Infotainmentsysteem159Profiel bewerkenAlleen het momenteel actieve profiel
kan worden bewerkt. Er zijn twee
manieren om een profiel te bewerken:
● Selecteer Gebruikers op het
startscherm en selecteer / naast
het profiel.
● Selecteer Instellingen op het
startscherm en ga naar het
tabblad Persoonlijk .
Alle profielinstellingen, bijv. naam,
profielfoto, gekoppelde autosleutel,
kunnen worden gewijzigd.
Profiel verwijderen
Selecteer voor verwijderen van een
profiel f naast het bijbehorende
profiel. Het profiel Gast kan niet
worden verwijderd.
Het profiel Gast is een standaardpro‐
fiel. Het is actief wanneer er geen
ander profiel is aangemaakt of actief
is.Audio
OverzichtInstellen:Voorkeuzetoets Vasthou‐
den om actieve radiozen‐
der als favoriet op te
slaan.c:Andere voorkeuzetoetsen
weergeven.b:Geluidsinstellingen
aanpassen.a:Zenderlijst/mappen weer‐
geven.e:Aanraken om naar de
volgende zender/song te
gaan of vinger erop
houden voor snel vooruit‐
spoelen._:Een frequentie invoeren.d:Aanraken om naar de
vorige zender/song te
gaan of vinger erop
houden voor achteruit‐
spoelen.::(Multimedia Navi Pro)
Audiobron selecteren.Meer:(Multimedia) Audiobron
selecteren.Bronnen
Raak : aan en selecteer de gewen‐
ste audiobron.
De laatste drie geselecteerde bron‐
nen worden aangegeven boven : op
het scherm. Als een van de laatste
drie geselecteerde audiobronnen een
extern apparaat is, wordt het nog
steeds aangegeven hoewel het appa‐ raat niet meer is verbonden.
Bij het verbinden van een extern
apparaat schakelt het Infotainment‐
systeem niet automatisch over naar
het externe apparaat. Het externe
apparaat moet worden geselecteerd als audiobron. Bij het ontkoppelen
van het externe apparaat moet er een andere audiobron worden geselec‐
teerd.
Externe apparaten Er zitten twee USB-poorten voor
aansluiting van externe apparaten
onder de opklapbare armsteun.
160InfotainmentsysteemWanneer een externe audiobron (via
USB of Bluetooth) wordt verbonden
en wordt geselecteerd als audiobron
verschijnen de volgende extra
symbolen op het audioscherm:= of l:Afspelen onderbreken of
hervatten.n:Tracks in willekeurige volg‐
orde afspelen.
Audiobestanden
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn MPEG-4 (AAC LC, HE
AAC, ALAC), FLAC, MP3, Vorbis,
PCM/WAVE, SBC.
Favorieten opslaan
Er zijn twee manieren om een radio‐
zender op te slaan als favoriet:
● Houd uw vinger op een van de voorkeuzetoetsen totdat er een
bijbehorend bericht verschijnt.
De momenteel actieve radiozen‐
der wordt nu opgeslagen als
favoriet en kan worden opge‐
vraagd door de betreffende voor‐
keuzetoets aan te raken.
● Raak a en daarna het
symbool ; naast de betreffende
radiozender aan. De radiozender
wordt opgeslagen als favoriet
wanneer het symbool ; groen is.
Verkeersinformatie Verkeersinformatie is een service vanFM-radiozenders. Bij het activeren
van verkeersinformatie wordt de
momenteel beluisterde audiobron
onderbroken wanneer een FM-radio‐
zender verkeersberichten uitzendt.
Na afloop van de verkeersberichten
klinkt de audiobron weer. Tijdens het
uitzenden van verkeersberichten
staat het volume hoger.Er zijn twee manieren om verkeersin‐ formatie te activeren of te deactive‐
ren:
● Ga naar het startscherm, selec‐ teer Instellingen en ga naar
Apps . Verkeersinformatie kan
worden geactiveerd of gedeacti‐
veerd in het menu Audio.
● Wanneer FM de actieve audio‐ bron is, verschijnt er een knop
TP op het audioscherm.
Verkeersinformatie wordt door
aanraken van TP geactiveerd of
gedeactiveerd. Een gele lijn geeft aan dat verkeersinformatie geac‐ tiveerd is.
DAB-berichten
DAB-berichten zijn een service van
DAB-radiozenders. DAB-berichten
worden verdeeld in verschillende
categorieën zoals verkeer, nieuws,
weer, enz.
Ga voor activeren of deactiveren van
DAB-berichten naar het startscherm,
selecteer Instellingen , ga naar Apps
en selecteer het menu Audio. De
Infotainmentsysteem161verschillende categorieën DAB-
berichten kunnen worden geacti‐
veerd of gedeactiveerd onder DAB
berichten .
Let op
Tijdens DAB-berichten staat het volume niet harder.
Koppeling DAB-DAB
Als deze functie geactiveerd is, scha‐
kelt het systeem over op dezelfde
service van een ander DAB-ensem‐
ble (indien beschikbaar) als het DAB-
signaal te zwak is om door de radio te worden opgevangen.
Ga voor activeren of deactiveren van
de koppeling DAB-DAB naar het
startscherm, selecteer Instellingen,
ga naar het tabblad Apps en activeer
of deactiveer de functie in het menu Audio .
Koppeling DAB-FM
Deze functie maakt het mogelijk om
over te schakelen van een DAB-
zender op een FM-zender of
andersom.Als deze functie geactiveerd is, scha‐
kelt het systeem over op eenzelfde
FM-zender van de actieve DAB-
service (indien beschikbaar) als het
DAB-signaal te zwak is om door de
radio te worden opgevangen.
Ga voor activeren of deactiveren van
de koppeling DAB-FM naar het start‐
scherm, selecteer Instellingen, ga
naar het tabblad Apps en activeer of
deactiveer de functie in het menu
Audio .
Geluidsinstellingen aanpassen
Raak voor aanpassen van de geluids‐
instellingen b aan. U kunt de
volgende instellingen aanpassen:
● Equalizer
● Fade/BalanceNavigatie
Navigatiesysteem Deze app werkt alleen bij Multimedia
Navi Pro.
Voor elk profiel moeten de voorwaar‐
den en een privacyverklaring van de
navigatiefunctie worden geaccep‐
teerd wanneer de navigatieapp voor
het eerst wordt gestart. Na een korte inleiding over de functie Connected
Navigation moet er ook een privacy‐
verklaring van de functie Anticipe‐
rende navigatie worden geaccep‐
teerd.
166InfotainmentsysteemSpraakdoorschakel-toepassingVia de spraakdoorschakel-toepas‐
sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op een smart‐
phone.
Houd voor het activeren van de
spraakherkenning op een smart‐
phone w op het stuurwiel ingedrukt
wanneer telefoonweergave actief is.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van de smartphone.
Bezoek onze website voor meer infor‐
matie over de compatibiliteit.
GebruikSpraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.
1. Druk op w op het stuurwiel.
Het audiosysteem wordt onder‐
drukt, u wordt gevraagd een
commando te geven en op het
Info-Display verschijnen hulpme‐
nu's met de belangrijkstecommando's die beschikbaar zijn. We adviseren ten zeerste de
bewoordingssuggesties van het systeem op te volgen.
Spreek niet wanneer het spraak‐
herkenningssymbool rood is en er
geen pieptoon heeft geklonken.
2. Een pieptoon geeft aan dat de spraakherkenning gereed is voor
spraakinvoer. Het spraakherken‐
ningssymbool wordt groen.
3. Start met een spraakcommando om een systeemfunctie te starten(bijv. een vooraf ingestelde radio‐
zender afspelen).
Regelen van het volume van de
gesproken instructies
Schakel ) het bedieningspaneel in of
druk À of Á op het stuurwiel
omhoog of omlaag tijdens een
gesproken aanwijzing.
Een gesproken instructie
onderbreken
U kunt een gesproken aanwijzing
onderbreken door even op w op het
stuurwiel te drukken.Er klinkt een pieptoon en het spraak‐
herkenningssymbool wordt groen. U
kunt nu direct een commando inspre‐ ken.
Een dialoogreeks annuleren
Er zijn diverse manieren om een
dialoog te annuleren en om de
spraakherkenning te deactiveren:
● Zeg " Annuleren ".
● Druk op n op het stuurwiel.
● Of druk op ; op het bedienings‐
paneel.
● Selecteer & of < in het help-
menu.
In de volgende situaties wordt een
dialoogreeks automatisch geannu‐
leerd:
● Als u gedurende enige tijd geen commando uitspreekt.
● Als u commando's uitspreekt die niet door het systeem worden
herkend.
338KlantinformatieKlantinformatieKlantinformatie........................... 338
Conformiteitsverklaring ............338
REACH .................................... 342
Reparatie ongevalsschade ......342
Erkenning van software ...........343
Software-update ......................346
Gedeponeerde handelsmerken .......................346
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 347
Event Data Recorders (EDR) ..347
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 350Klantinformatie
Conformiteitsverklaring Radioapparatuur
Deze auto heeft systemen die radio‐
golven versturen en/of ontvangen
volgens Richtlijn 2014/53/EU. De
fabrikanten van de onderstaande
systemen verklaren conformiteit
volgens Richtlijn 2014/53/EU. De
volledige tekst van de EU-conformi‐
teitsverklaring voor elk systeem is
beschikbaar gesteld op het volgende
internetadres: www.opel.com/confor‐
mity.
Importeur is
Opel / Vauxhall, Bahnhofsplatz,
65423 Ruesselsheim am Main,
Germany.
Antenne
Laird
Daimlerring 31, 31135 Hildesheim,
Germany
Bedrijfsfrequentie: n.v.t.
Maximum output: n.v.t.Antenne
Kathrein Automotive GmbH
Roemerring 1, 31137 Hildesheim, Germany
Bedrijfsfrequentie: n.v.t.
Maximum output: n.v.t.
Ontvanger elektronische sleutel
Denso Corporation
Waldeckerstaße 11, 64546 Mörfel‐
den-Walldorf, Germany
Bedrijfsfrequentie: 125 kHz
Maximaal vermogen: -0,14 dBm
Zender elektronische sleutel
Denso Corporation
1-1, Showa-cho, Kariya-shi, Aichi-
ken 448-8661, Japan
Bedrijfsfrequentie: 433,92 MHz
Maximaal vermogen: -5,88 dBm
Startbeveiliging
Robert Bosch GmbH
Robert Bosch Platz 1, 70839 Gerlin‐
gen, Germany
Bedrijfsfrequentie: 125 kHz
Klantinformatie349U kunt uw eigen gegevens invoeren
in de Infotainmentfuncties van uw
auto bij het gebruik van bepaalde
functies.
Afhankelijk van het desbetreffende uitrustingsniveau, zijn dergelijke
gegevens:
● multimediagegevens zoals weer te geven tracks, video's of foto's
in een geïntegreerd multimedia‐ systeem
● adresboekgegevens voor gebruik in combinatie met een
handsfree-systeem of een geïn‐
tegreerd navigatiesysteem
● ingevoerde bestemmingen
● gegevens over het gebruik van online-services
Deze gegevens voor comfort- en Info‐
tainmentfuncties worden mogelijk
lokaal in de auto opgeslagen of
bewaard op een apparaat dat u hebt
aangesloten op de auto (bijv. een smartphone, USB-stick of mp3-
speler). Gegevens die u zelf hebt
ingevoerd is op ieder gewenst
moment te verwijderen.Deze gegevens zijn alleen op uw
verzoek door te geven tot buiten het
bereik van de auto, in het bijzonder bij
het gebruik van online services
afhankelijk van de door u geselec‐
teerde instellingen.
Integratie met smartphones, bijv.
Android Auto of Apple CarPlay
Als uw auto is uitgerust met een van
de genoemde systemen, kunt uw
smartphone of een ander mobiel
apparaat verbinden met de auto
waarna u de smartphone of het appa‐
raat kunt bedienen via de bedienings‐ elementen in de auto. De beelden en het geluid van de smartphone zijn inhet gegeven geval weer te geven via
het multimediasysteem in de auto. Er
wordt tegelijkertijd specifieke infor‐
matie naar uw smartphone gestuurd.
Afhankelijk van het type integratie,
bestaat dergelijke informatie uit posi‐
tiegegevens, dag-/nachtmodus en
andere algemene informatie over de
auto. Zie voor meer informatie de
bedieningsinstructies van de auto /
het Infotainmentsysteem.De integratie maakt het gebruik van
bepaalde smartphone-apps mogelijk,
zoals navigatie of het spelen van muziek. Er is geen verdere integratie
mogelijk tussen een smartphone en
de auto, in het bijzonder geen actieve
toegang tot autogegevens. De aard
van verdere gegevensverwerking
hangt af van de aanbieder van de
gebruikte app. Of u instellingen kunt
verrichten, en zo ja, welke, hangt af van de desbetreffende app en van het besturingssysteem van uw smart‐
phone.
Online services
Als uw auto een verbinding heeft met een radionetwerk, kunnen gegevens
uitgewisseld worden tussen uw auto en andere systemen. De verbinding
met het radionetwerk wordt mogelijk
gemaakt door een zender in uw auto
of door een van uw mobiele appara‐ ten (bijv. een smartphone). Via deze
verbinding met het radionetwerk zijn
online functies te gebruiken. Derge‐
lijke functies omvatten online services
en applicaties / apps die u zijn gele‐
verd door de fabrikant of andere
aanbieders.
350KlantinformatieMerkgebonden servicesIn het geval van de online services
van de fabrikant, worden de relevante functies beschreven door de fabrikant
op een geëigende locatie (bijv.
gebruikershandleiding, internetsite
van de fabrikant) en de desbetref‐
fende informatie met betrekking tot
gegevensbescherming worden
verstrekt. Er worden mogelijk
persoonlijke gegevens gebruikt voor
het aanbieden van online services.
Uitwisseling van gegevens voor dit
doel vindt plaats via een beveiligde
verbinding, bijv. gebruikmakend van de specifieke IT-systemen van de
fabrikant. Het vergaren, verwerken en gebruiken van persoonlijke gegevens
ter voorbereiding op het aanbieden
van services vindt uitsluitend plaats
op basis van wettelijke toestemming,
bijv. in het geval van een wettelijk
voorgeschreven noodoproepsys‐
teem of een contractuele verplichting
of op basis van toestemming.
U kunt de services en functies (waar‐ voor tot op zekere hoogte kosten in
rekening worden gebracht) en, in
sommige gevallen, de complete auto‐verbinding met het radionetwerk acti‐
veren of deactiveren. Dit omvat niet
de wettelijk verplichte functies en
services zoals een noodoproepsys‐ teem.
Services van derde partijen Indien u gebruikmaakt van online
services van andere aanbieders
(derde partijen), zijn deze services
onderworpen aan de voorwaarden
met betrekking tot aansprakelijkheid en gegevensbescherming en gebruik
van de desbetreffende aanbieder. De
fabrikant heeft wat dat betreft veelal
geen invloed op de uitgewisselde gegevens.
Let daarom op de aard van de
persoonlijke gegevens, de reikwijdte
ervan en het doel van de verzameling
binnen het kader van de services die de desbetreffende derde partij
verstrekt.Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommigevoertuigen gebruikt voor functieszoals de controle van de banden‐
spanning en de startbeveiliging. Het
wordt ook samen gebruikt met appa‐
raten zoals handzenders voor het
vergrendelen/ontgrendelen van de
deuren en starten. RFID-technologie
in Opel voertuigen gebruikt geen
persoonlijke informatie, houdt ze niet
bij of koppelt deze niet aan andere
Opel systemen die persoonlijke infor‐
matie bevatten.
355Motorgegevens .......................... 322
Motor-ID...................................... 318
Motorkap .................................... 267
Motorolie .................... 268, 314, 319
Motoroliedruk ............................. 112
Motor starten ............................. 187
N
Navigatiesysteem ......................161
Nieuwe auto inrijden ..................184
O
Obstakeldetectiesystemen .........233
Olie, motor .......................... 314, 319
Onderste balk ............................. 150
OnStar ........................................ 131
Ontlaadbeveiliging accu ............148
Opbergruimte................................ 74
Opbergruimte achter..................... 79
Opbergruimte voor........................ 75
Opbergvakken .............................. 74
Opbergvak middenconsole ..........76
Opgeslagen instellingen ...............24
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 307
Panoramazichtsysteem ..............243
Parkeerhulp ......................... 38, 233
Parkeerinformatie .......................163
Parkeerlichten ............................ 144Parkeren .............................. 18, 190
Partikelfilter ................................. 192
Persoonlijke instellingen ............128
Portieren ....................................... 28
Portier open ............................... 114
Prestaties ................................... 324
Profieldiepte ............................... 295
Profielen ..................................... 158
Q
Quickheat ................................... 180
R Radio .......................................... 159
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 350
REACH ....................................... 342
Regelbare instrumentenverlichting ...........145
Registreren van autogegevens en privacy ................................ 347
Remassistentie .......................... 204
Rem- en koppelingssysteem .....109
Rem- en koppelingsvloeistof ......314
Remmen ............................ 202, 271
Remvloeistof .............................. 271
Reparatie ongevalsschade .........342
Reservewiel ............................... 302
Richtingaanwijzers ............107, 143
Routebegeleiding .......................161
Ruiten ........................................... 39Rijgedrag en aanhangertips ......261
Rijregelsystemen ........................205
Rijverlichting ........................ 12, 113
S Schakelen ................................... 110
Selectieve katalysatorreductie ....193
Service ............................... 182, 313
Service-display .......................... 106
Service-informatie ...................... 313
Sjorogen ...................................... 82
Slepen ................................ 261, 307
Sleutel, opgeslagen instellingen ...24
Sleutels ........................................ 19
Sleutels, sloten ............................. 19
Smartphone Telefoonweergave ..................170
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 170
Sneeuwkettingen .......................296
Snelheidsbegrenzer ...........114, 211
Snelheidsmeter .......................... 103
Software-update .........................346
Spiegelverstelling ..........................8
Spraakcommando's ....................166
Spraakdoorschakel-toepassing. ........................................ 164, 166
Spraakherkenning ......................164
Sproeiervloeistof ........................270
Startbeveiliging ....................36, 112