398
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
melding weergegeven op het audiosys-
teemdisplay (indien aanwezig) en
multi-informatiedisplay om de bestuurder
te waarschuwen. Bij auto's met een
head-up display (indien aanwezig) wordt
op het head-up display dezelfde melding
weergegeven als op het multi-informatie-
display.
Afhankelijk van de situatie werkt de
begrenzingsregeling van het motorvermo-
gen om hetzij de acceleratie te begrenzen
hetzij het vermogen zo veel mogelijk te
beperken.
Begrenzingsregeling motorvermo-
gen is in werking (begrenzen acce-
leratie)
Het systeem begrenst sneller accelereren
dan een bepaalde waarde.
Audiosysteemdisplay: geen waarschu-
wing weergegeven
Multi-informatiedisplay: “Object Detected
Ahead Speed Reduced” (Object voor de
auto gesignaleerd, snelheid begrensd)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Klinkt niet
De begrenzingsregeling van het
motorvermogen is in werking (ver-
mogen zo veel mogelijk beperkt)
Het systeem heeft bepa ald dat er harder
moet worden geremd dan normaal. Audiosysteemdisplay: “BRAKE!” (Rem-
men!)
Multi-informatiedisplay: “Brake!” (Rem-
men!)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Kort piepsignaal
De remregeling is in werking
Het systeem heeft bepaald dat een nood-
stop noodzakelijk is
Audiosysteemdisplay: “BRAKE!” (Rem-
men!)
Multi-informatiedisplay: “Brake!” (Rem-
men!)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Kort piepsignaal
Auto tot stilstand gebracht door de
werking van het systeem
De auto is tot stilstand gebracht door de
remregeling.
Audiosysteemdisplay: “Press Brake
Pedal” (Trap het rempedaal in)
Multi-informatiedisplay: “Switch to Brake”
(Verplaats voet naar rempedaal) (Als het
gaspedaal niet is ingetrapt, wordt “Press
Brake Pedal” (Trap rempedaal in) weer-
gegeven.)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt
Zoemer: Kort piepsignaal
Als de Parking Support Brake bepaalt dat er een risico op een a anrijding met
een gesignaleerd object of een voetganger bestaat, wordt het motorvermogen
verminderd om een toename van de rijsnelheid te beperken. (Begrenzingsrege-
ling motorvermogen: zie afbeelding 2.)
Bovendien treedt wanneer u het gaspedaal ingetrapt blijft houden automatisch
het remsysteem in werking om de rijsnelheid te verlagen. (Remregeling: zie
afbeelding 3)
Overzicht systeem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 398 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
399
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Afbeelding 1: Wanneer de PKSB (Parking Support Brake) wordt uit
geschakeld
Motorvermogen
Remkracht
Tijd
Afbeelding 2: Wanneer de begrenzingsregeling voor het motorvermogen in
werking is
Motorvermogen
Remkracht
Tijd
Begrenzingsregeling motorvermogen treedt in werking
Systeem bepaalt dat de kans op een aanrijding met een gesignaleerd object
groot is
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 399 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
401
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Als de Parking Sup
port Brake in wer-
king is getreden
Als de auto is stilgezet door de werking
van de Parking Support Brake, wordt de
Parking Support Brake uitgeschakeld en
gaat het controlelampje PKSB OFF bran-
den. Als de Parking Support Brake onno-
dig in werking treedt, kan de remregeling
worden geannuleerd door het rempedaal
in te trappen of door ongeveer 2 seconden
te wachten totdat deze automatisch wordt
geannuleerd. Vervolgens kunt u verder rij-
den door het gaspedaal in te trappen.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake
Wanneer de Parking Support Brake is uit-
geschakeld door de werking ervan, kunt u
zelf het systeem weer inschakelen
( → Blz. 397) of het contact UIT en vervol-
gens weer AAN zetten. Het systeem wordt
automatisch weer ingeschakeld als het
obstakel zich niet langer in de rijrichting
van de auto bevindt of als de auto van rij-
richting verandert (bijvoorbeeld achteruit in
plaats van vooruit of andersom).
■Wanneer “Parking Support Brake
Unavailable” (Parki ng Support Brake
niet beschikbaar) op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven en
het controlelampje PKSB OFF knip-
pert
Als de auto is stilgezet door de werking
van de Parking Support Brake, wordt de
Parking Support Brake uitgeschakeld en
gaat het controlelampje PKSB OFF bran-
den.
●Mogelijk is een van de sensoren bedekt
met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil. Ver-
wijder dit van de sensor om te zorgen
dat het systeem weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen
mogelijk een waarschuwingsmelding
weergegeven doordat zich ijs vormt op
een sensor en een sensor daardoor
mogelijk geen obstakels signaleert.
Zodra het ijs smelt, zal het systeem
weer normaal werken.
●Wanneer deze melding wordt weerge-
geven is een sensor op de voor- of ach-
terbumper mogelijk vuil. Reinig de
sensoren en het omliggende gebied op
de bumpers.
●Als deze melding na het schoonmaken
van de sensor nog steeds wordt weer-
gegeven of wordt weergegeven
ondanks dat de sensor schoon is, laat
uw auto dan controleren door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen
en weer aansluiten van een accuklem
niet geïnitialiseerd. Initialiseer het sys-
teem. ( →Blz. 401)
Als deze melding na de initialisatie nog
steeds wordt weergegeven, laat de auto
dan controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger. Draai daarnaast, bij auto's met Par-
king Support Brake-functie, als de auto
stilstaat, het stuurwiel geheel naar links en
vervolgens geheel naar rechts.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 401 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
402
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Deze functie werkt in situaties zoals hieronder aangegeven wann eer in de rij-
richting van de auto een object wordt gesignaleerd.
■ Er wordt langzaam gereden en het rempedaal wordt niet of te laa t inge-
trapt
Parking Suppor t Brake-functie (voor stilstaande
objecten)*
Als de sensoren een stilstaand object, zoals een muur, signaler en in de
rijrichting van de auto en het systeem oordeelt dat zich een aanrijding
voor kan doen doordat de auto p lotseling naar voren beweegt doo rdat
het gaspedaal per ongeluk wordt ingetrapt, wanneer de auto de v er-
keerde kant op rijdt doordat de verkeerde schakelstand wordt ge selec-
teerd of tijdens het parkeren of het rijden met een lage snelheid, werkt
het systeem om de gevolgen van een aanrijding met het gesignaleerde
stilstaande object zo veel mogelijk te beperken.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 402 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
404
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
■Voorwaarden voor werking van de
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten)
De functie werkt als het controlelampje
PKSB OFF niet brandt of knippert
(→ Blz. 109, 111) en aan alle onderstaande
voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen
• De Parking Support Brake is ingescha- keld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
WAARSCHUWING
●Vervang een defecte sensor uitslui-
tend door een originele sensor.
●Stel een sensor en zijn omgeving niet
bloot aan krachtige schokken.
●Beschadig de sensoren niet en houd
ze altijd schoon.
●Wanneer het gebied rondom een
radarsensor wordt blootgesteld aan
een krachtige schok, werkt het sys-
teem mogelijk niet goed meer doordat
de sensor niet goed meer werkt. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
■Omgaan met de wielophanging
Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging aan, aangezien veranderingen
in de wagenhoogte of de hellingshoek
van de auto ervoor kunnen zorgen dat
de sensoren objecten niet juist signale-
ren, dat het systeem niet werkt of dat
het systeem onnodig werkt.
■Als de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande
objecten) onnodig wordt geacti-
veerd, bijvoorbeeld op een spoor-
wegovergang
Als de Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) onnodig in
werking treedt op een spoorwegover-
gang e.d., wordt de remregeling na
ongeveer 2 seconden uitgeschakeld,
zodat u verder kunt rijden en de plek
kunt verlaten. De remregeling kan ook
worden geannuleerd door het rempe-
daal in te trappen. Wanneer u het gas-
pedaal intrapt nadat de remregeling is
geannuleerd, kunt u weer verder rijden
en de plek verlaten.
■Opmerkingen bij het wassen van
de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met
een hogedrukreiniger niet recht-
streeks op de sensoren, omdat dit er
toe kan leiden dat een sensor niet
meer goed werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op
de sensoren, omdat dit er toe kan lei-
den dat een sensor niet meer goed
werkt.
■Wanneer moet de Parking Support
Brake uitgeschakeld worden
Schakel in de onderstaande situaties de
Parking Support Brake uit, omdat het
systeem anders mogelijk zelfs werkt als
er geen kans op een aanrijding is.
●Bij een controle van de auto op een
rollenbank o.i.d.
●Wanneer de auto op een schip,
vrachtwagen of ander transportmiddel
wordt geladen
●Als de wielophanging is gewijzigd of
als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog
of omlaag staat door de belading van
de auto
●Als er uitrusting die een sensor kan
hinderen, zoals een sleepoog, bum-
perbeschermer (een extra bescherm-
strip, enz.), fietsendrager of
sneeuwploeg, is geplaatst
●Bij het wassen van de auto in een
wasstraat
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 404 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
405
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Er bevindt zich een stilstaand object in
de rijrichting van de auto, op een
afstand van 2 tot 4 m.
• De Parking Support Brake stelt vast dat
er harder dan normaal moet worden
geremd om een aanrijding te voorko-
men.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling motorvermogen is in werking
• De Parking Support Brake stelt vast dat
er onmiddellijk moet worden geremd om
een aanrijding te voorkomen.
■Voorwaarden voor h et stoppen van
de werking van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
De werking van de functie stopt als aan
één van de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Het systeem stelt vast dat de aanrijding voorkomen kan worden met normaal
remmen.
• Het statische object bevindt zich niet langer op een afstand van 2 tot 4 m van
de auto in de rijrichting van de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot
stilstand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de
remregeling.
• Het statische object bevindt zich niet langer op een afstand van 2 tot 4 m van
de auto in de rijrichting van de auto.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten)
→ Blz. 401
■Detectiebereik van de Parking Sup-
port Brake-functie (voor stilstaande
objecten)
Het detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten)
verschilt van dat van de Toyota Parking
Assist-sensor. ( →Blz. 388) Daardoor wordt de Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) mogelijk niet geacti-
veerd, ook al signaleert de Toyota Parking
Assist-sensor een obstakel en wordt er
een waarschuwing gegeven.
■Objecten die mogelijk niet door de
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) worden gesig-
naleerd
Het kan voorkomen dat de sensoren
bepaalde objecten niet signaleren, zoals
de volgende:
●Voetganger
●Katoen, sneeuw of andere materialen
die ultrasoongolven slecht weerkaatsen.
●Objecten die niet loodrecht op de grond
staan, objecten die niet in een rechte
hoek ten opzichte van de rijrichting van
de auto staan en ongelijkmatige of gol-
vende objecten
●Lage objecten
●Dunne objecten zoals draden, hekken,
touwen en palen van verkeersborden
●Objecten die zich extreem dicht bij de
bumper bevinden
●Zeer hoekige objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste
deel uitsteekt in de richting van uw auto
■Zoemer Toyota Parking Assist-sensor
Als, ongeacht of de zoemer van de Toyota
Parking Assist-sensor is ingeschakeld of
niet ( →Blz. 384), de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten) is
ingeschakeld ( →Blz. 397) en de sensoren
voor en achter een obstakel signaleren en
de remregeling wordt uitgevoerd, klinkt de
zoemer van het Toyota Parking Assist
Sensor-systeem om de geschatte afstand
tot het obstakel aan te geven.
■Omstandigheden w aaronder de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) mogelijk werkt,
zelfs als er geen kans op een aanrij-
ding is
Onder sommige omstandigheden, zoals
de onderstaande, werkt de Parking Sup-
port Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk zelfs als er geen kans op een
aanrijding is.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 405 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
406
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
●Omgeving van de auto
• Wanneer op een smalle weg wordt gere- den
• Wanneer op een grindweg of in een omgeving met hoog gras wordt gereden
• Wanneer richting een spandoek of vlag, een laaghangende tak of een slagboom
(zoals wordt gebruikt bij spoorwegover-
gangen, tolpoortjes en parkeerplaatsen)
wordt gereden
• Bij het rijden op een smalle rijbaan omringd door constructies, zoals een
tunnel of een stalen brug
• Bij fileparkeren
• Bij een groef of gat in het wegdek
• Wanneer de auto over een metalen afdekking (rooster) rijdt, zoals gebruikt
boven afvoergoten
• Bij het rijden op een steile helling
• Als een sensor wordt geraakt door een
grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg
●Weer
• Als een sensor is bedekt met bijvoor-
beeld ijs, sneeuw of vuil (nadat de sen-
sor is schoongemaakt, zal het systeem
weer normaal werken)
• Bij zware regenval of als er veel water op een sensor terechtkomt
• Bij het rijden onder barre weersomstan-
digheden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw
of een zandstorm
• Wanneer het stevig waait
●Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto ultrasoongolven worden geproduceerd
door claxons, voertuigdetectiesystemen,
motorfietsmotoren, luchtremmen van
vrachtwagens, sonarsystemen van
andere auto's of andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onderdeel zoals een kentekenplaat met
achtergrondverlichting (met name fluo-
rescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne
in de buurt van een van de sensoren is
geplaatst
●Wijzigingen in de stand van de auto ten
opzichte van de weg
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de
auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o.i.d.
• Als er bijvoorbeeld lak of een sticker op
een sensor is aangebracht.
■Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk niet goed werkt
In bepaalde situaties, zoals de onder-
staande, werkt deze functie mogelijk niet
goed.
●Weer
• Wanneer een sensor of de omgeving van een sensor zeer heet of koud is
• Wanneer het stevig waait
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 406 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
408
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Deze functie treedt in werking in situaties zoals hieronder aan gegeven wanneer
in de rijrichting van de auto een auto wordt gesignaleerd.
■ Bij het achteruitrijden nadert ee n auto en het rempedaal wordt niet of te
laat ingetrapt
→ Blz. 380
Parking Suppor t Brake-functie (voor voer tuigen die
achterlangs rijden)*
Als een radarsensor achter een a uto signaleert die van rechts of links
achter nadert en het systeem bepaalt dat de kans op een aanrijd ing
groot is, activeert deze functie de remmen om de kans op een aa nrijding
met de naderende auto te verkleinen.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
Soorten sensoren
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len met betrekking tot de radarsensoren
achter ( →Blz. 380) in acht. Het niet in
acht nemen van de voorschriften kan er
toe leiden dat een sensor niet goed
werkt, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
●Wijzig, demonteer of spuit de senso-
ren niet.
●Vervang een radarsensor achter uit-
sluitend door een originele sensor.
●Voorkom dat de radarsensoren achter
beschadigd raken en houd de radar-
sensoren en hun omgeving op de
bumper te allen tijde schoon.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 408 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM