Page 143 of 331

Verlichting141VerlichtingRijverlichting.............................. 141
Lichtschakelaar .......................141
Automatische verlichting .........142
Grootlicht ................................. 142
Lichtsignaal ............................. 142
Koplampverstelling ..................143
Koplampinstelling in het buitenland ............................... 143
Dagrijlicht ................................. 143
LED-koplampen .......................143
Alarmknipperlichten .................147
Richtingaanwijzers ..................148
Mistlampen voor ......................148
Mistachterlicht ......................... 148
Parkeerlichten ......................... 149
Achteruitrijlichten .....................149
Beslagen lampglazen ..............149
Binnenverlichting .......................149
Regelbare instrumentenverlichting .........149
Leeslampen ............................. 150
Verlichting zonneklep ..............150
Verlichtingsfuncties ....................151
Verlichting middenconsole ......151
Instapverlichting ......................151Uitstapverlichting .....................151
Ontlaadbeveiliging accu ..........152Rijverlichting
Lichtschakelaar
Lichtschakelaar draaien:
AUTO:automatische verlichting
schakelt automatisch
tussen dagrijlicht en
koplamp8:zijmarkeringslichten9:dimlicht of grootlicht
Wanneer u het contact inschakelt, is
de automatische verlichting actief.
Controlelampje 8 3 117.
Page 151 of 331

Verlichting149Lichtschakelaar in stand 8: mistach‐
terlicht kan alleen in combinatie met
voorste mistlampen worden inge‐
schakeld.
Het mistachterlicht is gedeactiveerd
wanneer er een aanhanger of een
stekker op het contact is aangesloten,
bijv. wanneer een fietsdrager is
geplaatst.
ParkeerlichtenBij het parkeren kunnen de parkeer‐
lichten aan één kant worden inge‐
schakeld:
1. Contact uitschakelen.
2. Richtingaanwijzerhendel volledig omhoog- (parkeerlichten rechts)
of omlaaghalen (parkeerlichten links).
Bevestiging door een geluidssignaal
en het bijbehorende controlelampje
van de richtingaanwijzer.
Achteruitrijlichten
Het achteruitrijlicht gaat branden
wanneer het contact aanstaat en de auto in de achteruitversnelling staat.
Beslagen lampglazen De binnenkant van de lampenglazen
kan bij koud en vochtig weer, bij
hevige regen of na een wasbeurt
korte tijd beslaan. De condens
verdwijnt na korte tijd vanzelf, om dit
te versnellen de verlichting inschake‐
len.Binnenverlichting
Regelbare
instrumentenverlichting
De helderheid van onderstaande
verlichting kan in de stand AUTO
worden afgesteld wanneer de licht‐ sensor merkt dat het donker is, of in
de stand 8 of 9.
● instrumentenverlichting
● Info-Display
● verlichte schakelaars en bedie‐ ningselementen
Page 327 of 331

325Bekleding.................................... 291
Beladingsinformatie .....................92
Beslagen lampglazen ................149
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 193
Beveiliging van de auto ................36
Binnenspiegels ............................. 41
Binnenverlichting ...............150, 260
Blindehoeksysteem ....................219
BlueInjection ............................... 177
Bolle vorm .................................... 40
Boordgereedschap .....................267
Boordinformatie .........................128
Brandstof .................................... 230
Brandstofkeuzeschakelaar ........108
Brandstofmeter .......................... 108
Brandstof voor benzinemotoren 230
Brandstof voor dieselmotoren ...231
Brandstof voor het rijden op aardgas .................................. 232
Buitenspiegels .............................. 40
Buitentemperatuur .......................99
Buitenverlichting .........................141
C Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 13, 96
CNG.................................... 108, 232
Conformiteitsverklaring ...............310
Contactslotstanden ....................165Controlelampen ..................106, 111
Controle over de auto ................165
Controles .................................... 243
Cruise control ....................118, 193
D Dagrijlicht ................................... 143
Dagteller .................................... 107
Dak ............................................... 45
Dakbelasting ................................. 92
Dakdrager .................................... 92
DEF ............................................ 177
Diefstalalarmsysteem ..................37
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 249
Dieseluitlaatvloeistof ...................177
Dimlicht of grootlicht ...................141
Driepuntsgordel ........................... 59
Driver Information Center ...........119
E Elektrisch bediende ruiten ...........42
Elektrische aansluitingen ...........101
Elektrische handrem ...........114, 188
Elektrische handrem defect ........114
Elektrische stoelverstelling ..........52
Elektrische verstelling ..................40
Elektrisch systeem...................... 260
Elektronische rijprogramma's ...
........................................ 182, 187Elektronische stabiliteitsregeling
en Traction Control-systeem ...115
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 191
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............115
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............156
Elektronisch sleutelsysteem .........22
Erkenning van software ..............314
Event Data Recorders (EDR) .....319
F
FlexOrganizer .............................. 86
Frontaal airbagsysteem ...............64
Frontaanrijdingswaarschuwing ...205
G
Geautomatiseerde versnellingsbak .......................184
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..318
Geluidssignalen .........................128
Gereedschap ............................. 267
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................90
Gloeilamp vervangen ................250
Gordels ......................................... 58
Gordelverklikker ......................... 112
Gordijnairbagsysteem .................. 65