
1162-1. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes informe-
ren de bestuurder over storingen in 
de aangegeven systemen van de 
auto.
*1: Deze lampjes gaan branden wan-neer het contact A AN wordt gezet 
om aan te geven  dat er een sys-
teemcontrole wordt uitgevoerd. Ze 
Waarschuwingslampjes
(Rood)
Waarschuwingslampje 
remsysteem
*1 (→Blz. 606)
(Geel)
Waarschuwingslampje 
remsysteem
*1 (→Blz. 606)
Laadstroomcontrolelampje
*1 
(
→Blz. 607)
Waarschuwingslampje hoge 
koelvloeistoftemperatuur
*2 
(
→Blz. 607)
Waarschuwingslampje lage 
oliedruk
*2 (→Blz. 607)
Motorcontrolelampje
*1 
(
→Blz. 607)
Waarschuwingslampje SRS
*1 
(
→Blz. 608)
Waarschuwingslampje ABS
*1 
(
→Blz. 608)
(Rood/geel)
Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1 
(
→Blz. 608)
(Geel)
Controlelampje iMT*1 
(indien aanwezig) (
→Blz. 608)
(Knippert of  brandt)
Waarschuwingslampje PCS*1 
(indien aanwezig) (
→Blz. 609)
(Oranje)
Controlelampje LTA (indien 
aanwezig) (
→Blz. 609)
Controlelampje LDA (indien 
aanwezig) (
→Blz. 609)
(Knippert)
Controlelampje uitgeschakeld 
Stop & Start-systeem
*1 
(indien aanwezig)
(
→Blz. 609)
(Knippert)
Controlelampje Toyota 
Parking Assist-sensor OFF
*3 
(indien aanwezig) (
→Blz. 610)
(Knippert)
Controlelampje PKSB OFF*1 
(indien aanwezig) (
→Blz. 610)
(Knippert)
Controlelampje RCTA OFF*1 
(indien aanwezig)
(
→Blz. 611)
Controlelampje Traction 
Control
*1 (→Blz. 611)
Waarschuwingslampje Brake 
Override-systeem/wegrijrege-
ling (indien aanwezig)/PKSB 
(indien aanwezig)
*2 
(
→Blz. 612)
(Knippert)
Controlelampje Brake Hold-
systeem in werking
*1 
(
→Blz. 613)
(Knippert)
Waarschuwingslampje 
parkeerrem (
→Blz. 613)
Waarschuwingslampje laag 
brandstofniveau (
→Blz. 613)
Controlelampje bestuurders- 
en voorpassagiersgordel 
(
→Blz. 613)
Controlelampje achterpassa-
giersgordel (indien aanwezig) 
(
→Blz. 614)
Waarschuwingslampje lage 
bandenspanning
*1 (indien aan-
wezig) (
→Blz. 614)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 116  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM 

1182-1. Instrumentenpaneel
Controlelampje snelheidsbe-
grenzer (indien aanwezig) 
(
→Blz. 378)
Controlelampje LTA*3 (indien 
aanwezig) (
→Blz. 335)
Controlelampje LDA
*3 (indien 
aanwezig) (
→Blz. 343)
Controlelampje Toyota Par-
king Assist-sensor OFF
*4, 5 
(indien aanwezig) 
(
→Blz. 396)
Controlelampje PKSB OFF*2, 
4
 (indien aanwezig) 
(
→Blz. 404)
(Knippert)
Controlelampje Traction 
Control
*2 (→Blz. 435)
Controlelampje VSC OFF
*2, 4 
(
→Blz. 436)
Waarschuwingslampje PCS
*2, 
4
 (indien aanwezig) 
(
→Blz. 324)
BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels
*2, 6 (indien aanwe-
zig) (
→Blz. 380)
Controlelampje BSM (indien 
aanwezig) (
→Blz. 380)
Controlelampje RCTA OFF
*2, 
4
 (indien aanwezig) 
(
→Blz. 380)
Controlelampje Stop & Start-
systeem
*2 (indien aanwezig) 
(
→Blz. 417)
Controlelampje uitgescha-
keld Stop & Start-systeem
*2, 4 
(indien aanwezig) 
(
→Blz. 419)
Controlelampje stand-bys-
tand Brake Hold-systeem
*2 
(
→Blz. 294)
Controlelampje Brake Hold-
systeem in werking
*2 
(
→Blz. 294)
Controlelampje antidiefstal-
systeem (
→Blz. 85, 109)
Controlelampje lage buiten-
temperatuur
*7 (→Blz. 121, 
126)
ECO-controlelampje
*2 (indien 
aanwezig) (
→Blz. 132)
Waarschuwingslampje par-
keerrem (
→Blz. 291)
Controlelampje automatische 
EPB OFF
*2, 4 (indien aanwe-
zig) (
→Blz. 291)
Controlelampje ECO-rijmo-
dus (
→Blz. 425)
Controlelampje SPORT-
modus (
→Blz. 425)
Controlelampje modus MUD 
& SAND (indien aanwezig) 
(
→Blz. 428)
Controlelampje modus ROCK 
& DIRT (indien aanwezig) 
(
→Blz. 428)
Controlelampje SNOW-
modus (indien aanwezig) 
(
→Blz. 430)
Controlelampje Downhill 
Assist Control
*2 (indien aan-
wezig) (
→Blz. 431)
Controlelampje PASSENGER 
AIR BAG
*2, 8 (indien aanwezig) 
(
→Blz. 48)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 118  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM 

429
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Gebruik de normale modus als u niet in 
het terrein rijdt.
De rijmodus gaat t
erug naar de nor-
male modus als de schakelaar wordt 
ingedrukt terwijl er in de Mud & Sand-
modus of Rock & Dirt-modus gereden 
wordt.
3 Rock & Dirt-modus
Als de schakelaar naar rechts wordt 
gedraaid terwijl de Rock & Dirt-modus 
niet ingeschakeld is, schakelt het sys-
teem naar de Rock & Dirt-modus en 
gaat het controlelampje voor de Rock & 
Dirt-modus in het m ulti-informatiedis-
play branden.
■Multi-terrain Select
●Multi-terrain Select  is ontworpen voor 
gebruik tijdens terreinrijden. Rijd bij 
normaal rijden in de normale modus.
●De Mud & Sand-modus en Rock & 
Dirt-modus regelen  de auto zo dat 
deze de maximale aandrijfkracht op 
de weg kan overbrengen en de rij-
eigenschappen optimaal worden afge-
stemd op het slec hte wegdek. Het 
resultaat kan zijn dat vergeleken met 
de normale modus het brandstofver-
bruik toeneemt.
■Als de Mud & Sand- of Rock & Dirt-
modus is geselecteerd
●De achtergrond van het multi-informa-
tiedisplay verander t en volgt de Multi-
terrain Select-modus.
●Het AWD-bedrijfsstatusdisplay wordt 
automatisch weergegeven op het 
multi-informatiedisplay.
●Auto's met handgeschakelde trans-
missie: de iMT werkt.
■AWD-regeling voor Mud & Sand- en 
Rock & Dirt-modi
Als de rijsnelheid de hieronder 
genoemde snelheden overschrijdt, 
wordt de AWD-regeling op dezelfde 
wijze uitgevoerd als in de normale  modus, zelfs als de Mud & Sand- of 
Rock & Dirt-modus is geselecteerd.
●Mud & Sand-modus: De rijsnelheid is 
ongeveer 40 km/h of hoger.
●Rock & Dirt-modus: De rijsnelheid is 
ongeveer 25 km/h of hoger.
Als de rijsnelheid lager wordt dan 
bovenstaande snelheden, schakelt het 
systeem automatisch naar de AWD-
regeling, passend bij elke modus.
■Als de Multi-terra in Select-remrege-
ling tijdelijk onderbroken wordt
Als de Mud & Sand- of Rock & Dirt-
modus continu gedurende een langere 
tijd wordt gebruikt,  kan het remsysteem 
oververhit raken en kan de Multi-terrain 
Select-remregeling tijdelijk onderbroken 
worden.
●Op dat moment klin kt de zoemer met 
tussenpozen en wordt “Traction Con-
trol Turned OFF” (Traction Control uit-
geschakeld) weergegeven op het 
multi-informatiedisplay.
●Breng de auto zo snel mogelijk op een 
veilige plaats tot stilstand* als de 
Multi-terrain Select-remregeling 
onderbroken wordt en wacht totdat de 
temperatuur van he t systeem daalt. 
Als de melding niet langer weergege-
ven wordt op het mu lti-informatiedis-
play, werkt de remregeling weer 
normaal. Normaal rijden is nog steeds 
mogelijk, zelfs al is de Multi-terrain 
Select-remregeling niet in werking.
*: Zet na het tot stilstand brengen van de 
auto de motor niet  uit zolang de mel-
ding nog weergegeven wordt.
■Als de Mud & Sand-  of Rock & Dirt-
modus is geannuleerd
In onderstaande situa ties wordt de Mud 
& Sand-modus of R ock & Dirt-modus 
automatisch geannuleerd, zelfs al zijn 
ze geselecteerd.
●Als de rijmodus is gewijzigd 
(→Blz. 425)
●Als het contact UIT wordt gezet
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 429  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM 

4304-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Rijden in de Mud & Sand- of Rock & 
Dirt-modus
De volgende situaties kunnen zich voor-
doen maar zij duiden niet op storingen.
●Er kunnen trillingen gevoeld worden in 
de carrosserie en de stuurinrichting
●Er kunnen werkingsgeluiden hoorbaar 
zijn uit het motorcompartiment.
■Wanneer een controle door een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige nodig is
In de volgende situaties is er mogelijk 
een storing aanwezig in het systeem. 
Laat de auto onmiddel lijk nakijken door 
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of  een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
●Als het controlelampje Traction Con-
trol gaat branden als de Mud & Sand- 
of Rock & Dirt-modu s geselecteerd is
●Als het controlelampje voor elke 
modus niet gaat branden, zelfs niet 
als de Mud & Sand- of Rock & Dirt-
modus is geselecteerd
*: Indien aanwezig
Dynamic Torque Control AWD-
uitvoeringen
Druk de schakelaar SNOW-modus 
in.
Als de schakelaar wordt ingedrukt, 
schakelt het systeem naar de SNOW-
modus en gaat het controlelampje 
SNOW-modus in het multi-informatie-
display branden.
Als de schakelaar nogmaals wordt 
ingedrukt, gaat het controlelampje 
SNOW-modus uit.
Schakelaar SNOW*
De SNOW-modus kan worden 
geselecteerd om de auto af te 
stemmen op de omstandighe-
den bij rijden op een glad weg-
dek, bijvoorbeeld als het heeft 
gesneeuwd.
Werking systeem
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 430  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM 

431
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Dynamic Torque Vectoring 
AWD-uitvoeringen
Druk de schakelaar SNOW-modus 
in.
Als de schakelaar wordt ingedrukt, 
schakelt het systeem  naar de SNOW-
modus en gaat het  controlelampje 
SNOW-modus in het multi-informatie-
display branden.
Als de schakelaar nogmaals wordt 
ingedrukt, gaat he t controlelampje 
SNOW-modus uit.
■Bij het wijzigen naar de SNOW-
modus
De achtergrond van he t multi-informatie-
display verandert.
■Uitschakelen van de SNOW-modus
De SNOW-modus wordt automatisch 
uitgeschakeld als de Mud & Sand- of 
Rock & Dirt-modus voor de Multi-terrain 
Select is ge selecteerd.
*: Indien aanwezig
Druk op de schakelaar DAC.
Het controlelampje van de Downhill 
Assist Control gaat branden en het sys-
teem treedt in werking.
Wanneer het systeem in werking is, 
gaat het controlelampje Traction Con-
trol knipperen en gaan de remlichten en 
het derde remlicht branden. Tijdens de 
werking van het systeem kan een 
geluid worden waar genomen. Dit duidt 
niet op een storing.
Downhill Assist Control*
De Downhill Assist Control 
helpt te hoge snelheden op 
steile neerwaartse hellingen te 
voorkomen.
Het systeem wordt ingescha-
keld als de rijsne lheid lager is 
dan 25 km/h terwijl het gaspe-
daal en het rempedaal niet 
ingetrapt zijn.
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van Downhill Assist 
Control
Vertrouw niet uitsluitend op de Down-
hill Assist Control. Met deze functie 
worden de fysieke  grenzen van de 
auto niet verlegd. Controleer altijd 
zorgvuldig de conditie van de weg en 
rijd veilig.
Werking systeem
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 431  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM 

433
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Het controlelampje Downhill Assist 
Control gaat niet branden wanneer 
het contact AAN wordt gezet.
●Het controlelampje Downhill Assist 
Control gaat niet branden wanneer de 
schakelaar DAC wordt ingedrukt.
●Als het controlelampje Traction Con-
trol gaat branden.
*: Indien aanwezig
WAARSCHUWING
■Mogelijk werkt het systeem niet 
op de onderstaande ondergron-
den. Dit kan leiden tot een onge-
val met ernstig letsel tot gevolg
●Gladde ondergronden, zoals een 
natte of met modder bedekte weg
●Een gladde weg
●Onverharde wegen
Uitlaatgasfiltersysteem*
Het uitlaatgasfiltersysteem is 
ontworpen om roetdeeltjes in 
de uitlaatgassen te verzamelen 
met behulp van een uitlaatgas-
filter dat in de uitlaatpijpen is 
geplaatst.
OPMERKING
■Om storingen in he
t uitlaatgasfil-
tersysteem te voorkomen
●Gebruik geen andere brandstof dan 
het voorgeschreven type brandstof
●Breng geen wijzigingen aan de uit-
laatpijp aan
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 433  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM 

4344-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te 
voorkomen bij plotseling remmen of 
remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht 
nadat het rempedaal is ingetrapt als 
het systeem oordeelt dat er sprake 
is van een noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder 
controle te houden bij uitwijkma-
noeuvres en het nemen van boch-
ten op een glad wegdek.
■VSC+ (Vehicle Stability Con-
trol+)
Coördineert de werking van ABS-, 
TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabili-
teit behouden blijft bij uitwijkma-
noeuvres op een glad wegdek door 
de stuurcommando's aan te passen.
■Trailer Sway Control (indien 
aanwezig)
Helpt de bestuurder om de aan-
hangwagen weer onder controle te 
krijgen door op af zonderlijke wie-
len remdruk uit te oefenen en het 
aandrijfkoppel te verminderen wan-
neer wordt gesignaleerd dat de 
aanhangwagen slingert.
■Secondary Collision Brake 
(indien aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding 
signaleert, worden de remmen en 
remlichten automatisch geregeld 
om de rijsnelheid te verlagen en te 
helpen de kans op verdere schade 
ten gevolge van een tweede aanrij-
ding te verkleinen.
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht 
behouden blijft en v oorkomt dat de 
aandrijvende wielen gaan doorslip-
pen bij het wegrijden met de auto of 
bij het accelereren op gladde 
wegen
■Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto 
naar de buitenkant van de bocht 
uitwijkt door remre geling uit te oefe-
nen op de wielen aan de binnen-
zijde wanneer tijdens het rijden in 
een bocht wordt geprobeerd te 
accelereren
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto 
achteruit rolt bij helling op wegrij-
den
Ondersteunende 
systemen
Om de veiligheid  en de presta-
ties tijdens het rijden te verbe-
teren is uw auto  uitgerust met 
de volgende systemen die 
automatisch in werking treden 
als de omstandigheden daar 
om vragen. Houd er echter 
rekening mee dat dit aanvul-
lende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate 
op deze systeme n als u de 
auto bedient.
Overzicht van de 
ondersteunende systemen
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 434  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM 

435
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■EPS (elektrische stuurbe-
krachtiging)
Maakt gebruik van een elektromo-
tor om de benodigde kracht voor 
het ronddraaien van het stuurwiel 
te verminderen
■Dynamic Torque Control AWD-
systeem (AWD-uitvoeringen)
Schakelt afhankelijk van de rijom-
standigheden automatisch van 
voorwielaandrijving naar perma-
nente vierwielaand rijving (AWD), 
wat bijdraagt aan betrouwbaar rij-
gedrag en stabilit eit. Voorbeelden 
van omstandigheden waaronder 
het systeem overschakelt op AWD 
zijn het nemen van bochten, heuve-
lopwaarts rijden, wegrijden of acce-
lereren en als het wegoppervlak 
glad is ten gevolge van sneeuw, 
regen, enz.
■Dynamic Torque Vectoring 
AWD-systeem (AWD-uitvoerin-
gen)
Schakelt afhankelijk van de rijom-
standigheden automatisch van voor-
wielaandrijving naar 
vierwielaandrijving (AWD), wat bij-
draagt aan betrouwbaar rijgedrag en 
stabiliteit. Voorbeelden van omstan-
digheden waaronder het systeem 
overschakelt op AWD zijn het nemen 
van bochten, heuvelopwaarts rijden, 
wegrijden of accelereren en als het 
wegoppervlak glad is ten gevolge van 
sneeuw, regen, enz.
Verder wordt tijdens het nemen van 
een bocht de verdeling van het 
aandrijfkoppel over de voor- en  achterwielen en over het linker- en 
rechter achterwiel nauwkeurig 
geregeld voor betere rijeigenschap-
pen en meer stabiliteit.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal p lotseling wordt 
ingetrapt, gaan de alarmknipper-
lichten automatisch knipperen om 
het achteropkomende verkeer te 
waarschuwen.
■Als de TRC/VSC/Trailer Sway Con-
trol in werking is
Het controlelampje Traction Control 
knippert wanneer de TRC/VSC/Trailer 
Sway Control in werking is.
■Uitschakelen van h et TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in 
modder of sneeuw, kan het TRC-sys-
teem het aandrijf vermogen van de 
motor naar de wielen beperken.
Als u dan op   drukt, kunt u de auto 
waarschijnlijk makkelijker los krijgen 
door te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door   
snel in te drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned OFF” (Traction 
Control uitgeschakeld) wordt op het 
multi-informatiedisplay weergegeven.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 435  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM