19
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
OorzaakActies / Opmerkingen
of Laag
brandstofniveau
Brandt permanent (lampje of LED),
met de naald in het rode gebied
(afhankelijk van de uitvoering), in
combinatie met een geluidssignaal en
een melding.
Het geluidssignaal en de melding
worden steeds vaker herhaald
naarmate het niveau in de tank verder
naar nul zakt. Als het lampje gaat branden, zit er
minder dan 8 liter brandstof in de
tank.
Tank bij de eerstvolgende gelegenheid
om een lege brandstoftank te
voorkomen.
Rijd nooit door tot de tank
helemaal leeg is
, hierdoor kunnen
het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Aanwezigheid
van water in het
dieselfilter Permanent (met LCD-
instrumentenpaneel).
Het dieselfilter bevat water.
Risico van beschadiging van het
inspuitsysteem: voer onmiddellijk (2)
uit.
Roetfilter (diesel) Permanent, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding van de
kans op verstopping van het roetfilter. Dit geeft aan dat het roetfilter verstopt
begint te raken.
Voer regeneratie van het roetfilter uit
door met een snelheid van minimaal
60
km/h rijden tot het lampje dooft.
Doe dit alleen als de omstandigheden
dat toelaten.
Permanent, in combinatie met een
geluidssignaal en de melding van
een te laag additiefniveau voor het
r o e t f i l t e r. Dit geeft aan dat het niveau in de
additieftank te laag is.
Voer (3) uit.
StuurbekrachtigingPermanent.
Er is een storing met betrekking tot de
stuurbekrachtiging.Rijd voorzichtig en met lage snelheid
en voer dan (3) uit.
Mistachterlicht Permanent. Het mistachterlicht is ingeschakeld.
(1 ) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af. (2): neem contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats. (3)
: ga naar een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
20
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Voet op de
koppeling Permanent.
Stop & Start: de overschakeling naar
de START-stand wordt afgewezen,
omdat het koppelingspedaal niet
volledig wordt ingetrapt. Trap het koppelingspedaal volledig in.
Groene verklikkerlampjes
Automatische
ruitenwissers
Permanent.
De automatische stand van de
ruitenwissers vóór is geactiveerd.
+
of Autom. dimmen
grootlicht
Permanent.
Het systeem is geactiveerd via het
touchscreen (menu Rijden / Auto ).
De lichtschakelaar staat in de stand
"AUTO ".
Voet op het
rempedaal
Brandt permanent.
Rempedaal niet of onvoldoende
stevig ingetrapt. Om bij uitvoeringen met een automatische transmissie,
bij draaiende motor en vóór het vrijzetten van de
parkeerrem, de selectiehendel uit stand P
te halen.
Om bij uitvoeringen met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak, met de selectiehendel in stand N , de
motor te kunnen starten.
Voet op het
rempedaal Knippert.
Als u de auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak op een
helling te lang probeert op zijn plaats
te houden door het gaspedaal in te
trappen, raakt de koppeling oververhit. Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
Instrumentenpaneel
21
Stop & Star tPermanent. Wanneer de auto stopt, zet het Stop &
Start-systeem de motor in de STOP-
stand.
Verklikkerlampje
knippert tijdelijk. De STOP-modus is momenteel niet
beschikbaar of de START-modus
wordt automatisch geactiveerd.
DodehoekbewakingPermanent.
De functie is geactiveerd.
Waarschuwing
verlaten rijstrook Knippert in
combinatie met een
geluidssignaal. Er wordt een rijstrookmarkering
aan de rechterzijde (of linkerzijde)
overschreden. Stuur de andere kant op om de auto weer op de juiste
koers te brengen.
RichtingaanwijzersKnippert, met
geluidssignaal.
De richtingaanwijzers zijn
ingeschakeld.
Parkeerlichten Permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Dimlicht Permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Mistlampen vóór Permanent. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld.
1
Instrumentenpaneel
22
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Zwarte/witte waarschuwingslampjes
Voet op het
rempedaalBrandt permanent.
Rempedaal niet of onvoldoende
stevig ingetrapt. Om bij uitvoeringen met een automatische transmissie,
bij draaiende motor en vóór het vrijzetten van de
parkeerrem, de selectiehendel uit stand P
te halen.
Om bij uitvoeringen met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak, met de selectiehendel in stand N , de
motor te kunnen starten.
Voet op het
rempedaal Knippert.
Als u de auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak op een
helling te lang probeert op zijn
plaats te houden door het gaspedaal
in te trappen, raakt de koppeling
over verhit. Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
Blauwe verklikkerlampjes
Grootlicht
Permanent. Het grootlicht is ingeschakeld.
Instrumentenpaneel
25
Storing in motorolieniveaumeter
Dit wordt aangegeven met een melding op het
instrumentenpaneel. Neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
de plaats van de peilstok en het bijvullen
van motorolie bij de dieselmotor .
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
(BlueHDi)
De Diesel BlueHDi motoren zijn uitgerust
met een systeem waarbij het roetfilter wordt
gecombineerd met het SCR-systeem (Selective
Catalytic Reduction) voor de nabehandeling
van de uitlaatgassen. Deze kunnen niet
functioneren zonder de vloeistof AdBlue
®.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken (tussen 2.400 en
0
km), gaat bij het aanzetten van het contact
een verklikkerlampje branden dat aangeeft
hoeveel kilometer u nog ongeveer kunt rijden
voordat het opnieuw starten van de motor
automatisch wordt geblokkeerd.
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reser voir leeg is. De motor kan
pas weer worden gestart nadat AdBlue® is
bijgevuld tot het minimale peil.
Handmatige weergave van de
actieradius
Een actieradius van meer dan 2.400 km wordt
n iet automatisch weergegeven. Met touchscreen
Benodigde maatregelen vanwege
te weinig AdBlue®
De volgende verklikkerlampjes gaan branden
wanneer de hoeveelheid AdBlue® lager is
dan het reser vepeil dat overeenkomt met een
actieradius van 2.400
km.
Samen met de verklikkerlampjes herinneren
meldingen regelmatig aan het bijvullen om
te voorkomen dat de motor niet meer kan
worden gestart. Raadpleeg het hoofdstuk
Verklikkerlampjes voor informatie over de
weergegeven meldingen. U hebt toegang tot de informatie via
het menu “
Rijden/Auto ”.
F
D
ruk op deze knop om de actieradius
tijdelijk weer te geven.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
1
Instrumentenpaneel
27
Laat het systeem zo snel mogelijk
controleren door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Starten geblokkeerd
Elke keer dat het contact wordt aangezet, wordt
de melding "Storing emissieregeling: Starten
geblokkeerd" of "NO START IN" weergegeven.Om de motor weer te kunnen
starten, moet u contact opnemen
met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft
gezet.
Het verklikkerlampje AdBlue gaat branden
in combinatie met de melding ("Storing
emissieregeling:". Starten niet mogelijk over
x
km (mijl)" of "NO START IN xkm (mijl)" die
aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog kunt
rijden met de resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke 30
seconden weergegeven. De waarschuwing
wordt opnieuw weergegeven zodra het contact
wordt aangezet.
U kunt nog 1.100
km rijden voordat het systeem
het star ten van de motor blokkeer t . F
D
ruk bij aangezet contact op deze knop tot
de dagteller op 0 staat.
Dimmer
dashboardverlichting
Met knoppen
Druk, als de verlichting brandt, op knop A om
de verlichting sterker te laten branden of op
knop B om de verlichting te dimmen.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
Met dit systeem kunt u de lichtsterkte van de
dashboardverlichting handmatig aanpassen
aan het licht van de omgeving.
1
Instrumentenpaneel
28
Met touchscreen
De helderheid kan verschillend worden
ingesteld voor de dag en de nacht.
F
S
electeer in het menu Instellingen
de optie
" Lichtsterkte ".
Of selecteer " OPTIES",
" Schermconfiguratie " en ver volgens
" Lichtsterkte ".
F
S
tel de lichtsterkte af door op de pijlen te
drukken of de schuif te verplaatsen.
Boordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit (actieradius,
brandstofverbruik, gemiddelde snelheid enz.).
Weergave van de informatie
Doe het volgende om achtereenvolgens de
verschillende functies van de boordcomputer
weer te geven:
Met de toetsen op het stuurwiel
F Druk op de rolknop op het stuurwiel .
F
D
ruk op deze knop aan het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar .
Op het instrumentenpaneel
F Druk op deze toets. De volgende actuele informatie zal worden
weergegeven:
-
d
e actieradius,
-
h
et actuele brandstofverbruik,
-
d
e tijdteller van het Stop & Start-systeem.
-
t
raject "
1" gevolgd door traject " 2"
(afhankelijk van de uitvoering); gemiddelde
snelheid, gemiddeld brandstofverbruik en
de afgelegde afstand tijdens ieder traject.
De trajecten 1 en 2 zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject 1 kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor
een dagelijks verbruik en traject 2 voor een
maandelijks verbruik.
Traject resetten
De reset wordt uitgevoerd als het traject wordt
weergegeven.
F
D
ruk langer dan twee seconden op
deze toets op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar .
Instrumentenpaneel
32
Geïntegreerde sleutel
Hiermee kan de auto vergrendeld en
ontgrendeld worden als de afstandsbediening
niet werkt:
-
l
ege batterij, accu ontladen of
losgekoppeld, ...
-
a
uto bevindt zich in een omgeving met veel
elektromagnetische straling.
Als het inbraakalarm is geactiveerd,
zal het geluidssignaal dat klinkt bij
het met de sleutel (geïntegreerd in de
afstandsbediening) openen van een
portier, bij het aanzetten van het contact
stoppen.
Keyless entrée and start met de
elektronische sleutel op zak
Met dit systeem kunt u de auto ontgrendelen,
vergrendelen en starten terwijl u de
afstandsbediening op zak houdt in het
detectiegebied " A".
De functie handsfree-toegang werkt
niet en de portieren kunnen niet worden
geopend als het contact A AN (stand
Accessoires) is gezet met de knop
"START/STOP".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het star ten en
afzetten van de motor, Keyless entrée
and star t en in het bijzonder de stand
"contact aan".
Lokaliseren van de auto
F Trek aan de knop 1 om de sleutel 2 uit de behuizing te verwijderen. Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren zonder de auto te ontgrendelen.
F
D
ruk op deze knop.
De plafonniers worden ingeschakeld en de
richtingaanwijzers knipperen ca. 10 seconden.
Verlichting inschakelen met
de afstandsbediening
Afhankelijk van de uitvoering van de auto. Druk kort op deze knop om de
verlichting via de afstandsbediening
in te schakelen (inschakelen van
het parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door de knop een tweede keer in
te drukken ter wijl de verlichting
nog brandt, wordt de verlichting
via de afstandsbediening weer
uitgeschakeld.
Toegang tot de auto