Page 65 of 265

Stoelen, veiligheidssystemen63Airbag deactiveren
Wanneer u een kinderveiligheidssys‐
teem op de voorstoel gebruikt, moet
u het airbagsysteem van de passa‐
gier deactiveren. De sidebags, de
gordelspanners en alle airbagsyste‐
men van de bestuurder blijven actief.
U deactiveert het airbagsysteem van
de voorpassagier met een slot aan de rechterzijde van het instrumentenpa‐
neel.
Gebruik de contactsleutel om de posi‐ tie te kiezen:*
OFF:airbag van voorpassagier is
gedeactiveerd en gaat niet af
bij een aanrijding. Controle‐
lampje *OFF brandt voort‐
durend in de middenconsole.
U kunt een kinderzitje
aanbrengen in overeenstem‐
ming met de tabel
Inbouwposities kinderveilig‐
heidssystemen 3 67. Er
mag geen volwassen
persoon op de stoel van de
voorpassagier vervoerd
worden.V
ON:airbag van voorpassagier is
actief. U mag geen kindervei‐
ligheidssystemen aanbren‐
gen.9 Gevaar
Kans op dodelijk letsel voor een
kind in een kinderzitje op de
passagiersstoel met geactiveerde
airbag.
Kans op dodelijk letsel voor een
volwassene op de passagiersstoel met gedeactiveerde airbag.
Als de controlelamp V brandt, zal het
airbagsysteem van de passagiers‐ stoel afgaan in geval van een aanrij‐ ding.
Indien beide controlelampen tegelij‐
kertijd branden, zit er een storing in
het systeem. De systeemstatus wordt
niet aangeduid; er mag niemand op
de stoel van de voorpassagier
vervoerd worden. Roep onmiddellijk de hulp van een werkplaats in.
Page 66 of 265

64Stoelen, veiligheidssystemenVerander de status alleen tijdens stil‐
stand terwijl de ontsteking is uitge‐
schakeld.
Status blijft actief tot de volgende
verandering.
Controlelamp airbag-deactivering
3 90.Kinderveiligheidssyste‐
men
Wij bevelen de volgende kinderveilig‐ heidssystemen aan die specifiek voor
montage in uw auto geschikt zijn:
● Groep 0, groep 0+
OPEL babywieg, met of zonder
ISOFIX -onderstuk, voor kinderen
tot 13 kg
● Groep I
OPEL Duo, Britax Römer King,
voor kinderen van 9 kg tot 18 kg
● Groep II, groep III
Opel Kid, Opel Kidfix, voor kinde‐ ren van 15 kg tot 36 kg
Wanneer u een kinderveiligheidssys‐
teem gebruikt, moet u de gebruikers-
en montagehandleiding én de instruc‐ ties bij het kinderveiligheidssysteem
opvolgen.
Houd u altijd aan de plaatselijke of landelijke voorschriften. In sommigelanden is het gebruik van kindervei‐
ligheidssystemen op bepaalde
zitplaatsen verboden.9 Waarschuwing
Wanneer een kinderveiligheids‐
systeem op de passagiersstoel
voorin wordt gebruikt, moeten de
airbagsystemen voor de passa‐
giersstoel voorin worden uitge‐
schakeld; zo niet, dan kan het in
werking treden van de airbags het leven van het kind in gevaar bren‐ gen.
Dit is vooral van belang wanneer
naar achteren gerichte kindervei‐
ligheidssystemen op de passa‐
giersstoel voorin worden gebruikt.
Airbag deactiveren 3 63.
Airbaglabel 3 58.
9 Waarschuwing
Zorg er bij het gebruik van kinder‐
veiligheidssystemen op de achter‐
bank voor dat de rugleuningen
geheel rechtop stevig vergrendeld
zijn.
Page 67 of 265

Stoelen, veiligheidssystemen65Juiste systeem selecterenDe achterbank is de beste plaats omeen kinderzitje vast te maken.
Kinderen zo lang mogelijk tegen de
rijrichting in vervoeren. Hierdoor
wordt de nog erg zwakke ruggengraat
van het kind bij een ongeval minder belast.
Geschikt zijn veiligheidssystemen die voldoen aan de geldende UN ECE-
regelgeving. Raadpleeg de plaatse‐ lijke wetgeving en richtlijnen voor het
verplichte gebruik van kinderveilig‐
heidssystemen.
Het kinderveiligheidssysteem dat u
gaat monteren, moet geschikt zijn voor het autotype.
Het kinderveiligheidssysteem moet
op de correcte positie in de auto
worden gemonteerd, zie de onder‐
staande tabellen.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐ kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet wordt gebruikt, moet u vast‐
zetten met een veiligheidsgordel of
verwijderen.Let op
Kinderveiligheidssystemen niet
beplakken of met andere materialen
afdekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Kinderveiligheidssystemen kunnen
worden vastgezet met:
● Driepuntsgordel
● ISOFIX-steunen
● Bevestigingsriemoog
Driepuntsgordel Kinderveiligheidssystemen kunnen
met een driepuntsgordel worden
vastgezet. Afhankelijk van de afme‐
tingen van het kinderveiligheidssys‐
teem kunnen er maximaal drie exem‐ plaren op de zitplaatsen achterin
worden vastgezet. Na het bevestigen van het kinderveiligheidssysteem
moet de veiligheidsgordel worden
omgedaan 3 67.ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels. ISOFIX kinderveiligheids‐
systemen voor specifieke auto's
worden in de tabel aangeduid met IL
3 67.
Verwijder de windgeleider 3 41 alvo‐
rens u een kinderveiligheidssysteem
monteert en verwijder zo nodig de
hoofdsteun achter 3 67.
ISOFIX-bevestigingsbeugels zijn
aangeduid met een logo ISOFIX op
de rugleuning.
Page 68 of 265
66Stoelen, veiligheidssystemenBevestigingsriemogen
De auto heeft twee riemogen op de
achterkant van de achterbankrugleu‐
ningen.
Bevestigingsriemogen worden
aangeduid met het symbool : van
een kinderzitje.
Maak naast de ISOFIX bevestiging
ook de bevestigingsriem vast aan de
bevestigingsriemogen op de achter‐
kant van de achterbank. Achterbank‐
rugleuningen neerklappen 3 72.
Verwijder de windgeleider 3 41 alvo‐
rens u een kinderveiligheidssysteem
monteert en verwijder zo nodig de
hoofdsteun achter 3 67.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF 3 67.
Page 69 of 265

Stoelen, veiligheidssystemen67Inbouwposities kinderveiligheidssystemen
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteemGewichtsklasse
Op passagiersstoel
Op zitplaatsen achterin
geactiveerde airbaggedeactiveerde airbagGroep 0: tot 10 kgXU 1UGroep 0+: tot 13 kgXU1UGroep I: 9 tot 18 kgXU1U2Groep II: 15 tot 25 kgXXUGroep III: 22 tot 36 kgXXU1:Als het kinderveiligheidssysteem met een driepuntsveiligheidsgordel wordt vastgezet, zet de stoel dan naar achteren
en in de hoogste stand. Zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop, zodat de gordel bij de gesp gespannen is.2:Verwijder bij het gebruik van kinderveiligheidssystemen in deze gewichtsgroep de hoofdsteun achter 3 45.U:Universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsveiligheidsgordel.X:Kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichtsgroep niet toegestaan.
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem
GewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passagiersstoelOp zitplaatsen achterinGroep 0: tot 10 kgEISO/R1XIL *Groep 0+: tot 13 kgEISO/R1XIL *DISO/R2XIL *CISO/R3XIL *
Page 70 of 265

68Stoelen, veiligheidssystemenGewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passagiersstoelOp zitplaatsen achterinGroep I: 9 tot 18 kgDISO/R2XIL *CISO/R3XIL *BISO/F2XIL, IUF**B1ISO/F2XXIL, IUF**AISO/F3XIL, IUF**Groep II: 15 tot 25 kgXILGroep III: 22 tot 36 kgXILIL:Geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of
'semi-universeel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.IUF:Geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd
voor deze gewichtsklasse.X:Geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.*:De betreffende voorstoel vóór het kinderveiligheidssysteem zo ver als nodig naar voren brengen.**:Verwijder bij het gebruik van kinderveiligheidssystemen in deze maatklasse de betreffende hoofdsteun achter
3 45.
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheid
A - ISO/F3:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kg.B - ISO/F2:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.B1 - ISO/F2X:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.C - ISO/R3:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot
18 kg.D - ISO/R2:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kg.E - ISO/R1:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg.
Page 71 of 265

Opbergen69OpbergenOpbergruimten............................. 69
Opbergvakken ........................... 69
Handschoenenkastje .................69
Bekerhouders ............................ 70
Opbergruimte voor ....................70
Armsteun met opbergruimte ......71
Opbergvak middenconsole ........71
Bagageruimte .............................. 72
Opbergruimte achter .................74
Vloerafdekking bagageruimte ....74
Sjorogen .................................... 75
Gevarendriehoek .......................75
Verbanddoos ............................. 75
Beladingsinformatie .....................76Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe
objecten in de opbergruimten op.
Anders kan de klep van de
opbergruimte open gaan en
kunnen de inzittenden bij krachtig
remmen, plotseling afslaan of een ongeval letsel door rondslinge‐
rende voorwerpen oplopen.
Handschoenenkastje
Het handschoenenkastje is uitge‐
voerd met een pennenhouder, een creditcardhouder, een muntenbakjeen een adapter voor de wielborgmoe‐ ren.
Sluit het handschoenenkastje tijdens
het rijden. U kunt hiervoor de auto‐
sleutel gebruiken.
Page 72 of 265
70OpbergenBekerhouders
De bekerhouders zitten in de midden‐
console.
Afhankelijk van de versie zijn er
bekerhouders aanwezig onder de
afdekking in de middenconsole.
Schuif de afdekking naar achteren.
Na het opklappen van de tussenplank
is er ruimte voor het bewaren van fles‐ sen 3 71.
Tussen de zitplaatsen achterin bevin‐
den zich nog meer bekerhouders.
Opbergruimte voor
Naast het stuurwiel bevindt zich een
opbergvak.