442
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
●Het gaspedaal wordt niet ingetrapt
●De parkeerrem is niet geactiveerd
■Automatisch uitschakelen van Hill
Start Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de vol-
gende situaties uitgeschakeld:
●Auto's met Multidrive CVT: De selectie-
hendel wordt in stand P of N gezet.
●Auto's met handgeschakelde transmis-
sie: De selectiehendel wordt in de ach-
teruit gezet wanneer vooruit bergop
wordt weggereden of in een andere
stand dan de achteruit gezet wanneer
achteruit bergop wordt weggereden.
●Het gaspedaal wordt ingetrapt
●De parkeerrem wordt geactiveerd
●Er zijn maximaal 2 seconden verstreken
nadat het rempedaal is losgelaten.
■Bijgeluiden en trillingen die veroor-
zaakt worden door de ABS-, Brake
Assist-, VSC-, Trailer Sway Control-,
TRC- en Hill Start Assist Control-sys-
temen
●Het is mogelijk dat u tijdens het starten
van de motor of bij het wegrijden een
geluid in de motorruimte hoort wanneer
het rempedaal herhaaldelijk wordt inge-
trapt. Dit duidt niet op een storing in een
van deze systemen.
●De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen als bovenstaande systemen in
werking zijn. Geen van deze verschijn-
selen duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen,
kan het geluid van een elektromotor
hoorbaar zijn.
• Er kan een lichte trilling in het rempe-
daal voelbaar zijn als het antiblokkeer-
systeem geactiveerd is.
• Het rempedaal kan iets verder naar
beneden bewegen als het antiblokkeer-
systeem geactiveerd is.
■Geluiden en trillingen tijdens de wer-
king van de Active Cornering Assist
Tijdens de werking van de Active Cornering
Assist kunnen geluiden en trillingen vanuit
het remsysteem worden waargenomen,
maar deze duiden niet op een storing.
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan
het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en
duidt niet op een storing.
■Automatisch opnieuw inschakelen
van de TRC, de Trailer Sway Control
en het VSC-systeem
Als de TRC, de Trailer Sway Control en
het VSC-systeem zijn uitgeschakeld, wor-
den deze automatisch opnieuw ingescha-
keld in de volgende situaties:
●Als het contact UIT wordt gezet
●Als alleen het TRC-systeem wordt uitge-
schakeld, wordt de TRC weer ingescha-
keld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-sys-
teem is uitgeschakeld, worden deze niet
automatisch weer ingeschakeld als de
rijsnelheid toeneemt.
■Werkingsvoorwaarden van de Active
Cornering Assist
Het systeem werkt wanneer het volgende
zich voordoet.
●De TRC/VSC kan in werking treden
●De bestuurder probeert tijdens het rijden
in een bocht te accelereren
●Het systeem signaleert dat de auto naar
de buitenkant van de bocht uitwijkt
●Het rempedaal wordt losgelaten
■Gereduceerde bekrachtiging door het
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het
EPS-systeem wordt gereduceerd om het
systeem tegen oververhi tting te bescher-
men als er gedurende langere tijd veel
stuurbewegingen worden uitgevoerd. Hier-
door kan de besturing zwaar aanvoelen.
Draai, als dat het geval is, niet overmatig
aan het stuur of breng de auto tot stilstand
en schakel de motor uit. Het EPS-systeem
moet binnen 10 minuten weer normaal
werken.
■Voorwaarden voor werking nood-
stopsignaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 442 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
443
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan
55 km/h
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het om een
noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden inge-
schakeld.
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet om
een noodstop gaat.
■Werkingsvoorwaarden Secondary
Collision Brake (indien aanwezig)
Het systeem werkt als de airbagsensor
een aanrijding signaleert terwijl de auto in
beweging is.
Het systeem werkt ech ter niet onder de
volgende omstandigheden.
●De rijsnelheid is lager dan 10 km/h.
●Er zijn componenten beschadigd
■Automatisch uitschakelen Secon-
dary Collision Brake (indien aanwe-
zig)
Het systeem wordt aut omatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer
10 km/h
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de
werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden
overschreden wordt (bijvoorbeeld ver-
sleten banden op een weg die bedekt
is met sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge
snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking
kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de rem-
weg van de auto te verkorten. Houd
altijd voldoende afstand tot uw voorlig-
ger, met name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met
grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettin-
gen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote oneffen-
heden
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kun-
nen op een gladde weg niet onder alle
omstandigheden gerealiseerd worden,
zelfs niet als het TRC/VSC-systeem in
werking is. Rijd voorzichtig met de auto
onder omstandigheden waarbij de stabi-
liteit en de aandrijfkracht verloren kun-
nen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt
niet effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Cor-
nering Assist. De Active Cornering
Assist werkt mogelijk niet effectief bij
het accelereren op een helling of bij
het rijden op een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelijk tijdelijk
gestopt om een goede werking van
de remmen, TRC en VSC te garande-
ren.
■De Hill Start Assist Control werkt
niet effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill
Start Assist Control. De Hill Start
Assist Control werkt mogelijk niet
effectief op steile hellingen en op met
ijs bedekte wegen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 443 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
8
589
COROLLA_TMUK_EE
8
Bij problemen
Bij problemen
.8-1. Belangrijke informatieAlarmknipperlichten .......... 590
Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet
worden gebracht ............. 591
Als de auto vastzit in stijgend water ................. 5928-2. Stappen die genomen
moeten worden in
noodgevallen
Als uw auto moet worden gesleept .......................... 593
Als u denkt dat er iets mis is .............................. 597
Uitschakelsysteem brandstofpomp................ 598
Als een waarschuwings- lampje gaat branden of een
waarschuwingszoemer
klinkt ............................... 599
Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven ........ 608
Als uw auto een lekke band heeft (auto's met een
bandenreparatieset) ....... 610
Als uw auto een lekke band heeft (auto's met
een reservewiel) .............621
Als de motor niet wil aanslaan ......................... 634
Als u uw sleutels verliest...636
Als de elektronische sleutel niet goed werkt ............... 636
Als de accu ontladen is ..... 638
Als uw auto oververhit raakt................................ 642
Als de auto vast komt te zitten ........................... 645
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 589 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
590
COROLLA_TMUK_EE8-1. Belangrijke informatie
8-1.Belangrijke informatie
Druk op de schakelaar.
Alle richtingaanwijzers gaan knipperen.
Druk nogmaals op de schakelaar om ze
weer uit te schakelen.
■Alarmknipperlichten
●Als de alarmknipperlichten langere tijd
worden gebruikt terwijl de motor niet
draait, kan de accu ontladen raken.
●Als een van de airbags wordt geacti-
veerd of bij een harde aanrijding van
achteren worden de alarmknipperlichten
automatisch ingeschakeld.
De alarmknipperlichten worden na
ongeveer 20 minuten automatisch uitge-
schakeld. Druk tweemaal op de schake-
laar om de alarmknipperlichten
handmatig uit te schakelen.
(De alarmknipperlichten worden moge-
lijk niet automatisch ingeschakeld,
afhankelijk van de kracht en de omstan-
digheden van de aanrijding.)
Alarmknipperlichten
De alarmknipperlichten worden
gebruikt om andere bestuurders
te waarschuwen wanneer de
auto tot stilstand moet worden
gebracht, bijvoorbeeld bij pech.
Bedieningsinstructies
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L
25E.book Page 590 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
611
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige,
vlakke ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P
(Multidrive CVT) of de neutraal-
stand (handgeschakelde transmis-
sie).
Zet de motor af.
Schakel de alarmknipperlichten in.
Controleer de mate waarin de
band beschadigd is.
Haal de spijker of schroef niet uit de
band. Door het verwijderen ervan kan
het gat groter worden waardoor de
band niet meer tijdelijk gerepareerd
kan worden.
■Een lekke band die niet kan worden
gerepareerd met de bandenreparatie-
set
In de volgende gevallen is reparatie van
de band met behulp van de bandenrepara-
tieset niet mogelijk. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●De band is beschadigd door rijden met
onvoldoende spanning
●Wanneer de scheurtjes of beschadigin-
gen zich niet in het loopvlak bevinden
maar bijvoorbeeld in de wangen van de
band
●De band is zichtbaar van de velg afgelo-
pen
●Het lek in of de beschadiging van het
loopvlak is 4 mm of groter
●De velg is beschadigd
●Twee of meer banden zijn lek
●Wanneer een enkele band door meer
dan 2 scherpe voorwerpen doorboord is
●Wanneer de bandenreparatievloeistof
over de uiterste houdbaarheidsdatum is
WAARSCHUWING
■Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met
een lekke band wordt doorgereden,
kunnen band en velg zodanig bescha-
digd worden dat reparatie niet meer
mogelijk is en kan er een ongeval ont-
staan.
Vóór het repareren van de
band
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 611 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
621
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige,
vlakke ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P
(Multidrive CVT) of de achteruit
(handgeschakelde transmissie).
Zet de motor af.
Schakel de alarmknipperlichten in.
OPMERKING
●Zet de bandenreparatieset niet op
een stoffige ondergrond, zoals in het
zand of in de berm. Als de reparatie-
set stof e.d. opzuigt, kunnen er storin-
gen optreden.
●Houd de fles tijdens het gebruik niet
ondersteboven, om schade aan de
compressor te voorkomen.
■Voorzorgsmaatregelen voor de
bandenreparatieset
●De reparatieset heeft als voeding
12V-gelijkstroom nodig. Sluit de repa-
ratieset niet aan op andere voedings-
bronnen.
●Als er brandstofdruppels op de repa-
ratieset terechtkomen, kan de set
beschadigd raken. Zorg dat de set
niet met brandstof in aanraking kan
komen.
●Berg de reparatieset op, zodat de set
beschermd is tegen vuil en vocht.
●Berg de reparatieset op in de bagage-
ruimte, buiten bereik van kinderen.
●Demonteer de reparatieset niet en
breng geen wijzigingen aan. Stel
onderdelen als de bandenspannings-
meter niet bloot aan schokken. Hier-
door kunnen storingen optreden.
■Voorkomen van schade aan de
bandenspanningssensoren en
-zenders (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met ban-
denreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender
mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel
mogelijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige. Ver-
vang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de banden-
spanningssensor en -zender wanneer
de band wordt gerepareerd of vervan-
gen. ( →Blz. 569)
Als uw auto een lekke
band heeft (auto's met
een reser vewiel)
Uw auto is voorzien van een
reservewiel. De lekke band kan
worden vervangen door het
reservewiel.
Meer informatie over banden:
→Blz. 559
WAARSCHUWING
■Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band. Zelfs
als er over een korte afstand met een
lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd wor-
den dat reparatie niet meer mogelijk is
en kan er een ongeval ontstaan.
Voor het opkrikken van de
auto
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 621 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
638
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
3Trap het rempedaal (Multidrive
CVT) of koppelingspedaal (hand-
geschakelde transmissie) stevig
in en controleer of op het
multi-informatiedisplay ver-
schijnt.
4 Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige als de motor nog steeds niet
kan worden gestart.
■Uitzetten van de motor
Zet de selectiehendel in stand P (Mul-
tidrive CVT) of N (handgeschakelde trans-
missie) en druk op de startknop, zoals u
normaliter doet bij het afzetten van de
motor.
■Batterij elektronische sleutel
Omdat deze procedure een noodmaatre-
gel is, wordt geadviseerd de batterij van de
elektronische sleutel zo snel mogelijk te
laten vervangen als deze ontladen is.
( → Blz. 578)
■Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld
als de mechanische sleutel wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een
portier met de mechanische sleutel wordt
ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is
ingeschakeld. ( →Blz. 104)
■Wijzigen van de st anden van het con-
tact
Laat het rempedaal (Multidrive CVT) of het
koppelingspedaal (handgeschakelde
transmissie) los en druk tijdens stap 3
hierboven op de startknop.
De motor wordt niet gestart en de stand
verandert iedere keer dat de knop wordt
ingedrukt. ( →Blz. 268)
Als de accu ontladen is
U kunt de volgende procedures
gebruiken om de motor te star-
ten als de accu leeg is.
U kunt ook contact opnemen
met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskun-
dige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 638 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
639
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
Als u de beschikking hebt over een
set startkabels en een tweede voer-
tuig met een 12V-accu, kunt u uw
auto starten met behulp van de
onderstaande hulpstartprocedure.
1Auto's met een alarm
(→ Blz. 104): Controleer of u de
sleutel bij u hebt.
Als u de startkabels aansluit, kan het
alarm afgaan of kunnen de portieren wor- den vergrendeld, afhankelijk van de situa-
tie. (
→Blz. 105)
2 Open de motorkap. ( →Blz. 550)
3 Sluit de positieve startkabelklem aan op van uw auto en sluit de klem
aan de andere zijde van de positieve startkabel aan op van de tweede
auto. Sluit vervolgens de negatieve kabelklem aan op van de tw eede
auto en sluit de klem aan de andere zijde van de negatieve star tkabel aan
op .
Pluspool (+) accu (uw auto)
Pluspool (+) accu (tweede auto)
Minpool (-) accu (tweede auto)
Stevig, niet-bewegend, niet-gelakt metalen punt, ver weg van de accu en
bewegende delen, zoals aangegeven in de afbeelding.
Opnieuw starten van de
motor
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 639 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM