2020 BMW 4 SERIES COUPE Instructieboekjes (in Dutch)

5.Straat
op
dezelfde
manier
als
de
plaats
invoejren.6.Huisnummer/kruising 7.Naar
de
lijst
met
huisnummers
en
kruisingenwisselen.8.Huisnummer
of
kruising
selecteren.
Routebegeleiding
starten
Routebegeleiding
starten
Indien
alleen
de
plaats
is
ingevoerd:
routebegej leiding
naar
plaatsmidden
wordt
gestart.
Mobiele
telefoon
verbinden
Na
de
eenmalige
verbinden
met
de
auto
kan
de mobiele
telefoon
via
iDrive,
de
toetsen
op
het
stuurwiel
en
per
spraakinvoer
worden
bediend.
1.Mijn
auto2.iDrive
instellingen3.Mobiele
apparaten4.Nieuw
apparaat
verbinden5.Functies
selecteren
waarvoor
de
mobiele
tej
lefoon
gebruikt
moet
worden.
De
Bluetooth-naam
van
de
auto
wordt
op
het Control
Display
weergegeven.6.De
verdere
handelingen
via
de
mobiele
telejfoon
uitvoeren,
zie
de
handleiding
van
de,mobiele
telefoon:
bijvoorbeeld
Bluetooth-apj
paraat
zoeken,
verbinden
of
nieuw
apparaat.
De
Bluetooth-naam
van
de
auto
wordt
op
het
display
van
de
mobiele
telefoon
weergegej ven.
Bluetooth-naam
van
de
auto
selecteren.7.Afhankelijk
van
het
mobiele
apparaat
wordt
ereen
controlenummer
weergegeven
of
moethet
controlenummer
zelf
worden
ingevoerd.'xWeergegeven
controlenummer
op
het
Control
Display
vergelijken
met
het
conj
trolenummer
op
het
display
van
het
appaj raat.
Controlenummer
in
het
apparaat
en
in
het Control
Display
bevestigen.'xHetzelfde
controlenummer
in
het
appajraat
en
via
iDrive
invoeren
en
bevestigen.
Het
apparaat
wordt
verbonden
en
in
de
appaj
ratenlijst
weergegeven.
Telefoneren
Gesprek
aannemen
Binnenkomende
gesprekken
kunt
u
via
iDrive
of met
de
toets
op
het
stuurwiel
aannemen.
Via
iDrive


Aannemen
Via
de
toets
op
het
stuurwiel Toets
indrukken.
Via
het
instrumentenpaneel
Met
de
gekartelde
knop
op
het
stuurwiel
selectej ren:
Aannemen
Nummers
kiezen
1.Communicatie2.Nummer
kiezen3.Cijfers
invoeren.4.

Symbool
selecteren.
De
verbinding
wordt
opgebouwd
via
de
mobiele
telefoon
waaraan
de
functie
Telefoon
is
toegewezen.
Verbinding
tot
stand
brengen
via
de
extra
telej foon:
1.

Toets
indrukken.2.Bellen
via
Apple
CarPlay-voorbereiding
Principe CarPlay
maakt
het
mogelijk
om
bepaalde
funcjties
van
een
compatibele
Apple
iPhone
via
Siri-
spraakinvoer
en
via
iDrive
te
bedienen.
Seite
25Instellen
en
bedienenKORTE
INSTRUCTIE25
Online
Edition
for
Part
no.
01402666328
-
VI/19

Voorwaarden
voor
een
correcte
werking'xCompatibele
iPhone.
iPhone
5
of
nieuwer
met
iOS
7.1
of
nieuwer.'xOvereenkomstig
contract
voor
mobiele
telej
fonie.'xOp
de
iPhone
zijn
Bluetooth,
WiFi
en
de
Siri-
spraakbediening
ingeschakeld.
Bluetooth
en
CarPlay
inschakelen
Via
iDrive:
1.Mijn
auto2.iDrive
instellingen3.Mobiele
apparaten4.Instellingen5.De
volgende
instellingen
selecteren:'xBluetooth'xApple
CarPlay
iPhone
met
CarPlay
aanmelden iPhone
via
Bluetooth
bij
de
auto
aanmelden.
Als
functie
CarPlay
selecteren:


Apple
CarPlay
De
iPhone
wordt
met
de
auto
verbonden
en
in
de
apparatenlijst
weergegeven.
Seite
26KORTE
INSTRUCTIEInstellen
en
bedienen26
Online
Edition
for
Part
no.
01402666328
-
VI/19

OnderwegRijden
Motor
starten
en
afzetten
Contact
aan/uit
'xAan:
start/stop-knop
indrukj
ken.
De
controle-
en
waarschuj
wingslampjes
branden
niet
alj
lemaal
even
lang.'xUit:
start/stop-knop
opnieuw
indrukken.
Alle
controlelampjes
doven.'xStandby-modus
van
de
radio:
bij
uitgeschaj keld
contact
aan/uit-knop
op
de
radio
indrukjken
of
bij
lopende
motor
start/stop-knop
inj
drukken.
Een
aantal
stroomverbruikers
blijft
gebruiksj klaar.
Motor
starten/afzetten
Steptronic-versnellingsbak:
starten
1.Rempedaal
indrukken.2.Start/stop-knop
indrukken.
Handmatige
versnellingsbak:
starten
1.Rempedaal
indrukken.2.Koppelingspedaal
indrukken
en
vrijstand
injschakelen.3.Start/stop-knop
indrukken.
Steptronic-versnellingsbak:
afzetten
1.Bij
stilstaande
auto
de
keuzehendelstand
Pinschakelen.2.Start/stop-knop
indrukken.3.Zo
nodig
de
parkeerrem
bedienen.Handmatige
versnellingsbak:
afzetten1.Bij
stilstaande
auto
de
start-/stop-toets
injdrukken.2.Eerste
versnelling
of
achteruitversnelling
inj
schakelen.3.Parkeerrem
bedienen.
Automatische
start-stop-functie
Manuele
versnellingsbak:
schakelt
bij
stilstand automatisch
de
motor
uit,
om
brandstof
te
bej
sparen.
Zodra
het
koppelingspedaal
wordt
ingej
trapt,
start
de
motor
automatisch.
Steptronic-versnellingsbak:
schakelt
de
motor
bij
stilstand
zelf
uit,
om
brandstof
te
besparen.
Zoj
dra
het
rempedaal
wordt
losgelaten,
start
de
moj
tor
automatisch.
Parkeerrem
Aantrekken De
hendel
klikt
na
het
omhoog
trekken
automaj
tisch
in.
Vrijzetten
De
hendel
iets
omhoog
trekken,
de
knop
indrukjken
en
de
hendel
naar
beneden
bewegen.
Seite
27OnderwegKORTE
INSTRUCTIE27
Online
Edition
for
Part
no.
01402666328
-
VI/19

Handversnelling
Schakelen
Bij
het
inschakelen
van
een
te
lage
versnelling kunnen
te
hoge
toerentallen
schade
aan
de
mojtor
veroorzaken.
Er
bestaat
gevaar
voor
schade.
Bij
het
schakelen
naar
de
5e
of
6e
versnelling
de
versnellingshendel
naar
rechts
drukken.
Achteruitversnelling
Alleen
bij
stilstaande
auto
inschakelen.
Om
de
weerstand
te
overwinnen
de
schakelhenj del
in
een
vloeiende
beweging
naar
links
bewejgen
en
de
achteruitversnelling
inschakelen
dooreen
schakelbeweging
naar
voren.
Steptronic
versnellingsbak
Keuzehendelstanden
inschakelen
Toets
indrukken,
om:
'xR
in
te
schakelen.'xUit
P
te
wisselen.
Het
rempedaal
indrukken
tot
wordt
weggereden,
anders
beweegt
de
auto
zich
bij
een
ingeschaj
kelde
keuzestand
of
achteruitversnelling.
Keuzehendelstand
P
of
R
alleen
bij
stilstaande
auto
inschakelen.
D,
N,
R
inschakelen'xD
keuzestand.'xN
neutraalstand.'xR
Achteruitversnelling.
Keuzehendel
keert
in
de
middenstand
terug.
P
inschakelen
Toets
P
indrukken.
Steptronic
versnellingsbak,sport-
en
handbediening
Sport-/
handbediening
Sportprogramma:
Seite
28KORTE
INSTRUCTIEOnderweg28
Online
Edition
for
Part
no.
01402666328
-
VI/19

Keuzehendel
uit
keuzehendelstand
D
naar
links
drukken.
Handbediening:'xTerugschakelen:
keuzehendel
naar
voren
drukken.'xOpschakelen:
keuzehendel
naar
achteren trekken.
Grootlicht,
lichtsignaal,
knipperlicht,
parkeerlicht
Grootlicht,
lichtsignaal
De
hendel
naar
voren
drukken
of
naar
achterentrekken.
'xGrootlicht
aan,
pijl
1.
Het
grootlicht
brandt
als
het
dimlicht
is
ingej schakeld.'xGrootlicht
uit/lichtsignaal,
pijl
2.
Richtingaanwijzers
'xAan:
de
hendel
door
het
drukpunt
heen
drukjken.'xUit:
de
hendel
in
tegengestelde
richting
doorhet
drukpunt
drukken.'xKort
knipperen:
de
hendel
iets
naar
boven
of
naar
beneden
aantippen.'xKort
knipperen:
de
hendel
tot
het
drukpunt
drukken
en
ingedrukt
houden
zolang
er
gej
knipperd
moet
worden.
Parkeerlicht
Auto
eenzijdig
verlichten.
'xAan:
bij
uitgeschakeld
contact
de
hendel
door
het
drukpunt
naar
boven
of
naar
beneden
drukken.'xUit:
hendel
terug
in
de
basisstand
drukken.
Licht
en
verlichting
Verlichtingsfuncties
SymboolFunctieMistachterlicht.Mistlamp.Automatische
verlichtingsregeling.
Adaptieve
lichtfuncties.Licht
uit.
Dagrijlicht.Seite
29OnderwegKORTE
INSTRUCTIE29
Online
Edition
for
Part
no.
01402666328
-
VI/19

SymboolFunctieParkeerlicht.Dimlicht.Instrumentenverlichting.
RuitenwisserinstallatieWisser
in-/uitschakelen
en
kort
wissen
Inschakelen
De
hendel
naar
boven
drukken,
tot
de
gewenste instelling
bereikt
is.
'xRustpositie
van
de
wisser:
stelling
0.'xRegensensor:
stelling
1.'xNormale
wissersnelheid:
stelling
2.'xSnelle
wissersnelheid:
stelling
3.Kort
wissen
en
uitschakelen
De
hendel
naar
beneden
drukken.
'xUitschakelen:
de
hendel
naar
beneden,
tot
degewenste
instelling
bereikt
is.'xKort
wissen:
hendel
vanuit
de
basisstand
naarbeneden
drukken.
Regensensor
Inschakelen/uitschakelen
Activeren:
de
hefboom
uit
de
basisstand
een
keer
naar
boven
duwen,
pijl
1.
Deactiveren:
de
hefboom
terug
in
de
basispositie
duwen.
Seite
30KORTE
INSTRUCTIEOnderweg30
Online
Edition
for
Part
no.
01402666328
-
VI/19

Intervaltijd
of
gevoeligheid
van
deregensensor
Instellen
Gekartelde
knop
van
de
ruitenwisserschakelaardraaien.
Voorruit
en
voorlichten
reinigen
Aan
de
hendel
trekken.
Klimaatregeling
Airconditioning
ToetsFunctieTemperatuur.Koelfunctie.AUTO-programma.ToetsFunctieLuchtrecirculatiefunctieLuchthoeveelheid
handmatig.Luchtverdeling,
handmatig.Achterruitverwarming.Stoelverwarming.
Uitgebreide
airconditioning
ToetsFunctieTemperatuur.Koelfunctie.Maximaal
koelen.AUTO-programma.Luchtrecirculatiefunctie/AUC.Luchthoeveelheid
handmatig.Luchtverdeling,
handmatig.Ruit
ontdooien
en
ontwasemen.Seite
31OnderwegKORTE
INSTRUCTIE31
Online
Edition
for
Part
no.
01402666328
-
VI/19

ToetsFunctieAchterruitverwarming.Stoelverwarming.
Tankstop
TankenTankdop
1.Tankklep
bij
de
achterste
rand
indrukken
om
te
openen.2.Tankdop
tegen
de
wijzers
van
de
klok
in
draaien.3.Tankdop
in
de
houder
op
de
klep
aanbrenj gen.
Benzine
De
benzine
moet
voor
een
optimaal
brandstofj
verbruik
zwavelvrij
of
zo
mogelijk
zwavelarm
zijn.
Alleen
loodvrije
benzine
zonder
metaaltoevoej
gingen
tanken.
In
de
handleiding
vindt
u
indicaties
over
de
aanj bevolen
benzinekwaliteit.
Diesel Dieselbrandstof
DIN
EN
590.
Wielen
en
banden
Gegevens
betreffende
de
bandenspanning
De
bandenspanningswaarden
bevinden
zich
op het
plaatje
op
de
portierstijl.
Na
aanpassing
van
bandenspanning
Bij
bandenpechtwaarschuwing
RPA:
bandenj pechtwaarschuwing
RPA
opnieuw
initialiseren.
Bij
bandenspanningscontrole
RDC;
bandenspanj
ningscontrole
RDC
resetten.
Bandenspanning
controleren
Regelmatig
controleren
en
zo
nodig
corrigeren:
'xMinimaal
twee
keer
per
maand.'xVoorafgaand
aan
een
langere
rit.
Elektronische
oliepeilcontrole
Voorwaarden Afhankelijk
van
de
weergaven
tot
nu
toe
verj
schijnt
de
statusweergave
met
draaiende
motor of
na
ten
minste
30
minuten
rijden.
Peil
motorolie
tonen Op
het
Control
Display:
1.Mijn
auto2.Autostatus3.

MotoroliepeilSeite
32KORTE
INSTRUCTIEOnderweg32
Online
Edition
for
Part
no.
01402666328
-
VI/19