Lichtverklikker - indien aanwezig
Als de koplampen of parkeerlichten inge-
schakeld blijven nadat de contactschakelaar
in de stand OFF is gezet, klinkt er een ge-
luidssignaal wanneer het bestuurdersportier
wordt geopend, om de bestuurder te waar-
schuwen.
Mistlampen vóór en mistachterlichten —
indien aanwezig
De schakelaars voor de mistlampen zijn geïn-
tegreerd in de koplampschakelaar.
Om de mistlampen vóór in te schakelen drukt
u op de bovenste helft van de koplampscha-
kelaar. Om de mistlampen vóór uit te schake-
len drukt u een tweede keer op de bovenste
helft van de koplampschakelaar.
OPMERKING:
Om de mistlampen vóór in te schakelen,
moeten eerst de parkeerlichten of het dim-
licht worden ingeschakeld.Om de mistlampen achter in te schakelen
drukt u op de onderste helft van de koplamp-
schakelaar. Om de mistlampen achter uit te
schakelen drukt u een tweede keer op de
onderste helft van de koplampschakelaar.
OPMERKING:
Om de mistachterlichten in te schakelen
moeten eerst de dimlichten of de mistlampen
vóór zijn ingeschakeld. Als het voertuig alleen
is uitgerust met mistachterlichten, is er
slechts één knop aanwezig in het midden van
de koplampschakelaar. Druk eenmaal op de
knop om de mistachterlichten in te schakelen
en druk nogmaals op de knop om ze uit te
schakelen.
Wanneer de mistlampen zijn ingeschakeld,
brandt een indicatielampje in de instrumen-
tengroep branden.
Richtingaanwijzers
Beweeg de multifunctionele hendel op of
neer om te controleren of de pijlen aan beide
zijden op het display in de instrumenten-
groep gaan knipperen, wat betekent dat de
richtingaanwijzers voor en achter naar beho-
ren werken.OPMERKING:
• Als een van de lampjes blijft branden en
niet knippert, of als een van de lampjes zeer
snel knippert, controleer dan aan de bui-
tenzijde van de auto of een lamp defect is.
Wanneer een van de richtingaanwijzers niet
gaat branden wanneer u de hendel be-
weegt, is waarschijnlijk de desbetreffende
lamp defect.
• Als u meer dan 1 mijl (1,6 km) hebt gere-
den met ingeschakelde richtingaanwijzer,
verschijnt het bericht "Turn Signal On"
(richtingaanwijzer aan) op het display in de
instrumentengroep en klinkt er een continu
geluidssignaal.
•
Wanneer de daglichtlampen zijn ingeschakeld
en een richtingaanwijzer is geactiveerd, wordt
de daglichtlamp aan de zijde van de knippe-
rende richtingaanwijzer uitgeschakeld. De
daglichtlamp gaat weer aan wanneer de rich-
tingaanwijzer wordt uitgeschakeld.
39