Page 65 of 118

6-1
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
Gebruik en belangrijke rij-informatie
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk eenongeval of letsel tot gevolg.
DAU73461
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een traagheidsmeeteenheid (IMU) die
de motor laat afslaan als de machine
kantelt. Schakel in dat geval het con-
tactslot uit (en weer in) voordat u pro-
beert de motor opnieuw te starten. Als
u dat niet doet zal de motor niet star-
ten, ondanks dat de motor wordt aan-
gezwengeld als u op de startknop
drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Druk in dat
geval eenvoudigweg op de startknopom de motor weer te starten.
DAU79303
De motor startenHet startspersysteem (pagina 4-41) staat
starten alleen toe als aan een van de vol-
gende voorwaarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Om de motor te starten
1. Steek de sleutel in het contactslot.
2. Zet de Stop/Run/Start-knop op “ ”.
3. Draai het contactslot (sleutel) naar “ON”.
4. Controleer of de volgende waarschu- wingslampjes en indicators een zelf-
controle doorlopen.
Waarschuwingslampje motorsto-
ring
Waarschuwingslampje oliedruk en
koelvloeistoftemperatuur
ABS-waarschuwingslampje
Waarschuwingslampje brandstof-
niveau
Waarschuwingslampje hulpsyste-
men
Schakelcontrolelampje
BX4-9-D2.book 1 ページ 2018年10月2日 火曜日 午後12時59分
Page 66 of 118

Gebruik en belangrijke rij-informatie
6-2
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
Controlelampje stabiliteitsregeling
Controlelampje startblokkering
OPMERKING
Het waarschuwingslampje oliedruk en
koelvloeistoftemperatuur moet gaan
branden, kort uitgaan, en dan blijven
branden totdat de motor is gestart.
Het ABS-waarschuwingslampje blijftbranden totdat u gaat rijden.
LET OP
DCA24110
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet werkt zoals hierboven be-
schreven, vraag dan uw Yamaha dealerom de machine te controleren.
5. Zet de versnellingsbak in de vrijstand (of houd de koppelingshendel inge-
knepen met de zijstandaard omhoog).
6. Druk op de startknop en laat deze weer los als de motor start.
Als de motor niet binnen 5 seconden
start nadat op de startknop is gedrukt,
wacht dan 10 seconden alvorens op-
nieuw op de knop te drukken zodat de
accuspanning kan worden hersteld.LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog koud is, dit verkort de levensduur van de
motor!
DAU67082
SchakelenDoor de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
Dit model is uitgerust met QSS. Zie pagina’s
3-3 en 4-16.OPMERKINGDruk om naar de vrijstand ( ) te schakelen
het schakelpedaal rustig in vanuit de 2e ver-
snelling, of trek het iets omhoog vanuit de1e versnelling.LET OP
DCA22521
Rijd niet lange tijd met afgezette
1. Schakelstanden
2. Schakelpedaal
1 2 3 4
5 6
N
1
2
BX4-9-D2.book 2 ページ 2018年10月2日 火曜日 午後12時59分
Page 67 of 118

Gebruik en belangrijke rij-informatie6-3
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
motor, ook niet met de versnellings-
bak in de vrijstand, en sleep de mo-
torfiets niet over lange afstanden.
De versnellingsbak wordt alleen af-
doende gesmeerd terwijl de motor
draait. Door onvoldoende smering
kan de versnellingsbak worden be-
schadigd.
Knijp bij het schakelen altijd de kop-
pelingshendel in om schade aan de
motor, versnellingsbak en aandrijf-
lijn te voorkomen, tenzij het snel-schakelsysteem wordt gebruikt.
DAU16811
Tips voor een zuinig
brandstofverbruikHet brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU16842
InrijperiodeDe belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag dit
de eerste 1600 km (1000 mi) niet te zwaar
worden belast. De verschillende onderde-
len van de motor slijten op elkaar in totdat
de juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijd
tijdens deze periode nooit langdurig volgas
en vermijd ook andere manoeuvres die tot
oververhitting van de motor kunnen leiden.
DAU17085
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langer dan 7000 tpm
achtereen draaien. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moet de motorolie worden ver-
verst en moet de o liefilterpatroon of het
oliefilterelement worden vervan-
gen.
[DCA10303]
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langer dan 8400 tpm
achtereen draaien.
BX4-9-D2.book 3 ページ 2018年10月2日 火曜日 午後12時59分
Page 68 of 118

Gebruik en belangrijke rij-informatie
6-4
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.LET OP
DCA10311
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller in de rode zone wijst.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine tecontroleren.
OPMERKINGTijdens en na de inrijperiode van de motor
kan door de hitte van de uitlaatgassen de
uitlaatpijp iets verkleur en, maar dit is volko-men normaal.
DAU17214
ParkerenZet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DWA10312
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen en brandwonden kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een helling of een
zachte ondergrond, hierdoor kan de
machine kantelen met mogelijk
brandstoflekkage en brand tot ge-
volg.
Parkeer niet nabij gras of andere
brandbare materialen die vlam zou-den kunnen vatten.
BX4-9-D2.book 4 ページ 2018年10月2日 火曜日 午後12時59分
Page 69 of 118

7-1
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
Periodiek onderhoud en afstelling
DAU17246
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u er-
voor dat uw machine in zo veilig en efficiënt
mogelijke conditie blijft. De eigenaar/be-
stuurder van de machine is verplicht de op-
timale veiligheid te waarborgen. Op de
volgende pagina’s wordt de belangrijkste in-
formatie met betrekking tot inspecties, af-
stellingen en smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema’s moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn onder
normale rijcondities. Het is echter mogelijk
dat de intervalperioden voor onderhoud
moeten worden verkor t afhankelijk van het
weer, het terrein, de geografische locatie en
individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
houd aan de machine vergroot het risico
op letsel of overlijden tijdens het uitvoe-
ren van onderhoud of het rijden met de
machine. Als u niet bekend bent met
voertuigonderhoud, laat het onderhouddan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van onderhoud de motor af tenzij anders aangegeven.
Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of
brand kunnen veroorzaken.
Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud
kan leiden tot oogletsel, brandwon-
den, brand of koolmonoxidevergif-
tiging, mogelijk met de dood tot
gevolg. Zie pagina 1-2 voor meer in-formatie over koolmonoxide.WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voeringen kunnen tijdens het gebruik
zeer heet worden. Laat onderdelen van
het remsysteem afkoelen alvorens dezeaan te raken.
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-onderhoud
apart gegroepeerd. Dit onderhoud vereist
gespecialiseerde gegevens, kennis en ge-
reedschap. Onderhoud, vervanging, of re-
paratie van emissiecontroleapparatuur en
-systemen kan door elke
gecertificeerde re-
parateur worden uitgev oerd (indien van toe-
passing). Yamaha dealers beschikken over
de training en het gereedschap om dit on-
derhoud uit te voeren.
BX4-9-D2.book 1 ページ 2018年10月2日 火曜日 午後12時59分
Page 70 of 118
Periodiek onderhoud en afstelling
7-2
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
DAU67092
GereedschapssetDe gereedschapsset dient afzonderlijk van
de machine te worden bewaard. Enkele ge-
reedschappen bevinden zich onder het za-
del. (Zie pagina 4-34.)
De informatie in deze handleiding en het
meegeleverde gereedschap zijn bedoeld
om u te ondersteunen bij het uitvoeren van
preventief onderhoud en kleinere repara-
ties. Voor de correcte uitvoering van be-
paalde onderhoudswerkzaamheden is
echter het gebruik van een momentsleutel
en ander gereedschap vereist.OPMERKINGLaat werkzaamheden uitvoeren door een
Yamaha dealer als u niet beschikt over de
daarvoor vereiste gereedschappen of erva-
ring.
1. Zeskantsleutel
1
BX4-9-D2.book 2 ページ 2018年10月2日 火曜日 午後12時59分
Page 71 of 118

Periodiek onderhoud en afstelling
7-3
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
DAU71033
Periodieke onderhoudsschema’sOPMERKING
Items die met een sterretje zijn gemarkeerd, moeten worden ui tgevoerd door uw Yamaha-dealer omdat hiervoor speciale gereed-
schappen, informatie en techni sche vaardigheden nodig zijn.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
De jaarlijkse controles moeten elk jaar worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onderhoudsbeurt op af-standsbasis wordt verricht.
DAU71051
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteemNR. ITEMCONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1 * Brandstofleiding Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen.
Vervang indien nodig.
2*Bougies Controleer de conditie.
Reinig en stel elektrodenafstand
af.
Vervangen.
3 * Klepspeling Controleren en afstellen. Elke 40000 km (24000 mi)
4 * Brandstofinjectie Controleer het stationaire
toerental van de motor.
Controleer de synchronisatie en stel deze af.
5 * Uitlaatsysteem Controleer op lekkage.
Zet indien nodig vast.
Vervang pakkingen indien nodig.
BX4-9-D2.book 3 ページ 2018年10月2日 火曜日 午後12時59分
Page 72 of 118
Periodiek onderhoud en afstelling
7-4
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
6* Uitstootcontrolesy-
steem voor benzine-
dampen Controleer het controlesysteem
op beschadiging.
Vervang indien nodig.
7 * Luchtinlaatsysteem Controleer de luchtafsluitklep, de
membraanklep en de slang op
beschadiging.
Vervang beschadigde onderdelen indien nodig.
NR. ITEM
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
BX4-9-D2.book 4 ページ 2018年10月2日 火曜日 午後12時59分