Om schade aan uw auto te voorkomen is de
juiste sleepuitrusting vereist. Gebruik uitslui-
tend sleepstangen en andere uitrusting die
speciaal voor dit doel zijn gemaakt en volg de
instructies van de fabrikant van de uitrusting.
Het gebruik van veiligheidskettingen is ver-
plicht. Bevestig sleepstangen of andere
sleepuitrusting altijd aan een dragend deel
van de auto, nooit aan bumpers of hieraan
bevestigde beugels. De verkeersvoorschriften
met betrekking tot het slepen van voertuigen
moeten worden opgevolgd.
Wanneer u tijdens het slepen accessoires
wenst te gebruiken (ruitenwissers, ruitont-
dooier, enz.), dient de contactschakelaar in
stand ON/RUN te staan en niet in stand ACC.
Wanneer de accu van de auto leeg is, raad-
pleeg dan de paragraaf "Handmatige parkeer-
ontgrendeling" in dit hoofdstuk voor instruc-
ties over hoe u de automatische
versnellingsbak uit de stand PARK haalt om
het voertuig te kunnen slepen.LET OP!
• Gebruik geen takelsysteem met sleeplus
om de auto te slepen. Anders kan de
auto beschadigd raken.
• Bij het vastmaken van de auto op een
sleepwagen mogen de suspensie-
onderdelen vóór of achter niet worden
vastgemaakt. Door een foutieve sleep-
wijze kan uw auto worden beschadigd.
• Als het te slepen voertuig bestuurbaar
moet blijven, moet de contactschakelaar
in de stand ACC of ON/RUN staan en
niet in de stand LOCK/OFF.
OPMERKING:
SRT-voertuigen en 4WD-modellen zonder de
groep 4WD LOW moeten alleen worden ge-
sleept met alle vier wielenVANde grond.
Zonder sleutelhouder
Er moeten speciale voorzorgsmaatregelen
worden genomen wanneer het voertuig wordt
gesleept met het contact in de stand LOCK/
OFF. Zonder sleutelhouder mag de auto al-
leen worden gesleept op een autoambulance.Om schade aan uw auto te voorkomen is de
juiste sleepuitrusting vereist.
Uitvoeringen met tweewielaandrijving
De fabrikant raadt aan de auto op een au-
toambulance te vervoeren (alle wielenVANde
grond).
Als geen autoambulance beschikbaar is en de
versnellingsbak nog werkt, kan de auto onder
de volgende voorwaarden met de achterwie-
len op de grond worden gesleept:
• De schakelhendel moet in de stand NEU-
TRAL staan. Raadpleeg de paragraaf
"Handmatige parkeerontgrendeling" in dit
hoofdstuk voor instructies over hoe de
transmissie in de neutraalstand kan worden
gezet bij uitgeschakelde motor.
• De sleepsnelheid mag niet hoger zijn dan
48 km/u (30 mph).
• De sleepafstand mag niet groter zijn dan
48 km (30 mijl).
Als de transmissie niet werkt of de auto
sneller moet worden gesleept dan 48 km/u
(30 mph) of verder moet worden gesleept dan
48 km (30 mijl), moet u het voertuig trekken
257
Op de terreinpagina's kunnen de volgende
pagina's worden geselecteerd:
• Voertuigdynamiek
• Vering
• Hellingshoek en rol — indien aanwezig
• Accessoiremeter
• Selec-Terrain — indien aanwezig
Statusbalk terreinpagina's
De statusbalk van de terreinpagina's bevindt
zich aan de onderkant van terreinpagina's en
is aanwezig bij elk van de vijf selecteerbare
paginaopties. Deze geeft continu bijgewerkte
informatie over de volgende zaken:
• Huidige status van de tussenbak (ver-
schijnt alleen wanneer naar 4WD LOW is
geschakeld)
• Huidige Selec-Terrain-modus — indien
aanwezig
• Huidige breedtegraad/lengtegraad
• Huidige hoogte van het voertuig
• Status van Hill Descent
• Selec-Speed Control en de geselecteerde
snelheid in km/u (mph)
Hoofdmenu
1 — App terreinpagina's
2 — Toets Uconnect Apps
Statusbalk
1 — Status van de tussenbak (alleen
wanneer naar 4WD LOW is geschakeld)
2 — Selec-Terrain-modus — indien
aanwezig
3 — Huidige breedtegraad/lengtegraad
4 — Huidige hoogte
5 — Hill Descent
6 — Selec-Speed Control en de gese-
lecteerde snelheid
MULTIMEDIA
350