwezig
zijn.
ConnectedDrive-landen:
Het
aanmaken
van
een
bestuurdersprofiel
en
de
synchronisatie
met
de
ConnectedDrive-account
zijn
alleen
mogelijk
wanneer
er
verbinding
met
een
mobiel
gegevensnetwerk
beschikbaar
is.
Er
zijn
technische
beperkingen
voor
het
gebruik
van
de
in
de
ConnectedDrive-account
opgeslaj
gen
persoonlijke
instellingen
in
andere
voertuij gen.
Zo
kunnen
er
bijvoorbeeld
instellingen
voor
een
bepaald
systeem
zijn
opgeslagen
waarvoor er
in
de
andere
auto
geen
of
een
incompatibelevariant
van
is.
Seite
75Persoonlijke
instellingenBEDIENING75
Online
Edition
for
Part
no.
01402913661
-
X/19

VerbindingenUitrusting
van
de
auto
In
dit
hoofdstuk
worden
alle
standaard,
landspejcifieke
en
speciale
uitrustingen
beschreven
die
inde
modelserie
aangeboden
worden.
Daarom
worden
er
ook
uitrustingen
en
functies
beschrej ven
die
niet
in
een
voertuig
beschikbaar
zijn,
bijv.omwille
van
de
geselecteerde
speciale
opties
of
landuitvoering.
Dat
geldt
ook
voor
veiligheidsrelej vante
functies
en
systemen.
Bij
gebruik
van
deze
functies
en
systemen
moeten
de
geldende
wetj
ten
en
voorschriften
worden
nageleefd.
Mobile
apparaten
met
de auto
verbinden
Principe Er
zijn
verschillende
manieren
om
mobiele
appajraten
te
verbinden
met
het
voertuig.
De
verbinj
dingsmodus
is
afhankelijk
van
het
apparaat
en
de
gewenste
functie.
Algemeen
In
het
volgende
overzicht
ziet
u
de
mogelijke functies
en
de
geschikte
verbindingswijzen.
De
functionaliteit
hangt
af
van
het
mobiele
apparaat.
FunctieSoort
verj
bindingTelefoneren
via
het
handsfree-
systeem.
Telefoonfuncties
bedienen
via
iDrive
of
touchscreen.
Verdere
functies,
bijv.
contacten
of
SMS.Bluetooth.Muziek
van
de
smartphone
of
audiospeler
afspelen.Bluetooth
of
USB.FunctieSoort
verj
bindingUSB-opslagapparaat:
Muziek
weergeven.USB.Video's
van
smartphone
of
USB-
apparaat
afspelen.USB.Internettoegang
van
het
voertuig
gebruiken.WLAN-hotj
spot
via
WLAN.Apple
Carplay-apps
via
iDrive
en
via
spraakinvoer
bedienen.Bluetooth
en
WLAN.Screen
Mirroring:
Smartphonescherm
op
het
Conj
trol
Display
weergeven.WLAN.
Bij
de
volgende
soorten
verbindingen
is
een
eenj malige
aanmelding
bij
de
auto
noodzakelijk:
'xBluetooth.'xWLAN-hotspot.'xApple
CarPlay.'xScreen
Mirroring.
Aangemelde
apparaten
worden
vervolgens
autojmatisch
herkend
en
met
de
auto
verbonden.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
De
bediening
van
ge

Compatibele
apparaten
Algemeen
Informatie
over
compatibele
mobiele
apparaten
vindt
u
op
www.bmw.com/bluetooth.
Bij
niet
aangegeven
apparaten
of
bij
afwijkende
softwareversies
kunnen
storingen
optreden.
Chassisnummer
en
software-
onderdeelnummer
weergeven
Bij
het
zoeken
naar
compatibele
apparaten
moej
ten
eventueel
het
voertuigidentificatienummer
en
softwareonderdeelnummer
worden
vermeld.
Deze
nummers
kunnen
in
de
auto
worden
weerj
gegeven.
Via
iDrive:1.COM2.Mob.
apparaten3.Controller
naar
rechts
kantelen.4.Instellingen5.Bluetooth-info6.Systeeminformatie
Bluetoothjverbinding
Voorwaarden
voor
een
correcte
werking
'xCompatibel
apparaat,
zie
pagina
77,
met
Bluetooth-interface.'xDe
autosleutel
of
de
BMW
displaysleutel
bej vindt
zich
in
de
auto.'xApparaat
is
gebruiksklaar.'xBluetooth
is
op
het
apparaat
en
in
de
auto
inj
geschakeld.'xOp
de
Control
Display
wordt
aangegeven
dat
de
aanmelding
kan
plaatsvinden.'xEvt.
moeten
de
Bluetooth-instellingen
vooraf worden
gewijzigd
op
het
apparaat,
bijv.
zichtjbaarheid,
zie
handleiding
van
het
apparaat.Bluetooth
inschakelen
Via
iDrive:1.COM2.Mob.
apparaten3.Controller
naar
rechts
kantelen.4.Instellingen5.Bluetooth6.Instelling
selecteren.
Telefoonfunctie
activeren/
deactiveren
Om
alle
ondersteunde
functies
van
een
mobiele
telefoon
te
kunnen
gebruiken,
moeten
v

nummer
op
de
display
van
het
mobiele
appaj
raat
en
hun
overeenstemming
bevestigen.8.Evt.
Bluetoothjverbinding
selecteren:
BMW
iDrive
voor
telefonie,
Bluetooth-audio
en
apps
gebruiken.
Het
mobiele
apparaat
wordt
met
de
auto
verbonj den
en
in
de
apparaatlijst
weergegeven.
Veelgestelde
vragen Er
is
aan
alle
voorwaarden
voldaan
en
alle
noodj
zakelijke
stappen
zijn
in
de
aangegeven
volgorde
uitgevoerd.
Desondanks
werkt
het
mobiele
apj
paraat
niet
zoals
verwacht.
In
dit
geval
kan
de
volgende
informatie
verder
helpen:
Waarom
kon
de
mobiele
telefoon
niet
aangej meld
of
verbonden
worden
'xEr
zijn
te
veel
Bluetooth-apparaten
met
de
mobiele
telefoon
of
met
de
auto
verbonden.
In
de
auto
de
Bluetooth-verbinding
met
anjdere
apparaten
verbreken.
Bluetooth-verbinding
uit
de
apparatenlijst
van
de
mobiele
telefoon
wissen
en
opnieuw
zoej
ken
naar
apparaten.
Er
zijn
te
veel
Bluetooth-apparaten
met
dej
zelfde
functie
aangemeld.'xMobiele
telefoon
bevindt
zich
in
de
energiej
spaarstand
of
heeft
nog
slechts
weinig
acj cuspanningstijd.
Mobiele
telefon
opladen
en
evt.
stroombej
sparende
modus
deactiveren.
Waarom
reageert
de
mobiele
telefoon
niet
meer
'xDe
toepassingen
op
de
mobiele
telefoon werken
niet
meer.
Mobiele
telefoon
uitschakelen
en
weer
inj schakelen.'xTe
hoge
of
te
lage
omgevingstemperatuur
voor
het
gebruik
van
de
mobiele
telefoon.
Mobiele
telefoon
niet
blootstellen
aan
exj
treme
omgevingsomstandigheden.Waarom
kunnen
de
telefoonfuncties
niet
via
iDrive
bediend
worden 'xTelefoonfuncties
zijn
niet
geconfigureerd voor
de
mobiele
telefoon.
Mobiele
telefoon
met
de
functie
Telefoon
verbinden.
Waarom
worden
niet
alle,
geen
of
onvolledige
tej lefoonboekinvoeren
getoond
'xOverdracht
van
de
telefoonboekinvoeren
is
nog
niet
afgesloten.'xEventueel
worden
alleen
de
telefoonboekinj
voeren
van
de
mobiele
telefoon
of
de
SIM- kaart
overgedragen.'xTelefoonboekvermeldingen
met
speciale
tej
kens
kunnen
eventueel
niet
worden
weergej geven.'xContacten
uit
sociale
netwerken
kunnen
eventueel
niet
overgedragen
worden.'xHet
aantal
over
te
dragen
telefoonboekgegej vens
is
te
groot.'xGegevenshoeveelheid
van
het
contact
te
groot,
bijvoorbeeld
door
opgeslagen
informaj
tie
zoals
notities.
Gegevenshoeveelheid
van
het
contact
reduj
ceren.'xEen
mobiele
telefoon
kan
alleen
als
audioj bron
of
als
telefoon
worden
verbonden.
Mobiele
telefoon
configureren
en
met
de functie
telefoon
verbinden.'xContactpersoon
werd
na
de
laatste
synchroj
nisatie
in
de
contactenlijst
van
de
telefoon
aangemaakt.
Contactpersonen
opnieuw
synchroniseren:
Contacten
opnieuw
laden
Hoe
kan
de
kwaliteit
van
de
telefoonverbinding
worden
verbeterd
'xSterkte
van
het
Bluetooth-signaal
op
de
moj biele
telefoon
instellen,
afhankelijk
van
de
mobiele
telefoon.'xMobiele
telefoon
in
de
Wireless
Charging- houder
plaatsen.Seite
78BEDIENINGVerbindingen78
Online
Edition
for
Part
no.
01402913661
-
X/19

'xVolume
van
de
microfoon
afzonderlijk
instelj
len
in
de
klankinstellingen.
Als
alle
punten
van
de
lijst
zijn
gecontroleerd
en de
gewenste
functie
toch
niet
kan
worden
uitgej
voerd,
neem
dan
contact
op
met
de
hotline,
een
Service
Partner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gekwalificeerde
Service
Partner
of
specialist.
USB-verbinding
Algemeen
Op
de
USB-aansluiting
worden
mobiele
apparaj
ten
met
USBjaansluiting
aangesloten.
'xMobiele
telefoons.'xAudio-apparaten,
bijv.
mp3-spelers.'xUSB-opslagapparatuur.
De
gangbare
bestandssystemen
worden
onj
dersteund.
Aanbevolen
worden
de
FAT32- en
exFAT-formaten.
Een
aangesloten
USB-apparaat
wordt
via
deUSB-aansluiting
van
laadstroom
voorzien,
als
het
apparaat
dit
ondersteunt.
De
maximale
laadj
stroom
van
de
USB-aansluiting
in
acht
nemen.
De
volgende
toepassingen
zijn
mogelijk
op
USB-
aansluitingen
met
gegevensoverdracht:
'xMuziekbestanden
weergeven.'xVideofilms
weergeven.
Bij
het
aansluiten
het
volgende
in
acht
nemen:
'xDe
stekker
niet
geforceerd
in
de
USB-aanj
sluiting
steken.'xFlexibele
adapterkabel
gebruiken.'xUSB-apparaat
tegen
mechanische
beschadij gingen
beschermen.'xIn
verband
met
de
grote
keuze
aan
verkrijgjbare
USB-apparaten
kan
niet
elk
apparaat
via
de
auto
worden
bediend.'xUSB-apparaten
niet
blootstellen
aan
extreme
omgevingsomstandigheden,
bijvoorbeeld zeer
hoge
temperaturen,
zie
handleiding
vanhet
apparaat.'xIn
verband
met
het
grote
aantal
comprimej
ringstechnieken
kunnen
mogelijk
niet
alle
op
het
USB-apparaat
opgeslagen
media
correct
worden
weergegeven.'xOm
de
probleemloze
overdracht
van
de
opj
geslagen
gegevens
te
waarborgen,
een
USB- apparaat
niet
via
de
boordcontactdoos
oplaj
den,
wanneer
het
op
de
USB-aansluiting
aangesloten
is.'xAfhankelijk
van
hoe
het
USB-apparaat
wordt gebruikt,
zijn
eventueel
instellingen
aan
het
USB-apparaat
nodig,
zie
de
handleiding
van het
apparaat.
Ongeschikte
USB-apparaten:
'xUSB
harde
schijf.'xUSB
hubs.'xUSB-geheugenkaartlezers
met
meerdere
inj
schuifeenheden.'xHFS-geformatteerde
USB-apparaten.'xApparaten
zoals
ventilatoren
of
lampen.
Voorwaarden
voor
een
correcte
werking
Compatibel
apparaat,
zie
pagina
77,
met
USB-
aansluiting.
Apparaat
verbinden
USB-apparaat
met
een
geschikte
adapterkabel
met
een
USB-aansluiting,
zie
pagina
330,
verj
binden.
Het
USB-apparaat
wordt
in
de
apparaatlijst
weerj
gegeven.
WLAN-hotspot
Principe Via
de
WLAN-hotspot
kunnen
compatibele
apj
paraten
met
WLAN-interface
de
internetverbinj ding
van
het
voertuig
gebruiken.
Seite
79VerbindingenBEDIENING79
Online
Edition
for
Part
no.
01402913661
-
X/19

Algemeen
Er
kunnen
tot
10
apparaten
gelijktijdig
met
de
WLAN-hotspot
worden
verbonden.
Voorwaarden
voor
een
correcte
werking'xCompatibel
apparaat,
zie
pagina
77,
met
gej
activeerde
WLAN-interface.'xWLAN
in
het
voertuig
is
geactiveerd.'xInternetgebruik
op
het
voertuig
is
geactij
veerd.'xRegistratie
en
evt.
dataovereenkomst
bij
een
provider.'xGereedheid
is
ingeschakeld.
Het
apparaat
via
de
WLAN-
hotspot
met
het
internet
verbinden
Bij
het
eerste
internetgebruik
via
de
WLAN-hotjspot
is
een
registratie
of
evt.
een
aankoop
van
datavolume
bij
een
provider
noodzakelijk.
Afhankelijk
van
de
landuitvoering
kan
het
datavoj
lume
via
het
verbonden
mobiele
apparaat
of
evt.
de
ConnectedDrive
Store
worden
aangekocht.
Via
iDrive:
1.COM2.Mob.
apparaten3.Controller
naar
rechts
kantelen.4.Nieuw
apparaat5.Internet,
apps
Hotspot-naam
en
hotspot-sleutel
worden
op
het
Control
Display
weergegeven.6.Evt.
het
internetgebruik
via
WLAN
activeren.
Instellingen
openen7.Internetgebruik
activeren.
Internetgebruik8.Controller
naar
links
kantelen.9.Op
het
mobiele
apparaat
naar
WLAN-netwerj ken
zoeken.
Netwerknaam
op
het
apparaat
selecteren.10.Hotspot-sleutel
op
het
apparaat
invoeren
en verbinden.
Het
apparaat
wordt
in
de
apparatenlijst
weergejgeven.
Bovendien
wordt
op
de
Control
Display
een
QR-
code
weergegeven.
Als
alternatief
kan
deze
QR-
code
worden
gebruikt
om
het
mobiele
apparaat op
de
hotspot
aan
te
melden.
Alle
via
de
hotspot
verbonden
apparaten
gebruij ken
dit
datavolume.
Het
internetgebruik
via
de
WLAN-hotspot
deactiveren
Het
internetgebruik
kan
bijv.
bij
opgebruikt
datajvolume
worden
gedeactiveerd.
Via
iDrive:
1.COM2.Mob.
apparaten3.Controller
naar
rechts
kantelen.4.Instellingen5.Internetgebruik6.Gewenste
instelling
selecteren.
Apple
CarPlay-
voorbereiding
Principe CarPlay
maakt
het
mogelijk
om
bepaalde
funcj
ties
van
een
compatibele
Apple
iPhone
via
Siri- spraakinvoer
en
via
iDrive
te
bedienen.
Voorwaarden
voor
een
correcte
werking
'xCompatibele
iPhone,
zie
pagina
77.
iPhone
5
of
nieuwer
met
iOS
7.1
of
nieuwer.Seite
80BEDIENINGVerbindingen80
Online
Edition
for
Part
no.
01402913661
-
X/19