
16Sleutels, portieren en ruitenSleutels, portieren
en ruitenSleutels, sloten ............................ 16
Sleutels ...................................... 16
Handzender ............................... 17
Elektronisch sleutelsysteem ......19
Opgeslagen instellingen ............20
Centrale vergrendeling ..............21
Vertraagde vergrendeling ..........26
Automatisch vergrendelen .........26
Kindersloten .............................. 27
Externe functie smartphone ......28
Portieren ...................................... 30
Bagageruimte ............................ 30
Antidiefstalbeveiliging ..................30
Vergrendelingssysteem .............30
Diefstalalarmsysteem ................31
Startbeveiliging .......................... 32
Buitenspiegels ............................. 33
Bolle vorm ................................. 33
Elektrische verstelling ................33
Inklapbare spiegels ...................33
Verwarmde spiegels ..................34
Binnenspiegel .............................. 34
Automatische dimfunctie ...........34Ruiten.......................................... 34
Voorruit ...................................... 34
Elektrisch bediende ruiten .........35
Achterruitverwarming ................36
Zonnekleppen ............................ 37Sleutels, sloten
Sleutels ReservesleutelsHet sleutelnummer staat vermeld op
een verwijderbaar label.
Bij het bestellen van reservesleutels
moet het sleutelnummer worden
vermeld aangezien de sleutels deel
uitmaken van de startbeveiliging.
Sloten 3 255.
Centrale vergrendeling 3 21.
Voertuig starten en stoppen 3 158.
Handzender 3 17.
Elektronische sleutel 3 19.
Het codenummer van de adapter
voor de wielborgmoeren vindt u op
een kaart. Vermeld het wanneer u
een nieuwe adapter bestelt.

28Sleutels, portieren en ruitenExterne functie smartphone
Dankzij deze functie is een smart‐
phone met de auto te verbinden en
zijn externe autofuncties te gebrui‐
ken. Functies afhankelijk van
beschikbaarheid.
Functies omvatten: ● Externe commando's: Gebruiken
voor het vergrendelen/ontgren‐ delen van de auto, extern starten van de interieurklimaatregeling,
of in-/uitschakelen van de claxon
en knipperen met de verlichting.
● Autostatus: Bekijk de actieradius en het laadniveau van de hoog‐
spanningsaccu, de oplaadstatus en de bandenspanningswaar‐den.
● Welkomstverlichting: Verzoek om inschakeling van de verlich‐
ting bij het naderen van de auto.
● Plaatsbepalingsservices: Sla de parkeerlocatie op of start de navi‐
gatie met de gps-coördinaten van
de auto.Instellingsfunctie ● KeyPass instellingen
● Prioriteitsinstelling beheren
● Prioriteitsinstelling wijzigen
● AnnuleringActieve externe functie ● Portier vergrendelen/ontgrende‐ len
● Start / stop
● Beëindiging van het opladen
● Laadfunctie hoogspanningsaccu ● Update tijdelijk negeren van opladen
● De oplaadmodus permanent wijzigen
● Schema vertrektijden upda‐ ten
● Prioriteitsladen hoogspan‐ ningsaccu activeren en deac‐tiveren
● Scherm voorkeur oplaadni‐ veau/-limiet selecteren
● Plaatsbepaler van auto
● Actieradius van de autoPassieve functie
Naderingsdetectie / welkomstverlich‐
tingVisuele weergave voor informatie
over auto ● Indicatie hoogspanningsaccu bijna leeg
● Bandenspanning
● Kilometertellerstand
● Status achterklep open
● Status elektrische parkeerrem
● Status motorkap
● Laadstatus hoogspanningsaccu
● Positie van de auto
● Status oplaadmodus ● Actieradius van de auto
● Status begin- en eindtijden van laden
● Volledige week van op uitge‐
stelde laadstatus op tijdbasis
● Op uitschakelfrequentieba‐ sis en status uitgesteld opla‐
den
● Storing in hoogspannings‐ laadsysteem (kan niet laden)

Sleutels, portieren en ruiten29● Niveau hoogspanningslader
● Aansluitindicatie oplaadka‐ bel hoogspanningsaccu
● Opladen voltooid
● Bruikbare laadstatus
● Bereik modus leegraken hoogspanning
● Laadstatus hoogspannings‐ accu
Koppelen Een smartphone moet aan de
KeyPass-module worden gekoppeld
en vervolgens met de auto worden
verbonden, voordat hij kan worden
gebruikt.
Instellingsinformatie ● Er kunnen maximaal drie smart‐ phones worden ingesteld en met
de auto verbonden.
● Instellingen is uitgeschakeld wanneer de auto in beweging is.
● Het koppelen hoeft slechts één keer per smartphone te worden
uitgevoerd, tenzij de koppelinfor‐matie op de smartphone veran‐
derd of de smartphone werd
verwijderd.
Instellingsprocedure 1. De auto moet zijn ingeschakeld en de keuzehendel moet in P
(parkeren) staan.
2. Schakel de KeyPass-functie in via
de Persoonlijke instellingen.
3. Download de myOpel-app op de smartphone vanuit de desbetref‐
fende app store.
4. Open de app en zoek naar nieuwe
auto's.
5. Kies uw auto en bevestig.
6. Richt de camera van de smart‐ phone op de QR-code op het Info-
Display om de beveiligingscode te
scannen. De QR-code is handma‐ tig in te voeren als de camera niet
werkt.
7. Op het Info-Display staat een bevestiging dat het koppelproces
is gelukt.● Selecteer Instellingen op het
Thuis scherm op het Info-
Display.
● Selecteer KeyPass.
● Selecteer KeyPass-apparaten
beheren .
Een gekoppelde smartphone
verwijderen
1. Selecteer Instellingen op het
Thuis scherm op het Info-Display.
2. Selecteer KeyPass.
3. Selecteer KeyPass-apparaten
beheren .
4. Tik Verwijderen naast de te
verwijderen smartphone aan en
volg de instructies.

96Instrumenten en bedieningsorganenPassieve portierontgrendeling:
Verandert de configuratie om
alleen het bestuurdersportier of
de hele auto te ontgrendelen.
Vergr. op afstand ontgrendel portier. : Activeert of deactiveert
de passieve vergrendelingsfunc‐
tie. Met deze functie wordt de
auto na enkele seconden auto‐
matisch vergrendeld als alle
portieren zijn gesloten en een
elektronische sleutel uit de auto
is verwijderd.
Stoelverwarming starten op
afstand : Schakelt de stoelver‐
warmingen automatisch in of uit bij het starten op afstand.
Passieve portierontgrendeling :
Verandert de configuratie om
alleen het bestuurdersportier of
de hele auto te ontgrendelen.
Passieve portiervergrendeling :
Activeert of deactiveert de
passieve vergrendelingsfunctie.
Met deze functie wordt de auto
na enkele seconden automatisch vergrendeld als alle portieren zijn gesloten en een elektronische
sleutel uit de auto is verwijderd.Waarschuwing afstandsbedie‐
ning in voertuig : Activeert of
deactiveert de waarschuwings‐
geluid wanneer de elektronische
sleutel in de auto blijft.
Apparaten
Externe apparaten 3 130.
Externe toegang tot apparaat
Externe functie smartphone 3 28.
Apple CarPlay
Smartphone-applicaties gebruiken
3 137.
Android Auto
Smartphone-applicaties gebruiken 3 137.
KeyPass
Externe functie smartphone 3 28.
USB automatisch starten
Externe apparaten 3 130.
Wi-Fi
Systeeminstellingen 3 121.
Displayinstellingen
Systeeminstellingen 3 121.Camera achterzijde
Symbolen : Schakelt de symbolen in
of uit.
Richtlijnen : Activeert of deactiveert de
geleidelijnen.
Fabrieksinstellingen herstellen
Voertuiginstellingen resetten : stelt
alle functies opnieuw in op de stan‐ daardinstellingen.
Alle privégegevens wissen : Wist alle
persoonsgebonden gegevens uit de auto.
Radio-instellingen herstellen : Zet alle
radio-instellingen terug op de stan‐
daardwaarden.
Systeeminstellingen 3 121.
Akoestische feedback bij aanraking
Gebruik 3 113.
Tekst scrollen
Systeeminstellingen 3 121.
Software-informatie
Systeeminstellingen 3 121.

Instrumenten en bedieningsorganen97Telematicaservice
OnStar
OnStar is een persoonlijke connecti‐
viteits- en servicehulp met een geïn‐
tegreerde Wi-Fi Hotspot. De OnStar-
service is 24 uur per dag, 7 dagen per
week beschikbaar.
Let op
OnStar is niet op alle markten
verkrijgbaar. Neem contact op met
uw werkplaats voor meer informatie.
Let op
Om OnStar beschikbaar en bedrijfs‐
gereed te kunnen laten zijn, hebt u
een geldig OnStar-abonnement,
een werkend elektrisch systeem van de auto, mobiele service en eenGPS-satellietverbinding nodig.
U activeert de OnStar-services en
maakt een account aan door op Z te
drukken en met een adviseur te spre‐ ken.Afhankelijk van de uitrusting in de
auto, zijn de volgende services
beschikbaar:
● Noodhulpdiensten en ondersteu‐
ning bij pech onderweg
● Wi-Fi Hotspot
● Smartphone app
● Bediening op afstand, d.w.z. locatie van de auto, inschakeling
van claxon en lichten, aansturing van centrale vergrendeling
● Hulp bij gestolen voertuig
● Voertuigdiagnose
● Bestemming downloaden
Let op
Na tien dagen zonder dat de auto is
gestart, wordt de OnStar-module
van de auto uitgeschakeld. Functies waarvoor een dataverbinding vereist
is, zijn na het inschakelen van de
auto weer beschikbaar.OnStar knoppen
Privacyknop
Houd j ingedrukt totdat u een bericht
hoort om het doorgeven van de voer‐ tuiglocatie te activeren of deactive‐
ren.
Druk op j om een oproep met een
adviseur te beantwoorden of beëindi‐ gen.
Druk op j om de Wi-Fi-instellingen te
openen.
Serviceknop
Druk op Z om contact op te nemen
met een adviseur.

Instrumenten en bedieningsorganen992. Start een Wi-Fi-netwerkzoekop‐dracht via uw mobiele apparaat.
3. Selecteer de hotspot van uw auto
(SSID) wanneer deze wordt
aangegeven.
4. Voer uw wachtwoord in, wanneer u daarom wordt gevraagd.
Let op
Druk op Z en spreek met een advi‐
seur of log in bij uw account als u de
SSID of het wachtwoord wilt wijzi‐
gen.
U kunt de functie Wi-Fi Hotspot
uitschakelen door op Z te drukken en
een adviseur te spreken.
Smartphone-app
Met de myOpel smartphone app kunt
u bepaalde autofuncties extern bedie‐ nen.
De volgende functies zijn beschik‐
baar:
● Auto vergrendelen of ontgrende‐ len.
● Claxonneren of lichten laten knip‐
peren.● Schakel de parkeerverwarming in.
● Controleer de informatie over de auto-accu.
● Controleer de bandenspanning (alleen bij bandenspanningscon‐
trolesysteem).
● Stuur de navigatiebestemming naar de auto of gebruik deze voor
de navigatie-applicatie via de
telefoon.
● Auto op een map lokaliseren.
● Wi-Fi-instellingen beheren.
Download voor het bedienen van
deze functie de app van App Store ®
of Google Play™ Store.
Afstandsbediening
U kunt, indien gewenst, iedere wille‐
keurige telefoon gebruiken om een
adviseur te bellen. Deze kan dan
vanaf zijn locatie specifieke autofunc‐
ties aansturen. U vindt het desbetref‐
fende OnStar-telefoonnummer op de
landspecifieke website.De volgende functies zijn beschik‐
baar:
● Auto vergrendelen of ontgrende‐ len.
● Informatie over de voertuigloca‐ tie doorgeven.
● Claxonneren of lichten laten knip‐
peren.
Hulp bij gestolen voertuig
Geef als de auto gestolen is de dief‐
stal door aan de autoriteiten en vraag hulp van de OnStar-service Hulp bij
gestolen voertuig. Neem telefonisch
contact op met een adviseur. U vindt
het desbetreffende OnStar-telefoon‐
nummer op de landspecifieke
website.
OnStar kan u helpen bij het zoeken
naar en bergen van de auto.Diefstalalarm
Als het diefstalalarmsysteem is geac‐
tiveerd, wordt er een bericht naar
OnStar gestuurd. U ontvangt hierover een sms of e-mail.

Infotainmentsysteem109Infotainmentsystee
mInleiding ..................................... 109
Algemene aanwijzingen ..........109
Antidiefstalfunctie ....................110
Overzicht bedieningselementen .............111
Gebruik .................................... 113
Basisbediening .......................... 117
Geluidsinstellingen ..................119
Volume-instellingen .................119
Systeeminstellingen ................121
Radio ......................................... 124
Gebruik .................................... 124
Zender zoeken ........................ 124
Radio Data System .................126
Digital Audio Broadcasting ......128
Externe apparaten .....................130
Algemene informatie ...............130
Audio afspelen ......................... 132
Afbeeldingen weergeven .........134
Films afspelen ......................... 135
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 137Spraakherkenning .....................138
Algemene informatie ...............138
Gebruik .................................... 138
Telefoon ..................................... 139
Algemene aanwijzingen ..........139
Bluetooth-verbinding ...............139
Noodoproep ............................. 142
Bediening ................................ 142
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...............146Inleiding
Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem biedt u
eersteklas Infotainment voor in uw
auto.
Met de tunerfuncties kunt u naar een
groot aantal verschillende radiozen‐
ders luisteren.
U kunt externe gegevensopslagappa‐
raten als andere audiobronnen op het Infotainmentsysteem aansluiten, via
kabel of via Bluetooth.
Het infotainmentsysteem is uitgerust
met een telefoonaansluiting, waar‐
mee u uw mobiele telefoon comforta‐ bel en veilig in de auto kunt gebrui‐
ken.
U kunt ook specifieke smartphone-
apps via het Infotainmentsysteem
bedienen.
Optioneel kunt u het Infotainmentsys‐
teem bedienen met de knoppen op
het aanraakscherm of stuurwiel, of
door middel van spraakherkenning
(indien uw mobiele telefoon dit onder‐ steunt).

116InfotainmentsysteemVoor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 139.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
selecteer dan Telefoon om het hoofd‐
menu van de telefoonportal weer te
geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het infotainmentsysteem
3 142.
Projectie
Maak verbinding met uw smartphone
om specifieke apps van uw smart‐ phone op het infotainmentsysteem
weer te geven.
Selecteer Projectie om de weergave‐
functie te starten.
Afhankelijk van de smartphone die is
verbonden, verschijnt er een hoofd‐
menu met verschillende apps die u
kunt selecteren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 137.
Instellingen
Selecteer Instellingen om een menu
met de verschillende systeemgerela‐
teerde instellingen te openen, bijvoor‐ beeld om Akoestische feedback bij
aanraking te deactiveren.
OnStar
Selecteer OnStar om het OnStar-
menu te openen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 97.