Sleutels, portieren en ruiten31Portieren
Schuifdeur
Openen
Trek na het ontgrendelen aan de
deurhandgreep buiten en schuif de
deur naar achteren tot voorbij het
weerstandspunt.
U opent de deur van binnen door
tegen de handgreep te duwen en de
deur naar achteren tot voorbij het
weerstandspunt te schuiven.
Sluiten U sluit de deur van buiten door aan de
deurhandgreep te trekken en de deur
naar voren te schuiven totdat deze
vergrendelt.
U sluit de deur van binnen door tegen
de handgreep te duwen en de deur tot
voorbij het weerstandspunt te schui‐
ven. Gebruik daarna de gevormde
uitsparing aan de bovenkant van de deurstijl om de deur naar voren te
schuiven totdat deze vergrendelt.
Voorzichtig
Controleer vóór het wegrijden of
de zijschuifdeur geheel gesloten is en dicht zit.
Voorzichtig
Open de zijschuifdeur nietwanneer de tankklep nog open is.
9 Gevaar
Niet met een geopende of op een
kier staande zijschuifdeur rijden,
bijv. bij het vervoer van omvang‐
rijke bagage, omdat er dan giftige, onzichtbare en reukloze uitlaat‐
gassen de auto kunnen binnen‐
dringen. Hierdoor kunt u bewuste‐ loos raken en zelfs sterven.
Tanken 3 209.
Verzorging van de auto223gebruik van een acculader.
Anders kan de accu van de auto
beschadigd raken.
Starthulp gebruiken 3 248.
Waarschuwingslabel
Betekenis van symbolen: ● Geen vonken of open vlammen en niet roken.
● Bescherm de ogen altijd. Explo‐ sieve gassen kunnen blindheid of
letsel veroorzaken.
● Houd de accu buiten het bereik van kinderen.
● De accu bevat zwavelzuur dataanleiding kan geven tot blind‐
heid of ernstige brandwonden.
● Zie de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
● Explosief gas kan in de buurt van
de accu aanwezig zijn.
Dieselbrandstofsysteem
ontluchten
Na het leegrijden van de tank moet
het dieselbrandstofsysteem worden
ontlucht. De ontsteking driemaal
15 seconden per keer inschakelen.
Start de motor vervolgens maximaal
40 seconden. Herhaal deze proce‐
dure na minstens vijf seconden. Slaat de motor niet aan, dan de hulp van
een werkplaats inroepen.Wisserblad vervangen
Voorruit
Schakel het contact uit.
Bedien binnen één minuut na het
uitschakelen van het contact de
ruitenwisserhendel om de wisserbla‐
den verticaal op de voorruit te plaat‐
sen.
Til de ruitenwisserarm op tot hij
omhoog blijft staan, druk op de knop
om het wisserblad los te maken en
verwijder het.
Maak het ruitenwisserblad vast aan de ruitenwisserarm en druk het in tothet vastklikt.