Page 145 of 202
Instructies voor het laden
Laadcontact openen
Het laadcontact bevindt zich links van de
Model 3, achter een klepje in het achterlicht. Zorg voordat u gaat laden dat de Model 3
zodanig is geparkeerd dat de laadkabel het
laadcontact gemakkelijk kan bereiken.
Zorg dat de Model 3 ontgrendeld is (of dat
een geauthentiseerde telefoon binnen bereik
is) en in de parkeerstand staat en druk op de knop op de Tesla-laadkabel en laat deze los om het klepje van het laadcontact te openen.
U kunt het klepje van het laadcontact ook op
een van de volgende manieren openen:
Page 146 of 202

laden is, gebruikt de auto energie uit hetstopcontact en niet van de batterij. Als u
bijvoorbeeld het touchscreen gebruikt terwijl
de Model 3 is geparkeerd en wordt opgeladen,
dan haalt de Model 3 zijn energie uit het
stopcontact en niet uit de batterij.Let op!: De connector van de laadkabel
kan de lak van de auto beschadigen als
deze tegen de auto stoot.
Tijdens het laden
Tijdens het laden is een groen pulserend licht
(het logo met de "T" van Tesla) zichtbaar in het laadcontact en wordt de laadstatus
weergegeven op het touchscreen Het groene
licht knippert steeds langzamer naarmate de
batterij verder opgeladen wordt. Als de
batterij helemaal opgeladen is, brandt de verlichting constant.
Opmerking: Als de Model 3 afgesloten is,
brandt de laadcontactverlichting niet.
Als er een storing wordt geconstateerd, gaat
de rode verlichting van het laadcontact
branden. Kijk op het touchscreen of er een
bericht over deze storing wordt weergegeven.
Zoiets kan gebeuren bij bijvoorbeeld een
stroomstoring. Als er sprake is van een
stroomstoring, wordt het opladen automatisch
hervat zodra de stroomvoorziening hersteld is.
Opmerking: Tijdens het laden met een hoge
stroomsterkte gaan de aircocompressor en
ventilator werken om de batterij voldoende te
koelen. Het is daarom normaal dat u geluid hoort tijdens het laden.
Opmerking: De werking van de airconditioning
wordt in het algemeen niet be
Page 147 of 202

3.Trek aan de ontgrendelkabel van het
laadcontact om de laadkabel te
ontgrendelen.
Opmerking: De ontgrendelkabel kan
verzonken zijn in de opening van de bekleding.
4. Trek de laadkabel uit het laadcontact.
Let op!: De ontgrendelkabel is alleen
ontworpen voor gevallen waarin de
laadkabel niet op de normale manieren
kan worden losgekoppeld van het
laadcontact. Continugebruik kan schade
toebrengen aan de ontgrendelkabel of
laadapparatuur.Attentie: Voer deze procedure niet uit
terwijl uw voertuig wordt opgeladen of
wanneer er oranje stroomleidingen
blootliggen. Het niet opvolgen van deze
instructies kan leiden tot een elektrische
schok en ernstig letsel of beschadiging
van het voertuig. Neem contact op met
Tesla als u niet zeker weet hoe u deze
procedure veilig kunt uitvoeren.Attentie: Probeer de laadkabel niet te
verwijderen terwijl u tegelijkertijd aan de
ontgrendelkabel trekt. Trek altijd aan de
ontgrendelkabel voordat u probeert de
laadkabel uit het laadcontact te
verwijderen. Het niet opvolgen van deze
instructies kan leiden tot een elektrische
schok en ernstig letsel.
Verlichting laadcontact
Page 148 of 202

van de werkelijke weergave op het scherm,
afhankelijk van softwareversie en land.
1. Berichten over de status van het laden
(zoals Bezig met laden, Laden gepland
enz.) worden hier weergegeven. Tijdens
het laden wordt ook de geschatte
resterende tijd weergeven tot het bereiken
van de limiet die u hebt ingesteld.
2. Stel de laadlimiet in door Set Limit te
kiezen en met de pijl de instelling voor de
laadlimiet te verslepen. De gekozen
instelling geldt voor de eerstvolgende
laadsessie en toekomstige geplande laadsessies.
3. Het laden gebeurt met de maximum
stroomsterkte (afhankelijk van de
laadkabel) behalve wanneer de
laadstroom vooraf lager werd ingesteld.
Tik op de toets - of + om de stroomsterkte
te veranderen (bijvoorbeeld in gevallen
waarbij het lichtnet waar ook andere
apparatuur op is aangesloten, overbelast
dreigt te raken). De laadstroom kan nooit
hoger ingesteld worden dan het maximum van de aangesloten laadkabel. Als delaadstroom wordt aangepast, wordt dat in
het geheugen van de Model 3 opgeslagen.
De volgende keer hoeft de laadstroom bij
hetzelfde laadstation dan niet meer
aangepast te worden.
Opmerking: Als de Model 3 wordt geladen
en onverwachte schommelingen in
toegevoerd vermogen detecteert, wordt
de laadstroom automatisch met 25%
verminderd. Een stroom van 40 amp
Page 149 of 202
8.Stel een terugkerend oplaadschema in
voor de locatie. Als er een tijdstip voor het
opladen is ingesteld, geeft de Model 3 dit
tijdstip weer nadat u bij de geplande
locatie parkeert. Als de Model 3 op dat
tijdstip niet op de desbetre
Page 150 of 202
Onderhoud
Onderhoudsschema
Onderhoudsintervallen
Regelmatig onderhoud is de beste garantie om er altijd op te kunnen vertrouwen dat uw
Model 3 onder alle omstandigheden veilig en
effici
Page 151 of 202
ventilatoren werken ook als de Model 3
uitgeschakeld is.Attentie: Sommige vloeisto
Page 152 of 202

Onderhoud banden
Bandenspanning
Zorg dat de banden altijd op de juiste
spanning zijn, zoals aangegeven op de sticker
met informatie over banden en belading, zelfs
als deze spanning afwijkt van de spanning die op de band zelf wordt vermeld. De sticker met
informatie over de banden en het
laadvermogen bevindt zich op de middenstijl
en is zichtbaar wanneer het portier aan de zijde van de bestuurder open is.
Opmerking: Als uw Model 3 is uitgerust met
accessoirevelgen of -banden van Tesla,
verschilt sommige informatie mogelijk van de informatie op de labels op de auto.
Het controlelampje van de
bandenspanning op het touchscreen
waarschuwt u als de spanning in een
of meerdere banden te laag of te
hoog is.
Het lampje gaat niet direct uit als de band op
de juiste spanning is gebracht. Rijd minstens10 minuten met een snelheid van meer dan15 mph (25 km/h) om het TPMS (Tire Pressure
Monitoring System) een nieuwe meting te laten doen, waarna de waarschuwing
verdwijnt.
Als het controlelampje elke keer bij het
inschakelen van de Model 3 gedurende