Rijden en bediening181Functie deactiveren
Druk op Ñ, de adaptieve cruisecon‐
trol staat in de pauzemodus en er
verschijnt een bericht. U rijdt in de
auto zonder adaptieve cruisecontrol.
De adaptieve cruisecontrol is gedeac‐ tiveerd, maar niet uitgeschakeld. De
laatst opgeslagen snelheid blijft in het
geheugen voor later gebruik.
De adaptieve cruisecontrol wordt
automatisch gedeactiveerd in de
volgende gevallen:
● U trapt op het rempedaal.
● De auto trekt op tot een snelheid hoger dan 180 km/h of remt af toteen snelheid lager dan 30 km/h.
● De elektrische parkeerrem wordt ingeschakeld.
● Het Traction Control of de elek‐ tronische stabiliteitsregeling is
gedeactiveerd of actief.
● De keuzehendel van de automa‐ tische versnellingsbak staat nochin stand D noch in stand M.
● In de elektronische stabiliteitsre‐ geling is een storing gedetec‐
teerd.
Systeem uitschakelen
Druk op C, de adaptieve cruisecon‐
trolmodus wordt gedeactiveerd en de
aanduiding voor adaptieve cruisecon‐
trol op het Driver Information Center
dooft.
Bij het indrukken van ß om de snel‐
heidsbegrenzer in te schakelen wordt de adaptieve cruisecontrol gedeacti‐
veerd.
Het uitschakelen van het contact wist
de opgeslagen snelheidsinstelling.Aandacht van de bestuurder
● Gebruik de adaptieve cruisecon‐ trol met beleid in bochten of opheuvelachtige wegen, het
systeem kan contact met de
voorligger verliezen en heeft tijd nodig om deze opnieuw te detec‐
teren.
● Gebruik het systeem niet op gladde wegen omdat het snelle
veranderingen in de tractie (door‐ slaan) van de banden kan
veroorzaken, waardoor u de
macht over het stuur zou kunnen verliezen.
● Gebruik het systeem niet wanneer u met het reservewiel
rijdt.
Systeembeperkingen9 Waarschuwing
De automatische remkracht van
het systeem volstaat niet voor
krachtig remmen en de remwer‐
king is mogelijk onvoldoende om
een botsing te vermijden.
281Bandenspanningswaarden ........270
Batterijspanning .........................122
Bedieningsorganen ......................93
Bekerhouders .............................. 74
Bekleding .................................... 254
Belading ........................... 50, 53, 55
Beladingsinformatie .....................90
Beslagen lampglazen ................130
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 172
Beveiliging van de auto ................36
Binnenspiegels ............................. 41
Binnenverlichting ...............131, 231
Blindehoeksysteem ....................198
BlueInjection ............................... 156
Bochtverlichting .......................... 128
Bolle vorm .................................... 39
Boordgereedschap .....................234
Boordinformatie .........................121
Brandstof .................................... 208
Brandstofmeter .......................... 105
Brandstof voor benzinemotoren 208
Brandstof voor dieselmotoren ...208
Buitenspiegels .............................. 39
Buitentemperatuur .......................96
Buitenverlichting .........................125
C Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 13, 94Conformiteitsverklaring ...............271
Contactslotstanden ....................147
Controlelampen ..................103, 107
Controle over de auto ................147
Controles .................................... 218
Cruise control ....................113, 172
D
Dagrijlicht ................................... 128
Dagteller .................................... 104
Dak ............................................... 46
Dakbelasting ................................. 90
Dakconsole .................................. 76
Dakdrager .................................... 89
DEF ............................................ 156
Diefstalalarmsysteem ..................36
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 223
Dieseluitlaatvloeistof ...................156
Dimlicht ....................................... 113
Dimlicht of grootlicht ...................125
Dodehoeksysteem ......................114
Doorlaadklep ................................ 78
Driepuntsgordel ........................... 59
Driver Information Center ...........115
Drukverliesdetectiesysteem 112, 237
E Eco-modus ................................. 162
EHBO ........................................... 89
Elektrisch bediende ruiten ...........43Elektrische aansluitingen .............98
Elektrische handrem ...................110
Elektrische handrem defect ........110
Elektrische parkeerrem............... 164
Elektrische verstelling ..................39
Elektrisch systeem...................... 231
Elektronische rijprogramma's ....162
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ..
........................................ 111, 168
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............138
Elektronisch sleutelsysteem .........23
Event Data Recorders (EDR) .....275
F
FlexOrganizer .............................. 83
Frontaal airbagsysteem ...............64
Frontaanrijdingswaarschuwing ...183
G Geavanceerde parkeerhulp ........193
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..274
Geluidssignalen .........................121
Gereedschap ............................. 234
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................88
Gloeilamp vervangen ................224
Gordelverklikker ......................... 107