3)
De automatische klimaatregeling regelt
automatisch de temperatuur,
luchtstroom en -verdeling in het
interieur, evenals de recirculatiefunctie,
naargelang de door de gebruiker
ingestelde temperatuur. De gebruiker
kan deze instellingen wijzigen door
de klimaatregeling in de handmatige
stand (de led op de AUTO-knop 1 fig.
29 gaat uit).
1. AUTO-knop: functie automatische
klimaatregeling aan
2.
-knop: compressor van de
klimaatregeling aan of uit. De led op
de knop brandt wanneer de
compressor ingeschakeld is.
3. OFF-knop: voor het uitschakelen
van de klimaatregeling
4. Knop
: luchtrecirculatie aan of
uit Het wordt afgeraden de
luchtrecirculatie in te schakelen bij
lage buitentemperaturen, aangezien
de ruiten sneller kunnen beslaan.
5. Knoppen
:
temperatuurinstellingen. Druk op de
knop
om de temperatuur in het
interieur te verhogen en druk op
de knop
om die te verlagen.6. Knoppen
: voor het instellen
van de ventilatorsnelheid. Druk
op de knop
om de luchtstroom in
het interieur te verhogen en druk
op de knop
om die te verlagen.
7. Knop
: om de luchtstroom naar
de luchtroosters van de voorruit
en de voorste zijruiten te geleiden,
om deze te ontwasemen/ontdooien.
8. Knop
: om de luchtstroom naar
de luchtroosters in het midden
en aan de zijkant van het dashboard
te geleiden, om het lichaam en het
gelaat tijdens het warme seizoen
te verkoelen.
9. Knop
: om de luchtstroom naar
de luchtroosters in de beenruimten
voor te geleiden. Wegens de
natuurlijke neiging van warmte om
zich naar boven toe te verspreiden,
warmt dit type verdeling het interieur
zo snel mogelijk op, waardoor
onmiddellijk een behaaglijk gevoel
wordt verkregen.
10. Knop
: om de verwarmde
achterruit te ontwasemen/
ontdooien.11. Knop
: om de voorruit snel te
ontwasemen/ontdooien. De functie
blijft gedurende ongeveer 3 minuten
actief nadat de
koelmiddeltemperatuur de 50°C
heeft overschreden.
BELANGRIJK In warm en vochtig weer
kan als koude lucht op de voorruit
wordt geblazen aan de buitenzijde
condensatie ontstaan, waardoor het
zicht wordt beperkt.
BELANGRIJK
3)Het systeem gebruikt een koelmiddel
dat compatibel is met de wetten die van
kracht zijn in de landen waar het voertuig
wordt verkocht, R134a of R1234yf.
Gebruik tijdens het laden alleen het gas dat
is aangeduid op het plaatje in de
motorruimte. Het gebruik andere
koelmiddelen heeft invloed op de efficiency
en conditie van het systeem. Het
smeermiddel dat voor de compressor
wordt gebruikt, is ook strict gekoppeld aan
het type koelgas; raadpleeg het Abarth
Servicepunt.
30
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
draai rechtsom om het vouwdak te
openen, linksom om het te sluiten.
Als de achterklep niet open wil
vanwege een lege accu of een storing
in het elektrische achterklepslot, open
de achterklep dan via de
noodprocedure die beschreven wordt
in de paragraaf "bagageruimte" in
het hoofdstuk "Kennismaking met de
auto" om het cabriodak handmatig
te verplaatsen zoals hiervoor is
beschreven.Neem contact op met het Abarth
Servicenetwerk om de automatische
bediening te laten herstellen.
INITIALISATIEPROCEDURE
Als de accu werd losgekoppeld of als
de zekering is doorgebrand, moet
het vouwdak opnieuw worden
geïnitialiseerd.
Ga als volgt te werk:
alvorens enige handeling te
verrichten, controleren of de motor
tijdens de gehele initialisatieprocedure
loopt;
houd de openingsknop ingedrukt tot
het vouwdak volledig geopend is;
als het vouwdak volledig geopend is,
de knop gedurende ten minste 2
seconden ingedrukt houden;
houd de sluitingsknop ingedrukt tot
het vouwdak volledig gesloten is;
als het vouwdak volledig gesloten is,
de knop gedurende ten minste 2
seconden ingedrukt houden;
Als de procedure voltooid is, zal het
vouwdak automatisch een volledige
cyclus openen en sluiten uitvoeren (tot
25 cm voor de volledig gesloten stand)
om de bestuurder te laten weten dat
de correcte werking hersteld is.Als het cabriodak al is geïnitialiseerd, ga
dan als volgt te werk:
alvorens enige handeling te
verrichten, controleren of de motor
tijdens de gehele initialisatieprocedure
loopt;
houd de openingsknop ingedrukt tot
het vouwdak volledig geopend is;
als het vouwdak volledig geopend is,
de knop gedurende ten minste 10
seconden ingedrukt houden;
houd de sluitingsknop ingedrukt tot
het vouwdak volledig gesloten is;
als het vouwdak volledig gesloten is,
de knop gedurende ten minste 2
seconden ingedrukt houden;
Als de procedure voltooid is, zal het
vouwdak automatisch een volledige
cyclus openen en sluiten uitvoeren (tot
25 cm voor de volledig gesloten stand)
om de bestuurder te laten weten dat
de correcte werking hersteld is.
WINDSTOPPER
De windstopper fig. 38 is ontworpen
om het rijcomfort te verbeteren door bij
open dak de turbulentie in het interieur
te verminderen.
Gebruik:
Ontgrendel de rugleuning van de
achterbank (één geheel of in delen).
36AB0A0327C
37AB0A0295C
35
KENNISMAKING MET HET
INSTRUMENTENPANEEL
In dit deel van het instructieboek vindt u
alle informatie die u nodig hebt om het
instrumentenpaneel goed te begrijpen,
te interpreteren en te gebruiken.BEDIENINGSPANEEL EN
BOORDINSTRUMENTEN ................ 41
MENUOPTIES ................................. 43
TRIP COMPUTER ........................... 45
LAMPJES EN BERICHTEN ............. 47
-GORDELVERKLIKKER ....................... 47
-STORING EBD ................................... 48
-STORING AIRBAGSYSTEEM ............. 48
-REMVLOEISTOF BENEDEN
PEIL/HANDREM AANGETROKKEN..... 49
-STORING ELEKTRISCHE
STUURBEKRACHTIGING
“DUALDRIVE” ...................................... 50
-REMBLOKSLIJTAGE .......................... 50
-ESC-SYSTEEM .................................. 51
-STORING
INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM ................. 52
-MISTACHTERLICHT ........................... 52
-STORING ABS ................................... 52
-iTPMS ................................................ 53
-STADSLICHT EN
DIMLICHT/FOLLOW ME HOME .......... 53
-MISTLAMPEN .................................... 54
-RICHTINGAANWIJZER LINKS............ 54
-RICHTINGAANWIJZER RECHTS........ 54
-GROOTLICHT .................................... 54
-PORTIEREN/MOTORKAP/
BAGAGERUIMTE OPEN ...................... 55
-LAADSTROOM ACCU
ONVOLDOENDE ................................. 55
-ONVOLDOENDE
MOTOROLIEDRUK/MOTOROLIE
VERSLECHTERD ................................ 55
-TE HOGE
KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR ....... 56-STORING AUTOMATISCHE
SEQUENTIËLE VERSNELLINGSBAK... 56
-SNELHEIDSLIMIET
OVERSCHREDEN ............................... 57
-KANS OP GLAD WEGDEK................. 57
-STORING PARKEERSENSOR ............ 57
-SERVICE (GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD) VERVALLEN ................ 57
-ASR-SYSTEEM .................................. 57
-STORING HILL HOLDER.................... 58
-AFSLUITSYSTEEM
BRANDSTOFTOEVOER ...................... 58
-STORING AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER ...................... 58
-STORING BUITENVERLICHTING ....... 58
-STORING REMLICHTEN .................... 59
-STORING FIAT CODE SYSTEEM ....... 59
-BRANDSTOFRESERVE - BEPERKTE
ACTIERADIUS ..................................... 59
-STORINGSINDICATOR
MOTOROLIEDRUKSENSOR ............... 59
-OLIE VERVERSEN ............................. 59
-KOPPELINGSPEDAAL INTRAPPEN
OM TE STARTEN ................................ 59
-STORING
BRANDSTOFNIVEAUSENSOR ............ 60
-STORING REGENSENSOR ................ 60
-STORING SCHEMERSENSOR........... 60
-HOOGTEREGELING KOPLAMPEN .... 60
40
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
–Om de schermpagina en de opties
naar beneden te doorlopen of om de
weergegeven waarde te verlagen.
OPMERKING De knoppen+en
–activeren verschillende functies
afhankelijk van de volgende situaties:
hiermee kan binnen het menu naar
beneden of naar boven door de opties
gebladerd worden;
zorgen tijdens instellingen voor het
verhogen en verlagen van de waarden.
Het menu biedt de volgende functies:
VERLICHTING: voor het verstellen
van de verlichting van het dashboard en
instrumentenpaneel
PIEP SNELHEID: voor het instellen
van de snelheidslimiet van het voertuig
(km/h of mph). De bestuurder wordt
gewaarschuwd als deze snelheid wordt
overschreden.
ACTIVERING TRIP B/GEGEVENS:
voor de inschakeling ("On") en
uitschakeling ("Off") van de Trip
B-weergave (gedeeltelijke tripteller).
STEL UUR IN: voor het instellen van
de klok op het display
STEL DATUM IN: voor het instellen
van de datum op het display
AUTOCLOSE: voor het inschakelen
of uitschakelen van de automatische
portiervergrendeling bij een snelheid
hoger dan 20 km/h
MEETEENHED: voor het instellen
van de meeteenheden voor afstand en
brandstofverbruik
TAAL: voor het instellen van de taal
op het display
GELUIDSSTERKTE
WAARSCHUWINGEN: voor het
instellen van het volume (8 niveaus) van
het geluidssignaal (zoemer) dat klinkt
als een storing/waarschuwing wordt
weergegeven
PIEP VEILIGHEIDSGORDELS: voor
de herinschakeling van de SBR-zoemer
(wordt alleen weergegeven als het
SBR-systeem is ingeschakeld door het
Abarth Dealernetwerk)
SERVICE: geeft de kilometerstand
weer waarbij geprogrammeerd
onderhoud moet worden verricht
AIRBAG/AIRBAG PASSAGIER: voor
het inschakelen/uitschakelen van de
passagiersairbag
DAGLICHTEN: voor het inschakelen/
uitschakelen van de dagrijlichten
ITPMS RESETTEN: voor het
resetten van het iTPMS-systeem
(”inleren”, zie de paragraaf “iTPMS-
systeem”)
ZIE RADIO (indien aanwezig): voor
het inschakelen/uitschakelen van het
dupliceren van bepaalde radio-
informatie weergegeven in de weergave
van hetUconnect™-systeem op het
display van het instrumentenpaneel.
ZIE TELEFOON (indien aanwezig):
voor het inschakelen/uitschakelen
van het dupliceren van bepaalde
telefoongesprekinformatie weergegeven
in de weergave van hetUconnect™-
systeem op het display van het
instrumentenpaneel.
ZIE NAVIGATIE (indien aanwezig):
voor het inschakelen/uitschakelen van
het dupliceren van bepaalde
navigatie-informatie weergegeven in de
weergave van hetUconnect™-
systeem op het display van het
instrumentenpaneel.
MENU AFSLUITEN
44
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
LAMPJES EN BERICHTEN
BELANGRIJK Het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel gaat branden en er verschijnt een speciaal bericht en/of er
klinkt een geluidssignaal, wanneer van toepassing. Deze meldingen zijn korte waarschuwingen en mogen vanwege hun
beknopte karakter niet worden beschouwd als volledig en/of een alternatief voor de informatie die is opgenomen in het
Instructieboek. Het wordt daarom geadviseerd het instructieboek altijd aandachtig te lezen. In geval van een storingsmelding
moet men zich altijd aan de instructies houden die in dit hoofdstuk zijn beschreven.
BELANGRIJK De storingen die op het display worden weergegeven, kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën:
ernstige storingen en minder ernstige storingen. Ernstige storingen worden herhaaldelijk en langdurig weergegeven. Minder
ernstige storingen worden kort herhaaldelijk weergegeven. De herhaaldelijke weergave op het display van beide categorieën
kan onderbroken worden. Het lampje op het instrumentenpaneel blijft branden tot de oorzaak van de storing is verholpen.
LAMPJES OP INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampje Wat het betekent
roodGORDELVERKLIKKER
Het lampje gaat continu branden wanneer bij stilstaand voertuig de veiligheidsgordel aan bestuurders- of
passagierszijde (indien een passagier aanwezig is) niet is omgelegd.
Wanneer met de auto wordt gereden met niet goed omgelegde veiligheidsgordels, dan gaat het lampje
knipperen en klinkt er een geluidssignaal.
Neem, voor permanente uitschakeling van het geluidssignaal (de zoemer) van het SBR-systeem. (Seat Belt
Reminder) contact op met een Abarth Servicenetwerk. Het systeem kan te allen tijde via het Set-up-menu
weer ingeschakeld worden.
47
Waarschuwingslampje Wat het betekent
rood
geel
geelSTORING EBD
Wanneer de waarschuwingslampjes bij draaiende motor tegelijk gaan branden, dan is er een storing in het
EBD-systeem of is het systeem niet beschikbaar. In dit geval kunnen de achterwielen bij hard remmen
plotseling blokkeren waardoor de auto begint te slippen. Bij sommige versies verschijnt een speciaal
bericht op het display.
Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde dealer van het Abarth Servicenetwerk om het systeem
onmiddellijk te laten controleren.
roodSTORING AIRBAGSYSTEEM
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Het lampje blijft continu branden als er een storing in het airbagsysteem is. Bij sommige versies verschijnt
een speciaal bericht op het display.34) 35)
48
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampje Wat het betekent
roodSTORING ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING “DUALDRIVE”
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het lampje branden, maar dit moet na enkele
seconden doven.
Als het lampje, bij sommige versies samen met het bericht op het display blijft branden, zou de elektrische
stuurbekrachtiging niet meer kunnen werken waardoor aanzienlijk meer inspanning nodig is om het
stuurwiel te bedienen, sturen blijft echter wel mogelijk.
Neem in dat geval contact op met het Abarth Servicenetwerk.
Als het lampje tijdens het rijden gaat branden (bij sommige versies verschijnt er ook een speciaal bericht op
het display) zou de stuurbekrachtiging niet meer kunnen werken. Hoewel het mogelijk blijft de auto te
besturen, kan het draaien van het stuurwiel meer inspanning vereisen: neem zo snel mogelijk contact op
met het Abarth Servicenetwerk.
BELANGRIJK Onder bepaalde omstandigheden kan het branden van het lampje op het
instrumentenpaneel te wijten zijn aan andere factoren dan de elektrische stuurbekrachtiging. Breng in
dergelijke gevallen de auto tot stilstand (indien in beweging), zet de motor af en wacht ongeveer 20
seconden alvorens de motor opnieuw te starten. Als het waarschuwingslampje blijft branden, contact
opnemen met het Abarth Servicenetwerk.
BELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld moet de stuurbekrachtiging worden geïnitialiseerd. Het
lampje gaat branden om dit aan te geven. Ga hiervoor als volgt te werk: draai het stuurwiel van het ene
uiteinde naar het andere terwijl op een rechtlijnig traject van ongeveer honderd meter wordt gereden.
Waarschuwingslampje Wat het betekent
geelREMBLOKSLIJTAGE
Het lampje gaat branden, en er wordt een speciaal bericht op het display weergegeven, wanneer de
remblokken voor of achter (waar aanwezig) versleten zijn. Laat ze in dat geval zo snel mogelijk vervangen.
50
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampje Wat het betekent
geelESC-SYSTEEM
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Inschakeling ESC-systeem
Het lampje gaat tijdens het rijden knipperen om aan te geven dat het ESC systeem in werking is getreden.
Storing ESC-systeem
Als het waarschuwingslampje niet uit gaat of blijft branden samen met de led op de TTC-knop tijdens het
rijden. Op het display verschijnt een bijbehorend bericht.
Neem contact op met het Abarth Servicenetwerk.
Storing Hill Holder
Dit lampje gaat branden, en bij sommige versies wordt een speciaal bericht op het display weergegeven,
als er een storing is in het Hill Holder-systeem.
Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met het Abarth Servicenetwerk.
51