Rijden en bediening171Functie deactiveren
Druk op Ñ, de adaptieve cruisecon‐
trol staat in de pauzemodus en er
verschijnt een bericht. U rijdt in de
auto zonder adaptieve cruisecontrol.
De adaptieve cruisecontrol is gedeac‐ tiveerd, maar niet uitgeschakeld. De
laatst opgeslagen snelheid blijft in het
geheugen voor later gebruik.
De adaptieve cruisecontrol wordt
automatisch gedeactiveerd in de
volgende gevallen:
● U trapt op het rempedaal.
● De auto trekt op tot een snelheid hoger dan 180 km/h of remt af toteen snelheid lager dan 30 km/h.
● De elektrische parkeerrem wordt ingeschakeld.
● Het Traction Control of de elek‐ tronische stabiliteitsregeling is
gedeactiveerd of actief.
● De keuzehendel van de automa‐ tische versnellingsbak staat nochin stand D noch in stand M.
● Er is een storing gedetecteerd in de elektronische stabiliteitsrege‐
ling of het radarsysteem.
Systeem uitschakelen
Druk op C, de adaptieve cruisecon‐
trolmodus wordt gedeactiveerd en de
aanduiding voor adaptieve cruisecon‐
trol op het Driver Information Center
dooft.
Bij het indrukken van ß om de snel‐
heidsbegrenzer in te schakelen wordt de adaptieve cruisecontrol gedeacti‐
veerd.
Het uitschakelen van het contact wist
de opgeslagen snelheidsinstelling.Aandacht van de bestuurder
● Gebruik de adaptieve cruisecon‐ trol met beleid in bochten of opheuvelachtige wegen, het
systeem kan contact met de
voorligger verliezen en heeft tijd
nodig om deze opnieuw te detec‐ teren.
● Gebruik het systeem niet op gladde wegen omdat het snelle
veranderingen in de tractie (door‐ slaan) van de banden kan
veroorzaken, waardoor u de
macht over het stuur zou kunnen verliezen.
● Gebruik de adaptieve cruisecon‐ trol niet in de regen, sneeuw ofmodder, omdat de radarsensor
door waterfilm, stof, ijs of sneeuw
bedekt kan worden. Het zicht
wordt dan geheel of gedeeltelijk
onderdrukt. Bij een vervuilde
sensor, de sensorafdekking reini‐ gen.
● Gebruik het systeem niet wanneer u met het reservewiel
rijdt.
279Beladingsinformatie .....................78
Beslagen lampglazen ................123
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 162
Beveiliging van de auto ................35
Binnenspiegels ............................. 39
Binnenverlichting ...............124, 223
BlueInjection ............................... 148
Bolle vorm .................................... 38
Boordgereedschap .....................227
Boordinformatie .........................106
Brandstof .................................... 201
Brandstofmeter ............................ 93
Brandstof voor benzinemotoren 201
Brandstof voor dieselmotoren ...201
Buitenspiegels .............................. 38
Buitentemperatuur .......................84
Buitenverlichting .........................116
C
Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 13, 82
Conformiteitsverklaring ...............266
Contactslotstanden ....................139
Controlelampen ............................ 95
Controlelampjes............................ 92
Controle over de auto ................139
Controles .................................... 211
Cruise control ....................101, 162D
Dagrijlicht ................................... 118
Dagteller ...................................... 92
Dak ............................................... 44
Dakbelasting ................................. 78
Dakdrager .................................... 78
DEF ............................................ 148
Detectiesystemen .......................181
Diefstalalarmsysteem ..................36
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 216
Dieseluitlaatvloeistof ...................148
Dimlicht ....................................... 101
Dimlicht of groot licht ..................116
Dodehoekdetectie ......................189
Dodehoeksysteem ......................102
Driepuntsgordel ........................... 55
Driver Information Center ...........102
Drukverliesdetectiesysteem 100, 230
E Eerste hulp ................................... 77
Elektrisch bediende ruiten ...........40
Elektrische aansluitingen .............86
Elektrische handrem .............97, 155
Elektrische parkeerrem............... 156
Elektrische parkeerrem defect ......98
Elektrische stoelverstelling ..........50
Elektrische verstelling ..................38
Elektrisch systeem...................... 223Elektronische hulpsystemen bij het rijden ................................. 159
Elektronische rijprogramma's ....153
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ..
.......................................... 99, 159
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............130
Elektronisch sleutelsysteem .........23
Erkenning van software ..............269
Event Data Recorders (EDR) .....274
F
Frontaal airbagsysteem ...............60
Frontaanrijdingswaarschuwing ...174
G Geavanceerde parkeerhulp ........184
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..273
Geluidssignalen .........................106
Gereedschap ............................. 227
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................77
Gloeilamp vervangen ................217
Gordelverklikker ........................... 95
Gordijnairbagsysteem .................. 61
Groot licht .......................... 101, 117
Grootlichtassistentie ...................101