installatiepositie van een peuterzitje
(pagina 2-42).
Naar achteren gericht type
WAARSCHUWING
Installeer een naar achteren gericht
peuterzitje altijd op de juiste
zittingpositie:
Het installeren van een naar achteren
gericht peuterzitje zonder eerst de
tabel “Geschiktheid van kinderzitjes
voor diverse zittingposities” te
raadplegen is gevaarlijk. Een naar
achteren gericht peuterzitje dat op de
verkeerde zitting wordt geïnstalleerd
kan niet op de juiste wijze worden
bevestigd. Bij een botsing zou het kind
iets of iemand in de auto kunnen raken
en ernstig letsel kunnen oplopen,
mogelijk met dodelijke afloop.
Gebruik dus nooit een naar achteren
gericht kinderzitje op een
voorpassagierszitting die door een
airbag beveiligd wordt:
Gebruik NOOIT een naar achteren
gericht kinderzitje op een zitting die
aan de voorzijde door een ACTIEVE
AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK
of ERNSTIG LETSEL aan het KIND
toebrengen.
Het kinderzitje kan door de in werking
tredende airbag met kracht geraakt
worden en van zijn plaats gedrukt
worden. Een kind dat zich in het zitje
bevindt zou dan ernstig gewond
kunnen raken of zelfs om het leven
kunnen komen. Als uw auto uitgerust
is met een deactiveringsschakelaar
voor de voorpassagiersairbag, de
schakelaar altijd in de OFF stand zetten
als het installeren van een naar
achteren gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting niet te vermijden
is.
Naar voren gericht type
WAARSCHUWING
Nooit een naar voren gericht
peuterzitje op de verkeerde zitting
installeren:
Het installeren van een naar voren
gericht peuterzitje zonder eerst de
tabel “Geschiktheid van kinderzitjes
voor diverse zittingposities” te
raadplegen is gevaarlijk. Een naar
voren gericht peuterzitje dat op de
verkeerde zitting wordt geïnstalleerd
kan niet op de juiste wijze worden
bevestigd. Bij een botsing zou het kind
iets of iemand in de auto kunnen raken
en ernstig letsel kunnen oplopen,
mogelijk met dodelijke afloop.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
2-39
Vermijd het plaatsen van een naar
voren gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting tenzij dit niet te
vermijden is:
Bij een botsing kan de kracht van een
airbag die wordt opgeblazen ernstig of
dodelijk letsel aan het kind
toebrengen. Als het installeren van een
naar voren gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting niet te vermijden
is, de voorpassagierszitting zover
mogelijk naar achteren schuiven en het
zitkussen (hoogte-afstelbaar zitkussen)
in de hoogste stand zetten waarbij de
veiligheidsgordel waarmee het
kinderzitje is bevestigd stevig is
aangetrokken.
Zorg ervoor dat de
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag in de OFF stand
staat. Zie Deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag (pagina 2-59).
▼Installatiepositie van juniorenzitje
Een juniorenzitje wordt uitsluitend in
de naar voren gerichte positie gebruikt.
Het wordt aanbevolen het
juniorenzitje met rugleuning te
gebruiken zodat u de positie van de
schoudergordel eenvoudig kunt
afstellen en uw kind de beste
bescherming kunt bieden.
Zie de tabel “Geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse
zittingposities” voor de
installatiepositie van een juniorenzitje
(pagina 2-42).
WAARSCHUWING
Installeer een juniorenzitje altijd op
de juiste zittingpositie:
Het plaatsen van een juniorenzitje
zonder eerst de tabel “Geschiktheid
van kinderzitjes voor diverse
zittingposities” te raadplegen is
gevaarlijk. Een juniorenzitje dat op de
verkeerde zitting wordt geïnstalleerd
kan niet op de juiste wijze worden
bevestigd. Bij een botsing zou het kind
iets of iemand in de auto kunnen raken
en ernstig letsel kunnen oplopen,
mogelijk met dodelijke afloop.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
2-40
Vermijd het plaatsen van een naar
voren gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting tenzij dit niet te
vermijden is:
Bij een botsing kan de kracht van een
airbag die wordt opgeblazen ernstig of
dodelijk letsel aan het kind
toebrengen. Als het installeren van een
naar voren gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting niet te vermijden
is, de voorpassagierszitting zover
mogelijk naar achteren schuiven en het
zitkussen (hoogte-afstelbaar zitkussen)
in de hoogste stand zetten waarbij de
veiligheidsgordel waarmee het
kinderzitje is bevestigd stevig is
aangetrokken.
Zorg ervoor dat de
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag in de OFF stand
staat. Zie Deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag (pagina 2-59).
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
2-41
WAARSCHUWING
In auto's uitgerust met airbags dienen
veiligheidsgordels gedragen te
worden:
Het uitsluitend vertrouwen op de
airbags voor bescherming tijdens een
aanrijding is gevaarlijk. Airbags alleen
kunnen geen ernstig letsel voorkomen.
De betreffende airbags worden
uitsluitend opgeblazen bij het eerste
ongeval, zoals een frontale, bijna
frontale of zijdelingse botsing , of als de
auto over de kop slaat, met een
gematigde of grotere kracht. De
inzittenden dienen dus altijd hun
veiligheidsgordels te dragen.
Kinderen mogen niet meerijden op de
voorpassagierszitting:
Het plaatsen van een kind van 12 jaar
of jonger op de voorzitting is
gevaarlijk. In het geval een airbag
geactiveerd wordt, zou het kind ernstig
of zelfs dodelijk letsel kunnen oplopen.
Een slapend kind is geneigd tegen een
portier te leunen en loopt daardoor
meer risico bij een gematigde botsing
aan de voorpassagierszijde van het
voertuig door de zij-airbag geraakt te
worden. Bevestig een kind van 12 jaar
of jonger voor zover mogelijk steeds
op de achterzittingen en maak
daarvoor gebruik van het juiste
kinderzitje overeenkomstig de leeftijd
en de grootte van het kind.
Uiterst gevaarlijk! Gebruik nooit een
naar achteren gericht kinderzitje op
de voorpassagierszitting met een
airbag die geactiveerd zou kunnen
worden:
Gebruik NOOIT een naar achteren
gericht kinderzitje op een zitting die
aan de voorzijde door een ACTIEVE
AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK
of ERNSTIG LETSEL aan het KIND
toebrengen.
Zelfs bij een gematigde botsing kan
het kinderzitje door een activerende
airbag geraakt worden en met kracht
naar achteren verplaatst worden,
waardoor het kind ernstig of dodelijk
letsel zou kunnen oplopen. Als uw
auto uitgerust is met een
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag, bij het plaatsen
van een naar achteren gericht
kinderzitje op de voorpassagierszitting
de schakelaar altijd in de OFF stand
zetten.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-53
Breng geen wijzigingen aan een
voorportier aan en laat geen
beschadigingen onhersteld. Laat een
beschadigd voorportier altijd door
een deskundige reparateur (bij
voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) inspecteren:
Het aanbrengen van wijzigingen aan
een voorportier of het niet herstellen
van beschadigingen is gevaarlijk. Elk
van de voorportieren is voorzien van
een zij-impactsensor welke onderdeel
vormt van het aanvullend
beveiligingssysteem. Als gaten worden
geboord in een voorportier, een
portierluidspreker blijvend wordt
verwijderd, of een beschadigd portier
niet wordt hersteld, kan de werking
van de sensor nadelig beïnvloed
worden zodat deze de druk van de
impact van een zijdelingse botsing niet
meer correct kan bespeuren. Als een
sensor een zijdelingse botsing niet
correct kan bespeuren, bestaat de kans
dat de zij- en gordijn-airbags en de
veiligheidsgordelvoorspanners niet
normaal functioneren, waardoor de
inzittenden ernstig letsel kunnen
oplopen.Breng geen wijzigingen aan in het
aanvullend beveiligingssysteem:
Het aanbrengen van wijzigingen in de
onderdelen of de bedrading van het
aanvullend beveiligingssysteem is
gevaarlijk. U kunt het per ongeluk in
werking stellen of buiten gebruik
stellen. Breng geen enkele wijziging
aan in het aanvullend
beveiligingssysteem. Hieronder vallen
het aanbrengen van stuurbekleding ,
etiketten of wat dan ook op de
airbagmodules. Hieronder valt ook het
installeren van extra elektrische
apparatuur op of nabij de onderdelen
en de bedrading van het systeem. Een
deskundige reparateur (bij voorkeur
een officiële Mazda-reparateur) kan de
speciale aandacht besteden die bij het
uitbouwen en inbouwen van de
voorzittingen nodig is. Het is van
belang de bedrading en de
aansluitingen van de airbag te
beschermen om er voor te zorgen dat
de airbags niet per ongeluk in werking
treden en dat de
bestuurdersstoelpositiesensor niet
beschadigd wordt en de
airbag-aansluiting van de zittingen
onbeschadigd blijft.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-56
Plaatsen geen bagage of overige
voorwerpen onder de voorzittingen:
Het plaatsen van bagage of overige
voorwerpen onder de voorzittingen is
gevaarlijk. De kans bestaat dat
onderdelen die essentieel zijn voor de
werking van het aanvullend
beveiligingssysteem beschadigd
worden en in het geval van een botsing
aan de zijkant is het mogelijk dat de
bijbehorende airbags niet geactiveerd
worden, hetgeen ernstig of dodelijk
letsel tot gevolg kan hebben. Om
beschadiging van onderdelen die
essentieel zijn voor de werking van het
aanvullend beveiligingssysteem te
voorkomen, geen bagage of andere
voorwerpen onder de voorzittingen
plaatsen.
Rijd niet met een auto met
beschadigde onderdelen van het
systeem van airbag/
veiligheidsgordelvoorspanners:
Geactiveerde of beschadigde
componenten van het airbag/
veiligheidsgordelvoorspannersysteem
dienen na elke botsing waarbij deze
geactiveerd of beschadigd werden te
worden vernieuwd. Alleen een
getrainde deskundige reparateur (bij
voorkeur een
officiële
Mazda-reparateur) kan deze systemen
volledig beoordelen om te zien of deze
bij een volgend ongeval zullen
functioneren. Rijden met een
geactiveerde of beschadigde airbag of
voorspannermodule geeft u
verminderde beveiliging bij een
volgend ongeval, waardoor de kans
bestaat op ernstig of dodelijk letsel.De airbagonderdelen in het interieur
niet verwijderen:
Het verwijderen van onderdelen zoals
de voorzittingen, het voordashboard,
het stuurwiel of delen van de voorruit-
en achterruitstijlen en langs de
dakrand die airbagonderdelen of
sensoren bevatten is gevaarlijk. In deze
onderdelen zijn belangrijke
airbagcomponenten ingebouwd. De
airbag zou onvoorzien geactiveerd
kunnen worden en daardoor ernstig
letsel kunnen veroorzaken. Laat deze
onderdelen uitsluitend door een
deskundige reparateur (bij voorkeur
een officiële Mazda-reparateur)
verwijderen.
Ruim het airbagsysteem op de juiste
wijze op:
Het op ondeskundige wijze opruimen
van een airbag of slopen van een auto
met airbags die onder stroom staan,
kan uiterst gevaarlijk zijn. Ernstig letsel
kan het gevolg zijn wanneer niet alle
veiligheidsmaatregelen in acht worden
genomen. Laat een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) het airbagsysteem
veilig opruimen of een auto uitgerust
met een airbagsysteem slopen.
OPMERKING
xDe activering van een airbag gaat
gepaard met een hard opblaasgeluid
en enige rookontwikkeling. Beide
veroorzaken echter geen letsel,
alhoewel de weefselstructuur van de
airbags als gevolg van wrijving lichte
huidverwondingen kan veroorzaken
op lichaamsdelen die niet door
kleding beschermd zijn.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-57
Deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag*
▼Deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag
WAARSCHUWING
De voorpassagiersairbag niet onnodig deactiveren:
Onnodig uitschakelen van de voorpassagiersairbag is gevaarlijk. Als de airbag
onnodig wordt uitgeschakeld, zal de voorpassagier niet de extra beveiliging van de
airbag kunnen ontvangen. Dit kan ernstig letsel met mogelijk dodelijke afloop
veroorzaken. Behalve bij het installeren van een kinderzitje op de
voorpassagierszitting , de deactiveringsschakelaar van de airbag niet in de stand OFF
zetten.
De deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag dient gebruikt te worden
wanneer een kinderzitje op de voorpassagierszitting wordt geplaatst om de voor- en
zij-airbags en ook het systeem van de veiligheidsgordelvoorspanner van de
voorpassagierszitting buiten werking stellen.
Wanneer het contact op ON wordt gezet, gaan beide indicatielampjes van de
deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag branden, ongeacht de stand
van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag. Het indicatielampje
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
*Bepaalde modellen.2-59
gaat na een bepaalde periode uit en gaat vervolgens aan/uit afhankelijk van de
condities zoals aangegeven in onderstaande tabel.
Deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbagWerkingstoestand van voorpas-
sagiersairbag/zij-airbag, veilig-
heidsgordelvoorspanner van
voorpassagierszittingAirbag-uitgeschakeld indicatie-
lampje van de voorpassagiers-
airbag
OFF stand
Deactiveren
ON stand
Gereed
Deze worden na een korte perio-
de van tijd uitgeschakeld.
OPMERKING
Laat de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag door een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële Mazda-reparateur) inspecteren wanneer een
van deze gevallen zich voordoet:
xHet airbag-uitgeschakeld indicatielampje van de voorpassagiersairbag gaat niet
gedurende een bepaalde periode branden wanneer het contact op ON gezet
wordt.
xHet airbag-uitgeschakeld indicatielampje van de voorpassagiersairbag gaat niet na
een korte periode van tijd uit wanneer het contact op ON gezet wordt
(deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag staat in de stand ON).
▼Schakelaarstanden
Controleer alvorens te gaan rijden
altijd met de hulpsleutel of de
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag in de juiste stand
staat al naargelang uw vereisten.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-60